zondag 14 september 2025

De validatie van contradicties en anadicties

In de formele 'deviante' logica's (een deviante logica is een systeem dat afwijkt van de klassieke logica) worden aan de anadictie en de contradictie de validatie 0.5 gegeven.

Het lijkt mij toe dat dit voor een anadictie een juiste proxy is, maar voor een contradictie niet. (Een proxy is een éénheid die je gebruikt voor alle metingen: het is een soort 'stand in'). 

Onze logische denkwijze -een plan van aanpak- is als een route: je gaat van a, naar b, naar c, naar d en tenslotte bereik je je doel.

Als een van de aanwijzingen onderweg niet klopt, dan bereik je je doel niet. Soms ontbreken de routebordjes, soms zijn ze dubbelzinnig, dat wil zeggen: soms kun je geen kant uit, soms kun je alle kanten uit. (Een route is coherent als er voldoende bordjes staan om je naar het einddoel te leiden. Mocht er een bordje ontbreken, dan is de route niet coherent. Een route is consistent als geen van de bordjes meerduidig is. Mocht een van de bordjes meerduidig zijn, dan is de route niet langer consistent en -feitelijk- ook niet langer coherent).

Een contradictie is een routebordje dat op een viersprong zegt: je moet alle wegen begaan (tegelijkertijd!). 

Een anadictie is een routebordje dat weg is, dat niet goed leesbaar is of dat precies de verkeerde kant op wijst (vaak het werk van kwameisjes en -jongens).  

Waarom kunnen we niets aanvangen met contradicties en anadicties? Wel, in biomechanische taal: anadicties brengen teweeg dat je gaat rommelen, contradicties brengen teweeg dat je versteent.

Gezien het bovenstaande, lijken me de volgende validaties beter gekozen:

-een juiste validatie voor de anadictie is dan:
v(¬p & ¬¬p)= één waarde tussen 0 en 1.

-een juiste validatie voor de contradictie is dan:
v(p & ¬p)= een waarde tussen 2 en oneindig.

Merk op dat deze validatie voor de contradictie meer recht doet aan het idee van de explosie. (De gedachte dat uit een contradictie volgt dat alles waar is.)

In de praktijk: uit een anadictie in je schema voor een handeling volgt dat je geen (lees: niet één) doelgerichte handeling kunt produceren; uit een contradictie in je schema voor een handeling volgt dat je meerdere doelgerichte handelingen moet produceren (lees: tenminste twee)- maar dat is iets wat je lichaam, uit de aard der zaak, niet kan.

Onze denkwijze is gericht op consistentie. Dat wil zeggen dat je één optimale handeling per beurt verricht: denk aan de pronte dames die het bier rondbrengen tijdens de Duitse bierfeesten, zij dragen per beurt het optimale aantal glazen aan. Voorts moeten handelingen coherent zijn: een doelgerichte plan bestaat uit meerdere consistente (deel-)handelingen die samen het gewenste resultaat opleveren. 

Een Duitse bierdame kan 12 bierglazen per beurt dragen (daar verdient ze ongeveer 12 maal 50 cent mee). Je kunt nu op je vingers natellen dat ze handen tekort komt als ze 24 bierglazen in één keer wil serveren. Het is daarom logisch dat de bierdame 24 glazen in twee beurten serveert. Als ze op deze wijze haar taak heeft volbracht en 12 euro heeft verdiend, dan heeft ze met glans bewezen dat ze een coherent en consistent denkend mens is.

Wat is nu een contradictie? De contradictie is een handige, natuurlijke maat voor onmogelijke handelingen. Vanzelfsprekend moet deze maat goed begrepen worden door ons verstand, anders produceert het verstand verkeerde gedrags-schema's (plannen). 

Vandaar dat onze begrippen, in wisselende contexten, bij voorkeur welbepaald zijn: ze hebben één betekenis. Ze zijn niet vaag, dat wil zeggen onbepaald of meerduidig. Daarom geloven wij dat de waarheid 'één' is: één verhaal is waar, duizend verhalen zijn of allemaal onwaar of ze zijn op één na onwaar.

In sommige contexten, als we de werkelijkheid accuraat willen beschrijven, hebben we echter wel onbepaalde en/of meerduidige taal nodig. Quanta zijn notoire voorbeelden: je kunt ze beschrijven als deeltjes en als weefsels (met een golfkarakter) en als deeltjes die een relatie tot zichzelf hebben (ze kunnen met zichzelf interfereren). Ook wiskundige objecten kunnen onbepaald zijn (denk aan pi).

