maandag 3 februari 2025

Nijntje is een worm

Stel je voor dat Dick Bruna Nijntje steeds anders had getekend: het Nijntje was, al naar gelang de luim van Dick, soms een giraffe, dan een rat, dan een worm en dan een k'nijntje.

Je zou dan zeggen dat Bruna niet consistent was. Het Nijntje was dan overgeleverd aan de willekeur van Dick. 

Alhoewel het Nijntje echter geen consistente 'vorm' had, zouden alle verschijningsvormen van Nijntje -de giraffe, de rat, de worm en het k'nijntje- wel samenhang hebben: 

zo zijn al deze vormen getekend door Dick Bruna; zo dragen al deze vormen de naam Nijntje; zo zijn al deze vormen tweedimensionaal.

De mens is zo vindingrijk dat hij altijd wel enige overeenkomsten kan vinden tussen de talloze eigenschappen die de dingen hebben. 

Overeenkomst -samenhang- wil zeggen dat dingen in één verzameling passen. 

Consistentie is de eerste eigenschap die dingen moeten hebben als je deze wilt bestuderen.

Stel je eens voor dat je bij inConsistente Dick op bezoek bent. InConsistente Dick heeft net een kaboutertje getekend.

'Nijntje', zegt inConsistente Dick, 'is nu een kaboutertje.'

'Ah', zeg jij, 'Nijntje is nu dus geen k'nijntje, geen worm, geen rat en geen giraffe?'

'Jawel', zegt inConsistente Dick, 'Nijntje is ook al die andere vormen- én een kaboutertje.'

'Aha', zeg jij, 'Nijntje is dus alle vormen die je getekend hebt.'

'Nee', zegt inConsistente Dick, 'Nijntje is nu, op dit ogenblik, alleen een giraffe!'

En zo gaat het de hele ochtend door. Steeds tekent inConsistente Dick andere vormen en steeds verandert hij zijn mening over welke vorm(en) het echte Nijntje is (zijn).

Na afloop weet jij nog steeds niet wie Nijntje is- en erger, je zult er ook nooit achterkomen, want inConsistente Dick blijft maar goochelen met de vormen en de namen.

Als je van je dochter de opdracht had gekregen om een tekening van 'het enige echte' Nijntje mee te nemen, dan zou je aan haar opdracht niet kunnen voldoen.

Het verschil tussen consistentie en coherentie is belangrijk: samenhang is een ruim begrip en vindingrijke mensen kunnen altijd wel een overeenkomst vinden tussen elementen.

Consistentie is een 'maat' die je nodig hebt om de willekeur en veranderlijkheid van de werkelijkheid te bestrijden. 

Wat is nu het verband tussen coherentie en consistentie? Wel, als je in staat bent om een aantal ogenschijnlijk willekeurige elementen in één verzameling te stoppen, dan kan het niet anders of de elementen hebben toch een aantal consistente eigenschappen (zoals, in ons voorbeeld: alle vormen zijn getekend door Bruna; alle vormen zijn 2-dimensionaal; al deze vormen heten Nijntje).

Zonder consistentie, zo leert deze lichtvoetige studie ons, geen samenhang. 

Door nu één categorie te introduceren, zoals 'alles bestaat uit atomen', 'alles is water', 'alles is het onbepaalde' of 'alles is geest', maak je heel de werkelijkheid vwb één 'hoedanigheid' consistent. 

Om echter een dergelijke alles-overkoepelende categorie te kunnen invoeren, zul je wel de gehele werkelijkheid moeten kennen. Het is de vraag of dat mogelijk is.

Neem het volgende mogelijke 'object', het 'absoluut onkenbare':

1. als je het absoluut onkenbare kunt vinden, dan heb je het niet gevonden;

2. als je het absoluut onkenbare niet kunt vinden, dan heb je het gevonden [1].

Waaruit volgt dat een consistente lezing van de gehele werkelijkheid niet mogelijk is.

-------

[1] Uiteraard bedoel ik hier: 'als je het absoluut onkenbare principieel niet kunt vinden, dan heb je het gevonden' (maar verdraaid, dat kun je toch zelf ook wel bedenken: ik verwacht dat mijn lezers buitengewoon goed kunnen lezen en niet lijden aan het bezit van karige en miezerige harses).

