Stel je eens voor dat we woordjes als 'waar' en 'echt' schrappen uit ons vocabulaire. Het (niet onaardige) gevolg is dat niemand dan de waarheid in pacht heeft.
We zullen echter in de onware wereld, tot onze teleurstelling, spoedig ontdekken dat we niet in staat zijn om een 'onwaar' leven te leiden. Je hebt één lichaam dat steeds op één plaats is en dat slechts één handeling per keer kan verrichten.
Zoals de naaktslak slechts één glimmend spoor kan trekken op de tegels, zo kunnen wij slechts één levensloop voltooien in ruimte en tijd.
Als het waar is dat er geen waarheid is, dan zou je meerdere levenswandelingen moeten maken. Wie geen 'waarlijk' bestaan heeft, is nooit een leraar op pantoffels geweest, maar timmerman, groenteboer en journalist- en voorts heeft hij tal van andere mogelijke levens geleefd.
Hoeveel verschillende levens moet je leven voordat je een onwaar bestaan hebt?
Is het leven pas werkelijk onwaar als je de levens van alle mensen leeft? Zoals de mierenkolonie een gemierte is: steeds een mier die alle functies in het gemierte vervult. Het gemierte is een dier dat alle levens in de kolonie leeft.
De onware mens is geen persoon, maar een gemenste: je bent de optelsom van alle mensenlevens. Je bent een leraar op sloffen en je bent geen leraar op sloffen (maar timmerman, groenteboer en journalist en nog miljarden andere levens). Wie onwaar leeft exemplificeert alle mogelijke levens. Elk afzonderlijk leven van het gemenste is één van de vele onware levens die jij leeft.
Vreemd, onnavolgbaar. Je verstand kan met dit bizarre gedachtenexperiment niet goed overweg.
We zijn van nature éénlingen, verpakt in één lichaam, dat slechts één levensloop kan voltooien. De mens is een monoliet.
Ons verstand kan dan ook slechts één waarheid verwerken. We leven voor één, we werken voor één, we denken voor één. We geloven zelfs, van de weeromstuit, dat slechts één verhaal over de werkelijkheid als geheel waar is.
Alle bouwstenen van de werkelijkheid moeten naadloos aan elkaar passen, kop aan staart, zodat ook de werkelijkheid -naar het evenbeeld van een levensloop- zich verdicht tot één geschiedenis, met één gesloten structuur.
De mens is het monolithische model waar heel de wereld naar wordt geordend.
Onze denkwijze is antropomorf: wie één levensloop moet voltooien, wie één verstand heeft dat achter zijn eigen, enige lichaam moet aanlopen, kan het denkbeeld van een 'onware' veelvormige werkelijkheid niet verwerken.
De mens is een geboren monoliet, in woord en gebaar.
Zijn er 'dingen' of 'wezens' die niet monolithisch zijn? Als je alle mogelijkheden tegelijk vervult, dan kan het niet anders of je bestaat. Het is dan niet waar [monoliet] dat je bestaat, maar het is niet mogelijk dat je niet bestaat.
Ons leven is echt: maar de woorden 'waar' en 'echt' zijn slechts termen die we gebruiken om dit lichaam langs gevaarlijke obstakels te leiden- te vergelijken met het bak- en stuurboord van de schipper.
We hebben één lichaam en dus één leven en dus één levenswandel. Waarom?
Wellicht dat dit ene leven, met haar monolitische structuur, in hoofdzaak draait om de vraag of je levenswandel rechtgeaard is.
In een wereld van kwaad en goed is dat geen dwaze gedachte. Want bedenk: in een 'onware' wereld is er geen kwaad, is er geen goed. Je kunt geen ethische keuzes maken in een 'onware' wereld.
Alleen monolieten kunnen een ethisch leven leiden en dat maakt ons leven -wellicht- waardevol en ethisch.
2 opmerkingen:
Beste Jan Auke en trouwe lezers en lezeressen
Ik heb het een tijdje geleden hier opgegeven.
Wat ik nu ga schrijven is eerlijk en zonder enige negatieve bijbedoeling.
Ik gaf het op bij de verschillende speelvelden. Ik dacht dat het er 5 waren. Maar dat aantal doet er niet toe: alleen om de gedachte te bepalen waar we het toen over hebben gehad. Jouw reactie op mijn opgeven was: "het heeft er alle schijn van dat ….". Die impliciete bijna mening over mij vind ik onjuist.
