donderdag 9 januari 2025

Analetheia, dialetheia

Aristoteles meende dat twee wetten -we noemen deze wetten 'klassiek'- onze denkwijze bepalen. Hij gebruikte deze twee wetten in zijn metafysica om aan te tonen dat de wereld niet voortdurend in beweging is en dat de wereld niet onkenbaar is.

De klassieke aristoteliaanse wetten zijn de wet van het uitgesloten derde en de wet van non contradictie.

Niemand zal betwisten dat deze twee wetten dominant zijn. De hamvraag is waarom deze wetten dominant zijn.

In formele zin onderscheiden deze wetten zich niet van de andere logische wetten (denk aan de wetten van de Morgan, enz). Alle logische wetten zijn tautologieën. Een 'hogere rang' is er niet in de logica.

De meest populaire verklaringen zijn metafysisch van aard: je veronderstelt dat de gehele werkelijkheid logisch geordend is en werkt voorts uit wat dit betekent voor onze denkwijze, voor de wetenschap en voor de natuur. Het probleem met alle metafysische verklaringen is dat ze zich baseren op kennis die we niet hebben: we weten niet hoe de werkelijkheid is.

Tenslotte zijn er ook nog bovennatuurlijke theorieën. Het nadeel van bovennatuurlijke theorieën is dat ze een God of een andere kracht veronderstellen die de wetten -op een of andere onnavolgbare wijze- geïnstalleerd heeft. 

Een naturalist wijst -uit de aard der zaak- alle formele, metafysische en bovennatuurlijke verklaringen van de hand.

We hebben ook geen enkele reden om zo 'hoog' te grijpen, want een aardse, naturalistische verklaring voor de logische wetten is niet lastig te geven. (Voor de goede orde: ik maak onderscheid tussen logische regels en logische wetten: wetten zijn universeel, regels zijn lokaal).

Ons brein is een senso-motorische machine: het is een neurale machine die de werkelijkheid waarneemt opdat we adequaat kunnen handelen.

Het sensorische verstand produceert 'relevante cognities' die door het motorische verstand worden omgezet in 'adequate handelingen'.

De samenwerking tussen deze twee systemen loopt echter spaak als de 'relevante cognities' niet kunnen worden uitgevoerd. Het lichaam is een erg eenkennig apparaat. Het kan slechts één volledige handeling per beurt uitvoeren [1]. Volledig wil zeggen: een handeling waar het hele lichaam met al haar 'middelen' bij nodig is.

Cognities kunnen het lichaam structureel in de problemen brengen: (i) als ze twee of meer volledige handelingen per beurt eisen (=glut, dialetheia), of (ii) als ze géén handeling per beurt eisen (=gap, analetheia). 

In beide gevallen is het lichaam machteloos. 

Het kan onmogelijk naar het westen én naar het oosten lopen (=glut); het kan onmogelijk naar het westen noch naar het oosten lopen (=gap).

Het lichaam zou zichzelf moeten verdubbelen om naar het westen én naar het oosten te kunnen lopen; en het lichaam zou zichzelf moeten annihileren om noch naar het westen noch naar het oosten te kunnen lopen.

We hebben over het algemeen een scherper oog voor het gevaar van dialetheia's dan voor analetheia's. Onterecht. Ook analetheia's zijn een groot probleem voor dieren.

Ik las in de krant het verhaal van een soldaat die aan het einde van zijn latijn was. Hij vertelde het nodige over gevechtssituaties: "Je zit in een loopgraaf weggedoken, terwijl je de vijandelijke troepen hoort naderen; je moet vroeg of laat de loopgraaf verlaten, maar dan geef je je dekking op. Je bijt van angst je tanden stuk: je weet dat je klem zit en geen goede optie's tot je beschikking hebt. Dat maakt wanhopig."

Dit is een voorbeeld van een analetheia: de ellendige situatie waarin je eigenlijk niet kunt handelen. De soldaat kan noch in dekking blijven noch niet in dekking blijven.  

