Wider utsjoch
Zou het denken (...) gepaard gaan met luid geratel en zwaar gestamp, zodat tijdens het denken steeds ons hoofd heftig schudt en de kaken luid klapperen, dan zouden we goed doorhebben dat onze gedachten producten van het brein zijn. Het brein is echter een stil apparaat, dat zijn werk fluisterend verricht. We hebben van z'n denkwerk geen idee. En daarom vinden we het lastig om te geloven dat ons beeld van de wereld wordt bepaald door de werking van deze 'denkmachine'.
zondag 2 maart 2025
Observatie en theorie
vrijdag 28 februari 2025
De inventaris van de werkelijkheid
De vraag wat de uitdrukking 'x bestaat' betekent is notoir moeilijk te beantwoorden. Net als de vraag wat 'waarheid' is of wat 'betekenis' is.
Een eenvoudige 'analytische' oplossing is de volgende: x bestaat als x volgens een algemeen aanvaard criterium op de inventarislijst (of: ontologische lijst) van de werkelijkheid kan worden geplaatst [3].
Het criterium bepaalt of x al dan niet tot de inboedel van de werkelijkheid behoort.
We beschikken over de volgende criteria:
i. Het positivistische criterium: x behoort tot de inboedel van de werkelijkheid als x kan worden gemeten;
ii. Het fysisch criterium: x behoort tot de inboedel van de werkelijkheid als x bestaat uit atomen (alles wat bestaat bestaat uit atomen is de fysische veronderstelling);
iii. Het logisch criterium: x behoort tot de inboedel van de werkelijkheid als x consistent is (lees: als x logisch/consistent kan worden beschreven: je kunt logische structuren niet waarnemen!).
Het meest gebruikte criterium is het logische criterium. Immers, we weten dat het verleden tot de inboedel van de werkelijkheid behoort, maar het verleden kan niet worden gemeten en het bestaat ook niet uit atomen. Het positivistische en fysische criterium zijn niet geschikt om een lijst op te stellen.
Uitsluitend het heden kan worden gemeten en uitsluitend het heden bestaat uit atomen. Op de kleinste tijdschaal is het heden echter zo 'dun' dat menselijkerwijs gesproken onze handelingen nauwelijks tot de inboedel van de werkelijkheid behoren. Wij, met onze trage geest, hebben een 'heden' nodig van ongeveer drie tellen. Dit is slechts een van de vele bezwaren die tegen deze criteria kunnen worden aangevoerd.
Het logische criterium is volgens filosofen het aangewezen criterium.
Stel nu echter dat het logische criterium niet houdbaar is omdat de klassieke logische wetten niet universeel gelden [1]. In dat geval moet je op zoek naar een nieuw criterium omdat het logische criterium onvolledig is: het is evident dat op de lijst ook gluts (met de vorm: a en niet-a) en gaps (met de vorm a noch niet-a) voorkomen.
Het probleem met gluts en gaps is echter dat we deze niet systematisch kunnen bestuderen. We weten ons eigenlijk geen raad met gluts en gaps.
Hoe moet je de waarheid onderzoeken van de volgende bewering: er is een 'ding' en dat 'ding' is noch in het heelal noch buiten het heelal te vinden.
Als de menselijke logische denkwijze de enige en juiste maat zou zijn voor de dingen die wel en niet op de lijst mogen staan, dan zou je zulke beweringen schouderophalend in de bak met 'absurditeiten' mogen werpen: weg ermee, deze onzin helpt ons niet verder!
Beschik je echter over deugdelijk bewijs dat de logische denkwijze/wetten niet 'compleet' zijn, dan zul je -wellicht tandenknarsend- moeten toegeven dat we niet kunnen beschikken over een passend criterium. Denk er eens goed over na: welk alternatief criterium kun je verzinnen om de enige juiste lijst op te stellen met 'dingen' die we in de werkelijkheid zoal kunnen aantreffen?
Het vermoedelijke antwoord is: we weten geen beter criterium.
Het fundamentele probleem is dat een nóg algemener criterium dan het logische ons boven het verstand gaat.
Als we niet kunnen beschikken over een algemeen criterium, dan betekent dit dat alle absurde dingen wél op de lijst moeten staan. Ik kan absurde dingen niet uitsluiten.
Hoe dit mogelijk is? Wel, omdat de werkelijkheid schijnbaar 'echt' (!) vreemder en complexer is dan wij kunnen bevroeden. Beperkte denkwijze = vreemde werkelijkheid.
Heb ik dan eenmaal vastgesteld dat de werkelijkheid vreemd en hypercomplex is, dan moet ik daarvan de logische gevolgen aanvaarden (doe ik dat niet, dan ben ik irrationeel: dan doe ik maar wat).
