19/02: versie [1.5]: noot [3] toegevoegd en enkele foutjes verbeterd
a. Absurde 'bedenksels' zijn constructies (zoals ik gisteren heb uitgelegd, zie de bijdrage van 17/02/25).
Er is één constructie die voor 'bewegende' dieren die optimaal moeten kunnen handelen erg belangrijk is:
-het is het één of het ander (=binaire regel)
Het verstand moet deze binaire regel steeds opnieuw gebruiken bij het wisselen tussen handelingen.
Twee constructies zijn er die de mogelijkheid om snel te schakelen tussen optimale handelingen ondermijnen:
-het is het één en het ander (glut)
-het is het één noch het ander (gap)
Wie wel eens heeft nagedacht over logica weet dat dit de twee vormen zijn die logici al zo'n dikke 2000 jaar bezighouden.
Zowel de glut als de gap staan in de formele logica te boek als onmogelijke constructies. Ik vermoed dat het eerder onuitvoerbare constructies zijn. Ze ondermijnen ons vermogen om snel en vlot te handelen (iets preciezer: ze ondermijnen ons vermogen om snel en vlot te schakelen tussen twee verschillende handelingen).
De hersenen moeten samenwerken met het lichaam. Het sensorische deel -dat deel van de hersenen waar de ervaringen op intelligente wijze worden vertaald in denkbeelden- geeft aan het motorische deel van het brein door welke handeling relevant is.
Omdat gluts en gaps onuitvoerbaar zijn, mag het sensorische deel van het brein deze constructies niet gebruiken als het wil samenwerken met het motorische deel van het brein. Het motorische deel kan gluts en gaps niet omzetten in optimale handelingen.
Zou het sensorische verstand ons glut-opdrachten geven, dan zouden we veranderen in sterk verwarde personen: we zouden dan twee optimale handelingen moeten uitvoeren met één lichaam. Ik heb geen idee hoe ik dat moet doen. Ik denk dat ik dan beide handelingen door elkaar ga rommelen. Optimaal is dat niet.
Zou het sensorische verstand ons gap-opdrachten geven, dan zouden we wederom veranderen in sterk verwarde personen: we zouden dan géén handeling moeten uitvoeren. Ik heb wederom geen idee hoe ik dat moet doen. Ik zou 'bevriezen'. Bevriezen is beslist geen optimale handeling.
Zoals virussen het lichaam ontregelen, zo ontregelen gluts en gaps dus ons vermogen om optimaal te handelen.
We hebben daarom een mentaal afweersysteem dat -als een wit bloedlichaampje- de jacht opent op gluts en gaps.
Je voelt je ziek als een virus je lichaam aantast; je voelt je ook ziek als een glut of gap je denken ontregelt. Psychologen -Festinger- ontdekten in de vorige eeuw dat mensen zich ziek voelen als hun cognities niet rijmen (hij noemde dit verschijnsel "cognitieve dissonantie": zoek het maar eens op, het is een zeer interessant verschijnsel).
We hebben een fysieke afschuw van vage en meerduidige cognities: geen wonder, want ze ontregelen ons vermogen om doeltreffend te handelen. Ze zijn, met zoveel woorden, levensbedreigend. Wie in nood niet optimaal kan handelen is verloren.
We hebben dan ook liever Trump als leider, een man uit één stuk, die klip en klaar liegt hoe hij alles gaat regelen, dan een bedeesde, enigszins aarzelend sprekende mevrouw die ons wijst op de vele mitsen en maren in de politiek. Geen gluts-&-gaps politiek in tijden van gevaar en onrust. Liever Churchill, die éénduidig is, zodat je optimaal kunt handelen, met inzet van 'heel je lijf'.