16 opmerkingen:

Jan-Auke Riemersma zei

Deze bijdrage is lichtvoetig: als je wilt reageren, en eindeloos zijsporen wilt bewandelen -en ook nog wilt varieren op deze zijsporen, zodat zelfs de nijverste spoorzoeker het spoor bijster raakt- dan kan ik dat bij deze draad wel velen. Ook is het uiteraard leuk als je elkaar in de haren vliegt: reuring in de tent is goed voor de omzet, leuk voor de bezoekers en trekt lezers :)

RV zei

Als het mag ...

wil ik iedereen attenderen op de lichtvoetige doch ook diep spittende site:

https://www.geocities.ws/katinkawebbel/wormenpartij

Besef dat Darwin wormen hoog achtte.

En God beschikte een worm ...

Cees Dekker

Maar als dit commentaar niet to the point is, dan hadsikidee de kliko in, naast de wormen. :)

Jac Vaes zei

Het absoluut onkenbare is onder meer het onmogelijk ware. Als er een alwetend wezen bestaat dan bestaat er niets wat absoluut onkenbaar is. Maar als zo'n wezen niet bestaat dan is het mogelijk dat er wel absoluut onkenbare dingen zijn. Een voorbeeld van zoiets is datgene wat er het geval is in de ken van een een zwart gat. Een ander voorbeeld is het exacte aantal mieren in het universum op een bepaald tijdstip t. En, om nog eens wat te noemen: de bewering dat al het mogelijke waar is.
vr. gr.,
Jac

Jan-Auke Riemersma zei

Jac, maar als dat wezen niet logisch is, dan kan het wezen het onkenbare wel en niet kennen. Het is dan niet mogelijk om zonder meer te betogen dat God niet kan bestaan als het absoluut onkenbare bestaat. Je ziet het, dialetheïsme geeft ons wat meer armslag als we nadenken over de werkelijkheid (alhoewel het ons wel steeds met de neus op de feiten drukt, namelijk dat wij maar beperkte denkers zijn: dat vinden wij niet prettig, we raken onze sterke, absolute greep op de werkelijkheid kwijt).

Jac Vaes zei

Jan-Auke,
Je zegt: "Jac, maar als dat wezen niet logisch is, dan kan het wezen het onkenbare wel en niet kennen". Deze opmerking is niet ter zake . Waarom zou zo'n wezen niet logisch zijn? Ik had het over een alwetend wezen. En het is ondenkbaar dat een alwetend wezen-- zijnde een wezen dat alles wat waar is kan kennen-- al het onkenbare, inclusief het onmogelijk ware, kan kennen en daarom ligt het niet voor de hand dat zo'n wezen niet logisch is.
vr. gr.,
Jac

RV zei

Stel je voor,

in plaats van een driekoppige hellehond een tweekoppige worm, een worm met aan elk uiteinde een kop en, voila, ergens in het midden van dat lange lijf een cloaca. Stel je voor dat jij die worm bent. Ben je dan die ene kop of die andere of allebei? Als je slechts die ene kop bent, hoe verhoud je je tot de andere kop?

En evolutie? Die werkt met trial en error. Al te grote onaangepastheden aan de omgeving worden afgestraft. Wellicht zal bovenstaande worm zozeer met zichzelf in de knoop raken dat hij het verder wel kan vergeten. Of hebben beide koppen steeds gelijke gevoelens en gedachten? Als de een wil eten, wil de ander dat dan ook?

Bert Morriën zei

Jan-Auke,

Je uitgangspunt dat onze denkwijze voordelig is voor onze overleving is en dus evolutionair voordelig was staat buiten kijf. Evolutie selecteert inderdaad niet op waarheid van denkbeelden, ook illusies kunnen betere overlevingskansen bieden en dus is een illusionaire God niet verwonderlijk als daardoor netto een betere overlevingskans is ontstaan.
Zie https://bertsditjesendatjes.blogspot.com/2025/02/over-de-wonderlijke-menselijke-geest.html

Jan-Auke Riemersma zei

RV, die tweekoppige worm bestaat: vergroeide tweelingen (siamese tweelingen): ze zullen samen als één moeten denken: het zijn geen Cerberussen, maar Surebrecsen.

Jan-Auke Riemersma zei

Jac, je schrijft: [Je opmerking is niet terzake (...) Ik had het over een alwetend wezen].

Maar een alwetend wezen kan niet logisch zijn: zie 'Grimm: The Impossibility of Omniscience', in: Atheism (ed Martin), Oxford, p.204. De opmerking is dus 'ter zake'.

Jan-Auke Riemersma zei

Bert, ik heb je gesprekken met Grok vanmorgen gelezen. Ze zijn leuk. Ik ben intussen wel wat voorzichtiger geworden met ChatGPT: hij zet me ook vaak op het verkeerde been; soms is de informatie die verstrekt wordt ronduit fout; soms echter is de informatie uitstekend. Een ander probleem is dat ChatGPT niet langer gebruik mag maken van 'beschermde teksten': hij heeft geen toegang tot de academische tijdschriften bijvoorbeeld: dat maakt de machine alweer een stuk minder interessant. Een derde probleem is dat ChatGPT politiek correct wil zijn en daarin behoorlijk verschilt van bijvoorbeeld menselijke recensenten: als je vraagt naar welke opname van een muziekstuk te verkiezen is boven alle andere opnamen, dan geeft ChatGPT je een hele lijst met 'deugdelijke' opnamen, waar bijvoorbeeld de recensenten van Classical Music (BBC), Penguin Good CD guide of Gramophone je slechts één of twee opnamen geven: dat laatste is veel praktischer.

Als ChatGPT vrij toegang zou hebben tot alle mogelijke bronnen, zou het een interessanter instrument voor studie en lering zijn dan het nu is: nu is het weinig meer dan een zoekmachine waar je tegen kunt 'praten'. Wat niet wegneemt dat ik tegenwoordig liever ChatGPT gebruik dan de gangbare 'klassieke' zoekmachine's.

Bert Morriën zei

Jan-Auke,

Mooi dat je mijn gesprekken met Grok "mooi" vindt.
Minder is dat je niet op de inhoud ingaat.

Dat LLM's zoals ChatGPT beperkingen hebben is een open deur. Die hebben mensen trouwens ook.

Jouw aanhoudende pogingen te beargumenteren dat jouw God echt moet bestaan roept de vraag op waarom je dat doet. Wat jou motiveert heb je wel duidelijk gemaakt. Jij meent dat God méér is dan een illusie die jou een perspectief van troost biedt en daarmee bevindt jij je in een illuster gezelschap. Mijn vraag is steeds waarom jij en die mensen dat denken maar daar krijg ik nooit antwoord op. Blijkbaar weet men dat niet.
Dat is niet zo erg want ik weet niet eens waarom ik überhaupt denk. Het is blijkbaar iets wat mijn fysieke structuur doet zonder dat ik daar zeggenschap over heb.
Dat ondermijnt het gevoel dat ik over vrije wil beschik en voor mij betekent dat ik niet kan beslissen of ik kan rekenen op een troostende God. Bij mij had dat het gevolg dat ik mijn interesse in God definitief ben verloren maar jij lijkt die twijfel niet los te kunnen laten.
Waarom?

Jac Vaes zei

Jan-Auke,
Je zegt dat een alwetend wezen niet logisch kan zijn. Laat ik eens aannemen dat dat waar is, wat betekent dat dan? Kan zo'n alwetend wezen dan het onmogelijk ware, dat per definitie onkenbaar is, kennen? Ik neem wel aan dat zo'n wezen het onmogelijk ware en per definitie onkenbare niet kan kennen, maar niet dat het dat wel kan kennen: immers alleen waarheden kunnen gekend worden. Als wij zouden moeten aannemen dat een alwetend wezen het per definitie onkenbare kan kennen ligt het dan niet voor de hand dat wij, logische denkende mensen, het bestaan van zo'n wezen moeten afwijzen?
Wij, als logisch denkende mensen mogen de uitspraak: "als er een alwetend wezen bestaat dan kan dat wezen het per definitie onkenbare kennen" slechts als waar beschouwen als er geen alwetend wezen bestaat. Tot slot een vraag: Stel eens dat de logica niet universeel geldt. Is het dan niet verstandiger om met betrekking tot de vraag of daar, waar de logica niet geldt, bewuste wezens leven een agnostische houding aan te nemen? Mij lijkt dat dat inderdaad veel verstandiger is dan er allerlei wilde speculaties over te doen. Hoe zie jij dat? Zou je daar eens op in willen gaan of moet het maar weer eens naar de prullenbak:-)?
Vr. gr.,
Jac

JanD zei

Jan Auke

Je spreekt over reuring. Inderdaad, intellectuele wrijving kan waardevol zijn - het trekt lezers, stimuleert debat en verscherpt gedachten. - Maar ik vraag dan: waarom mijn bijdragen niet altijd geplaatst worden want dan heb je echt reuring hoor! Laat me inhoudelijk ingaan op een fundamenteel verschil van inzicht dat hier speelt.

Je stelling over het 'absoluut onkenbare' gaat uit van een dualistische denkwijze die ik wil bevragen. Je schrijft: "als je het principieel niet kunt vinden, heb je het gevonden. Als je het kunt vinden, dan heb je het niet gevonden." Het probleem zit al in de aanname dat het 'absoluut onkenbare' een 'object' zou zijn dat gevonden of niet gevonden kan worden. Deze benadering blijft gevangen in een dualistisch denkkader van subject versus object, van vinden versus niet-vinden.