Wel, aangezien God een 'absurd' ding/denkbeeld is [2], ben ik rationeel als ik vaststel dat God op de lijst staat: het bestaan van God is een feit.
-----
[1] Het bewijs is 'gegrond' in de evolutie van de mens. Het ligt voor de hand dat de denkwijze van de mens -zoveel weten we inmiddels van de evolutie van bewegende dieren- bedoeld is om ons doelgericht te laten handelen. Dat vergt een logische bediening van het lichaam. De evolutie is geen alwetende bouwmeester die universele beginselen heeft gebruikt om lokale problemen op te lossen. Bovendien: de logische structuur is een product van het brein (!). Je moet dus eerst een logisch werkend brein hebben voordat je logische structuren in de werkelijkheid kunt opmerken. Nooit kan de werkelijkheid je brein dus logisch hebben laten werken.
[2] God is Zelfstandig, dat wil zeggen: van niets en niemand afhankelijk. Hij is dus niet 'logisch' en niet 'fysisch'. Vandaar dat de drie genoemde criteria voor een inventarislijst niet van toepassing kunnen zijn op God.
[3]. Dit criterium is -met een aanpassing-, zoals filosofen met een goede opleiding onmiddellijk hebben begrepen, afgekeken van Quine (cf. On What There Is)
woensdag 19 februari 2025
Bizar, maar niet absurd
Het onderscheid tussen zaken die bizar zijn en zaken die absurd zijn is uitermate nuttig. Het was de psycholoog Frith die in de vorige eeuw vaststelde dat het gedrag van 'ontregelde geesten' (deze term is van Draaisma, Douwe) bizar doch rationeel is.
Een bekend voorbeeld van bizar doch rationeel gedrag is dat van mensen die aan het syndroom van Capgras leiden. Deze 'geesten' zijn door een ernstige beschadiging aan het brein niet meer in staat om liefde te voelen voor hun naasten.
Het moet een verschrikking zijn om te ontdekken dat je niets voelt voor je kinderen.
Om deze anomalie te verklaren smeden deze zieke geesten de meest vergaande verklaringen om te begrijpen waarom hun naasten worden ervaren als koude, ongevoelige wezens.
Zo bedenken de Capgras patienten dat hun eigenlijke geliefden zijn vernietigd door buitenaardse wezens en dat ze zijn vervangen door 'aliens'.
Omdat je wereldbeeld bepaalt hoe je je gedraagt, gaan ze er vervolgens toe over om hun geliefden, vrouw en kinderen, weg te jagen uit het ziekenhuis- soms met geweld. Vanzelfsprekend doet dit moeder en kinderen buitengewoon veel zielepijn. Het is schokkend om door je eigen (lieve) vader te worden weggejaagd.
Toch is het gedrag van vader wel begrijpelijk en vaak wennen uiteindelijk de kinderen aan zijn bizarre gedrag. Alhoewel de pijn om het gebeurde nog lange tijd blijft bestaan.
Mensen blijven altijd logisch denken, hoe bizar verder hun wereldbeeld ook is.
En vermoedelijk is dat ook de reden waarom ze hun eigen wereldbeeld niet bizar vinden: immers, alle feiten 'passen' logisch bij elkaar? Mensen zien pas in dat hun wereldbeeld wellicht niet juist is als ze worden gedwongen om absurde constructies voor waar aan te nemen.
Je zou nu denken dat dit uiteindelijk een kwestie is van logisch redeneren, maar dat is niet (altijd) het geval.
Een mens is een 'waardensysteem': wij hebben emoties en gebruiken deze emoties om de waarde van onze inzichten/cognities te bepalen. Zo bouwen we met onze emoties een rangordelijk systeem van inzichten op. Een systeem dat geen emoties heeft, kan niet zo'n mooi, evenwichtig rangordelijk wereldbeeld opstellen als wij.
Voorbeeld van de wijze waarop waarden functioneren: "Ik weet dat ik met Jetje naar de schouwburg wil en niet met Marietje omdat ik Jetje liever vind." (Jetje is waardevoller dan Marietje).
'Thinking is for action!' is een van de belangrijkste inzichten van de moderne cognitie-theorie. Je denkt om te doen; en doen is kiezen (tussen handelingen); zonder waarden, zonder emoties, kun je onmogelijk kiezen: en dus zijn emoties een noodzakelijke voorwaarde om logisch te kunnen denken. Logica zit dus letterlijk 'in the flesh' (zie: Lakoff en Johnson en hun vrijwel gelijknamige boek: Philosophy in the Flesh).
Mensen zijn pas bereid om hun theorieën op te geven als ze zien dat hun waarden in het geding zijn. Geen wonder dat de Capgras patient gemakkelijk zijn dagelijkse zienswijze inruilt voor een bizar wereldbeeld: immers, zijn belangrijkste waarden zijn verloren gegaan? Zijn geliefden 'voelen' niet langer aan als de belangrijkste personen in de wereld (oh, het gruwelijke van dit syndroom)!
Andersom zijn mensen pas in staat om een bizar wereldbeeld weer in te ruilen voor een 'normaal' wereldbeeld als hun waarden (gevoelens) in het geding zijn. Zo beschrijft een persoon dat hij inzag dat zijn complottheorieën bizar en onjuist waren toen hij ontdekte dat de persoon die hem deze theorieën geleerd had en die hij zeer vertrouwde, hem voor de gek hield.
Zodra leden van een sekte ontdekken dat hun leider onbetrouwbaar is, geven ze daarna ook snel hun bizarre gedachtegoed op. "Ik geloof X omdat hij betrouwbaar en goed is; ik begin echter te vermoeden dat X niet betrouwbaar en goed is." Als de waarden 'absurd' blijken te zijn -je kunt een leider onmogelijk wel en niet vertrouwen- stort vaak heel het wereldbeeld in.
Mensen stemmen op politici eerst en vooral omdat hun doen en laten bij hun waarden past.
Ons wereldbeeld 'hangt' aan onze belangrijkste waarden; het 'staat' niet op een stevig fundament van goed onderzochte (wetenschappelijke) waarheden.
Een wereldbeeld is geen gebouw op een fundament, maar een mobile (een hangend kunstobject). Ons wereldbeeld bestaat "uit gebalanceerde hangende elementen die kunnen bewegen op de luchtstroom". Alle elementen van het mobile hangen aan onze belangrijk(st)e waarden.
Tenslotte, om mee te eindigen: Draaisma beschrijft in zijn boek 'De man die zijn hoofd verloor' hoe mensen met bizarre inzichten nooit hun vermogen om logische keuzes te maken verliezen. Ze verwerken al hun 'bizarre verzinsels' rationeel. Mensen worden nooit absurd.
Voorbeeld: er waren in een inrichting drie mensen die meenden dat ze Jezus waren. Ze begrepen elk echter goed dat de andere twee jezussen (dus) bedriegers moesten zijn. Elke theorie die de onderzoeker aandroeg om uit hun bizarre overtuigingen absurde overtuigingen af te leiden ("jullie zijn alle drie de echte Jezus") werden door de geesteszieke mensen 'niet verteerd'.
Ons brein kan de meest bizarre wereldbeelden smeden en naleven, maar het kan eigenlijk geen absurde wereldbeelden samenstellen en naleven [1] [2].
-----
[1] De verklaring is: als je absurd 'denkt' breng je jezelf in gevaar: absurde inzichten blokkeren je mogelijkheid om optimaal te handelen. Wreder gezegd: je bent letterlijk gehandicapt als je absurde waarden en inzichten 'en masse' toestaat. Bizarre gedachten echter ondermijnen je mogelijkheid om doeltreffend te handelen niet. Ze kunnen zelfs voordelig zijn. Bovendien is ons verstand 'open': wij kunnen heel snel leren en ons zodoende aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Daarom is de mens een soort die in veel omstandigheden zich kan handhaven.
Neem de patient met Capgras: hij verzint een bizarre verklaring en kan daarom bepalen hoe hij moet handelen (anders gezegd: hij weet welk 'script' hij moet uitvoeren). Maar als hij een absurd wereldbeeld zou hebben aanvaard, dan zou hij geen enkel script kunnen uitvoeren! (Ik moet mijn kinderen wel en niet vertrouwen is 'onbeweegbaar'/onuitvoerbaar).
Wereldbeelden mogen wat 'moedertje natuur' betreft, die ons allen gevormd heeft, daarom wel bizar zijn, maar niet absurd.