Wetenschappers doen hun uiterste best om meerduidige en onbepaalde uitdrukkingen te herschrijven tot éénduidige uitdrukkingen. In de quantummechanica is dat mogelijk dankzij de 'snede van Heisenberg': een daadwerkelijke meting. Waar wel bij moet worden opgemerkt dat de quantumwereld nogal zakelijk is: je krijgt slechts één antwoord. Je kunt vragen naar de snelheid of de plaats van het deeltje. 

(Wat dat betreft doet een dergelijke meting me denken aan de moderne huisarts: je mag tegenwoordig slechts per bezoek één klacht voorleggen aan de dokter. Stel dat je iets aan je oog en je oor mankeert, dan moet je vantevoren goed bedenken welk mankement je wilt laten onderzoeken.)

De contradictie is in zekere zin een formele weergave voor een handeling die niet uitvoerbaar is. Omdat handelen voor de mens fundamenteel is, is deze klassieke logische wet een van de twee fundamentele 'wetten' in ons cognitieve systeem.

Een validatie, ook al is dit een validatie in een formeel systeem, moet nu recht doen aan het catastrofale karakter van een contradictie: wie in contradicties denkt kweekt een cognitieve structuur die door onze armen en benen niet kan worden uitgevoerd. Je bent je zelf mentaal aan het 'pootje haken' als je werkelijk gelooft dat je je rechterbeen tegelijkertijd kunt buigen en strekken. De biomechanische hoofdregel is: het is buigen of strekken!

Een validatie van een 1/2 doet geen recht aan het 'onmogelijke' karakter van de contradictie. Je kunt als proxy voor een contradictie daarom bijvoorbeeld een validatie van tenminste 2 gebruiken (en als proxy voor een anadictie lijkt me een validatie van een 1/2 toereikend). 

6 opmerkingen:

Jan-Auke Riemersma zei

Ik heb de drie bijdragen getiteld 'spreken over het gans andere' verwijderd: ik ben er niet tevreden over. Waarvan akte.

Overigens, voor wat betreft de bierfeesten: daar kun je natuurlijk beter helemaal niet heen.

RV zei

- Een route is consistent als een van de bordjes meerduidig is, zodat je niet weet wat je moet kiezen. -

Moet het niet zijn: inconsistent?

Jan-Auke Riemersma zei

RV, jazeker! Dank je wel!

Jan-Auke Riemersma zei

Interessant is de volgende aflevering van de podcast 'Ondertussen in de kosmos' (een podcast van de Volkskrant): Het God-effect. Je kunt deze aflevering gemakkelijk vinden door even te zoeken in je favoriete podcast app en in het 'zoek-venster' de volgende termen in de voeren: 'God-effect ondertussen in de kosmos'.

Aafje zei

Na het beluisteren van de wetenschapspodcast met het onderwerp 'Waarom zoveel mensen religieus zijn', valt het me op dat er vooral aandacht is voor redeneringen die gebaseerd zijn op rationele overwegingen. Daar is natuurlijk niets mis mee maar ik krijg het gevoel alsof de rol van gevoelens en ervaringen in het mensenleven - en dus ook in het geloofsleven - vooral worden belicht alsof die hoofdzakelijk een onbetrouwbaar fenomeen of bijverschijnsel zijn.
Mensen verschillen nogal....
Er zijn mensen die zich zelden laten oplichten en er zijn mensen die dat regelmatig overkomt.
Er zijn mensen die nooit verliefd zijn geweest en hun huwelijks- of levenspartner vanuit rationele overwegingen hebben uitgekozen en er zijn mensen die elkaar op 17-jarige leeftijd in de ogen keken en wisten: hij (zij) is het en daarna levenslang elkaars partner en geliefde zijn.
Er zijn ook mensen waarbij de invloed van hun hart, ziel en verstand aardig uitgebalanceerd is.
(En er zijn mensen die zich beter laten begeleiden of onderwijzen bij meditatieoefeningen dan in de podcast wordt genoemd)
Wat zul je er verder van zeggen..... Het is maar net op welke wijze ontwikkelingen in een mensenleven worden belicht. Er zijn allerlei filters in gebruik en dat zal heel verschillende beelden opleveren...

Jan-Auke Riemersma zei

Aafje, ja: dat is de blinde vlek van wetenschap... wat niet kan worden geturfd wordt met argwaan bezien. Het is zo lastig om een objectief oordeel te vellen over ervaringen. Maar het is een gegeven dat psychologen heel gemakkelijk kunnen laten zien dat mensen zich keer op keer vergissen als ze vertrouwen op hun intuïtie. Voorbeeldje: je denkt dat op een schaakbord twee velden verschillende kleuren hebben. Je ziet het ene veld duidelijk als grijs, het andere als wit. Dan leg je ze naast elkaar en in de vergelijking blijken het vermeende wit en het vermeende grijs niets van elkaar te verschillen.