Het lichaam is voortdurend bezig om gluts en gaps weg te knippen uit ons verstand. Dit proces heet 'pruning'. Het gebeurt onder andere in je slaap. En dat is dan ook de reden waarom je in de ochtend oplossingen ziet die je in de avond niet zag. Alle dubbele draadjes in je hoofd worden weggesneden, zodat je door 'de bomen het bos weer ziet' [1].
b. Bizarre dingen zijn toestanden of 'dingen' of 'zaken' die ons sterk verbazen: het zijn verschijnselen die sterk afwijken van de dingen waar we aan gewend zijn. De afmetingen en snelheden van kwanta zijn voor mij bizar. Ik vind het al bizar dat iemand rondjes van 300km/u kan rijden. 300000 km/s gaat mij boven de pet. Om maar te zwijgen van het feit dat deeltjes honderden jaren moeten reizen met deze duizelingwekkende snelheid voordat ze de aarde bereiken. Maar ook bepaalde geldbedragen maken mij duizelig: honderd-miljoen euro op je bankrekening; of zelfs vierhonderd keer duizend-miljoen? Ik ben een arme leraar en prijs mij al gelukkig met een tientje.
c. In het zeer toegankelijk boekje van Martijn van Calmthout, "Echt Quantum" (sic) -nu in de ramsj voor €7.80- (wees gerust Bert, Martijn is atheïst: want hemeltje, je moet er niet aan denken dat een fysicus ook naar de kerk gaat: dat is een misdaad!) geeft van Calmthout als volgt weer waarom kwantumtheorie voor ons lastig te begrijpen is:
"Kwantumtheorie is vaag én meerduidig (...)"
En dat zijn precies de twee constructies die ons verstand schuwt.
Ook Martijn van Calmthout schrijft dat deeltjes op twee plaatsen tegelijk kunnen zijn (en dit is niet zomaar een bizar feit, maar een meerduidige constructie, een glut, waarvoor in ons verstand geen plaats is). [p.8].
Hij schrijft:
"Leg maar eens uit waarom een deeltje op twee plekken tegelijk kan zijn of in twee toestanden op hetzelfde moment (...). Voorwerpen bestaan niet als je er niet naar kijkt en gevolgen treden op zonder oorzaak. En dan het fenomeen verstrengeling: als je hier iets doet gebeurt er elders iets. Ongeacht de afstand en instantaan. Begrippen als superpositie zijn te gek voor woorden."
Superpositie en verstrengeling zijn -het is nodig om dit te benadrukken- niet bizar, maar absurd: het zijn voor ons brein 'onmogelijke' constructies: het zijn 'bouwwerkjes' van twee atomen (zoals gluts mentale bouwwerkjes zijn van twee cognities).
Kwantumtheorie is voor ons onbegrijpelijk omdat haar constructies buiten de logische kaders van ons logische verstand vallen/liggen. Een mens kan daarom geen intuïtie ontwikkelen voor de wereld van de kwanta. We zullen 'het binnenwerk' van de natuur nooit begrijpen. Einstein wilde dat Bohr aan hem uitlegde waarom kwanta zich vreemd gedroegen: hij wilde de mechanica van de natuur kennen.
Zijn intuïtie zei hem dat als je fenomenen kunt berekenen, deze ook een regelmatige fysische basis moeten hebben. Het was echter met name Heisenberg die het hem (erg) kwalijk nam dat hij bleef vragen naar een mechanische verklaring. Hij en Bohr hielden vol dat we het binnenwerk van de natuur op kleine schaal nooit zullen begrijpen. Ik denk dat Bohr en Heisenberg gelijk hebben. Constructies die door je brein niet worden 'verteerd' kun je niet begrijpen- en zul je nooit begrijpen [3].
d. Maar hoe is het dan mogelijk dat fysici kwantumverschijnselen kunnen berekenen en dat deze berekeningen kloppen?
Het antwoord daarop vinden we ook in het boekje van Martijn van Calmthout:
"Het enige wat we echt van atomen en materie weten is dat ze bepaalde meetbare signalen afgeven, met name via het licht dat ze uitzenden. De quantummechanica kan de patronen in dat licht beschrijven en verklaren."