[2] Het feit dat de logische structuur van onze cognities van levensbelang is -zonder deze structuur is optimaal handelen niet mogelijk- verklaart waarom de logische denkwijze 'a priori is': je mag en kan deze denkwijze niet ontregelen. Wie dat wel doet 'verminkt' zichzelf (in zekere zin). Logici, wiskundigen en fysici schrijven artikelen die consistent zijn, zelfs al spreken ze over niet-logische toestanden. Het is vooraf bepaald -feitelijk door de natuur- dat onze 'denk-producten' een logische vorm moeten hebben, zoals het ook vooraf bepaald is dat wij 'lopende wezens' zijn en dat onze magen geen hooi kunnen verteren. -Uiteraard volgt daar niet uit dat de werkelijkheid logisch geordend is, hooguit dat wij deze logisch zullen proberen te ordenen, hoe dan ook.
dinsdag 18 februari 2025
Vaagheid en méérduidigheid [1.5]
zondag 16 februari 2025
Contingent Noodzakelijk [1.0]
zaterdag 15 februari 2025
Jezus als filosoof
Het christendom is de op één na grootste godsdienst ter wereld.
De grootste religie is vermoedelijk de natuurkunde. Het geloof dat heel de werkelijkheid uit atomen bestaat wordt verkondigd op alle scholen en universiteiten.
Het christendom kent geen uitgesproken metafysica. Het is eerder een weinig systematische levensleer die de voedingsbodem is geweest voor onder andere filosofische levens-leren zoals het existentialisme en het humanisme.
Het christendom heeft haar succes vermoedelijk te danken aan een goed doordachte reclamecampagne en aan het geluk dat een Romeinse keizer dit geloof heeft willen aannemen.
De evangeliën zijn geschreven door nakomelingen van mensen die Jezus wél persoonlijk hebben gekend. De schrijvers van het evangelie van resp. Marcus, Mattheus, Lucas en Johannes hebben Jezus nooit persoonlijk gekend. En dat geldt ook voor de andere evangeliën, o.a. die gevonden zijn te Nag Hammadi.
De goddelijkheid van Jezus is vermoedelijk het bekendste leerstuk dat door de reclame-makers van het christendom in de omloop is gebracht. Een persoon die wonderen kan verrichten is 'super-der' dan alle andere predikers die destijds aan het werk waren. De boodschap die de reclame-mannen willen verspreiden is duidelijk: Jezus was de enige echte 'influencer' die het keurmerk van God droeg (het is niet overbodig geweest om Jezus 'groter' te maken dan hij was, want hij had veel concurrentie van andere 'influencers').
We hebben zodoende twee Jezussen: we hebben een Jezus die uit atomen bestaat -vlees en bloed- en we hebben een Jezus die niet uit atomen bestaat, doch bovennatuurlijk/goddelijk is.
Vandaar dat de kerk een twee-naturen-leer heeft ingevoerd: Jezus bestaat wel en niet uit atomen.
Voor de moderne klinische mens is dit lastig te geloven. Wie dit wel gelooft zal het evangelie van de fysica moeten afvallen. Maar dat is onmogelijk. De overtuiging dat alles uit atomen bestaat is onder andere door goed onderwijs te diep verankerd in ons verstand. Het is voor de gelovige daarom uitgegroeid tot een netelige kwestie: het is buigen of barsten. Óf Jezus is goddelijk óf Jezus is menselijk: óf Jezus bestaat helemaal-wel uit atomen óf Jezus bestaat helemaal-niet uit atomen.
De klinische mens, gevormd -zoals gezegd- door het onderwijs, is eigenlijk al niet meer in staat om in dezen een keus te maken Hij kan zijn aangeboren 'gevoel'(!) voor logica niet loochenen. Hij heeft zich al bekeerd tot de kerk van de fysica. Einstein en Heisenberg zijn voor hem eerbiedwaardiger voorgangers dan Jezus.
Uiteindelijk lijkt de reclamecampagne, die Jezus mede zijn roem heeft gebracht, hem meer kwaad dan goed te doen.
De oplossing echter ligt voor de hand: je kunt Jezus bezien als een filosoof- en wel één van grote statuur, omdat hij school gemaakt heeft: hij was de eerste humanist cq existentialist.
Voor mensen die Jezus wel wensen te zien als een supermens is er een uitweg. Laat hem aankloppen bij de dialetheïst. Deze logicus verdedigt dat sommige 'on-logische' dingen waar zijn. Een dialetheïstische uitwerking van de twee-naturen leer vind je in Beall, Contradictory Christ. Beall rekent je in dat boek voor dat het 'gewoon' mogelijk is dat Jezus wel en niet uit atomen bestaat. (Let wel: hij rekent je voor dat Jezus helemaal-wel en helemaal-niet uit atomen bestaat!)
