In zijn beroemde twist met Coplestone diende Russell de priester, die beweerde dat het bestaan van de wereld een reden moet hebben, scherp van repliek: het is voor de mens onmogelijk om te bepalen of er voor het bestaan van de wereld een reden is.
Leibniz -Russell kende het werk van Leibniz goed- had beweerd dat 'niets zonder reden is' (=beginsel van 'voldoende grond').
Wel, merkte Russell op, dit beginsel zou inderdaad kunnen gelden binnen onze wereld. Het is wellicht zo dat er een reden is voor het ontstaan van x, een reden voor het onstaan van y en een reden voor het ontstaan van z. Maar daar volgt niet uit dat er één reden is voor het onstaan van x, y, z. Het beginsel van voldoende grond hoeft niet te gelden voor het ontstaan van 'alles'.
Op dezelfde wijze kun je betwijfelen of de vraag 'waarom is er iets en niet veeleer niets' wel geldig is. Deze vraag impliceert dat het bestaan van 'niets' waarschijnlijker is dan het bestaan van 'iets'. Maar hoe weet je dat dat zo is? Hoe komen we op de gedachte dat 'de leegte' of 'het niets' waarschijnlijker is dan de existentie van de wereld.
Volgens onze fysici zijn tijd en ruimte afwezig 'buiten' onze wereld. Wat voor zin hebben onze begrippen en logische denkschema's dan als we nadenken over het bestaan van de wereld: we kunnen onze inzichten en denkbeelden niet gebruiken buiten de werkelijkheid (zoals je niets hebt aan tuingereedschap -schep, hark en schoffel- als je een neurochirurgische ingreep moet verrichten).
Wie tijd en ruimte wegdenkt houdt een werkelijkheid over die voor ons verstand -elke vezel in ons verstand is aangepast aan een lijfelijk verblijf in tijd en ruimte- volstrekt absurd is.
Absurd wil letterlijk zeggen: weg van de 'toon' (het valt uit de toon). De mens heeft, wil hij 'in harmonie' zingen met koor en orkest, een toonsoort nodig. -Zo heeft de mens, als hij in harmonie wil denken met de wereld, wetten en regels nodig.
Welke toon moet een zanger aanslaan in een doodstille kamer? Wat is de juiste harmonie?
Welke inzichten mag een filosoof of wetenschapper hebben over de werkelijkheid voorbij de grenzen van tijd en ruimte (mag een mens spreken van een werkelijkheid voorbij tijd en ruimte)?
Is het niet zo dat als koor en orkest ontbreken en ook de partituur, dat dan geen noot verkeerd gezongen is- ja, zelfs als de zanger zwijgt doet hij niets verkeerd.
Merk tenslotte het volgende op: Russell's repliek is zelf gebaseerd op een (sterke) vooronderstelling die niet onschuldig is: namelijk dat onze werkelijkheid een éénheid is, een optelsom van 'alles'.
79 opmerkingen:
"Wie tijd en ruimte wegdenkt houdt een werkelijkheid over die voor ons verstand -elke vezel in ons verstand is aangepast aan een lijfelijk verblijf in tijd en ruimte- volstrekt absurd is"
En omdat wij met een absurde werkelijkheid niets kunnen aanvangen is het wellicht een wijze raad om tijd en ruimte te laten wat ze zijn en ze niet weg te denken. Dat voorkomt dan allerlei speculaties waarvan wij onmogelijk kunnen weten wat ervan waar is en wat niet.
En bovendien, stel dat het ons zou lukken om tijd en ruimte weg te denken dan is er geen hardware meer met behulp waarvan iets te denken valt
vr. gr.,
Jac
Emanatie
Stel je een piramide met bovenop de top voor. Emanatie werkt dan van boven naar beneden. Maar waarom niet zowel van boven naar beneden als ook van beneden naar boven? En waarom ook niet van links naar rechts en van rechts naar links? Omdat het anders geen emanatie is? Maar waarom per se emanatie? Waarom niet gewoon een veelheid aan allerlei soorten beïnvloedingen, interacties, samenhangen?
Ik zie niet in waarom men toch de voorkeur zou geven aan eenzijdige verticale emanatie boven de veelsoortige veelzijdige veelheid aan allerlei samenhangen zonder echte hiërarchieën. Maar misschien is er een psychologische reden voor de voorkeur voor emanatie. Een psychische drang tot vereenvoudiging: het mooie Ene autoritair als Zijne Metafysische Majesteit bovenop en het lelijke Vele als machteloze onderdaantjes onderop met daartussen allerlei overgangsvormen. Maar wellicht moeten we als we de werkelijkheid als de volle werkelijkheid willen zien, af van allerlei vereenvoudigingen die wel onze emoties strelen maar niet onze ratio.
De werkelijkheid richt zich niet naar onze menselijke, al te menselijke wensen. Hoe fraai wellicht onze wensen soms ook zijn.
Ik wil uiteraard niemands schenen raken. Prachtig hoe sommigen hier hun hiërarchische metafysica's uitdragen. Maar zelf gruw ik van zulke hiërachieën. Boven de zeer diverse veelheid van de werkelijkheid staat niets. En onder die veelheid is er ook geen fundament.
Reden en oorzaak - Een overweging
Mijns inziens zijn redenen menselijke mentale aangelegenheden en zijn oorzaken niet-menselijke, niet-mentale aangelegenheden. Maar tegenwoordig maakt men geen verschil meer tussen "doordat" (oorzaak) en "omdat" (reden).
De werkelijkheid bestaat. Waarom bestaat zij? Als de werkelijkheid in haar eindeloos geheel een oorzaak heeft, dan moet die oorzaak buiten haar liggen. Maar buiten de werkelijkheid is er niets, nop, nada, nul. De werkelijkheid is er gewoon, al besef ik dat dat "gewoon" voor sommigen eerder "ongewoon" is maar dat is dan een mentale aangelegenheid. Hoe het zij, de werkelijkheid in haar geheel heeft geen oorzaak.
Father Copplestone heeft een geschiedenis geschreven van de westerse filosofie. Best wel leesbaar, vind ik. Zo heeft hij geschreven over David Hume. En Hume twijfelde aan het bestaan van oorzaken. Misschien overdreef Hume een beetje. Maar ik zou toch "oorzaak" liever vervangen door "structuur" oftewel "samenhang". De werkelijkheid bestaat intern uit allerlei samenhangen maar zij hangt niet samen met iets extern. Want buiten haar is er niets. En om nou de werkelijkheid samen te laten hangen met het Niets, lijkt mij klinkklare kolderieke quatsch.
Samenhangen ... Is dat een dogma mijnerzijds? Ik zelf denk van niet. Want in godsnaam, wat is het volstrekt onsamenhangende? Een volslagen absurdum, dunkt me. En hoe bizar de werkelijkheid her en der ook is, zij is niet absurd. "Absurd", ook zo'n concept dat meer zegt over de mens met zijn emoties van vertrouwdheid en vervreemding dan over de niet-mentale werkelijkheid.
De vraag waarom er werkelijkheid is, is als je zoekt naar een oorzaak, tamelijk onzinnig. Maar misschien kun je die vraag herformuleren als een "logische" vraag. Misschien want ik heb nu het gevoel dat ik glibber over zeer glad en uiterst dun ijs. Hoe zou die vraag kunnen luiden? Zoiets als: is het logisch dat er wel iets bestaat en niet helemaal niets?? Of misschien beter: is de bewering dat er helemaal niets bestaat, niet eigenlijk een contradictie?
Nu zou men kunnen opperen: ach ja, de logica, zo heilig is zij nou ook weer niet. Prima. Ik hou wel van scepticisme. Maar misschien moeten we toch maar het verbod op contradicties min of meer handhaven. En als we toch per se een ware contradictie willen, dan kunnen we haar beter stevig breidelen want anders ontaarden we in trivialisten.
RV,
Hiërarchische verbanden worden beleefd naargelang de gevoelswaarde die eraan gehecht wordt. Een pianist die pianoconcerten van Liszt speelt staat alleen al wat zijn spel betreft hiërarchisch ver boven mij. Daar ben ik blij om, anders zou ik niet van zijn spel kunnen genieten.
Mijn ouders stonden hiërarchisch boven mij en daar heb ik me als klein meisje veilig door gevoeld, zij zorgden voor mij en 'wisten alles'. Omdat de basis van dat hiërarchische verband liefde was, heb ik daar over het algemeen weinig moeite mee gehad. (Afgezien van wat puberaal gesputter...)
Alleen als een hiërarchisch verband ervaren wordt als instrument voor machtsmisbruik zal het problemen opleveren. Het is de vraag in hoeverre dat het geval is bij de mens en Zijne Metafysische Majesteit. :-) En hoe je erachter komt of dat werkelijk het geval is.
Bert,
Ik reageerde op de volgende zin van RV (4 februari 2021 om 00:06): 'Een psychische drang tot vereenvoudiging: het mooie Ene autoritair als Zijne Metafysische Majesteit bovenop en het lelijke Vele als machteloze onderdaantjes onderop met daartussen allerlei overgangsvormen.'
Daar lijkt me sprake van een zekere machtsverhouding in een zekere hiërarchie: 'autoriteit' tegenover 'machteloze onderdaantjes'...
Wat versta jij onder hiërarchie?
Ik begrijp je misschien niet goed maar waarom zou het er toe zou doen of ik wel of niet een hoge dunk van mijzelf heb? Waarom is het zo wie zo interessant of iemand wel of geen hoge dunk van zichzelf heeft? Het zegt alleen maar iets over hoe iemand over zichzelf denkt... Wat moet ik ermee als iemand een hoge dunk van zichzelf heeft? Daar ben ik helemaal niet gevoelig voor, dwz in het opzicht dat ik er niet van onder de indruk raak. Het is maar een houding.
Hoe komt het dat iemand het nodig heeft om een hoge dunk van zichzelf te hebben?
Ik ben van nature in eerste instantie gericht op de toestand van iemands ziel.
Bert
Alles is eigenlijk even basaal, even werkelijk. Het is niet de natuur maar de mens die hiërarchieën schept. Een soortement aangeboren denkfout. Best wel handig om te overleven maar daarom nog niet meteen waar.
Vanuit het objectieve perspectief staat de mens niet boven de bacterie en de bacterie niet boven de mens.
Het hiërarchisch denken komt voort uit de waardes van de mens. De mens kent aan dingen waardes toe. Een simpel voorbeeld, planten. Aan sommige planten kennen we de waarde toe van eetbaar. Andere planten noemen we onkruid. Maar is er een werkelijke, objectieve hiërarchie van onkruid tot lekkere planten?
Jij hebt moeite met het concept "concept". Maar ondertussen ben jij zeer behept met allerlei, vaak niet altijd correcte, concepten.
Noem mij een objectieve hiërarchie in de natuur. Als tegenvoorbeeld.
Het hiërarchisch denken leidt tot hiërarchische ontologieën. Mijns inziens moeten we als moderne kritische metafysici juist af van hiërarchische ontologieën.
(Ontologie = een hypothese over de globale structuur van de werkelijkheid.
Metafysica = reflecteren over ontologische vraagstukken.)
Bert
Aafjes voorbeeld van de pianist illustreert mooi mijn idee dat de mens allerlei waardes bezit en allerlei waardes toekent aan sub- en objecten.
Vanuit de waarde "goede muziek" heeft Aafje op zich gelijk dat zij een kundige pianist boven haar als amateurpianiste stelt. Zou ik ook doen, zeker ik zou dat doen gezien mijn tekort aan muzikaal talent. Maar dit alles doe ik vanuit mijn persoonlijke waardes aangaande muziek. Echter, vanuit een natuurlijk objectief standpunt gezien is mijn kolderieke kakafonie even werkelijk als de mooiste symfonie.
Volgens Aafje stonden haar ouders boven haar. Prima mits je deze hiërarchie opvat als een menselijke hiërarchie, een emotioneel beleefde structuur. Ik vermoed echter dat de ouders van Aafje dachten: wat er ook gebeurt, dat kind komt voor ons op de eerste plaats.
Uhm, ik weet niet of ik me nu wel duidelijk uitdruk. Maar misschien begrijp je het toch wel.
Bert,
Een interessante vraag lijkt mij: "Was er een eerste gebeurtenis"?
Veel mensen zeggen: "Ja en die eerste gebeurtenis dat was de schepping".
De fysica kan weinig aanvangen met zo'n bewering, wel overigens met de constatering dat de hele kosmos van gebeurtenissen aan elkaar hangt en dat een eventuele eerste gebeurtenis niet per se hoeft te verwijzen naar een persoon die alles in gang gezet heeft.
Ik heb van jou eens gelezen dat de totale hoeveelheid energie in de kosmos exact nul is( positieve en negatieve energie bij elkaar genomen).
Ik filosofeer daar eens even op door, beseffend overigens dat het speculatief is maar wellicht door fysici beter te pruimen dan de scheppingsmythe.
Energie zou men misschien kunnen beschouwen als de fysische munt van de kosmos, waarmee alles wat er in de kosmos gebeurt verrekend wordt wordt.
Maar de totale hoeveelheid energie blijft gelijk; er komt geen nieuwe energie bij en er verdwijnt geen energie in het niets. Er is geen inflatie en geen deflatie van energie. Alles wat gebeurt heeft zijn prijs en de energie die het kost moet ergens aan onttrokken worden.
Mogelijk was er een eerste gebeurtenis in de kosmos. Zo niet dan is er sprake van een nooit begonnen cyclus van gebeurtenissen die enerzijds energie vergen en anderzijds energie vrij maken zodanig dat de som van positieve en negatieve energie in de kosmos hetzelfde blijft. Het zou wel eens kunnen zijn dat de balans van positieve en negatieve energie nooit volkomen inert is geweest zodanig dat er niets gebeurde.
Als zo'n volkomen gebeurtenisloze toestand in strijd is met het onzekerheidsprincipe zouden wij dan niet mogen zeggen dat die er nooit geweest kan zijn? En dat daarom een eerste gebeurtenis als oorzaak van alle andere gebeurtenissen fysisch bezien een fictie genoemd mag worden?
vr. gr.,
Jac
Bert schrijft.
Als Darwin ons iets geleerd heeft is het dat iets basaals tot iets wat minder basaal is kan evolueren.
Volgens mij is het basale juist wat hiërarchisch onderaan staat.
Zet wat arbeiders bij elkaar en je hebt een bedrijf, volgens Darwin.
Neem een ondernemer, met een bedrijfsplan, en je krijgt een ORGANISATIE.
Dat wordt van de top uit GEORGANISEERD. Dan krijg je een ORGANISME.
Dus de hiërarchie is top down en niet bottom up.
De begrippen emergentie en synergie zijn begrippen van atomisten die geen inzicht hebben in het wezen van "neerwaartse causaliteit".
Het probleem is dat er wederzijdse invloed is van de dynamische wisselwerking in het creatieve proces van zowel de top-down als de bottom-up informatie stromen.
Je kan het overal waarnemen. Het is handig om het woord "organisme" niet te beperken tot biologische eenheden.
Dan zie je dat een soldatenleger met generaal hetzelfde is georganiseerd als een galactisch stelsel en een atoom en een mens.
Dat is het wereldbeeld van de pan-psychist.
JanR
Het einde van je verhaal.
"Merk tenslotte het volgende op: Russell's repliek is zelf gebaseerd op een (sterke) vooronderstelling die niet onschuldig is: namelijk dat onze werkelijkheid een éénheid is, een optelsom van 'alles'."
Is de [eenheid van alles] een optelsom van de atomen? Of is dat een metafoor, omdat de eenheid niet voor te stellen is in deze verdeelde wereld?
(Zoals de opbouw bij een mens) het begint bij een eenheid: één cel.
Een cel met diep in zijn/haar binnenste het plan (DNA) om door celdeling het organisme te organiseren.
Is het Darwin: vanuit het basale (zoals Bert zegt) vergelijkbaar met de atomisten die alle losse onderdelen samen optellen tot het "minder basale".
Of is het de goddelijke eenheid die zich emaneert in diversiteit en toch zichzelf gelijk blijft? Die je kan herkennen in de vele mytische verhalen over de hele wereld.
citaat van boven.
"Welke inzichten mag een filosoof of wetenschapper hebben over de werkelijkheid voorbij de grenzen van tijd en ruimte (mag een mens spreken van een werkelijkheid voorbij tijd en ruimte)?"
Ja een filosoof of wetenschapper mag dat niet: dat staat zijn [denk]beperking niet toe. Maar een mens wel. (voor zover hij het goddelijke ervaart en om kan gaan met de leegte)
Bert (6 februari 2021 om 10:36),
Excuses zijn echt niet nodig! Woorden zoals hiërarchie zijn praktisch in het gebruik om ergens een zekere rangorde aan te geven en om zekere verbanden aan te geven.
Het hangt er vanaf vanuit welk perspectief je een zekere hiërarchie beziet en welke waarde je op dat moment ergens aan toekent.
Iets basaals heeft op een of andere manier kennelijk de potentie om te evolueren, dat zou je ook als iets majestueus of magnifieks kunnen zien.
Bij die pianist doelde ik inderdaad op zijn pianospel en hij heeft vast ook nog wel andere talenten die daarbij een rol spelen.
Ik vind niet dat de ene mens boven een ander is verheven. Elk mens leeft naargelang de kwaliteiten die hij meegekregen en op zijn eigen manier ontwikkeld heeft. Er zijn al van voor de geboorte veel invloeden die op een mens inwerken en je kunt alleen maar het gedrag en de eigenschappen opmerken die je als mens kunt waarnemen. Je bent wat waarnemingsmogelijkheden betreft nu eenmaal gebonden aan je menselijke filter en dat is beperkt. Alles vormt met elkaar een geheel en je weet vast wel dat ik ervan overtuigd ben dat ik daar maar een fractie van kan waarnemen: voor mij zijn er werelden in werelden en werkelijkheden in werkelijkheden.
Bart en Jac
De heer Riemersma schreef dat het voorstelbaar is dat in een verzameling het ene element het andere "veroorzaakt" maar dat het zeer goed mogelijk is dat de hele verzameling zelf onveroorzaakt is maar er gewoon is.
Maar wat zijn oorzaken? Zouden we niet beter kunnen denken in samenhangen, al of niet met een tijdsdimensie? En tijd, zou dat niet een soort "ruimtedimensie" kunnen zijn? De dingen bevinden zich niet in de tijd maar de tijd is een aspect van de dingen, net als hun ruimtelijke vormen. Een ding is een in de tijd uitgesmeerd ding.
Volgens mij denken jullie een beetje naïef over "eerste gebeurtenissen". Dat theosofen dat doen, oké, maar jullie? Afijn, misschien iets om over na te denken?
En Bert, waar is je voorbeeld van een natuurlijk hiërarchie?
Uiteraard is dit alles mijn visie. Maar misschien wel een enigszins onderbouwde visie, hoop ik.
Bert,
"Er lijkt geen gebrek aan eerste oorzaken te zijn".
Enerzijds kan men zeggen : "Ja dat klopt omdat iedere gebeurtenis X beschouwd mag worden als het begin van een keten van gebeurtenissen die zonder X niet zouden plaatsvinden".
Maar anderzijds kan men ook zeggen: "In het totale kosmische gebeuren kan hooguit slechts één oorzaak de eerste zijn, gesteld dan dat het totale kosmisch gebeuren een oorzaak heeft".
Als het totale kosmisch gebeuren een cyclisch gebeuren is dan is er geen sprake van een gebeurtenis die vooraf gegaan is door een volkomen inerte gebeurtenisloze toestand. Als het onzekerheidsprincipe zo'n toestand niet toelaat dan is de eerste oorzaak geen gebeurtenis die als allereerste heeft plaatsgevonden maar een principe dat tijdloos is.
Of is dit ongegronde speculatie? Zo ja dan hoeft men hiermee, dunkt mij, al speculerend niet onder te doen voor diegenen die het houden op de schepping door een persoonlijk wezen.
vr. gr.,
Jac
RV en Bert,
Kan er iets bestaan (ding, wezen, entiteit, principe, gebeurtenis etc..noem het X) zonder hetwelk er niets bestaat?
Als die vraag met "ja" beantwoord moet worden mag daaruit worden afgeleid dat X al het andere mogelijk maakt.
Als die vraag net "nee" beantwoord moet worden dan is er niets zonder hetwelk er niets kan bestaan. Voor alle X geldt dan: er zijn dingen, entiteiten, principes,toestanden, gebeurtenissen etc.. die niet van X afhankelijk zijn.
Mag dat zo gezegd worden? Zo niet hoe zou je dan een antwoord op de vraag filosofisch verantwoord aanpakken?
vr. gr.,
Jac
Als het gaat over oorzaken en gevolgen valt me op dat bijna iedereen er van uitgaat dat de oorzaak in het verleden ligt en het gevolg in de toekomst.
Terwijl in de eerste filosofielessen van de middelbare school geleerd wordt dat de tijd niet werkelijk is. (zei JanR)(McTaggart en de onwerkelijkheid van de tijd)
Hoe kan dan er werkelijkheid aan causaliteit worden toegekend als die in een tijd zou moeten bestaan die niet werkelijk is?
Ik heb het over "neerwaardse causaliteit" gehad. Heeft iemand dat wel begrepen? Niemand gaat er op in...Die is niet tijdsgebonden. Maar die zou effect kunnen hebben op de B-tijd volgens Carl Hoefer.
Carl Hoefer bewijst met de kwantumonbepaaldheid in de a-tijd van Mc Taggerd, de mogelijkheid van vrije wil van de mens (als oorzakelijke actor) vanuit macro niveau (onze ervaringswereld) naar microniveau (van de QM) binnen de volkomen gedetermineerdheid in de B-tijd volgens de relativiteitstheorie van Einstein (het 4Dblokuniversum van Einstein dat volkomen gedetermineerd is.) Dus hij gebruikt de QM als breekijzer bij Einstein. Leuk hè?
Ik heb dat gehoord in een lezing en verder niet bestudeerd. Voor geintresseerden:
Carl Hoefer: “Freedom From the Inside Out,” in Time, Reality and Experience, C. Callender (ed.), Cambridge: Cambridge University Press, pp. 201–222.
Maar dat wordt bestreden en er is veel over te doen: is er vrije wil of is alles gedetermineerd?
https://link.springer.com/article/10.1007/s11406-007-9063-y
Ik vind dat de zogenaamde "kwantumonzekerheid" volgens de QM de "kwantumonbepaaldheid" is. Maar de oorzaak daarvan is de wilsintentie (als een soort energie) van een hogere hiërarchie (dus een molecuul beheerst de atomen), bij Carl Hoefer is de top oorzaak de mens. (Dit neerwaardse oorzakelijke wilseffect kan dan ook de verborgen werking verklaren van emergentie en synergie)
In de esoterische wijsbegeerte gaat men als eerste uit van de "goddelijke monade" als bewuste creatieve oorzaak die zich emaneert in ruimte en cyclische tijd. Het lijkt op wat Bert geschreven heeft. citaat BERT:
"Ieder van die kwantumfluctuaties kan als eerste oorzaak gezien worden en vormt de basis waarop de nodige evolutionaire mutaties berusten. Er lijkt geen gebrek aan eerste oorzaken te zijn en het is goed te bedenken dat zonder kwantumfluctuaties de wereld die wij kennen niet zou kunnen bestaan omdat de meeste spontane chemische reacties daarvan afhankelijk zijn." (einde citaat van Bert)
Volgens Erik Verlinde is ons heelal ook op die manier ontstaan, als een kwantumfluctuatie. Alleen ietwat energetischer dat bij één elektron en positron. De grootte van die virtuele nulpuntsenergie is nog nooit berekend, de meest waanzinnige waarden komen daaruit.
BERT. vervolg citaat:
"Die virtuele deeltjes worden weliswaar virtueel genoemd maar er is voldoende experimenteel bewijs voor het optreden van paren van elektronen en positronen die meetbare effecten hebben zodat ze zo reëel zijn als wat." (einde vervolg citaat van Bert)
Ik stel voor dat virtuele deeltjes buiten de tijd bestaan. Zodra ze IN de tijd komen dan meteen met hun tegendeel en "reeël",als een dualiteit. Dus 1 (potentiele/virtuele eenheid)(monade) worden 2 reeële aanzichten. Tezamen een soort heilige 1+2=3 drieeenheid.
De Tao heeft het ene gemaakt.
Het ene heeft twee gemaakt.
Een en twee hebben drie gemaakt.
Drie heeft de tienduizend dingen gemaakt.
Beetje associeren is altijd leuk.
Aan JanD - Tegen het uniforme
De bewering dat tijd onwerkelijk is, gaat me te ver. Beter kunnen we zeggen: ons dagelijkse naïeve tijdsopvatting voldoet prima in ons dagelijks leven maar minder in de fysica en nog minder in de metafysica. Zoiets dus. Een meer precieze formulering zou welkom zijn.
En volgens mij dienen we te zeggen: niet het Ene is het primaire maar het Vele is het primaire. En als het Vele het primaire is, dan dienen we het niet te overkoepelen door het Ene, dat zich verdeelt in twee en dan in drie et cetera. Het Ene, indien bestaand, kan zich uiteraard niet in tweeën delen want dan is het Ene het Ene niet.
