Zou onze logische denkwijze geen middel zijn dat ons op het spoor van de waarheid zet, dan is het succes van de wetenschap niet te verklaren.
Het is inderdaad niet te ontkennen dat onze wetenschappers 'goed bezig' zijn.
Hieruit volgt echter niet dat onze logische denkwijze 'waar-achtig' is (en betrekking heeft op de universele/algemene inrichting van de werkelijkheid).
Wij staan in de wereld alsof het een werkplaats is waarin wij adequaat moeten handelen. Uiteindelijk herleiden wij elke zaak tot de vraag: wat moet ik doen, wat zal ik beginnen? En aangezien wij een handeling slechts wel of niet (met inzet van alle stelsels en delen) kunnen uitvoeren, is onze denkwijze er op gericht om steeds een duidelijk 'ja' of 'nee' te genereren.
Onze logische denkwijze bewerkt alle inzichten zo dat deze uitvoerbaar zijn. We kunnen dankzij de logische vorm van onze inzichten (gissingen, theorieën, hypothesen enz) de werkelijkheid 'aanpakken' en haar veranderen. Wie niet logisch denkt kan zijn ideeën niet verwezenlijken: het lichaam is niet in staat om één steen te maken met een scherpe rand én deze helemaal rond te slijpen zodat de steen ook kan dienen als een slagwapen.
We zullen als we iets maken vooraf moeten bepalen of we een steekwapen of een slagwapen gaan maken.
Steeds opnieuw, bij alles wat we doen, moeten we ons afvragen: zal ik a of niet a (=iets anders dan a) doen?
Zeker als we ingewikkelde taken uitvoeren is het belangrijk dat we alle hoofd- en deeltaken 'met logische strengheid' van elkaar scheiden: anders komen we ogen en handen tekort in de praktijk en raken we -letterlijk- in de knoop.
Honderden malen per dag moet je een beroep doen op je logische denkwijze. Het aantal besluiten dat een handelend wezen neemt om te kunnen functioneren is enorm.
Zal ik mij wassen, zal ik dat hemd aan, zal ik dit ontbijt nemen, zal ik nu reageren op dat bericht, neem ik de 'snelle' fiets, of de stadfiets, -is X boos op mij: hij gedraagt zich zo afkerig de laatste dagen, of verbeeld ik mij dat-, zal ik een helm op in het drukke verkeer (is het verkeer druk: of stel ik mij aan?), zal ik vanavond mee naar het terras, zal ik een jaartje langer werken, enz enz.
Stel je voor dat je verstand niet bedreven is in de kunde om alle problemen in een 'tweevoudige logische structuur' te dwingen, dan zouden we niet succesrijk zijn in onze pogingen om een normaal eerste-wereld mensenbestaan te leiden.
Wel, hetzelfde geldt voor wetenschappers. Een wetenschapper die niet logisch denkt zal er niet in slagen om zijn laboratoriumproeven uit te voeren, zijn verslagen te ordenen, zijn resultaten te analyseren, enz. Een niet-logische wetenschapper zal zijn 'wetenschappelijke werk' niet kunnen doen.
De wereld in uitgesproken logische 'brokken' (tweedeling: ja of nee) klieven is noodzakelijk om doeltreffend te kunnen handelen. Zonder logische denkwijze zul je niet slagen, ongeacht of je wetenschapper bent, voetballer, leraar of violist. Zulks geldt overigens ook voor kraaien, egeltjes en fazanten (ook de fazant moet iets 'doen' om te kunnen blijven leven en zich de vijanden van het vege lijf te houden: en ook de fazant kan niet vier verschillende handelingen uit één stuk opvoeren).
Wetenschappers handelen logisch. Bovendien bouwen ze voort op de logisch geordende theorieën van hun voorgangers: geen wonder daarom dat hun theorieën steeds preciezer en beter worden. Zonder Lorenz en tal van andere fysici -die hun gedachten in uitvoerbare vorm hebben genoteerd- zou Einstein niet bedacht hebben dat de lichtsnelheid de 'constante' is waarmee je ruimte en tijd enz kunt 'binden'.
De wereld is voor ons een werkplaats waarin we aan de slag moeten: we moeten dingen doen. Handelen -aan de slag gaan- is alleen mogelijk als we er in slagen om alle 'dingen' te persen in een afgemeten, logische vorm. We prepareren de dingen zo dat ze gemakkelijk logisch kunnen worden beoordeeld.
Hoe gaat dit in de praktijk: wel, afhankelijk van de context, belichten we steeds van de dingen één relevant aspect, zodat we gemakkelijk kunnen bepalen wat we moeten doen. Als we trek hebben dan bezien we van alle dingen de voedingswaarde; we beoordelen de dingen in de wereld slechts onder het opzicht van één mogelijke handeling: kan ik het wel of niet eten.
Als we gegeten hebben dan dooft het licht van de ene kleur en gaat langzaam het licht van een andere kleur schijnen. We zien dan alles in ander licht: in deze nieuwe 'context' let ik slechts op de dingen die mij in deze andere context van pas komen. Zo prepareer ik de dingen in de wereld tot dingen die slechts relevant zijn in één opzicht. Alleen als ik de dingen zo conceptualiseer dat ze in een bepaalde context slechts in één opzicht relevant zijn, kan ik snel en logisch denken en handelen. En dit is inderdaad hoe onze denkbeelden gestructureerd zijn: ze hebben in een bepaalde context slechts een relevante eigenschap.
Merk op: zouden we voortdurend in één context meer dan één aspect van de dingen belichten -dat is niet logisch- dan zouden we geen besluit kunnen nemen. Een taart die zowel heerlijk als prachtig is, zal ons aanzetten tot twijfel: het is zonde om haar aan te snijden én zonde is om haar niet aan te snijden. Stel je eens voor dat we de hele dag door onze besluiten zouden moeten afleiden van zulke 'dubbel-relevante' denkbeelden.
De wijze waarop wij in onze 'werkplaats' het gereedschap om te kunnen functioneren -ik bedoel: onze denkbeelden en ons wereldbeeld- prepareren is 'logisch', in die zin dat onze denkbeelden slechts per geval in één opzicht relevant zijn. Klaar voor gebruik dus. Heel ons beeld van de wereld is een (innerlijke) logische constructie. Vanzelfsprekend, want het succes van ons bestaan staat of valt met de bekwaamheid waarmee het lichaam onze verlangens en wensen en inzichten over het voetlicht brengt (zo staat of valt het werk van de componist met de bekwaamheid waarmee de musicus zijn werkstukken uitvoert).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten