zondag 28 december 2025

De grote 'wider utsjoch' oud en nieuw prijsvraag!

Het kalenderjaar is bijna voorbij. De mensen zijn thuis en luisteren naar de radio. Vanzelfsprekend willen ze niet dat de tijd geheel in ledigheid verstrijkt- en dus is er nood aan een puzzel!

Wider Utjoch heeft dit jaar het volgende 'kentheoretische vraagstuk' opgesteld.

De Goudzoeker
Een berooide goudzoeker komt na een lange reis aan bij een rivier. 
Zijn gereedschap bestaat uit niets anders dan een zeef met tamelijk grote mazen. 
Deze zeef stelt hem in staan om brokjes goud uit het water te vangen.
We noemen de zeef: 'korrelig' (=k).
Soms vraagt de goudzoeker zich af of er ook goudstof in de rivier zit.
Had hij de beschikking over een fijnmazige zeef dan zou hij naar goudstof hebben kunnen zoeken- helaas, het mag niet zo zijn.
We noemen een fijnmazige zeef: 'fijn' (=f).
De goudzoeker is met zijn k-zeef beslist niet in staat om te bewijzen dat er goudstof in het water zit.

De vraag die aan de orde is, luidt: mag de goudzoeker geloven dat er goudstof in het water zit?

Voor brokjes goud geldt: de goudzoeker kan ze wel of niet vangen met de k-zeef. Het principe van bi-valentie geldt voor brokjes goud.

Voor goudstof geldt: de goudzoeker kan het stof niet vangen met de k-zeef (dat is uitgesloten); de goudzoeker kan het stof uiteraard ook niet vangen met de f-zeef, want over een f-zeef beschikt hij eenvoudigweg niet.

Wat behoort de goudzoeker nu te denken over de stelling: er zit goudstof in het water? 

Je mag één van de volgende vier stellingen verdedigen:
1. Hij behoort zich principieel te onthouden van een oordeel over de stelling of er goudstof in het water zit.
2. Hij behoort te geloven dat de logische bewering 'er zit wel of geen goudstof in de rivier' de juiste is.
3. Hij behoort te geloven dat de niet-klassieke logische bewering 'er zit wel-noch-geen goudstof in de rivier' de juiste is.
4. Hij behoort te geloven dat de kwestie onbeslisbaar is: er valt iets te zeggen over de juistheid van zowel 1,2 en 3.

Er zijn een paar voorwaarden:
1a. Je mag de goudzoeker geen voorkennis toeschrijven: je moet uitgaan van de feiten in het verhaaltje. De goudzoeker heeft slechts één k-zeef en daar moet hij het mee stellen. Je mag hem dus niet laten denken: ik weet dat mijn broer een f-zeef had en die haalde uit deze rivier wel goudstof. 
(Je begrijpt dat de zeef staat voor ons verstand: met dit verstand verwerf je kennis- een ander verstand dan dit ene verstand heb je niet. Als je nu voorkennis gebruikt in je antwoord, dan ben je te vergelijken met een psycholoog die een 'homunculus' introduceert. Dat is een redeneer-fout.)
1b. Slimme oplossingen die een beroep doen op feiten buiten het verhaaltje -en dus geen recht doen aan het vraagstuk- moeten worden vermeden: het antwoord dat mijn leerling gaf, namelijk: "als er goudstof in de rivier zit, dan blijven de stiofdeeltjes altijd wel plakken aan het materiaal van de zeef", wordt niet goedgekeurd.  
2. Je mag slechts één bijdrage posten (geen twee, geen drie, geen aanvullingen).
3. Het is uiteraard toegestaan om de spelleider om te kopen,- hoe hoger het bedrag, hoe groter zelfs de kans dat omkoping wordt toegestaan.
4. Je inzending wordt beoordeeld op consistentie en redeneerkunst- niet op de stelling die je verdedigt. Als we ruzie krijgen over de uitslag zijn mijn filosofie-collega's Ben en Evert de ombudsmannen van dienst. Uiteraard zijn ze bevooroordeeld, net als ik: want waar vind je nog eerlijke mensen in deze wereld?
5. De winnaar wint niets, de verliezer verliest niets. (Je zult een verbetering van je geldelijke positie dus toch middels een oudejaarslot moeten bewerkstelligen- en niet middels deze prijsvraag).
6. Bijdragen ingezonden tot 31 december middernacht worden beoordeeld. 