Het pluriforme is het basale. En als dat zo is, dan zijn er diverse tegenstellingen. Een milde versie van de Tao zou dan min of meer kunnen gelden. Maar de strenge versie, de Tao in een al te knellend keurslijf, geldt dan niet. De strenge Tao perst de pluriformiteit in een uniforme dwangbuis. En dat moeten we niet willen.
RV
RV:"Tegen het uniforme"
JD:--waarom verdelen, stelling nemen en tegen zijn?
RV:"De bewering dat tijd onwerkelijk is, gaat me te ver."
JD--bestudeer McTaggarts onwerkelijkheid van de tijd.
RV:"En volgens mij dienen we te zeggen: niet het Ene is het primaire maar het Vele is het primaire."
JD--Er is niks primair. Het Ene organiseert en het Vele ondersteunt de creatie. Dat gaat tezamen tegelijk op in de zogenaamde empirische cyclus in de cyclische a-tijd. (Alles stroomt onophoudelijk en alles was, is en zal zijn) Je dient dan niet de oorzaak in de b-tijd te zoeken en te zien als een tijd-maatlat met een volgorde "primair" en "secundair". Het stukje uit de Tao Teh Tsjing dien je symbolisch te begrijpen en niet letterlijk. Het staat haakt op het rationele tijdsgebonden analytische denken.
RV:"Het Ene, indien bestaand, kan zich uiteraard niet in tweeën delen want dan is het Ene het Ene niet."
JD:--Beter lezen wat ik schreef: Dus 1 (potentiele/virtuele eenheid)(monade) worden 2 reeële aanzichten. Tezamen een soort heilige 1+2=3 drieeenheid. Dat had ik eerder al geschreven:
"Je kan de drieeenheid eenvoudig symbolisch voorstellen als een munt met twee zijden. Kop en munt die tezamen het duale aangezicht (2) manifesteren van de eenheid (1). En 1+2=3 Of iets anders gezegd: het duaal (2) ervaren van de emanatie van de goddelijke monade (1)."
Even uitleggen: emanatie is uitvoeiien/uitstralen en toch in essentie zichzelf blijven. De eenheid blijft zichzelf gelijk: het heeft alleen twee aanzichten die elkaar wederzijds bepalen. Je mag niet zeggen dat: "het ene mag niet in tweeën delen" Dat doet het niet! God deelt zichzelf niet in tweeën. Maar voor de mens kan het goddelijke duaal geinterpreteerd worden: god en duivel. (het Numineuze) Ook die bepalen elkaar wederzijds.
RV:"Maar de strenge versie, de Tao in een al te knellend keurslijf, geldt dan niet."
--JD: Eerst maar een lange tijd het taoïsme bestuderen en invoelen voor je deze uitspraak doet. Lees eens in de Tao-Teh Tsjing over de tweeheid die reeël in het heden(in de a-tijd) ervaren kan worden (of niet, afhankelijk van het subject).
TTT 1
Kon Tao begaan worden, dan zou het Tao niet zijn. Kon de naam genoemd worden, dan zou het de naam niet zijn. Als Niet-Zijn kan men het noemen het begin van Hemel en Aarde. Als Zijn kan men het noemen de moeder van alle dingen. Daarom, als men voortdurend niet-is, kan men zijn verborgen geheimenis zien. Als men voortdurend is, kan men er enkel de begrensde Vorm van zien. Deze beiden, Zijn en Niet-zijn, komen uit hetzelfde voort, en hebben verschillende naam. Beiden zijn zij geheimzinnig. Het geheimzinnige er van is dubbel geheimzinnig. Dit alles is de Poort van het spirituele Mysterie.
TTT 2
Allen onder de Hemel weten zo dat mooi ‘mooi’ is, dan splijt het in lelijk. Allen weten zo dat goed ‘goed’ is, dan splijt het in slecht. Daarom, Zijn en Niet-Zijn produceren elkaar wederkerig. Moeilijk en gemakkelijk brengen zich wederkerig voort. Lang en kort geven elkaar wederkerig verschil in vorm. Hoog en laag brengen elkaars ongelijkheid voort. De toon en de stem harmoniëren wederkerig. Het vóór en het na volgen elkaar wederkerig op. Daarom is het dat de wijze zijn zaak maakt van het wu wei (niet doen), en hij begaat de leer zonder woorden. Als het werk volbracht is, hecht hij er niet aan. Juist omdat hij er zich niet aan hecht, gaat het niet van hem weg.
Je zou kunnen zien RV: dit echte wijsheid. Geen geen begeerte naar wijsheid ofwel filosofie.
Goede Bert, je bent nog jarig of je bent zojuist jarig geweest: hartelijk gefeliciteerd met je tachtigste verjaardag! Ik hoop dat je een hele fijne verjaardag (hebt) had en dat je die hebt mogen vieren met je kinderen en kleinkinderen (voor zover dat in deze lastige tijd mogelijk is).
Beste Bert
Ik feliciteer je oprecht met je tachtigste verjaardag. En hou je goed aan de maatregelen. :)
Bert, je kunt Wilczek -als je podcasts prettig vindt- beluisteren op de podcast van Sean Carroll (Mindscape). Soms zijn sprekers in een podcast wat onduidelijk (dat is dan vermoeiend), maar Wilczek heeft wel een heldere stem; helaas is de zoom-verbinding niet heel goed.
Bert
Ik hoop dat ik met een open geest in verwondering naar de wereld, de anderen en mezelf blijf kijken. En jouw levendige interesse in de natuurwetenschap is voor mij een goed inspirerend voorbeeld.
Maar ook een JanD is met zijn interesse in de metafysica op zijn wijze inspirerend.
Inspirerend, de geest prikkelend. Voelen dat je geest wordt geprikkeld, ook dat is, kan men zeggen, een vorm van spiritualiteit, zij het van sceptische spiritualiteit.
Het is koud. Maar een aangename kou. Met een zonnetje. Kleine momentjes van schoonheid. Misschien zelfs wel van genade. Maar dat is dan mijn persoonlijke beleving, dus niet ingefluisterd door een hogerhande hemel. :)
Bert,
Van harte gefeliciteerd met je verjaardag!
Nog vele jaren toegewenst in een goede gezondheid, met veel mooie en interessante belevenissen!
En God?
We hebben gezien, hier op dit prikkelende blog, dat het concept van de dubbelnatuur van Jezus een contradictie is. Maar wat te denken van het monotheïstische godsconcept? Is dat ook geen contradictie? En zo ja, wat er mee te doen? Het godsconcept verwerpen of uitroepen tot een ware contradictie of het contradictoire netjes onder het stoffige vloerkleed vegen?
Het concept "Jezus heeft een dubbelnatuur" is een duidelijke contradictie, althans in mijn ogen. Maar van het concept "God", indien het een contradictie is, is het minder duidelijk dat het een contradictie is. Laten we zulke contradicties cryptocontradicties noemen.
Waar schuilt het contradictoire in het godsconcept? Onder meer in het idee van een geest zonder brein, van software zonder hardware. En misschien kunnen anderen ook nog enkele contradictoire trekjes van God aandragen.
Bert
Gefeliciteerd en de allerbeste wensen.
Studeer en filosofeert je alleen, of hobby je nog wel praktisch in je vak.
Ik hanteer nog de oscilloscoop, de soldeerbout en de draaibank.
Bert,
Proficiat met je 80e verjaardag.
Jou en je dierbaren nog vele fijne jaren toegewenst in goede gezondheid.
Vr.gr.
Jac
Beste Bert - Homo legens
En welke bijzondere boeken heeft jouw vrouw zoal?
Toen ik verhuisde onlangs, heb ik vele pockets weggedaan. Ook cursusjes logica. De logicacursus van Quine, wiens naam hier wel eens voorbij komt en die bekend is van zijn "Word and object" heeft de opruimdrift wel overleeft. De logicacursus van Quine is een Suhrkampuitgave. Net als enkele andere boekjes van me zoals de Kritik van Kant in twee delen. Afijn, ik heb de Kritik ook in Nederlandse vertaling.
https://en.wikipedia.org/wiki/Word_and_Object#:~:text=Word%20and%20Object%20is%20a,Empiricism"%20on%20the%20analytic–synthetic
Hoe moet ik hier een werkbare link plaatsen?
Bert
Lijkt mij een zeer interessante en waardevolle collectie, die collectie van je vrouw. Museaal, zou ik bijna zeggen. Maar zeker een aantal is museaal.
RV,
In je bijdrage van 12 februari 2021 9:35 zeg je: "Maar wat te denken van het monotheïstische godsconcept? Is dat ook geen contradictie? En zo ja, wat er mee te doen? Het godsconcept verwerpen of uitroepen tot een ware contradictie of het contradictoire netjes onder het stoffige vloerkleed vegen?"
Het ligt er maar net aan wie of wat je onder God verstaat.
Ik kan mij best een omschrijving van wat ik onder God versta voorstellen die helemaal geen contradictie bevat.
Hoe eenvoudiger de omschrijving van wat ik onder God versta hoe geringer de kans op een contradictie daarin.
Overigens is het ook om een andere reden nodig om de omschrijving van wat wij onder God verstaan zo basaal mogelijk te houden om de doodeenvoudige reden dat wij alles wat wij aan God toeschrijven moeten kunnen verantwoorden waardoor wij in eindeloze discussies verzeild raken. Trouwens wat weten wij van iemand waarvan wij ons afvragen of hij bestaat?
Ik zou onder God willen verstaan: De uiteindelijke bestaansgrond,i.e. diegene of datgene zonder welke/hetwelk er niets kan bestaan of gebeuren.
Als het een persoon is zonder wie er niets zou kunnen bestaan of gebeuren dan zou men die persoon God mogen noemen.
Als het geen persoon is, maar wel iets anders zonder hetwelk er niets bestaat of gebeurt dan zou ik dat energie willen noemen; een ander mag het wat mij betreft ook God noemen.
En is het geen persoon en ook geen energie dan is datgene zonder hetwelk er niets bestaat of gebeurt "het geheel van alles wat bestaat en gebeurt", noem het de natuur of de werkelijkheid.
De vraag of God een persoon is is niet door de filosofie of de logica met "ja" te beantwoorden.
In het bovenstaande kan ik geen contradictie ontdekken.
vr. gr.,
Jac
vr. gr.,
Jac
Beste Jac - USB
Het concept "uiteindelijke bestaansgrond" lijkt mij nogal contradictoir.
De hele oneindige werkelijkheid is er gewoon zonder bestaansgronden, eerste oorzaken, geestelijke overkoepelingen et cetera. De werkelijkheid is pluriform, samenhangend, consistent met zichzelf en oneindig. Dat is het dan. De rest zijn menselijke, al te menselijke toedichtsels, die overbodig zijn en bovendien in strijd met de pluriformiteit, samenhang, consistentie en oneindigheid.
Dus het concept "God is de Uiteindelijke Substantiële Bestaansgrond" is contradictoir en daarmee is het hele filosofisch monotheïstisch godsconcept contradictoir.
Maar het is wel interessant waarom jij je toch baseert op een al te ouderwetse, al te subjectieve metafysica. Waarom doe je dat?
Vriendelijke groet
Aan Bert
Dingen bestaan in samenhang met andere dingen. Dit lijkt me een open deur van heb ik jou. Maar onze "diepzinnige" metafysici dichten liever de werkelijkheid bestaansgronden toe dan ze een open oog hebben voor samenhangen. Niets bestaat op zichzelf. Maar dat betekent niet dat ietsen ergens een bestaansgrond moeten hebben maar dit houdt slechts in dat elk iets bestaat in samenhang met enkele andere ietsen.
De bestaansgrond van mijn fiets? Is er niet, zo'n vermeende bestaansgrond. Wel kun je zeggen dat je mijn fiets moet zien in samenhang met de fietsfabriek, met de schuurmuur waartegen hij rust, en met zijn gebruiker, ondergetekende.
RV
RV en Bert,
RV, je zegt: "Het concept "uiteindelijke bestaansgrond" lijkt mij nogal contradictoir".
Als dit begrip niet nader omschreven wordt kan ik er geen contradictie in ontdekken.
Wel zou er van een contradictie sprake zijn als je het begrip bestaansgrond opvat als de oorzaak van de werkelijkheid. Maar als men God vooralsnog alleen maar opvat als zijnde een persoon zonder welke er niets zou kunnen zijn of gebeuren weet men niet dat er sprake is van een contradictie, tenzij iemand beweert dat er een persoonlijke God God bestaat en iemand anders weet dat er geen persoonlijke God bestaat.
Maar wie kan dat weten?????? Is het niet, om met Rutten te spreken, onmogelijk om te weten dat God niet bestaat?
Welke kandidaten kan men in aanmerking brengen voor datgene zonder hetwelk er niets zou kunnen bestaan of gebeuren?
Gelovigen schuiven dan graag een persoon naar voren die zij God noemen, maar voor het bestaan waarvan zij geen soliede bewijs kunnen leveren.
Anderen bevelen energie aan als een geschikte kandidaat, energie die niet in het absolute niets kan verdwijnen en die er altijd geweest moet zijn, zelfs voorafgaand aan de tijd. De fiets van Piet Paaltens (en trouwens ook die van RV) zijn bijvoorbeeld niet denkbaar als er geen energie zou zijn, maar energie is wel denkbaar als er geen fietsen zouden zijn.
En weer anderen zeggen: Als geen van deze kandidaten ( een persoonlijk wezen, zijnde God, of energie) voldoet dan kunnen wij geen andere specifieke entiteit bedenken en dan zit er niets anders op dan de werkelijkheid ( de natuur) op te voeren als datgene zonder welke er niets zou bestaan of gebeuren. Spinoza met zijn "Deus sive natura" vinden zij dan zo gek nog niet. Ik zelf hou het op iets onpersoonlijks als energie, maar vraag mij niet om daarvoor een sluitend bewijs te leveren.
Hoe minder wij op dit punt met zekerheid weten des te meer ruimte is er voor speculatie en geloof.
vr. gr.,
Jac
Beste Jac
Het concept "bestaansgrond" lijkt mij toch in strijd met een nuchtere, sobere ontologie waarin geen bestaansgronden of iets dergelijks voorkomen maar alleen coherenties. Of is bestaansgrond zoiets als een bijzondere coherentie? En heeft elk iets zo zijn eigen bestaansgrond? Is er sprake van oneindig vele bestaansgronden?
De radicaal pluriforme werkelijkheid bestaat uit delen en die passen als puzzelstukjes in elkaar. Dat is het hele eiereten wat de werkelijkheid betreft. Nou ja, voeg daarbij nog de oneindigheid en de zelfconsistentie. Maar dat is het dan wel wat betreft de werkelijkheid.
Natuurlijk, er zijn geen puzzelstukjes die helemaal op zichzelf volstrekt a-part bestaan. Want puzzelstukjes zijn puzzelstukjes en dus hangt elk puzzelstukje met andere puzzelstukjes samen. Maar om nou samenhang met een quasidiepzinnige term tot bestaansgrond te verheffen?
Laten we niet te diepzinnig doen. Maar wel scherpzinnig.
Trouwens, wat doet zo'n bestaansgrond? Hoe observeer ik de bestaansgrond van mijn fiets? Of moet ik maar domweg geloven in bestaansgronden? Voor domweg geloven heb ik geen talent.
En als ik op concrete wijze de bestaansgrond van mijn fiets weghaal, verdwijnt mijn fiets dan in het niets?
Vragen, vragen, vragen. Misschien heb jij ook nog vragen over het concept "bestaansgrond"? O ja, ik heb nog wel een vraag. Is het concept "bestaansgrond" niet eigenlijk een emotioneel concept?
Maar mooi dat je mee wilt denken over het concept "bestaansgrond" (in het Engels "Ground of Being"?)
RV en Bert,
Men kan de werkelijkheid, dat ben ik met RV eens, zien als een geheel van coherenties, als een puzzel waarbij er geen enkel stukje is dat niet ergens past in het geheel.
Iedere entiteit, hetzij object hetzij gebeurtenis, hangt met iets samen zonder welke samenhang het niet zou bestaan. Ik kan mij geen concreet object of gebeurtenis voorstellen dat/die zonder enig verband zou zijn met een verandering in de energiehuishouding binnen de kosmos.
Zonder enige fluctuatie in de energiehuishouding kan niets ontstaan of gebeuren. Niets gebeurt zonder energie. Is dat geen voldoende reden om energie de uiteindelijke bestaansgrond te mogen noemen?
Impliceren wij hiermee dat energie zelf ook een bestaansgrond heeft?
Is er iets zonder hetwelk er geen energie zou zijn? Jazeker en dat iets is energie; zonder energie zou er immers geen energie zijn. Energie is zijn eigen bestaansgrond. Energie bestaat krachtens energie zelf, krachtens zijn eigen essentie en is op e.o.a. manier coherent met alles wat bestaat of gebeurt, dus ook met zichzelf.
Maar kunnen wij dat ook niet van God zeggen, sterker nog ,is het niet exclusief aan God om krachtens zijn eigen essentie te bestaan. En heeft God niet bewerkstelligd dat er energie ontstond?
Ik kan niet zeggen dat zulks onmogelijk is maar waarom zouden wij aannemen dat het ook werkelijk zo is?
Wij hebben immers ook geen voldoende reden om te zeggen dat het onmogelijk is dat energie altijd bestaan heeft en zijn bestaansgrond in zichzelf heeft.
Hoe dan ook wij ontkomen niet aan de gedachte dat datgene (hetzij God, hetzij energie) zonder hetwelk er niets zou zijn, niet op enig moment ontstaan kan zijn. Uit het absolute niets komt niets voort. Ik zou niet weten wie er ooit getuige van is geweest dat iets zo maar uit het absolute niets tevoorschijn komt.
God of energie?
God en energie?
God, zijnde energie?
Energie, zijnde God?
Hoe dan ook, er moet iets zijn dat niet ontstaan is en niet volkomen in het absolute niets kan verdwijnen.
Dit is een mysterie.
Of men daaraan een persoon, zijnde God wil verbinden is een geloofskwestie. Of dit noodzakelijk is is echter de vraag omdat wij inmiddels door de wetenschap voldoende met energie bekend zijn om te mogen zeggen dat energie een geschikte kandidaat is voor "datgene zonder hetwelk er niets zou zijn of zou kunnen gebeuren".
vr. gr.,
Jac
Jac
Ik heb toch een beetje bezwaar tegen jouw energieverhaal. Ten eerste hou ik niet zo van hiërarchieën. Ten tweede is materie (in engere zin: atomen en zo) even basaal, even werkelijk. En ten derde is de werkelijkheid veel groter dan ons universum. Misschien zijn er wel domeinen in de werkelijkheid die geenszins lijken op ons universum en waarin dus totaal geen sprake is van energie zoals wij die thans kennen.
Kijk uit voor simplificaties en hiërarchie-fabricaties.
Naturalisme is prima maar wel een open naturalisme, geen gesloten naturalisme.
Ons universumpje is het min of meer, zij het meer minder dan meer, bekend topje van de spreekwoordelijke ijsberg, die ons verder onbekend is. Dat wil zeggen grotendeels onbekend want me dunkt dat ook de rest van de werkelijkheid bestaat uit samenhangen, consistente samenhangen. Want een inconsistente samenhang is immers geen samenhang.
Natuurlijk hou ik van kritiek. Maar voorlopig vind ik jouw kritiek op mijn manier van metafysica bedrijven nog niet overtuigend. :) Maar ga door, Jac. :)
RV,
Ik hou wel de mogelijkheid open dat de werkelijkheid meer omvat dan het ons bekende universum. Maar of er domeinen in de werkelijkheid zijn waar geen energie bestaat dat betwijfel ik. Als ik echter die mogelijkheid niet mag afsluiten dan dien ik de mogelijkheid open te houden dat er iets of iemand is zonder welke/hetwelk een domein waar geen energie bestaat onmogelijk is. Een kandidaat die hiervoor in aanmerking gebracht kan worden is een persoonlijke God en ik heb reeds gezegd dat ik het bestaan daarvan niet onmogelijk acht, waarmee ik overigens nog niet wil zeggen dat God bestaat als er domeinen zijn waar geen energie heerst.
Maar, gesteld dat ze er zouden zijn ook dan moet er iets zijn zonder welke ze er niet kunnen zijn. Deus sive natura.
Overigens heb ik geen specifieke kritiek op jouw wijze van metafysica bedrijven.
vr. gr.,
Jac
Aan Jac
Ik heb nog even nagedacht over jouw "energie". Wat bedoel jij eigenlijk met "energie"? Voor mij is "energie" datgene wat de fysica energie noemt. Het natuurkundig concept "energie" is een nogal specifiek concept. Maar ik vermoed dat jouw concept "energie" ruimer is en eigenlijk zelfs veel ruimer. Als dat zo is, dan praten we enigszins langs elkaar heen.
Zou jij je energieconcept nader kunnen omschrijven? In gewoon Nederlands maar wel helder Nederlands.
Beste Jac
"Energie" is als woord afgeleid van het Griekse "ergon" dat "werk" betekent. Ons "werk" is verwant met het Griekse "ergon", althans dat heb ik ergens gelezen.
Dat Aristoteles het begrip "energie" gebruikt, laat ik verder buiten beschouwing.
Bedoel je met "energie" datgene dat vanuit zichzelf werkt? Om het even uit welk spul die energie is opgebouwd?
Maar bestaat de hele werkelijkheid (wat een mooi woord) niet uit werkzame bestanddelen? Ook jouw gedachtes en gevoelens werken. Zo ook de zon en de aarde. Ze ondergaan invloed en oefenen invloed uit.
En al bestaat een pil soms gedeeltelijk uit zogeheten niet-werkzame bestanddelen, toch doen die bestanddelen zo hun werk. Tja, de taal. Een beetje glibberig her en der.
RV.
Ook voor mij is "energie" datgene wat de fysica energie noemt. Het natuurkundig concept "energie" dus.
Energie kan volgens natuurkundigen niet worden gecreëerd of vernietigd en moet er dus altijd geweest zijn.
En omdat ik denk dat er niets kan gebeuren of ontstaan zonder dat energie op een of andere wijze in het spel is denk ik dat wij mogen zeggen dat energie de bestaansgrond is van alles wat zonder energie niet zou bestaan of gebeuren. Je zou nu kunnen vragen: Maar wat is dan de bestaansgrond van energie zelf?
Mijn antwoord zou zijn: Datgene zonder hetwelk energie niet zou bestaan.
Bestaat er dan buiten energie iets zonder hetwelk energie niet zou bestaan? Iets dus waar energie voor zijn bestaan van afhankelijk is, de bestaansgrond van energie dus?
Het enige antwoord wat ik hierop kan bedenken is: Nee, want als energie de bestaansgrond is van alle bestaan en gebeuren dan heeft energie zelf geen bestaansgrond buiten zichzelf in die zin dat er iets zou kunnen bestaan zonder dat energie bestaat. Energie heeft zijn bestaansgrond in zichzelf, immers omdat energie datgene is zonder hetwelk niets bestaat of gebeurt is energie zijn eigen bestaansgrond.
Energie komt dus niet voort uit het absolute niets want dat bestaat niet. Energie IS er gewoon zonder ontstaan te zijn.
Ik kan mij dus niet vinden in de opvatting van Krauss dat alles ontstaan is uit niets. Dit zou betekenen dat energie niet zou bestaan als het niets niet bestaat, dus als er iets is.
Dat zou absurd zijn en derhalve hooguit acceptabel voor wie gelooft dat de waarheid te vinden is in het absurde.
vr. gr.,
Jac
Beste Jac
Dat "niets" van Krauss was een onzinnige term. En dat gaf die ook toe. Dat "niets" van Krauss is al met al een iets.
Maar waarom die meditaties over "bestaansgronden"? Waarom zouden er zogeheten bestaansgronden moeten zijn? Waarom de werkelijkheid opdelen in dingen die gegrond zijn, en dingen die gronden? Volgens mij moeten we metafysische tweedelingen, ontologische dualismes, vermijden en in plaats daarvan opteren voor een pluralistisch structuralistisch naturalisme en daarbij de metafysica niet vernauwen tot de huidige fysica.
Nog iets, Jac
We moeten, denk ik, waken voor reductionismes.
Zo mogen we, meen ik, ons denken niet reduceren tot percepties zoals Bert min of meer oppert.
En de fysische realiteit mogen we ook, dunkt me, niet reduceren tot energiepakketjes en atomen of alleen maar tot energiepakketjes.
Naturalisme is een schone zaak maar reductionistisch naturalisme dienen we te vermijden. Maar maak dat maar eens reductionistische naturalisten wijs. :)
Men verwijt naturalisten nogal eens dat ze reductionistisch zijn. Als ik die verwijters dan zeg dat ik wel naturalist ben maar geenszins reductionist, dan zijn ze verbijsterd en eventjes uit het lood geslagen.
RV,
De werkelijkheid is alles wat er is en gebeurt.
De zijnsgrond noem ik datgene zonder hetwelk er niets zou zijn of gebeuren.
Vraag is nu: "Is er iets zonder hetwelk er niets zou zijn of gebeuren"? "Is er een zijnsgrond"?
Als het antwoord op deze vraag "nee" moet zijn dan is de stoel waarop ik nu zit niet datgene zonder welke er niets zou zijn of gebeuren. Datzelfde geldt voor mijn fiets, voor een poetslapje, een tractor,jouw schoenen, poezen en meelwormen, ja zelfs voor energie en voor God, als die zou bestaan. Voor alle x geldt dan: x is niet de zijnsgrond.
Als echter niet voor alle x geldt dat x niet de zijnsgrond is dan moet er een x zijn welke wel de zijnsgrond is. Er moet dan iets zijn zonder hetwelk er niets zou zou zijn of gebeueren. Wat zou dat kunnen zijn?
Het is voorstelbaar dat dat energie is.
Ik zou niet weten wat er zou kunnen zijn of gebeuren zonder dat op een of andere manier energie in het spel is. Een werkelijkheid waarin geen energie bestaat kunnen wij ons niet voorstellen.
Welke reden hebben wij dan om te denken dat energie niet de zijnsgrond is maar dat er iets ( of iemand)anders is zonder hetwelk (resp. zonder wie) er niets zou zijn of gebeuren?
vr. gr.,
Jac
RV, ik bied mijn verontschuldigingen aan: ik zie nu pas dat er nog een reactie van jou in de brievenbus zat.I Ik heb hem gepost, beter laat dan nooit.
Aan de heer Riemersma
Echt belangrijk was mijn post niet. Alleen, ik denk niet dat de werkelijkheid bestaat uit bestaansgronden en dingen die daarop wortelen. Belangrijker is dat we je weer zien.
Beste Bert
Mijn "beschuldiging" was meer een kwinkslag naar jouw perceptualisme, dat immers onze kennisverwerving en denken reduceert tot de waarneming. Maar verder denk ik dat jij qua fysica en metafysica veel minder reductionistisch bent ingesteld. Wat de fysica betreft neem jij alle fysische verschijnselen, van organismes tot de kleinste deeltjes, even serieus. En wat mij aangaat, ook organismes zijn fysische verschijnselen. Oké, het zijn biochemische verschijnselen maar de hele biochemie is in wezen een vorm van de fysica, zij het dat de biochemie zo uitgebreid is dat het een eigen specialisme is.
Misschien, Jac,
een aardig artikeltje voor jou:
http://www.deatheist.nl/index.php/reacties/223-d-van-kampen39
Over de Ultieme Zijnsgrond. Overigens, ousia betekent wezen en energeia werking. Termen van Aristoteles. Lees ook de reactie van Bart Klink.
Geachte Jac
Laten we wat verder stoeien met het concept "zijnsgrond" oftewel het concept "uiteindelijke grond van de werkelijkheid". Ik raad je aan onderstaand artikel van Rutten, jouw lievelingsfilosoof ( :) ), te lezen plus de commentaren van Prot en van Rutten zelf.
Vergeet maar even de tweedeling van de werkelijkheid in de wereld-op-zich en de wereld-voor-ons. Een in mijn ogen nogal bizarre tweedeling. Maar dat is een ander hoofdstuk.
Terecht merkt Rutten op dat als je God filosofisch definieert, je hem moet definiëren als de zijnsgrond van de werkelijkheid. Maar is het concept "zijnsgrond" wel een zinnig metafysisch concept? Volgens Rutten is dat concept uiterst zinnig. Volgens hem denkt iedereen die reflecterend denkt, dat er wel zoiets als een zijnsgrond moet bestaan. Nou, af en toe doe ik ook aan reflecties en dat al vanaf mijn zesde levensjaar. Maar nee, ik heb nooit gedacht dat er wel een zijnsgrond moet zijn. Dus al denkt Rutten dat elke denker het concept "zijnsgrond" aanvaardt, hij vergist zich en nogal deerlijk. Zou hij toch slecht op de hoogte zijn van de westerse cultuurgeschiedenis?
En al zou iedereen denken dat er wel een zijnsgrond moet zijn, dan nog wil dat niet zeggen dat het concept "zijnsgrond" zinnig is.
Mij dunkt dat er geen redelijke redenen zijn om het concept "zijnsgrond" te aanvaarden. De werkelijkheid is gewoon de werkelijkheid zonder zijnsgrond. De entiteiten in de werkelijkheid gronden zich op niets maar hangen wel samen. Dat is alles. In plaats van te kijken naar de samenhangen tussen de entiteiten kijkt Rutten naar een fantoom waarin hij heilig gelooft, namelijk de vermeende zijnsgrond.
Als de werkelijkheid geen zijnsgrond heeft, dan is er ook geen God. Want we hebben God immers gedefinieerd als zijnsgrond.
Wat we Rutten dus kunnen verwijten, is dat hij geen kritische analytische metafysica bedrijft maar dat hij in plaats daarvan goedgelovige metafysica bedrijft. Rutten is groot in zijn geloof maar iets minder groot in zijn metafysica.
Met deze kritiek mijnerzijds op Ruttens metafysica vervalt ook Ruttens zogeheten modaal epistemisch godsargument. Immers, Rutten stelt dat de bewering "God bestaat niet" onkenbaar is. Maar integendeel, deze bewering is zeer goed kenbaar want zie mijn betoog hierboven.
De gereformeerde Amerikaanse filosoof Plantinga stelt dat iedereen wel een godsbesef heeft, manifest of latent. Dit komt enigszins in de buurt van Ruttens bewering dat eigenlijk iedereen wel gelooft in het concept "zijnsgrond". Eigenlijk hanteert Rutten een meer katholiek thomistisch jargon en Plantinga een meer theologisch gereformeerd jargon.
Al zou er een zijnsgrond zijn, hoeveel zijnsgronden zijn er dan? Slechts één? Waarom dan? Of oneindig veel?
En als er een zijnsgrond is, waarom zou die zijnsgrond geestelijk en persoonlijk zijn?
Mocht je nog meer willen lezen over het concept "zijnsgrond", dan verwijs ik je naar:
https://plato.stanford.edu/entries/grounding/
Gaarne lees ik jouw argumentatie waarom er zoiets als een zijnsgrond zou moeten zijn. Met alle respect maar ik heb bij jou nog geen echte rationele argumentatie gelezen waarom de werkelijkheid een zijnsgrond zou moeten hebben. Trouwens ook niet bij Rutten.
Met respectvolle groet
Hallo Jan Auke
Ik heb een email naar je gestuurd.
groet van JanD
Beste Bert
Ik weet niet welke html-code ik moet gebruiken om een werkende link te plaatsen. Maar hoe dan ook wil ik je attenderen op:
https://www.nu.nl/wetenschap/6123846/astronomen-brengen-voor-het-eerst-magnetische-velden-zwart-gat-in-beeld.html
Sinds ik via internet in contact ben gekomen met iemand die zwarte gaten ontkent, hebben zwarte gaten, die mijns inziens heel echt bestaan, mijn intense belangstelling en een warm plekje in mijn hart.
Het artikel dat jij weet te linken, is helaas nogal lang. Maar op zich is de hele kwestie van wat bewustzijn nu is en vooral hoe het werkt, eigenlijk belangrijker dan een zwart gat. Ik bedoel maar, het schitterend concept "zwart gat" is al met al een product van onze geest.
Blijf voorzichtig.
onze geest is een product van onze geest.
Zeer juist, zoals alles.
Beste Bert
Wat je schreef over de geest, zal wel, denk ik. Natuurlijk speelt waarneming een zeer relevante rol. Concepten zonder perceptie zijn fantasma's maar perceptie zonder concepten is eigenlijk onmogelijk. De menselijke geest is veelzijdig en die veelzijdigheid moet meegenomen worden in een epistemologie. En ook jouw ervaring van bergjes in je omgeving horen integraal bij jouw geest en aldus in indirecte zin ook in een pluriforme epistemologie. Hoe precies? Dat is even een ander verhaal.
Dat filmpje dat je linkte, duurt me te lang. Sorry. Maar zou je het kunnen samenvatten in eigen woorden? Het vraagstuk van determinisme en indeterminisme lijkt mij zeer van belang. Een vraagstuk waarop ik geen antwoord heb. Eigenlijk weet ik niet goed wat men met "determinisme" en "indeterminisme" bedoelt.
En ik mis bijvoorbeeld JanD. Het heeft wel iets hoe hij zijn theorieën ontvouwt.
Beste Bert
Wat je schreef over de geest, zal wel, denk ik. Natuurlijk speelt waarneming een zeer relevante rol. Concepten zonder perceptie zijn fantasma's maar perceptie zonder concepten is eigenlijk onmogelijk. De menselijke geest is veelzijdig en die veelzijdigheid moet meegenomen worden in een epistemologie. En ook jouw ervaring van bergjes in je omgeving horen integraal bij jouw geest en aldus in indirecte zin ook in een pluriforme epistemologie. Hoe precies? Dat is even een ander verhaal.
Dat filmpje dat je linkte, duurt me te lang. Sorry. Maar zou je het kunnen samenvatten in eigen woorden? Het vraagstuk van determinisme en indeterminisme lijkt mij zeer van belang. Een vraagstuk waarop ik geen antwoord heb. Eigenlijk weet ik niet goed wat men met "determinisme" en "indeterminisme" bedoelt.
En ik mis bijvoorbeeld JanD. Het heeft wel iets hoe hij zijn theorieën ontvouwt.
Aan Bert
Ik mis de heer Riemersma als prikkelende aanjager van de discussie. Ik hoop dat hij zich in redelijke welstand bevindt.
Zeer recent is Hans Küng overleden. Een liberale katholieke theoloog die het niet zozeer had op godsbewijzen maar meer de fideïstische kaart speelde: ik geloof omdat ik geloof, en het geloof geeft me troost en lijkt me aldus best redelijk.
Onlangs las ik in het NRCH dat men een barste had ontdekt in het zogeheten standaardmodel van de fysica, het model van de elementaire deeltjes. En men was er opgetogen onder. Niks conservatisme maar proberen om modellen te ondermijnen maar wel op theoretisch verantwoorde en empirische wijze.
Aan Bert
Beterschap toegewenst aan je vrouw. Jullie krijgen wel relatief laat jullie vaccinatie. Zelf hoop ik zaterdag te worden gevaccineerd.
Bestaan bestaat. Tenzij je van contradictoire feiten houdt. Dan kun je droogogig beweren: bestaan bestaat niet. Volgens mij kun je met goed fatsoen zeggen: bestaan is samenhangen met iets anders.
En dan de tijd. Volgens mij bestaat er wel zoiets als tijd. Zij het niet als absolute tijd maar wel als de vierde dimensie van de tijdruimte. Onze persoonlijke tijdsbeleving echter is een soort illusie maar wel een diepe illusie die we niet kunnen loochenen.
Wat is tijd? Deze vraag is een metafysische vraag. Maar het antwoord op deze vraag kwam veeleer van fysici dan van metafysici. Dat moet de metafysici tot enige bescheidenheid nopen.
Maar ik denk dat fysica en metafysica in elkaars verlengde dienen te liggen. Metafysica is, zou je kunnen zeggen, algemene fysica en fysica bestaat uit bijzondere metafysica's. De metafysica stelt: er zijn samenhangen. De fysica en de andere wetenschappen verdiepen zich in allerlei bijzondere samenhangen.
Bert,
Wat een pech dat een zeer kleine kans, besmetting na vaccinatie, bij jullie toch werkelijkheid is geworden.
Ik wens jullie een spoedig herstel toe zonder nadelige gevolgen achteraf.
vr. gr.,
Jac
Hallo mensen.
Ik ben benieuwd naar Jan Auke.
Is die ziek of erger?
Of heeft hij een mystieke ervaring gehad en daardoor geen belangstelling meer voor filosofie?
Of past een godsbeeld wel in zijn filosofie, maar zit er toch een klein scheurtje in de combinatie transcendentie en immanentie en panpsychisme en evolutietheorie en fideïsme en logica en waarheid en werkelijkheid enz. waardoor er toch iets wat aangeduid kan worden als "god" toch niet meer in zijn filosofie past?
Jammer maar helaas, JanR is weg.
Groet van JanD
Aan JanD
De heer Riemersma zit hier nog steeds achter de knoppen. Hij controleert onze berichten en beslist of ze geplaatst worden. Of iemand doet dat met zijn goedkeuring.
In de eerste plaats hoop ik dat het goed met hem gaat. Maar in de tweede plaats mis ook ik zijn soms bijtende commentaren.
Ik waardeer het dat jij je hier meldt. Af en toe naar elkaar zwaaien met een virtuele strijdbijl heeft ook wel iets. Maar vooral is het met jou erbij gezellig.
En dan Rolf. Ook hij maakt deel uit van ons gezelschap.
Op 29 maart 2021 om 11:26 schreef ik:
Onze geest is een product van onze geest. Zeer juist, zoals alles.
Dit heeft een drie dubbele duistere betekenis.
1. Het is een reactie op Bert 26 maart 2021 om 08:45:
"RV, dan kun je ook begrijpen dat onze geest ook een product van onze geest is."
Dus als ik dan zeg: "zeer juist zoals alles" dan bedoel ik: dat is onzin!
Iets (geest, materie, Jan, Bert, enz enz) kan niet een product van zichzelf zijn. Of zeg: de accufabriek is een product van de accufabriek. Of een accu is een product van een accu.
Bijvoorbeeld: Bert is de vader (een product van) van Bert.
2. Alles bestaat als product, in de zin van "emanatie"
3. Drogreden van cirkelredenering.
Groet van JanD
p.s. De drogreden van cirkelredenering is eigenlijk geen drogreden maar in mystiek-achtige zin de enige werkelijkheid die bestaat. De zogenaamde zelf-confirmatie. Een leuk voorbeeld daarvan is JHWH zie duidelijk maakte wie hij was aan Mozes op de berg: "ik ben die ben" Hetgeen helaas niet goed begrepen is door de gelovigen: die hebben er van gemaakt: Hij Johova/ Jahweh is god. Dus dien je nooit die naam uit te spreken, en zoals de Joden als ze deze 4 tekens JHWH tegenkomen op de perkamentrol, netjes hun hoofd buigen en zeggen "adonai". Want de naam van god kan niet gezegd worden. En dat is niet voor niets.
En of het nog duidelijker te maken: die zelfconfirmatie is eigenlijk een contradictoire identiteit. (In de dualiteit althans.)
Aan de geprikte Bert.
Even een leuke redenering.
Ik laat me nooit prikken tegen de griep, en ik heb nog nooit de griep gehad.
Ik laat me niet tegen covit-19 prikken, dus ik zal wel nooit covit-19 krijgen.
Dit is een logische redenering.
Bewijs:
Ik ken iemand die zich elk jaar liet inenten tegen de griep en die kreeg elke jaar de griep.
Op een zeker moment is hij gestopt met het laten prikken: toen kreeg hij geen griep meer.
(Als JanR nu niet reageert, ga ik me echt zorgen maken)
JanD
p.s. ik ben geen wappie of is dit een leugenaarsparadox zoals Trump en Rutten zo overtuigend kunnen brengen?
Bert
Over de Italiaanse natuurkundige Carlo Rovelli en tijd bestaat niet.
Dan zeg je:
"Als tijd niet zou bestaan dan bestaat er ook geen causaliteit."
Als je causaliteit ziet als "oorzaak en gevolg" dan kan dat heus wel bestaan als de tijd niet zou bestaan.
Dan zal namelijk de oorzaak en het gevolg samenvallen in hetzelfde tijdloze moment.
En dat is dan weer zo'n moeilijke notie die vergelijkbaar is met een contradictoire identiteit. Moeilijk te snappen voor de in de tijdsdenkers.
Groetjes van JanD
Beste Jan, beste Allen, met mij gaat het goed hoor. Ik heb een restje AstraZeneca gehad en ben dus nu zelfs onoverwinnelijk, haha.
De reden dat ik even geen tijd besteed aan het blog is simpel: de minister heeft besloten dat de examens wel doorgaan (had ik, eerlijk gezegd, niet verwacht!). Ik ben toen begonnen om alle eindtermen voor het vwo minutieus te herschrijven. Die leerlingen hebben door de vele onderbrekingen nogal gebrekkig aan het examenprogramma kunnen werken. Uiteindelijk is dat een boekwerk van behoorlijke omvang dat -naast het lesgeven en het begeleiden van de stagiairs (ook heel apart in een tijd zonder leerlingen)- al mijn tijd heeft opgeslokt. Nu kunnen de leerlingen zelfstandig de hiaten wegwerken. Ik heb een stelletje fijne VWO leerlingen, ik heb er nu alle vertrouwen in dat ze het goed zullen doen (over het havo moeten we maar niet spreken: dat wordt een afgang).
Over enige weken zal ik weer bijdragen plaatsen, ik heb alweer een notitieboekje vol met invallen. Bovendien heb ik vrij veel kunnen lezen de afgelopen tijd. Als je moe bent kun je goed lezen, maar niet schrijven. Een paar boekverslagen moeten er aanstonds ook wel bij kunnen (ik was erg onder de indruk onder andere over dit boek: Tara Westover, Educated. Onhutsend, over de zeer kwalijke kracht van religie).
Soms, Bert,
ga ik per bus naar Luttelgeest om aldaar plaats te nemen op het plaatselijk filosofenbankje. Een bankje waar oudere heertjes al zittend hardop denken over alles en nog wat. Gister zat ik op dat bankje en een ouder heertje knoopte een gesprek met me aan.
"Weet u", zei hij, "ik heb de meest de perfecte vrouw. Hoogst intelligent, beeldschoon, nog steeds jong en gezond, ijverig, empathisch, creatief, grappig, hoogblond maar wel naturel blond, goed gekleed wanneer ze gekleed is, en zo wulps als een lustige regenwulp op een zonnige dag."
"Echt, heeft ze geen enkel minpuntje? Geen enkel klein naar eigenschapje?", vroeg ik.
Hij dacht zichtbaar na en na enige tijd antwoordde hij: "Ja, nu je het vraagt. Ik kan maar één enkel vervelend eigenschapje bij mijn vrouw ontdekken, namelijk dat ze niet bestaat."
Aan Bert
Een verondersteld werkelijk bestaand object heeft noch de eigenschap dat het bestaat noch de eigenschap dat het niet bestaat.
Een werkelijk object kan de eigenschap rood hebben of de eigenschap niet-rood. Maar een werkelijk object kan niet de eigenschap bestaand hebben of de eigenschap niet-bestaand.
De eigenschappen van een werkelijk object zijn werkelijke eigenschappen. Daarom hoef je aan dat object niet de extra eigenschap bestaand toe te voegen. Want dat zou dan dubbelop zijn. Doe je het echter wel, dan maak je je schuldig aan een vorm van metafysische verdubbeling. De klassieke metafysica staat her en der bol van metafysische verdubbelingen.
Een andere metafysische verdubbeling is de stelling dat een object uit zijn eigenschappen bestaat plus een onderliggende substantie. Zo'n onderliggende substantie is er niet. Niet wat betreft je fiets, niet wat betreft materie, niet wat betreft tijd en niet wat betreft bewustzijn. Bewustzijn als een aparte substantie naast de werkelijke bewustzijnsinhouden is flauwekul.
Let erop, ik gebruik de term "substantie" in filosofische zin. In het dagelijks taalgebruik is "substantie" echter een prima woord.
Jan D,
".........., waardoor er toch iets wat aangeduid kan worden als "god" toch niet meer in zijn filosofie past?".
Volgens mij kan niet alleen de filosofie van Jan-A, maar geen enkele filosofie een positief antwoord geven op de vraag of er een persoonlijke God bestaat. Een interessante vraag lijkt mij deze: "Kan geweten worden dat er een persoonlijke God bestaat?"
Als wij onder God een bewuste persoon willen verstaan kan het antwoord op deze vraag slechts "ja" zijn als aan tenminste twee voorwaarden voldaan is, ook al zouden wij daar geen weet van hebben. De bedoelde voorwaarden zijn:
1. Er is een entiteit zonder welke er niets bestaat of zou gebeuren.
2. Die entiteit is persoonlijk van aard.
In dat geval zou er een God zijn die weet heeft van zijn bestaan.
Wij mensen kunnen echter alleen weten dat er een persoonlijke God bestaat als wij weten dat aan de twee genoemde voorwaarden voldaan is.
Dat er aan de genoemde voorwaarden voldaan is mogen wij geenszins uitsluiten, immers in die gedachte schuilt geen enkele logische inconsistentie. Maar de eerlijkheid gebiedt ons te erkennen dat ook in de gedachte dat niet aan beide voorwaarden is voldaan geen enkele logische inconsistentie te ontdekken valt.
Op eigen kracht kunnen wij ons filosofisch niet in een positie manoeuvreren waarin wij weten dat God bestaat, hoe driftig sommigen dat ook proberen. Slechts als God, indien hij bestaat, ons van zijn bestaan op de hoogte zou stellen zouden wij kunnen weten dat hij bestaat.
Dat dit reeds is gebeurd of alsnog zal gebeuren kan geen filosofische bevinding zijn.
Speculaties daarover behoren niet tot het terrein van de filosofie. Dat neemt niet weg dat daarover in de theologie, de esoterie en het terrein van de numineuze ervaringen duchtig gespeculeerd mag worden.
vr. gr.,
Jac
Maar, Jac,
God is indien bestaand, niet zomaar een entiteit. Hij is geen entiteit tussen de andere entiteiten. Maar als almachtige staat hij boven alle andere entiteiten. Sterker nog, alle entiteiten maken in zekere zin deel uit van hem terwijl hij er tevens boven staat. En dat is nogal paradoxaal. En almacht is ook nogal paradoxaal. Want alles dat bestaat, heeft een zekere macht. Zodat dus niets almachtig en niets volkomen machteloos is. Daarnaast wordt God nog eens gedefinieerd als onstoffelijke geest. Maar onstoffelijk is flauwekul. Kortom, ik vermoed dat het concept "God" in rationeel analytisch opzicht een nogal kullig en knullig concept is. In emotioneel opzicht is het godsconcept best wel een mooi concept. Dat dan wel weer. Ik vermoed dat jij je emotioneel voelt aangetrokken tot het godsconcept maar dat je daarnaast zo je rationele twijfels hebt. En dat geeft niet. Maar ik mag proberen het één en ander te analyseren.
In elk geval, al hebben sommigen in emotioneel opzicht een God van node, in rationeel opzicht is er geen God nodig om de werkelijkheid enigszins te verklaren. Juist zonder een godsconcept valt goede metafysica te bedrijven.
Aan Jac
Volgens de heren Plantinga en Rutten is er een soort aangeboren godsbesef, dat helaas bij ongelovigen en ook wel bij agnostici enigszins tot alleszins is gedegenereerd.
Maar stel dat we een soort aangeboren godsbesef hebben. Stel dat we een soort aangeboren intuïtie hebben dat God bestaat. Dat wil nog niet zeggen dat die intuïtie dan ook waar is. We zouden nog altijd de inhoud van die intuïtie kunnen betwijfelen en eventueel kunnen verwerpen. Je zou nog altijd met jezelf in gesprek kunnen gaan en met jezelf de strijd aan kunnen gaan.
Maar ik denk niet dat we een aangeboren godsbesef, een aangeboren godsintuïtie, hebben. We hebben wel een creatief denkvermogen dat ons in statu nascendi is aangeboren. Met dat denkvermogen als het zich eenmaal verder ontwikkelt, zijn we in staat om allerlei concepten te construeren, te begrijpen en eventueel te aanvaarden, bijvoorbeeld het godsconcept.
Aan Jac
De godsvraag behoort mijns inziens wel degelijk thuis in de filosofie, dus in de epistemologie en in de metafysica.
Filosofie handelt om algemene vragen, wetenschap om meer specifieke vragen. Waarbij aangetekend zij dat beide soorten vragen min of meer in elkaars verlengde leggen met als overlapping de o zo belangrijke wetenschapsfilosofie.
De godsvraag draait mijns inziens om de vraag: heeft de werkelijkheid in haar oneindige totaliteit een soortement intrinsieke opperbaas en is die eventuele opperbaas zelfbewust?
Nu kun je zeggen: die vraag is onbeantwoordbaar en dient aldus uit de filosofie afgevoerd te worden. Maar dit lijkt me veel te rigoreus. Ook filosofische vragen die niet beantwoord kunnen worden, blijven filosofische vragen en blijven klaar liggen om er toch weer eens over na te denken.
In elk geval, rationeel kritische filosofie is een leuke liefhebberij. En ik stel het op prijs dat ook jij die liefhebberij hebt en af en toe met mij hierover een gesprekje aangaat.
RV,
Met jouw inbreng van 29 april 2021 12:53 ben ik het eens.
Voor wat betreft jouw inbreng van 29 april 2021 16:46 het volgende:
Inderdaad, natuurlijk hoort de vraag naar het bestaan van God thuis in de filosofie; er is niets mis mee als filosofen zich met die vraag bezig houden.
Wel ben ik van mening dat speculaties over de vraag of God zich wel of niet aan de mens geopenbaard heeft of dat alsnog zal doen thuishoren in de theologie.
De werkelijkheid is in z'n geheel in te delen in twee verzamelingen:
1. De verzameling van entiteiten zonder welke er niets kan zijn of gebeuren en
2. De verzameling van entiteiten zonder welke er wel iets kan zijn of gebeuren.
Met betrekking tot verzameling 1 zijn er drie denkbare opties:
1. Het is een lege verzameling
2. De verzameling bevat slechts één
entiteit
3. De verzameling bevat meerdere entiteiten , maar niet alle.
In het eerste geval bestaat er geen persoonlijke God als zijnsgrond. Alles wat bestaat valt dan in de verzameling van entiteiten zonder welke er wel iets kan zijn of gebeuren. Geen enkele afzonderlijke entiteit is dan als zijnsgrond te beschouwen. Als er al een zijnsgrond zou zijn zou die in dit geval begrepen moeten worden als "de gehele werkelijkheid".
In het tweede geval is er één zijnsgrond, één entiteit namelijk zonder welke er niets zou zijn of gebeuren. Dit wil nog niet zeggen dat die entiteit per se van persoonlijke aard moet zijn. Niets verhindert ons immers om te denken dat er zonder energie niets zou bestaan of zou gebeuren en ik ken geen legitieme argumentatie waarom energie van persoonlijke aard zou moeten zijn.
In het derde geval is er sprake van een zijnsgrond, bestaande uit meerdere entiteiten.
Ik heb echter geen idee van wat ik mij daarbij zou moeten voorstellen.
Persoonlijk denk ik dat verzameling 1 geen lege verzameling is en dat er dus iets moet zijn zonder hetwelk er niets is of gebeurt.
Maar de vraag waarom zoiets een bewuste entiteit zou moeten zijn is moeilijk te beantwoorden.
Overigens is het wel zonneklaar dat het iets moet zijn dat bewustzijn mogelijk maakt.
Een interessante vraag die nu opkomt is: Moet datgene wat bewustzijn bij iets anders dan zichzelf mogelijk maakt zelf bewustzijn bezitten?
Wat denk jij?
vr. gr.,
Jac
Aan Jac
De vraag of God zich persoonlijk aan personen openbaart of kan openbaren, lijkt me toch ook een filosofische kwestie. Mede omdat vraagstellingen iets is voor filosofie terwijl theologie zich toch veel minder afvraagt en veel meer dogmatisch poneert.
Filosofische epistemologie lijkt me zich onder meer te moeten concentreren op het vraagkarakter van ons ken/denkvermogen. We zijn, zou je kunnen zeggen, vragende wezens.
Wat heeft bewustzijn veroorzaakt? Hoe ontstond bewustzijn? Langzaam door de evolutie. In den beginnen was er de bewustzijnsloze eencellige. Toen ontstonden er meercelligen met een zenuwcellen en die zenuwcellen werkten samen en reageeerden op elkaar en dat evolueerde tot rijke semantische netwerken in ons hoofd met in die netwerken het ikbesef versus buitenwereld, vraagzinnen versus beweerzinnen, waarheidsbesef en noem het maar op.
En nee, ik geloof geenszins dat het zinnig is om de werkelijkheid op te delen in contingente en noodzakelijke samenhangen. Mede omdat ik me afvraag: en wat te denken van samenhangen die deels contingent en deels noodzakelijk zijn?
Filosofie, een kwestie vragen?
Aan Jac en Bert
Sta me toe iets meer te zeggen over wat filosofie is. Ik verwijs jullie naar:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Metafilosofie
Als het goed is, dan is eigenlijk alle goede filosofie metafilosofie zodat de term "metafilosofie" eigenlijk overbodig is. Filosofie is nadenken over het nadenken, het liefst in vragende vorm.
Aldus zijn er drie filosofische hoofdvragen met vele subvragen:
- filosofie, wat is dat?
- hoe zit de werkelijkheid zeer globaal in elkaar? wat betekent deze vraag? wat is de verhouding tussen metafysica en fysica? Et cetera.
- hoe zit ons denken globaal in elkaar? kunnen we wel ons eigen denken overdenken? Wat zijn dat, vragen? Hoeveel soorten vragen zijn er? Moet je sommige vragen verbieden? Et cetera.
Sommigen stellen dat er nog een vierde hoofdvraag is, namelijk de ethische/meta-ethische vraag. Ik zou die vraag iets ruimer willen zien, namelijk als het vraagstuk van hoe mensen samenleven en hoe ze eventueel dienen samen te leven. En deze vraag lijkt me onderdeel te zijn van de epistemologie in ruime zin des woords. Maar hierover mag men van mij van mening verschillen.
Wat denken jullie dat filosofie is? Hebben jullie nog relevante filosofische vragen?
Uiteraard sta ik open voor kritiek van de heer Riemersma op dit bericht van mij.
Beste Jan-Auke
Bedankt voor je reactie op mijn vragen. Ik ben gerustgesteld na de onzekerheid.
Ik wil graag zeggen dat ik het erg waardeer dat je zo veel voor jouw leerlingen doet.
Voorts merk ik dat je een aantal opruiende posts van mij niet hebt geplaatst. Goed idee. Ik dacht, het is zo stil hier en ik heb wat tijd over: even de knuppel in het hoederhok gooien. Maar het moet niet te gek worden, daar ben ik het mee eens.
Ik zie dat het niet nodig is geweest, er ontstaat weer wat levendigheid.
Toch even het volgende.
Bert zei: "Als tijd niet zou bestaan dan bestaat er ook geen causaliteit."
Het lijkt me logisch dat als de tijd niet bestaat, {oorzaak én gevolg} op hetzelfde eeuwige stilstaande moment liggen.
De tijd (die niet werkelijk is)* kan dan van die "potentie in eenheid" een uitvloeing (emanatie) veroorzaken in tegendelen (dualiteit) die oorzaak en gevolg na elkaar in de tijd kan manifesteren. Door te geloven dat de oorzaak en gevolg verschillend zijn, krijgen de sterfelijke tijds-mensen de illusie dat onze duale wereld "werkelijk" is. Dat kan men dan Maya(Sanscriet=illusie)noemen.
Zo kan men de symboliek van vadertje tijd, of de Griekse Chronos, zien als een machtige god waaruit andere goden en halfgoden, mensen en demonen, machten en krachten en de hele fysica en logica en wiskunde tevoorschijn komen.
Ook in joods-christelijke zin kan men veronderstellen dat de symboliek van de verdrijving van Adam en Eva uit het paradijs voortkomt uit de notie van het verlaten van de eenheid en het ingaan in de dualiteit. Eva is tenslotte uit een "ribbe"** van Adam ontstaan. Die dus daarvoor een "man-vrouw" was. Staat ook zo in Genesis: als vele (Man-Vrouw)en schiep hij hen. (elohim in een esoterische vertaling) [een schare goddelijke wezens die androgyn zijn]
Een leuk boek wat ik vele jaren geleden heb gelezen is "De Bijbel als schepping" van Weinreb. Waar die via analyse van de getallensymboliek van oude Hebreeuws in Genesis, duidelijk maakt dat de boodschap in het "tweestromen land" en de "twee" bomen van kennis en eeuwig leven, deze fase van manifestatie 'tweeheid van eenheid' niet het paradijselijke sprookje is, maar zeer profound een metafysische beeld schetst van het onnoembare (of de onkenbare god)
Toch wel ontopic in lucht om lucht gezien de zin in de inleiding:
"Wie tijd en ruimte wegdenkt houdt een werkelijkheid over die voor ons verstand -elke vezel in ons verstand is aangepast aan een lijfelijk verblijf in tijd en ruimte- volstrekt absurd is."
{Absurd} is dus een kenmerk van de harmonie der sferen! [{(contradictoire identiteit)}]
Ik heb toch wel de indruk dat mensen die niet zo verstandelijk rationeel denken, met elke vezel in hun hart en hun buik voelen dat hier met "absurd" een onbe"grijp"elijkheid manifest is. En zij die op het randje van leven en dood hebben gestaan (of een heftige catarsis hebben gehad) voelen.... wat het betekent: "Lucht om Lucht".
Ze hebben ademloos de nietsheid aanschouwd. Ze staan meer open.....dan zij die zich krampachtig vasthouden aan een (ontologische)grond van zijnszekerheid.
Groetjes van JanD
De tijd die niet werkelijk is*: Mc Taggert.
Ribbe** geinterpreteerd als "deel van" zoals de ribbe van een kubus.
RV
In de vijfweekse introductiecursus filosofie van de universiteit van Edinburg -die ik medio 2020 met goed gevolg heb afgerond- werd filosofie voorgesteld als de activiteit om de juiste manier van denken over dingen uit te werken. Het is een activiteit waarin je je moet vastbijten en die je moet doen. Je moet denken over filosofische problemen en over de manier waarop andere denkers die hebben benaderd. Een aantal onderwerpen:
* moraliteit
* kennis
* burgerplichten
* in hoeverre je anderen zou moeten geloven
* het verstand en de geest en de vraag of het niet meer dan een mechanisme is
* de waarheid van wetenschappelijke theorieën
De laatste tijd is het mij duidelijk geworden dat absolute waarheid voor mensen te hoog gegrepen is. We kunnen misschien spreken over een soort relatieve waarheid, strikt logische afleidingen die op axioma's berusten die als waar gelden.
Praktisch gesproken hebben we echter altijd met waarschijnlijkheden te doen, een waarde die tussen onwaar (0) en waar (1) ligt en die soms met een zekere nauwkeurigheid bepaald kan worden als er sprake is van meting.
Indien het niet mogelijk is een waarschijnlijkheid te bepalen dan lijkt mij de meest praktische benadering te bepalen of iets bruikbaar is.
Of logica waar is kan niet aangetoond worden maar mij dunkt dat die zijn bruikbaarheid heeft bewezen.
Voor moraliteit geldt dit volgens mij ook maar voor godsgeloof ligt dat niet voor de hand.
Ik zou niet weten welke filosofische vragen ik nog heb. Wetenschappelijke vragen heb ik zat.
Aan Anonymus
Reflecties over moraal en burgerschap zou ik zelf onder één paraplubegrip plaatsen. Maar dat is persoonlijk, denk ik. Het paraplubegrip "vraagstukken van de sociale filosofie".
Misschien zou je filosofie algemene wetenschap kunnen noemen. En de specialistische wetenschappen de bijzondere wetenschappen. En voorts zou je kunnen stellen dat er een vloeiende overgang is tussen algemene vragen en de meer bijzondere vragen.
Wat wil ik nu eigenlijk zeggen? Dat er wellicht een soort samenspel is tussen algemene en bijzondere vragen, dat algemene vragen zo hun merites hebben maar dat wetenschappelijke, bijzondere, vragen dat ook zeer zeker hebben. Misschien is filosofie een soort dienstmaagd van de wetenschappen, zeker niet de koningin.
Voor nadere studie, zo gewenst, volgend op de vorige bijdrage betreffende eenheid en veelheid, emanatie en god (JHWH en Elohim) de androgyne mens (man-vrouw of denker-ontvanger):
https://historiek.net/de-eerste-androgyne-mens-volgens-genesis-plato/139229/
Uit: Beginselen van de esoterische filosofie
https://www.theosofie.net/onlineliteratuur/begin/Beginselen.pdf
Het gaat om hoofdstuk 8: Sporen van de esoterische filosofie in Genesis. pagina 91
pagina 98 citaat:
Nu het vierde woord, elohîm: dit is een eigenaardig woord. Het eerste deel ervan is el, dat ‘god’, godheid, betekent, waarvan het tweede is afgeleid, een vrouwelijke vorm, elôh, ‘godin’; îm geeft slechts het mannelijk meervoud aan. Als we dus elk element in dit ene woord vertalen zou het betekenen ‘god, godin, meervoud’ – en als het ware het tweeslachtige karakter van de godheden aantonen: de twee tegengestelde polen van de hiërarchie, de essentiële dualiteit in het leven.
einde citaat.
Nu de esoterische interpretatie die dus niet "letterlijk" is. "Man-vrouw" wordt dan anders dan letterlijk geinterpreteerd. Nu als het denker-ontvanger aspect in bijvoorbeeld biologische wezens. Biologische wezens als "mensheid" inclusief de kennis/ervaring van (volgens darwiniaanse) "evolutie ervaring" Dat zit bijvoorbeeld qua eiwitten in het DNA als geheugen in elke cel, weten we nu.
pagina 101 citaat:
Genesis (5:1, 2) staat een interessante uitdrukking. We vertalen: Dit (het) boek van de geslachten van de mensheid (ådåm). Ten dage dat de elohîm (de goden) de mensheid ontwikkelden, naar het patroon (of model)van de elohîm, maakten zij hen. Denker-en-ontvanger schiepen ze hen en zegenden hen en gaven hen de naam mensheid (of ådåm) ten dage dat ze gemaakt werden. Het is duidelijk dat hier geen sprake is van een enkel mensenpaar, van een man en een vrouw in onze betekenis, maar van de zich ontwikkelende androgyne mensheid, en ze hadden een naam, ådåm, en hun eigenschappen waren denker en houder (of ontvanger): etherische wezens – kinderen van de elohîm, die zijzelf zijn – in staat te denken en te ontvangen, te begrijpen en zich te ontplooien door de lessen die zouden worden getrokken uit hun incarnaties in de lagere vleselijke wezens die zijzelf ontwikkelden en die werden aangeduid met de termen die al zijn gegeven: de ‘vogels’ in de ‘lucht’, de ‘vissen’ in de ‘zee’ en alle levende wezens die op het oppervlak van de aarde bewegen.
einde citaat
Leuk hè die comparatieve methode in de esoterische wijsbegeerte.
Alleen die "lessen die getrokken worden" vind ik een ongelukkige woordkeuze. Dat zie ik als invloed vanuit de christelijke moralistische deontologie op de theosofie. Ik zou liever zeggen: het gebruiken van ervaring in de tijd in het kader van oorzaak en gevolg. (Karman)
Die comparitieve metode is ook fijn als tegengif tegen de letterlijke rationele vertalingen zonder symbolisch gevoel. Die leiden tot bijvoorbeeld discriminatie van de vrouw. (bijbelbelt en sommige moslims: de "orthodoxen". Orthodoxie: letterlijk de juiste aanbidding of juiste leer. Dat vaak gebruikt wordt als "ik heb de juiste leer dus de anderen hebben een foute leer" Liever de comparatieve methode op zoek naar overeenkomsten naar een gemeenschappelijkheid in de dieptestrucuur in verschillende culturen en in verschillende tijden.
Prettige dag
JanD
p.s. Een mogelijk probleem voor de materialisten en Darwinisten om bovenstaande te begrijpen en/of te aanvaarden kan zijn de gehechtheid aan de chronologische tijd en de veronderstelde oorzaak van bewustzijn die in de tijd ontstaat in de stof (het brein). De esoterische benadering neemt dat wel als (relatief) "waar" aan: maar slechts als uiterlijke manifestatie van een onbegrijpelijke "XXX" buiten de tijd. Het nijgt meer naar het idealisme.
Hallo mensen.
Jammer dat er niemand ingaat op mijn geschrijf.
En ik hoop dat ik de ruimte van JanR krijg om wat meer in te gaan op Adam en Eva.
Dat komt vanwege wat ik vandaag gevonden heb op Historiek: het online geschiedenismagazine
MAAR eerst als inleiding iets over de -Hermeneutiek-, gebruikt in de comparitieve filosofie met de symboliek van de esoterische wijsbegeerte.
Hermeneutiek is de studie van de interpretatie van (geschreven) teksten. Het is een begrip dat in de filosofie verschillende invullingen heeft gekregen. De term hermeneutiek is waarschijnlijk voor het eerst gebruikt door de Griekse dichter Homerus (circa 800 v.Chr.) en betekent de uitleg en vertaling van berichten die door de goden der Griekse mythologie aan mensen werden gegeven. Homerus beroept zich daarbij op de god Hermes. (wikipedia)
Hermes is symbolisch te interpreteren als de middelaar of "informatieverbinding" tussen "hemel" en aarde. Hermes heeft vleugeltjes zoals een vogel die zowel in de hemel, het uitspansel, het firmament als op de aarde verblijft. Dus niet letterlijk een soort engel met een persoonlijkheid. Eigenlijk symbool voor een aspect van de mens(heid).
Met de hermeneutiek en de esoterische wijsbegeerte, kan dus informatie opgedaan worden die niet talig-conceptioneel-rationeel is. Wel met "hulp" van de ratio om verbanden te leggen. En dan wel in de diepte structuren: dus niet oppervlakkige invloeden van gebruiken en gewoonten.
De diepere symbolische informatie spreekt tot de diepere essentie van de mens. (Als hij tenminste het verstorende rationele denken de vraag "waarom, waarom" kan laten zwijgen) Symbolen spreken direct tot het hart, als het hoofd (de ratio) stil is. Symbolen doen een direct appèl op het intuïtieve, zoals de psycholoog Jung ons geleerd heeft.
Dit als inleiding tot een oeroud verhaal over adam en eva en de god "el" dat als letterlijk verhaal totaal verschillend is van het reeds bekende verhaal in de bijbel. Maar in symbolische zin exact hetzelfde is.
Ik ben blij dat ik het vandaag tegengekomen ben.
zie vervolg.
JanD
Vervolg over Adam en Eva.
Wat heb ik vanochtend gevonden?
https://historiek.net/variant-op-scheppingsverhaal-adam-en-eva-ontdekt/42803/
Oudste variant op scheppingsverhaal Adam en Eva ontdekt.
Twee Nederlandse wetenschappers, oudtestamentica Marjo Korpel en professor Johannes de Moor, zeggen op zogenaamde Oegaritische kleitabletten uit de dertiende eeuw voor Christus een geschreven versie van het verhaal over Adam en Eva te hebben ontdekt.
Het verhaal
De Kanaänitische schepper van kosmos en mensheid was de godheid El. Dit is ook een van de namen van de God van Israël. De beschrijvingen van het werk van de Scheppergod in Kanaän en Israël komen volgens de onderzoekers sterk overeen.
“Het Kanaänitische equivalent van de Tuin van Eden blijkt de “wijngaard van de grote goden” te zijn. Deze was gelegen op dezelfde plek als het bijbelse paradijs. Adam en zijn vrouw behoorden tot de goden die toegang hadden tot de Boom des Levens.”
Een kwade godheid, Horon, zou vervolgens de plek hebben willen innemen van de scheppergod El, de hoogste god in de Kanaänitische godenwereld. El strafte hem hiervoor door hem van de berg van de goden af te werpen. Uit wraak transformeerde Horon zich vervolgens in een reuzenslang, die de Boom des Levens vergiftigde. De boom werd zo een Boom des Doods. Korpel en De Moor zien de kwade god Horon als voorloper van de duivel.
Hierna verschijnt Adam op het toneel. Omdat de Boom des Levens vernietigd is, zijn de goden bang hun onsterfelijkheid te verliezen. Ze geven iemand uit hun midden, Adam, daarom de macht over de hele aarde. Het is de bedoeling dat Adam de god Horon zal uitschakelen, maar Adam faalt doordat de slang zijn giftanden in zijn vlees zet. Ook Adam wordt hierdoor een sterfelijk wezen. De zonnegodin heeft wel een troostprijs: via voortplanting kan de mens als soort toch eeuwig voortleven.
“Om dit te bereiken geeft de zonnegodin aan Adam een “goedaardige vrouw”. Bovendien roept ze alle goden op om Horon ertoe te dwingen de Boom des Doods uit te rukken. Zo gaat de onsterfelijkheid weliswaar verloren, maar het leven op aarde kan gelukkig toch doorgaan.”
De belangrijke symbolen zijn: de ZON. (denk aan Plato de zon als bron van licht buiten de grot en Prediker: ik heb gezien de cyclus onder de Zon)
De (schepper)godheid EL: te zien als creativiteit in de natuur. Eigenlijk het denkende en begrijpende (dus teleologische aspect) van het leven op aarde. Zie de esoterische interpretatie van het woord Elohim.
De overgang van de eenheid naar de veelheid. Eerst (in deze oudste mythe) had Adam (=de mensheid in zijn goddelijke essentie) de toegang tot de boom des levens. De eenheid dus in het pleroma. Daarna leefde Adam met zijn "goedaardige vrouw". De vrouw hier als symbool, is dus de stoffelijkheid: moeder aarde.
Ik zal me even tot dit beperken. Want ik loop over van enthousiasme om relaties met het verre oosten te leggen.:-)
Groet van JanD
Over dat boek van De Moor en Korpel:
https://mainzerbeobachter.com/2017/01/26/ugaritische-mythologie/
Het woord "ontdekt" is wat te sterk. Beter is: nader bekeken. In elk geval, boeiende stof, die oude verhalen en hun mogelijke verbanden, al of niet invers, met elkaar. Maar niet elk slangenverhaal hangt samen met andere slangenverhalen. Soms gaat een slangenverhaal gewoon over een slang.
In historisch opzicht zullen het polytheïsme en animisme toch echt veel ouder zijn dan welk monotheïsme ook. En wellicht zal de ontwikkeling van het monotheïsme min of meer, zij het wellicht min dan meer, gelijk hebben gelopen met de ontwikkeling van de autoritaire staatsvorm. Eén leider, één God. Eén partij, zou Adolf H. hebben aangevuld.
In metafysisch opzicht was er in den beginne de veelheid en de veelheid was, is en zal zijn. Wie rationele metafysica wil bedrijven, zal uit moeten gaan van een principieel pluralisme, van een primaire veelheid. Daar helpen geen Plato en neoplatonisten aan. Al die antipluralisten, allemaal reductionisten. :)
R.V.
Je schrijft: In metafysisch opzicht was er in den beginne de veelheid en de veelheid was, is en zal zijn.
De fysica heeft tegewoordig een andere opvatting dan jouw metafysica.
In den beginnen was er niks, en dat niks ontplofte,
het begon met een oneindig klein punt dat oneindig heet was.
En heel lang was het een ongedifferentieerde eenheid, die afkoelde en groter werd.
Pas veel later ontstaan er deeltjes, die deeltjes gaan samenklonteren tot atomen en moleculen: waterstof. De veelheid ontstaat later.
Een zon ontstaat uit een ongedifferentieerde waterstofwolk door zijn zwaartekracht. Dan ontsteekt de kernfusie en via vele processen ontstaat helium, koolstof enz enz.
Dan ontploft er hier en daar wat enz enz: de veelheid ontstaat uit de eenheid.
Dus Plato is het tamelijk eens met de moderne fysici.
We zullen moeten uitgaan van eenheid, daar helpt geen metafysica aan met fantasieën over een primaire veelheid.
Met vriendelijke groet van JanD
p.s. ik neem een middenpositie in, ik stel dat eenheid en veelheid identiek is.
Net zoals samsara en nirwana, net zoals geest en stof.
Het zoeken naar iets primairs is een leuke hobby om je bezig te houden in de tijd. Als tijdsverdrijf :-) Verder heeft het geen zin: en dat is de zin van de zinloosheid.
Eigenlijk, als je de tijd even losmaakt van deze ideeën, dan hebben we allemaal gelijk: het hangt er maar vanaf welke kant je de tijd laat lopen.
Je hebt dan een mooi meetinstrument: de entropie. Zo beschouwd met je primaire veelheid, begin je aan het eind van onze fysica. hihihihi. chaoot (grapje)
Beste Bert
Naar aanleiding van de Hermeneutiek.
Jouw vraag is niet zozeer wat de betekenis van de Goddelijke wereld is, maar wat je aan die kennis hebt.
Als je kennis bedoelt als "brein-kennis", dan heb je er niets aan.
Als je kennis bedoelt als gnosis, de kennisse des harts, (dan geloof je ook niet aan god), dan voel, weet je dat alles goddelijk is. Een soort stilte of volmaaktheid en vredigheid. Warmte in je hart.
Door die aanraking van dat gevoel, al is het maar een moment, dan heb je het niet meer over "betekenis" niet over "bruikbaar", dan is alles waardevol, maar zonder dat je het besef hebt dat er zo iets is als "waardevol". Waardevol is geen woord meer, geen begrip, het is levend actueel. Wanneer je het als waardevol zou herkennen dan is het al weg.
Die aanraking van de gnosis kan ontstaan door een innerlijke resonantie. De geestelijke gesteldheid om dat mogelijk te maken is met rituelen, muziek, dans, gezangen, gedichten en door de bestudering van heilige geschriften. Hermeneutiek op zich zelf geeft dat niet: het is de interesse en het "enthousiasme" waarmee je wat doet.
Gebed bijvoorbeeld dwingt niet af bij een denkbeeldige god: (niet het do ut des) het heeft als effect dat het je jouw innerlijke gerichtheid ontvankelijk maakt voor een goddelijke manier van leven.
Groet van JanD
Beste JanD
Dat ons universum uit het Niets tevoorschijn kwam, is een idee dat bijna nergens meer opgeld doet. Ook niet bij Laurence Krauss, ondanks de titel van een boek van hem.
Als ons complex universum tevoorschijn kwam uit een zogeheten singulariteit, dan was die singulariteit zelf verre van eenvoudig.
Ons universum is bovendien niet de gehele werkelijkheid. Ons eindig universum ligt op de één of andere wijze ingebed in de rest van de oneindige werkelijkheid.
Daarbij komt ook nog eens dat niet alleen het heden bestaat maar dat het verleden nog steeds ergens bestaat en dat de toekomst reeds ergens aanwezig is. Tijd, onze tijdbeleving, is een soort illusie maar wel een door de natuur ons opgedrongen illusie, die we in het dagelijkse leven niet kunnen mijden.
Al met al is er, althans in metafysisch opzicht, geen begin. Dat "in den beginne" van mij was een metafoor. Je kunt "in den beginne" ook lezen als: in principe. Of zoiets.
Vergelijk ook de discussie tussen Coplestone en Russell, waarover de heer Riemersma heeft geblogd.
Kortom, de werkelijkheid is gecompliceerd en mag niet gereduceerd worden tot een handjevol al te platonische begrippen.
Een reactie posten