Stel dat je niet beschikt over het vermogen om te oordelen (let wel: een oordeel veronderstelt dat je emoties hebt en dat je 'invoelend' bent). Als bijvoorbeeld een van je kinderen wordt gedood door een willekeurige automobilist -hoe gevaarlijk is het verkeer!- dan kan het je, door gebrek aan ethisch besef, werkelijk niets schelen.
Patricia Churchland schrijft dat een schildpad, als je voor zijn ogen een andere schildpad doodt en in stukken snijdt, hier niet warm of koud van wordt.
Vind je dat een gebrek of een zegen?
Onze 'zin' voor het goede en het kwade kan echter uitsluitend ontstaan in een wereld van goed en kwaad.
Een wereld (dus) waarin mensen elkaar doden, elkaar bedriegen, kinderen kanker krijgen en mensen zelfs ontvankelijk zijn voor geestelijk lijden.
D.Z.Philips betoogt dat God immoreel is omdat hij het kwaad in de wereld toelaat. Maarten 't Hart -bij monde van Maarten, in Een Vlucht Regenwulpen- verwoordt dit sentiment als volgt:
"(...) God die mensen zo intens haat dat hij keelkanker voor ze heeft uitgevonden."
Philips en 't Hart hechten waarde aan deze verwijten: ze zullen werkelijk denken dat hun ethische oordeel over God hout snijdt. Vermoedelijk is dat ook zo.
De keerzijde is echter dat ze, als de wereld vrij zou zijn van alle kwaad, niet eens in staat zouden zijn om een ethisch oordeel over Gods schepping te vellen. Alleen in een natuurlijke wereld, waarin goed en kwaad voorkomen, kan een mens 'opklimmen'(?) tot een bewust ethisch dier.
Je kunt een natuurlijke wereld, waarin de mens is gevormd door evolutie, en waarin goed en kwaad voorkomen, dus bezien als een 'ethische' proeftuin. Onze wereld -zoals deze wordt beschouwd door de mens- is niet goed, niet kwaad, doch 'ethisch'.
Aangezien denkbeelden eigenlijk zintuigen zijn -of uitbreidingen van zintuigen-, is een ethische wereld onontbeerlijk: je hebt een dergelijke wereld nodig om de zintuigen voor goed en kwaad te kweken [1].
In een andere wereld zou een mens geen zintuigen hebben kunnen ontwikkelen voor ethiek en voor rechtvaardigheid. In onze wereld zijn deze 'zintuigen' echter uitermate nuttig. (In een wereld zonder licht heb je geen voordeel van het oog; in een wereld zonder geluid heb je geen voordeel van het oor; in een wereld zonder kwaad heb je geen voordeel van het 'ethische zintuig').
Gegeven de bovenstaande schets, zou je een betoog kunnen opstellen waarin je beweert dat het kwaad nuttig is voor een groter goed: een ethisch bewustzijn en een zintuig voor het Goede (=rechtvaardigheid).
Van de weeromstuit krijgen dieren met een sterk ethisch besef overigens een scherp oog voor de ernst van het kwaad/lijden. Dit maakt het onmogelijk of in ieder geval lastig om het kwaad te zien als een 'nut'.
----
[1] Evolutie en rechtvaardigheid. Denk aan de experimenten met de aapjes: beloon het ene aapje voor een taak met een druif, het andere aapje voor dezelfde taak met een schijfje komkommer, en het komkommer-aapje zal vinden dat het oneerlijk behandeld is. Alleen in een oneerlijke wereld kan een mens, op natuurlijke wijze, ethisch leren denken en idee hebben van rechtvaardigheid.
2 opmerkingen:
Jan Auke
Om maar meteen met de deur in huis te vallen, onze wereldbeelden verschillen zo zeer van elkaar dat ik helaas constateer dat de portee van mijn reactie helaas niet overkomt.
Het zal wel te maken hebben met de interpretatie van wat reëel is, het naïef realisme, naturalisme, idealistisch realisme, fenomenologisch realisme: wat is reëel? Ik ga uit van het mystieke of metafysische realisme: dat de werkelijkheid onkenbaar is voor het denken, mystiek reëel menselijk ervaarbaar als numineus, principieel paradoxaal , dus echt logisch contradictoir en in diepste essentie essentieloos :-) (!) Benoembaar als een wegwijzer die de weg zelf niet is, een label dus: sunyata, tao, volle leegte. De weg die geen weg is, de woorden die niet waar zijn
Je stuk gaat over “De waarde van Ethiek”. Citaat: “.....is een ethische wereld onontbeerlijk: je hebt een dergelijke wereld nodig om de zintuigen voor goed en kwaad te kweken.”
Je gaat dus uit van het reële bestaan van goed en kwaad in de wereld of in ieder geval, dat het nuttig zou zijn die “zintuigen voor goed en kwaad te -” citaat: “- ontwikkelen voor ethiek en voor rechtvaardigheid. In onze wereld zijn deze 'zintuigen' echter uitermate nuttig.”
Dat relativeer ik niet alleen: ik beargumenteer met Libet en Swaab en Kahneman dat de ethiek ook een andere kant heeft dan die zoals je die voorstelt. Ik vind dat door jouw reactie daarop dan ook bevestigd, in mijn woorden; de wetenschap stelt tegenovergestelde feitelijkheden vast. Mijn conclusie is dan ook wetenschappelijk onderbouwd: de wereld is echt hard paradoxaal. De ethiek kan gebruikt worden tot nut van de mens, maar vaker tot zeer grote ellende leiden. Jij bent slecht en ik ben goed: ten strijde! Daarom zijn er ook veel mensen die goed en kwaad zien als een illusie van de mens, zich oefenen in puur emotieloos te zijn door gebed en meditatie en verdraagzaamheid oefenen. De mens is net zo verantwoordelijk voor zijn daden als een tsunami. Alles wordt beheers door vele oorzaken en vele gevolgen. Zie mijn argumenten in mijn bijdrage. De stille waarnemer waarover ik sprak, is het oog van de “halfgod” die ik ben en iedereen is en geen “object” is.
Met vriendelijke groet van JanD
Ik gebruik ChatGPT als een assistent die voor mij zoekt naar dat wat ik wil weten, ik ga daar mee om zoals ik altijd in mijn leven met vraagstukken omga. Steeds zelf verschillende standpunten innemen in een soort dialectisch proces om meer kennis te vergaren. Dat is essentieel om een uitvinding te doen: steeds de conclusie wantrouwen en verder nadenken. Dat werkt vermoeien voor mensen die graag snel zekerheden hebben, maar is wel goed om een goed resultaat te krijgen.Het probleem waar ik vaak tegenaan loop is dat men meent dat alles wat ik zeg, ook mijn persoonlijke mening is. En chatgpt kan zeer snel allerlei woorden duiden die je gebruikt en mij onbekend waren.
Een reactie posten