De reden dat ik het opgaf kwam doordat ik hoopte op een dialoog met diepgang. Dat lukt niet, ik begrijp wel dat het je teveel tijd kost, ik ben tenslotte gepensioneerd. En, belangrijk: ik krijg nog steeds de indruk dat je mijn contradictoire standpunt niet echt doorvoeld: dat ik meerdere, onderling inconsistente wereldbeelden tegelijk als geldig hanteer, en niet dat ik je willekeurig tegenspreek. Ook jouw naturalistisch standpunt vind ik “waar”. Net zoals de theorie van Einstein waar is en de waarheid van verschillende religieuze stelsels. Het gaat niet om het “gelijk halen”, en ik weet dat je het daarmee met me eens bent.
Je schrijft hierboven: “Stel je eens voor dat we woordjes als 'waar' en 'echt' schrappen uit ons vocabulaire.” Ik verwacht dat je eerst gaat uitleggen wat je verstaat onder 'waar' en 'echt'. Maar dat doe je niet, helaas. Naar mijn mening is een goede definitie: “Waar is datgene waarvan een waarnemend bewustzijn waarheid aan toekent”
Een subject-gebaseerde definitie van waarheid: waarheid staat nooit los van een subject dat waarneemt letterlijk “voor ‘waar’ aanneemt”. Een logische tautologie is: “iets is waar als het waar is” Een tautologie is toch een basis/hoeksteen van de formele logica? Deze formele definitie is een uitgangspunt, dat existentieel wordt geïnterpreteerd en geldig is in een duaal wereldbeeld. Dus waarin verschillende waarheden botsen, die tot ruzie en oorlog leiden. Door mensen die menen dat hun eigen waarheid absoluut waar is.
Jouw begin is: “Stel je eens voor dat we woordjes als 'waar' en 'echt' schrappen uit ons vocabulaire. Het (niet onaardige) gevolg is dat niemand dan de waarheid in pacht heeft.”
De tweede zin is logisch onjuist: je gebruikt daar het woord “waarheid”, dat je in de eerste zin, de essentie daarvan “waar”, al geschrapt had. Daarna gebruik je het woord “onwaar”: dat mag ook niet. Want in de duale wereld zijn onwaar en waar een tegenstelling. Die bepalen elkaars bestaan.
Retorisch probeer je dat ‘impliciet absolute’ in het woord “waar” te onderzoeken maar op een andere manier dan ik dat doe. Jij doet het binnen de duale wereld, terwijl ik dat benader van het “ene”. Zoals bijvoorbeeld bij het advaita (niet twee) of religieuze stelsels die uitgaan van één god als primordiale bron. In jouw verhaal ga je bijvoorbeeld onbewezen uit van het bestaan van goed en kwaad en je beargumenteerd dat de mens een monoliet is Het zou mijns inziens sterker moeten zijn. Bijvoorbeeld Spinoza: er is geen absoluut goed en kwaad. Ik popel dan om tegenargumenten te geven: niet om mijn gelijk en jouw ongelijk te bewijzen, maar om samen verschillende wereldbeelden op consistentie te toetsen en meer de comparatieve filosofische kant op te gaan.
Vriendelijke groet van Jan
Beste JanA hier is JanD
Na samenwerking met Chatgpt en nadenken eureka. (letterlijk)
Jouw verhaal is logisch en consistent! Ik zie het als een ondersteuning van mijn wereldbeeld! ( Echt waar )
Je gebruikt het woord "mens" voor het "ik perspectief". Zo ja, dan kunnen we het eens zijn.
Jouw beschrijving van de "onware wereld" zie ik als een ware wereld: Een prachtige legende schildert dat ook zo: Peer Gynt. Hij leeft alle levens op zoek naar zichzelf. En hij is een ui die alleen maar uit schillen bestaat zonder essentie.
Als ik het goed begrepen heb interpreteert je dat binnen het naïef realisme van de duale wereld binnen ruimte en tijd. Dus met goed en kwaad, verantwoordelijkheid en ethiek.
Ik interpreteer dat metafysisch. Jouw monoliet is voor mij een monade, een holon. En dat kan men herkennen bij het gelaat/oog van de ander mens of dier. Niet zoals bij Levinas als een appèl of oproep, maar een herkenning van ontologische gelijkheid: tat team asi. Jouw ik is hetzelfde als mij ik en dat van het roodborstje dat gezellig bij je komt zitten.
Conclusie: Spinoza zou wel eens gelijk kunnen hebben. En Jezus ook, toen hij zei: wat ge de ander doet, hebt ge """mij""" al reeds zelf gedaan. (Niet Jezus dus maar het ik- perspectief.)
Groet van de andere Jan ( A.D.)
Een reactie posten