Denk goed na: succes!

11 opmerkingen:

Bert Morriën zei

Jan-Auke,

Ik kan er niets aan doen dat ik onmiddelijk denk dat waar goud in intensieve aanraking komt met harder materiaal -zoals in jouw rivier- er gouddeeltjes losgemaakt worden. De consequentie is dat de rivier goudstof moet bevatten ook al zou dat zonder gevoelige apparatuur niet vast te stellen zijn.
Als ik niet van die kennis gebruik mag maken omdat jij dat nu eenmaal bepaalt dan kan ik slechts een agnostische houding veinzen. Dat is niet eerlijk dus daar doe ik niet aan mee, ook al zou dit wat opleveren.
Wetenschap vereist in de eerste plaats integriteit. *)
Het is maar goed dat jij niet bepaalt wat wel of niet wordt toegestaan, dan heb ik tenminste nog eerlijk goudstof nadat die goudzoeker er met de goudbrokjes vandoor gegaan is.
Ik wens je een prettige jaarwisseling en een goed 1926.

*) Over (gemis aan) wetenschappelijke integriteit gesproken:
https://www.knack.be/nieuws/wereld/hoe-oliebedrijf-exxon-als-eerste-wist-dat-olie-klimaatverandering-veroorzaakte/

Jan-Auke Riemersma zei

Bert, dat je honderd jaar op de rest van de mensheid achterloopt wist ik wel ;). Helaas kan dit antwoord niet goed worden gerekend, het voldoet niet aan de spelregels.

Aafje zei

Ik verdedig de tweede stelling. Omdat de goudzoeker het goudstof kennelijk niet kan waarnemen en verder geen enkel instrument tot zijn beschikking heeft om vast te stellen of er wel of geen goudstof in de rivier zit, blijven beide mogelijkheden open: er zit wel of geen goud in de rivier.

PS: Goudstóf wordt niet gezeefd met een fijnmazige zeef maar met een soort trogvormig 'dienblad' gewassen. Dat dienblad is meestal van hout, metaal of plastic.

PS II: Bij de gangbare uitdrukkingen met 'noch', zoals bv 'Heg noch steg weten', is 'ook niet' de strekking van de betekenis van 'noch'. Zou je me alsjeblieft een keer zou willen uitleggen wat je precies bedoelt met 'wel-noch-geen'? Bedoel je dan te zeggen dat het niet mogelijk is dat er wel goudstof in de rivier zit en dat het niet mogelijk is dat er geen goudstof in de rivier zit?
Ik kom dat 'wel-noch-geen' vaker tegen en het stoort mij dat ik dan steeds niet begrijp wat je precies bedoelt te zeggen omdat ik dan eigenlijk de rest van de zin ook niet tot mij kan nemen.

Jac Vaes zei

Jan -Auke,
Zolang de goudzoeker niet beschikt over een instrumentarium dat geschikt is om te bepalen of er goudstof in het water zit als dat wel degelijk het geval is, behoort hij zich principieel te onthouden van een oordeel. De rationele houding die hij hier behoort in te nemen is een agnostische.
En als hij niet weet wat een agnostische houding betekent dan zal hem dat een worst wezen als hij reeds de eerste keer zijn zeef, vol met goudklompen, uit het water tilt.
vr. gr.,
Jac

Aafje zei

In mijn tweede zin moet staan...... 'er zit wel of geen goudstof in de rivier.' ipv 'er zit wel of geen goud in de rivier.'

Jan-Auke Riemersma zei

Aafje, ik zal je vraag beantwoorden- maar daar heb ik wat tijd voor nodig (we gaan vandaag gezellig naar Assen, het museum, ter ere van Eline's verjaardag- en omdat het vakantie is hebben we haar verjaardag vergroot: ze was eergisteren pré-jarig1, gisteren pré- jarig2, vandaag jarig-echt en morgen post-jarig; en je begrijpt, dat vieren we uitgebreid door zoveel dagen als haar verjaardag duurt iets leuks te doen en elke dag krijgt ze natuurlijk kadootjes ;)

Jan-Auke Riemersma zei

Bert, niet boos zijn over mijn flauwe antwoord: maar je schreef abusievelijk dat je mij een prettig 1926 toewenste (had je zelf die 'typo' al opgemerkt?). We kunnen het een andere keer echter wel hebben over de vraag wat wetenschappelijk ethisch-verantwoord gedrag is. Dan moeten we dat een keer apart aan de orde stellen, want anders lopen al die onderwerpen op hoogst verwarrende wijze door elkaar.

Aafje zei

Voor Eline: Van harte gefeliciteerd met je verjaardag en dat er nog maar vele in goede gezondheid gevierd mogen worden. Klinkt vast cliché maar komt uit het hart!
Jan, jij ook van harte gefeliciteerd met de verjaardag van Eline! Geweldig dat jullie er zo'n uitgebreid feest van maken! Heerlijk! Veel genoegen samen!

JanD zei

Jan Auke

Dit is niet een inzending voor de puzzel. Het is een reactie op Aafje.

Beste Aafje,

Mijn complimenten voor jouw opmerking betreffende het winnen van goudstof met een eenvoudig plankje of een plastic schotel. Ik heb wel eens een film daarover gezien: primitief maar zeer effectief en basaal. Dat betekent dat je logisch kan beredeneren waarom de goudzoeker berooid is (belangrijk: de eerste zin in het verhaal) niet vanwege zijn mogelijk ruime kentheoretische kennis, maar beperkte phronesis. Een schoteltje of plankje is ad hoc te versieren maar een fijnmazige zeef niet. Dit maakt deze puzzel extra moeilijk: wat weet de goudzoeker wel en wat weet hij nou eigenlijk niet? Voorkennis in deze puzzel mogen we hem niet toedichten, maar gebrek aan kennis dus wel.

Maar belangrijker is jouw vraag naar: 'wel-noch-geen'. Misschien is het een slordig taalgebruik of jargon maar het is zeker geen goed Nederlands. Dat heb je goed begrepen Aafje! De uitdrukking 'Heg noch steg weten' een idioom, is grammaticaal/formeel onjuist en zou 'Noch heg noch steg weten' moeten zijn. In strikt logische zin dient 'wel-noch-geen', zoals in de puzzel staat, ‘noch waar noch onwaar’ te zijn. Ik heb zo’n donkerbruin vermoeden dat dit een valstrik is in de puzzel, omdat de juiste uitdrukking de puzzel wel gemakkelijker maakt. En wanneer onethische zaken aangemoedigd worden zoals omkopen “want waar vind je nog eerlijke mensen in deze wereld? “. Kan je dus verwachten in een doolhof van sofistische retoriek te belanden onder het mom van kentheorie. Sorry JanA de waarheid kan vaak hard zijn. ;-)

Ik sluit me aan bij Aafje’s felicitaties: JanA en familie ook van harte het beste wat wenselijk is.
En voor iedereen: een goede roetsj, zoals ze hier in Limburg zeggen..

Met vriendelijke groet van een eerlijke JanD

Jan-Auke Riemersma zei

JanD, Aafje, dank jullie wel voor de felicitaties! We zullen vandaag dan nog één dagje 'roetsjen' :) (Ik vind de kerstvakantie altijd heerlijk: niets aan je hoofd en je kunt elke dag iets aardigs ondernemen... In Heerenveen hangt werk van een schilder van de Foroer eilanden (Mikines): het is een kleine tentoonstelling, maar bijzonder interessant: vaak vind ik het werk van de 'kleine' meesters interessanter dan het werk van de grote meesters. Ten eerste omdat je eigenlijk niet begrijpt waarom de kleine meester onbekend is en de grote meester overbekend (roem vertekent de zaken enorm); ten tweede omdat je een wereld 'instapt' die je nog helemaal niet kent (dat is spannender eigenlijk dan naar het van Gogh museum).

Jan-Auke Riemersma zei

...fAroer eilanden...