Je kunt dus de kerk/leer van Einstein en Heisenberg belijden én de kerk/leer van Jezus. Logisch gezien is er geen vuiltje aan de lucht.
maandag 10 februari 2025
Ver voorbij de grens- en verder...
zaterdag 8 februari 2025
Wellicht interessant
In de new york times het volgende artikel (als vooraankondiging van een boek):
(Houd er rekening mee: omdat ik verwijs naar een tekst die niet van mijzelf is zal ik deze bijdrage na een paar dagen weer moeten verwijderen: dan verdwijnen ook de commentaren).
woensdag 5 februari 2025
Een wandelende knie
dinsdag 4 februari 2025
Cerberus en het logisch anarchisme [1.0]
maandag 3 februari 2025
Nijntje is een worm
Stel je voor dat Dick Bruna Nijntje steeds anders had getekend: het Nijntje was, al naar gelang de luim van Dick, soms een giraffe, dan een rat, dan een worm en dan een k'nijntje.
Je zou dan zeggen dat Bruna niet consistent was. Het Nijntje was dan overgeleverd aan de willekeur van Dick.
Alhoewel het Nijntje echter geen consistente 'vorm' had, zouden alle verschijningsvormen van Nijntje -de giraffe, de rat, de worm en het k'nijntje- wel samenhang hebben:
zo zijn al deze vormen getekend door Dick Bruna; zo dragen al deze vormen de naam Nijntje; zo zijn al deze vormen tweedimensionaal.
De mens is zo vindingrijk dat hij altijd wel enige overeenkomsten kan vinden tussen de talloze eigenschappen die de dingen hebben.
Overeenkomst -samenhang- wil zeggen dat dingen in één verzameling passen.
Consistentie is de eerste eigenschap die dingen moeten hebben als je deze wilt bestuderen.
Stel je eens voor dat je bij inConsistente Dick op bezoek bent. InConsistente Dick heeft net een kaboutertje getekend.
'Nijntje', zegt inConsistente Dick, 'is nu een kaboutertje.'
'Ah', zeg jij, 'Nijntje is nu dus geen k'nijntje, geen worm, geen rat en geen giraffe?'
'Jawel', zegt inConsistente Dick, 'Nijntje is ook al die andere vormen- én een kaboutertje.'
'Aha', zeg jij, 'Nijntje is dus alle vormen die je getekend hebt.'
'Nee', zegt inConsistente Dick, 'Nijntje is nu, op dit ogenblik, alleen een giraffe!'
En zo gaat het de hele ochtend door. Steeds tekent inConsistente Dick andere vormen en steeds verandert hij zijn mening over welke vorm(en) het echte Nijntje is (zijn).
Na afloop weet jij nog steeds niet wie Nijntje is- en erger, je zult er ook nooit achterkomen, want inConsistente Dick blijft maar goochelen met de vormen en de namen.
Als je van je dochter de opdracht had gekregen om een tekening van 'het enige echte' Nijntje mee te nemen, dan zou je aan haar opdracht niet kunnen voldoen.
Het verschil tussen consistentie en coherentie is belangrijk: samenhang is een ruim begrip en vindingrijke mensen kunnen altijd wel een overeenkomst vinden tussen elementen.
Consistentie is een 'maat' die je nodig hebt om de willekeur en veranderlijkheid van de werkelijkheid te bestrijden.
Wat is nu het verband tussen coherentie en consistentie? Wel, als je in staat bent om een aantal ogenschijnlijk willekeurige elementen in één verzameling te stoppen, dan kan het niet anders of de elementen hebben toch een aantal consistente eigenschappen (zoals, in ons voorbeeld: alle vormen zijn getekend door Bruna; alle vormen zijn 2-dimensionaal; al deze vormen heten Nijntje).
Zonder consistentie, zo leert deze lichtvoetige studie ons, geen samenhang.
Door nu één categorie te introduceren, zoals 'alles bestaat uit atomen', 'alles is water', 'alles is het onbepaalde' of 'alles is geest', maak je heel de werkelijkheid vwb één 'hoedanigheid' consistent.
Om echter een dergelijke alles-overkoepelende categorie te kunnen invoeren, zul je wel de gehele werkelijkheid moeten kennen. Het is de vraag of dat mogelijk is.
Neem het volgende mogelijke 'object', het 'absoluut onkenbare':
1. als je het absoluut onkenbare kunt vinden, dan heb je het niet gevonden;
2. als je het absoluut onkenbare niet kunt vinden, dan heb je het gevonden [1].
Waaruit volgt dat een consistente lezing van de gehele werkelijkheid niet mogelijk is.
-------
[1] Uiteraard bedoel ik hier: 'als je het absoluut onkenbare principieel niet kunt vinden, dan heb je het gevonden' (maar verdraaid, dat kun je toch zelf ook wel bedenken: ik verwacht dat mijn lezers buitengewoon goed kunnen lezen en niet lijden aan het bezit van karige en miezerige harses).