vrijdag 11 juli 2025

Menselijkerwijs gesproken...

(1) Hoe vreemd mag de werkelijkheid zijn? Wel, dat is niet afhankelijk van de werkelijkheid, maar van mijn 'denkwijze'.

Stel dat ik greep wil krijgen op de werkelijkheid. Je kunt dat doen door een overzicht (een lijst) op te stellen van de dingen die wel en die niet voorkomen in de werkelijkheid. 

Ik geef de dingen die wel op de lijst staan een validatie: 1; en de dingen die niet op lijst staan geef ik de validatie: 0.

Een simpele en erg overzichtelijke procedure.

Een probleem dat zich daarbij helaas voordoet is dat mijn denkwijze mijn blik op de werkelijkheid vertroebelt. Ik denk 'logisch' (alle mensen hebben een 'logisch' controlesysteem in hun brein: zonder dat controlesysteem zouden ze in blinde paniek raken) [1]. Maar de wereld is niet logisch. 

De werkelijkheid wordt niet geordend door universele, logische principes (er is geen logisch 'krachtenveld' dat de gehele werkelijkheid in het gareel houdt: dat was een voorstelling die ik van de werkelijkheid maakte.)

Als ik de werkelijkheid in kaart wil brengen, dan weet ik [dus] dat ik zowel 'normale' als 'absurde' dingen op de lijst moet zetten.- Maar dat levert voor mij de nodige problemen op: absurde dingen hebben volstrekt andere modale eigenschappen dan normale dingen!

Om maar een voorbeeld te noemen: je kunt absurde dingen niet 'wel of niet' op de lijst zetten: dit logische beginsel -het is de wet van het uitgesloten derde- geeft de eigenschappen van absurde dingen niet juist weer. Voor absurde dingen geldt niet dat ze 'wel of 'niet' bestaan.

De enige 'logische' kennistheoretische oplossing voor dit probleem is dat ik absurde dingen een andere validatie geef dan 1 en 0, namelijk: 0.5 ('half'). [2].

Je moet dingen met een dergelijke validatie beslist op de lijst zetten: ze behouden altijd de waarde 'half'. Je kunt geen regel of wet of berekening verzinnen die de validatie van deze absurde dingen vermindert tot: 0.

Wat moet je hier van denken? Wel, in kennistheoretische termen lees je dit als: 'absurde dingen bestaan, maar dan op een voor mij onbegrijpelijke manier': ze bestaan anders dan de dingen die voor mij 'gewoon' zijn'.

God is een voorbeeld van een 'ding' [vergeef me, ik heb geen ander woord in voorraad] dat absurd is (immers, als de wereld absurd is, dan zal haar schepper ook absurd zijn: het inzicht van God wordt niet beperkt door een simpel logisch controle-mechanisme). En dat God ons begrip overtreft is sowieso goed verenigbaar met de klassieke opvatting. (Het enige wat ik de hele tijd gedaan heb is begrijpelijk maken wat het wil zeggen -wat het betekent- dat God onze denkwijze overtreft).

Als God een absurd ding is, dan moeten we God dus wel op de lijst zetten (wij hebben geen keus: voor ons blijft de logische plicht om dingen wel of niet op de lijst te zetten van kracht).

Ik kan daarom naar waarheid zeggen: menselijkerwijs gesproken weet ik dat God bestaat (alhoewel ik God niet kan doorgronden).

----

[1] Pavlov trainde een hond om eten te verwachten bij het zien van een cirkel en het tegendeel -er komt geen eten- bij het zien van een ovaal. Geleidelijk verkleinde hij het verschil tussen de ovaal en de cirkel, totdat de hond ze niet goed meer van elkaar kon onderscheiden. Het dier wist toen niet meer wat hij kon verwachten. Het wrede gevolg was dat het dier een psychose (!) kreeg, een geestelijke ineenstorting. Het dier kon zijn gedrag niet langer controleren (uit: Southwell, Gareth, Paradox).

[2] Zowel Beall als Priest geven aan de ontkenning van de klassieke logische wetten een validatie van een 'half': een absurde toestand is voor een mens half-waar, half-onwaar en nooit absoluut onwaar, nooit absoluut waar.

7 opmerkingen:

Jan-Auke Riemersma zei

Pre-emptive remark: ik ken nu iemand die zal aanvoeren dat de waarde 'half' betekent dat 'we het dus niet weten'. Maar die uitleg is subjectief. Immers, dat is niet zinvoller dan de discussie tussen mensen die 'vinden' dat het glas half-vol is of half-leeg. Het formele punt van de redenering is niet wat we moeten denken van het absurde karakter van God (=de validatie 0.5) maar of we God op de lijst moeten zetten. Welk overtuigend argument heb je om te zeggen dat we zaken met een halve validatie niet op de lijst moeten plaatsen? Intuïtief is het zo dat ook halve gebouwen, halve boeken en half ontvouwen ideeën deel uitmaken van de werkelijkheid. Anders gezegd: je kunt niet ontkennen dat het glas water, ongeacht of je meent dat het half-vol of half-leeg is, op de lijst staat.

JanD zei

Zeer geachte Jan Auke.

Je begint deze draad met citaat:
“Hoe vreemd mag de werkelijkheid zijn? Wel, dat is niet afhankelijk van de werkelijkheid, maar van ---mijn--- 'denkwijze'.” (--- --- toevoeging van JanD)

Bij een ---ander--- , niet goed getrainde (hoofd)denker, niet met zijn denkwijze. Bijvoorbeeld een gnosticus ziet de werkelijkheid met zijn “kennisse van het hart”: -- zijn -- werkelijkheidswereld is liefde. De mens met “gutfeeling” leeft in een werkelijkheid vanuit zijn gevoel/intuïtie.

Och werkelijkheid zijt gij mijn wijsheid te slim af? (zoiets geks zou Nietzsche dan zeggen)

Ik heb met plezier de satire van Jac gelezen. En mijn wenkbrauwen gefronst toe de filosofie leraar, Jac in zijn tweede reactie terecht wees. Het staat er wel allemaal zo ludiek, maar zit er echt, echt, geen kern van waarheid in? Bewust of onbewust?

Is bij halfgoden sprake van een ludieke uitspraak, bizarre praat of een echte logische contradictie? Mijn mening op grond van kennis van symbolisme en hermeneutiek is dat hier echt naar een logische contradictie wordt verwezen. Dus niet zoals bij een glas water met de bizarre waarde half vol = half leeg maar een halfgod die volwaardig mens en tevens ook volwaardig god is: wat elkaar uitsluit... (?) Daar wordt naar mijn mening symbolisch naar verwezen omdat onze “logische” (op duale gronden) bestaande taal daar ontoereikend voor is. Behalve voor gnostici of ander mensen met gevoel voor advaita: “niet twee” dus monistisch (in de zin van Leibnitz) “één”."monade".

Een hermeneutische argument daarvoor is onder andere, dat in het oud-Egyptisch de mentaal gedachte zelfgeschapen oergod, “Atoem” wordt genoemd. Dat woord is een ‘oxymoron’ in essentie (dus niet als stijlfiguur gebruikt). Atoem betekent alles-en-niets, het ontstond uit zichzelf uit het Nun (de oeroceaan als pure potentie) ATOEM bevatte alle dingen in zichzelf, vóórdat ze onderscheiden werden in dualiteit: man/vrouw, hemel/aarde, enz. Atoem wordt vaak gezien als de voltooide, "de alles-in-één", soms ook als "de niet-zijnde", dus een paradox van zijn én niet-zijn.
Atoem heeft een contradictorisch karakter: hij is bron én bestemming, vormloos én vormend, niets én alles. Het is identiek met het vaak door mij genoemde sunyata. Het woord lijkt op atoom, er is geen taalkundige verwantschap maar wel opvallende symbolische verwantschap: het lijkt op een diepere, archetypische verwantschap — zoals de psycoloog Carl Jung zou zeggen: verschillende culturen raken aan dezelfde oerbeelden.