Vanuit non-dualistisch perspectief, zoals we dat kennen uit het Advaita Vedānta (letterlijk: niet-twee), valt deze paradox weg. Hier gaat het niet om kennen versus niet-kennen, maar om een andere vorm van 'weten' die voorbij deze dualiteit gaat. Zoals dualiteit zich manifesteert in onze dagelijkse ervaring - we kennen 'lang' alleen in relatie tot 'kort', 'licht' alleen in relatie tot 'duister' - zo ontstijgt non-dualiteit deze tegenstellingen.

Deze benadering vinden we terug bij verschillende denkers door de geschiedenis heen. Rudolf Otto spreekt over het numineuze - dat wat zich aan rationele categorieën onttrekt maar zich wel laat ervaren. Kitaro Nishida ontwikkelde zijn concept van contradictoire identiteit, waarin tegenstellingen elkaar niet uitsluiten maar juist omvatten. En Meister Eckhart verwoordde dit prachtig in zijn gebed: "God, neem mij mijn geloof in god af." Een schijnbaar paradoxale uitspraak die volkomen logisch wordt vanuit non-dualistisch perspectief.

Eckharts beroemde uitspraak "Het oog waarmee ik God zie is hetzelfde oog waarmee God mij ziet" vat deze hele benadering samen. Hierin zien we:
- De fundamentele eenheid tussen mens en God
- Kennis als directe, innerlijke ervaring
- De goddelijke vonk (het 'Funkelein') waarin subject en object samenvallen

Deze zienswijze resoneert ook in het boeddhistische beeld van Indra's net, waarin elke knoop in het net een juweel is dat alle andere juwelen weerspiegelt - een perfect beeld van onderlinge meer dan verbondenheid en non-dualiteit. Geen samenhang of verbinding van losse delen maar echte “eenheid in veelheid” als “niet-twee-kennis”.

Dus in plaats van tegen elkaar in te gaan, nodig ik uit tot een verkenning van deze diepere dimensie. Niet via de gebaande paden van object georiënteerde dualistische logica, maar via wat je "denk-sprongetjes" noemt - die misschien wel precies die vonken kunnen zijn die ons voorbij de gebruikelijke kaders brengen.

Want werkelijke reuring ontstaat niet door oppervlakkig tegen elkaar in te gaan, maar door elkaar uit te dagen tot dieper begrip. Laten we daarom deze 'fonkelende lichtende paarlen' samen onderzoeken, ook als ze ons op onverwachte zijpaden brengen.

Groet van JanD

Jan-Auke Riemersma zei

Jac, je schrijft: [immers alleen waarheden kunnen gekend worden.]

Werkelijk? Dit is toch onjuist? Ik kan *weten* dat iemand jokt; ik kan *weten* dat iets niet het geval is.

Jac Vaes zei

Jan-Auke,
Dat alleen waarheden gekend kunnen worden is niet onjuist, zoals jij meent. Je zegt: "Ik kan *weten* dat iemand jokt; ik kan *weten* dat iets niet het geval is". Maar hier is sprake van een categorievergissing; jij verwart twee soorten kennis, namelijk kennis van waarheden en kennis van onwaarheden. Als jij namelijk weet dat iets niet het geval is dan weet jij dat het waar is dat iets niet het geval is. Immers als het niet waar zou zijn dat iets niet het geval is dan zou jij niet kunnen weten dat het wel waar is. Door mijn opmerking dat alleen waarheden gekend kunnen worden in twijfel te trekken ging je voorbij aan twee wezenlijke vragen die ik met betrekking tot jouw positie stelde.
Daarom stel ik deze nogmaals.
Als wij zouden moeten aannemen dat een alwetend wezen het per definitie onkenbare kan kennen ligt het dan niet voor de hand dat wij, logische denkende mensen, het bestaan van zo'n wezen moeten afwijzen?
En de tweede vraag was: Stel eens dat de logica niet universeel geldt. Is het dan niet verstandig om met betrekking tot de vraag of daar, waar de logica niet geldt, bewuste wezens leven een agnostische positie in te nemen? Mij lijkt dat veel verstandiger dan te gaan speculeren over wat daar zoal het geval kan zijn. Hoe zie jij dat?
vr. gr.,
Jac

Bert Morriën zei

Jan-Auke,

[Ik kan *weten* dat iets niet het geval is.]

Nee natuurlijk, dan is dat *weten* een waarheid en dat *iets* nog steeds onkenbaar.