Heisenberg liet, in de week dat hij op Helgoland was, het idee varen dat je het binnenwerk van het atoom moest kennen om een theorie van kwanta op te stellen. Hij richtte zich louter en alleen op de regelmaat van het lichtspectrum. Hij stelde zich op als een fenomenoloog die alleen oog heeft voor wat je kunt observeren en meten. De verbanden die hij uit deze fenomenen afleidde verzamelde hij in een tabel (matrix). Deze tabel vormt de grondslag voor het wiskundige formalisme dat nu bekend staat als de 'kwantummechanica'.
Het woordje mechanica in de samengestelde term 'kwantummechanica' is dus, naar de letter, onjuist: fysici hebben juist geen idee wat de 'mechanica' van kwanta is. Het enige wat ze hebben is het formalisme -de tabel- dat afgeleid is van de regelmaat in het licht dat atomen uitzenden [2]. Je zou eigenlijk moeten spreken van kwantum-tabel-theorie. In het begin werd Heisenberg's formalisme door zijn collega's 'matrix-mechanica' genoemd.
e. De natuur, zo vermoed ik, is rijker dan ons verstand kan 'verteren'. Vanzelfsprekend, want ons verstand wordt beperkt door haar functie: ons brein moet een lichaam veilig en wel door de gevaarlijke wereld leiden en dat is een hachelijke aangelegenheid. Je hebt daarbij alleen maar hinder van meerduidigheid en vaagheid. Het brein spant zich juist in om gluts en gaps niet te 'verteren'. De werking van het brein staat dus haaks op de werking van de natuur.
De natuur leren kennen is voor ons hopeloos. Denk eens aan het volgende verhaal. Een jonge geleerde ging mee op een schip. Hij wilde de vis die gevangen werd meten, om te zien of de zeeën niet overbevist werden en of de vissers zich aan de regels hielden. Alhoewel de vissers niet wisten wat de jonge man van plan was -hij had ze iets op de mouw gespeld- waren ze wantrouwig. Ze smeten haastig alle kleine vis weg, zodat de jongen meende dat de zeeën niet overbevisd werden en de vissers zich keurig aan de regels hielden. De regelmaat die de natuur ons toont is een valse weergave schijnbaar van haar ware aard.
De fysici kunnen alleen oog hebben voor de regelmaat die de natuur ons toont, maar alle zaken die buiten onze logische kaders vallen blijven ongezien en onbegrepen.
f. Tenslotte nog eens, als klap op de vuurpijl, een beroemde en treffende 'kwoot' van Feynman:
"The theory of quantum (...) describes Nature as absurd from the point of view of common sense. And it agrees fully with experiment. So I hope you accept Nature as she is- absurd."
------
[1] Ik heb hier een 'amateur-theorie' bij: in een van de 4 fases in je slaap activeert het brein het lichaam. Zo kan het brein cognities achterhalen die niet uitvoerbaar zijn. Het enige wat het brein daarbij hoeft te meten is: als een bepaalde cognitie -laten we zeggen cognitie z- wordt geactiveerd, leidt dit er dan toe dat een ledemaat tegelijk op twee verschillende manieren moet worden gebruikt? Als dat inderdaad zo is, dan weet je dat cognitie z moet worden gesnoeid. Het lichaam is een logische machine, je kunt het lichaam dus gebruiken als meetinstrument om de logische structuur van onze cognities te meten.
[2] Heisenberg wilde zelfs niet dat we de mechanica van de kwanta zouden onderzoeken: hij beschouwde zijn formalisme als een verzameling platoonse ideeën en niets meer of minder dan dat.
[3] Merk op dat kwantum-vreemdheid hier niet besproken wordt om te 'bewijzen' dat de werkelijkheid niet klassiek geordend is. Nee, het is andersom: de kwantum-vreemdheid komt hier aan de orde omdat ze -dat betoog ik- voortkomt uit onze beperkte, contingente denkwijze. De eigenaardigheden van je denkwijze liggen ten grondslag aan de eigenaardigheden/vreemdheid van de kwantummechanica.