Angelsaksische analytische filosofen zijn doorgaans allergisch voor oxymorons, omdat hun traditie sterk gericht is op helderheid, logische consistentie en definieerbaarheid. Tja, ja.
Nu komen we eindelijk aan de halfgoden toe: die hebben dus niet de bizarre heldere, logische consistentie en definieerbaarheid: de waarde van een half, maar zijn dus werkelijk godmens. Vele theologen gebruiken relationele, rationele, filosofische redeneringen en hebben zich ook over de dubbele natuur van Jezus gebogen, die in essentie ook een halfgod is, en zijn logisch vastgelopen. Omdat logsch deficient is op dit sacrale gebied. (eehh sorry)

Het is zoals in de “begrippen wereld”: lang kent men door kort, en omgekeerd, het onderscheid van tegengestelden dat constituerend werkt in de duale wereld. Maar één hierarchie in de begrippenwereld hoger en dan vallen deze twee samen in het begrip lengte. Of je zou kunnen zeggen: kort en lang zijn geemaneerd uit lengte. Vond ik wel een grappige metafoor om uit [verzamelingen en lijstjes uit denken] iets anders te zeggen.

Met vriendelijke groet van JanD

Jan-Auke Riemersma zei

JanD, eerst even een korte uitleg over 'logica' en 'analytische filosofen'. Het is een stroming die alle normale filosofische problemen bestudeert. Ze doen dat echter met in het achterhoofd de gedachte dat je er weinig mee opschiet als je je begrippen slordig gebruikt. Ze gebruiken daarom definities en geven de voorkeur aan helder taalgebruik. Logica is daarbij een adequaat hulpmiddel (en niet meer dan dat).

Als jij in de tuin werkt met een warrige tuinman, die een schop dan eens 'hark', dan eens 'schoffel' en dan eens 'zakmes' noemt, dan is dat lastig. Het zal je duidelijk zijn dat samenwerken met zo'n goede, doch warrige man vast en zeker problemen zal geven. Vraagt hij om de schoffel, dan weet je niet of hij feitelijk de spade wil hebben.

Een halfgod is een 'mens met goddelijke eigenschappen'. Ze doen geen onlogische dingen (zoals tegelijkertijd vliegen en niet vliegen). We hebben geen reden om deze creaturen op te vatten als te beschrijven met een 'B'-type definitie (B staat voor Both, volledig mens & volledig god).

Als je Atoem definieert als een B-type, dan begrijpen we deze god niet goed -ik weet iig niet wat ik moet denken van een contradictie- en daarom zetten we dit ongrijpbare concept op de lijst als 0.5 (en dit is feitelijk een epistemische waardering: overigens zou '1/0' beter uitdrukken dat je het bestaan van een B-type definitie niet kunt uitsluiten, maar het rekent nu eenmaal gemakkelijker met een 0.5).

Jezus wordt beschreven als een B-type: hij is volledig mens & volledig God. Ook hij moet daarom op de lijst met een validering van 1/0 (of: half). Zie de studie van Beall: Contradictory Christ. Jezus is volgens de traditie geen half-god, maar God&mens.

Het is onjuist dat analytische filosofen allergisch zijn voor oxymorons: juist deze filosofen bestuderen contradicties en ontwikkelen 'deviante logische stelsels'- en die zijn revolutionair.

Het is niet zo verstandig om een oordeel over een bepaalde traditie te hebben zonder deze goed te kennen.

Jan-Auke Riemersma zei

Jac & Jan: jullie missen het volgende punt: sommige zaken kun je apriori afhandelen, andere zaken zijn aposteriori. De vraag of donkere energie bestaat is aposteriori; de vraag of objecten waar we een B-type definitie aan toekennen bestaat is apriori. Als we zeker weten dat een object door ons uitsluitend kan worden beschreven als een contradictie, dan weet ik apriori dat dit object bestaat (ik weet dan apriori dat ik de wet van het uitgesloten derde niet kan toepassen: een contradictie bestaat immers juist NIET wel of niet?). Ik hoef dus helemaal niet te wachten totdat iemand voor mij uitzoekt [aposteriori] of een object met een B-type definitie bestaat.

RV zei

Objecten?

Ik geloof niet dat er uberhaupt objecten bestaan. Dus een lijstje met objecten gaat langs me heen.

Maar laat ik iets preciezer zijn. Ik meen dat er geen losse objecten bestaan. Er bestaan alleen maar samenhangen. En dat valt nader te argumenteren. Het volstrekt onsamenhangende is onmogelijk.

Een object is een stukje werkelijkheid met interne en externe samenhangen. Dat is een apriori. Hoe zo'n object er echt uitziet, is een zaak van aposteriori theoriegeleide empirie.

Zou een object, bestaande uit interne en externe samenhangen, inconsistent zijn, dan zou het niet alleen intern inconsistent zijn maar ook extern en dan zou het zijn omgeving ook inconsistent maken en die inconsistente omgeving zou verder uitdijen naar grotere omgevingen.

Wetenschap richt zich niet op losse objecten maar op samenhangen, op verbanden. Neem het periodiek systeem en de onderliggende deeltjesfysica met het standaardmodel. Of neem de geschiedstheorie van, zeg, Braudel.

Gaat men uit van losse objecten, dan raakt men weldra verzeild in de theorie van een aparte ruimte en een aparte tijd. Maar in feite zijn objecten stukjes tijdruimteweefsel, althans wat betreft ons universum. In een ander universum bestaan wellicht andere dimensies.

De moraal? Wel, me dunkt dat naast het consistentievraagstuk ook het coherentievraagstuk bestaat en dat beide vraagstukken samenhangen. En wellicht op consistente wijze.

Jan-Auke Riemersma zei

RV, dan heb je nog (heel) wat filosofische problemen op te lossen. Dat is op zich geen bezwaar natuurlijk, want dan hoef je je niet te vervelen. Zie: https://plato.stanford.edu/entries/structural-realism/ (dit lemma is geschreven door Ladyman zelf en aardig 'up to date' (2023)).

Maar gelukkig is Jac het met je eens: dat scheelt al weer een slok op een borrel ;)

RV zei

Vragen

Mijns inziens is filosofie het stellen van vragen en van vragen over vragen. Eventuele antwoorden zijn op hun best aardige hypotheses.

Als ik bijval zou willen, dan bijval voor mijn vragen, niet zozeer voor mijn antwoorden. En dan, mijn? Het zijn niet zozeer mijn vragen als wel de vragen van de filosofie. En met filosofie bedoel ik de gehele filosofie vanaf het begin dat de mens zich vragen stelde.

Dat artikel van Ladyman ga ik zeker nog lezen.

Wat betreft het begrip "structuralisme" , er zijn vele versies van dit begrip. Bijvoorbeeld ook binnen de geschiedskunde. "Structuur" bij Foucault is toch iets anders dan "structuur" bij Braudel en de zijnen. Dan is er nog een dik boek van Nagel getiteld: Structure and Science. Of zoiets. Niet Thomas Nagel.

Tja, semantiek ... Betekenissen. Naast de vragen lijkt mij de semantiek een kern van de filosofie. Wat betekent "consistentie", wat betekent "coherentie"? Wat betekent "betekenis"?

Een verschilletje tussen Ladyman en mij is dat hij vooral inzoomt op de natuurwetenschappen en dat ik meer wil inzoomen op de menswetenschappen. Ontologische nadruk versus epistemologische nadruk. Maar dit is, wellicht, een verschil van temperament. Maar ook temperament bestaat en verdient onderzoek.

En zo blijft men bezig. Maar ook de vaatmachine moet uit- en ingeruimd worden. En wel in die volgorde.