Een ander voorbeeld is al even dramatisch: "In de kampen van de Duitsers verzamelden zich alleen sadistische bewakers. Dat krijg je. De goede bewaarders gaan weg, zij zijn niet bestand tegen het onrecht. Je mocht je in het kamp niet presenteren zonder pet. Er waren ook grasvelden, die mocht je niet betreden. Bewakers gristen nu soms de pet van je hoofd en wierpen die op het gras. Je was zo machteloos. Je kon niets doen. Op het gras stappen betekende de kogel; niet op het gras stappen -je zonder pet presenteren- betekende slaag en straf." 

Een analetheia staat in de volksmond bekend als 'kiezen tussen twee kwaden'. 

De enige goede oplossing voor een analetheia is fysiek onmogelijk: namelijk door je lichaam te laten verdwijnen uit de netelige situatie, zodat je noch alpha noch niet alpha hoeft te kiezen.

Je kunt een analetheia niet oplossen. Je zit klem. De soldaat moet kiezen: linksom of rechtsom, de kans dat hij blijft leven is klein. Maar noch linksom noch rechtsom is onmogelijk. Het is van tweeën één.

Om analetheia's en dialetheia's te vermijden heeft het sensorische systeem de strenge opdracht om aan het motorische systeem geen gluts en geen gaps te verschaffen. Hoe ernstig de situatie ook is, het verstand moet tenminste één handeling paraat hebben (vermoedelijk is dat de instinctieve vlucht of vecht reactie).

Het lichaam kan onmogelijk niet handelen: immers, als de soldaat in de loopgraaf verstijft van angst en niet in staat is om te bewegen, is ook dit een volledige handeling. Nogmaals, een analetheia kun je alleen oplossen -onmogelijk- door je lichaam (voor korte tijd) te laten verdwijnen. 

In een mogelijke wereld waarin je de beschikking hebt over 'star-trek-achtige' technologie zouden gluts en gaps geen probleem hoeven zijn. In onze wereld zijn ze dat wel.

Waarom heeft de natuur onze denkwijze (dus) voorzien van logische regels: om ons in te peperen dat we altijd moeten zoeken naar die ene, goede optie. Twee opties uitvoeren is theoretisch soms beter (als je over twee lichamen zou kunnen beschikken is je kans om te overleven groot), maar lichamelijk niet te verwezenlijken; geen optie uitvoeren is theoretisch soms beter (als je moet kiezen uit kwaden), maar lichamelijk niet te verwezenlijken. 

Het verstand mag dus niet zeggen tegen het lichaam: om aan die nare vos te ontkomen moet je nu tegelijkertijd naar links en naar rechts springen: dan staat die lelijke rover vreemd te kijken! Ook mag het verstand niet zeggen tegen het lichaam: je kunt niet uit de dekking komen en je kunt niet in de dekking blijven: weet je wat, verdwijn maar even van aarde, dan is de netelige situatie weg (equivalent: doe maar even helemaal niets, dan gaat het vanzelf over). 

De logische wetten dwingen het verstand, door een onder- en bovengrens vast te stellen, om in elke situatie naarstig te blijven zoeken naar de enige, meest optimale, uitvoerbare optie.

Een streng verbod dus op gaps en gluts: en dat is dan de aardse, cognitieve functie van de logische regels [2].

----

[1] Redish, A, The mind In the brain, 2013; Barrett-Feldman, Lessons about the brain, 2017; Beall cs, Analetheism and dialetheism, 2014. 

[2] De natuurlijke verklaring van de logische regels maakt een 'hogere' verklaring overbodig. Er is geen grond voor de bovennatuurlijke, metafysische en formele verklaringen van de logische wetten. Logica is een begrijpelijk product van de evolutie en dus heb je geen (goede) reden om te denken/geloven dat het universele wetten zijn.- Ze hebben een universele functie in onze cognitie: ze domineren elke gedachte die we hebben; maar daaruit afleiden dat ze ook buiten onze cognitie dominant zijn is een denkfout.

Geen opmerkingen: