zondag 1 december 2024

Pap, vuur en God (versie 1.5)

De mens is een natuurlijk wezen. We hebben geen idee waarom dat zo is. We treffen ons zelf aan op 'de aarde' -een planeet in een immens heelal- en weten niet wat we hier moeten doen, anders dan ons staande houden en de gebruikelijke dieren-dingen doen: zorgen dat we onze maag vullen, nakomelingen krijgen en narigheid vermijden (zo goed en zo kwaad als het gaat).

De mens is onder de dieren geen uitzondering. Het enige verschil is misschien dat ons waarnemingssysteem beter ontwikkeld is dan dat van de bacterie en de lintworm.

De mens is een senso-motorisch systeem, dat wil zeggen een tweedelige 'darwin-machine' -een dier met een bi-lateraal ontwerp- dat bepaalde signalen kan waarnemen, categoriseren en integreren tot een bruikbaar overzicht van zijn omgeving en dat van zijn 'denkbeelden' en van zijn 'wereldbeeld' gebruik kan maken om zijn buik te vullen, gevaar te vermijden en nakomelingen te kweken. 

De vliegtuigen van tegenwoordig zijn geavanceerd -ze hebben straalmotoren en kunnen buitengewoon veel vracht vervoeren- maar ze verschillen niet wezenlijk van Bleriot's nogal krakkemikkige vliegmachine.

Zo zijn ook de dieren van tegenwoordig -de mens en de mensaap en de olifant- nogal geavanceerd, maar niet wezenlijk verschillend van de eerste bilaterale dieren. Ze hebben dezelfde behoeften maar geven daar een wat andere vorm aan. Een voorbeeld is het gebruik van vuur: wij koken ons voedsel, de koe neemt zomaar een hap uit het gras.

In de hersenen van de mens, die wat groter zijn dan die van de koe -in verhouding tot het lichaam, let wel-, passen ook meer denkbeelden. 

Een denkbeeld maakt deel uit van het waarnemingssysteem (het 'senso'-deel van de 'senso-motorische' machine). Wie, net als ik, slechte ogen heeft, heeft dit al vaak gemerkt: je zag wat vlekken en bewegende draden en pas na enig denkwerk begrijp je dat je een leerling ziet die naar je zwaait. Je moet even zoeken naar het juiste denkbeeld voordat je weet wat je ogen zien. 

Toen ons brein groeide kregen we meer 'ruimte' voor denkbeelden. Ook voor denkbeelden die ons laten '(in-)zien' dat het bestaan niet altijd even aangenaam is en die slecht te verenigen zijn met onze wens om 'geborgen' te zijn. Wij 'zien' bijvoorbeeld dat wij zullen eindigen op de vuilnisbelt van het bestaan: we zullen sterven, onze kinderen zullen sterven en de kinderen van onze kinderen zullen sterven. Je bent vader en moeder geworden van kinderen die over korte tijd weer zullen worden vernietigd. Zo bezien is het een misdaad om je voort te planten. De natuur behandelt ons zoals een 'heer' vroeger zijn lijfeigenen behandelde. Wij zijn van nul en generlei waarde. 

We hebben daarom niet alleen behoefte aan vuur (om ons te warmen), aan pap (om onze buik te vullen) maar ook aan God (om ons -tegen de keer- geborgen te weten in de natuur). 

Zou een uitvinder een ingewikkelde machine maken die ons kan zeggen wat de zin van het leven is en die ons bovendien de eeuwige geborgenheid kan schenken -de schildpad wil gewoon zijn staart door de modder slepen, meer niet- dan zouden we onze hoop natuurlijk niet vestigen op een 'bovennatuurlijk' wezen dat ons verstand te boven gaat en wiens 'werking' -volgens ons- de brute, vernietigende kracht van de natuur ongedaan kan maken. God is eigenlijk een soort experimenteel kunstwerk dat de mens kan uittillen boven zijn nederige, uitzichtsloze natuurlijke staat. De 'god-machine' zou God dan overbodig maken, maar hij zou het denkbeeld van een 'god' niet overbodig maken.

Wij zijn zo gewrocht dat we behoefte hebben aan voedsel, warmte en geborgenheid. Niets is daarom zo natuurlijk als nadenken over de vraag of -en hoe- we onze erbarmelijke natuurlijke staat uiteindelijk kunnen verbeteren of zelfs (blijvend) overtreffen. 

De ontdekking van 'het hogere' is daarom een vanzelfsprekend bedenksel van de mens, een bedenksel van een senso-motorische darwinmachine, dat al even belangrijk is als de ontdekking van het vuur en al even troostrijk als het eten van warme pap (althans, voor de hongerige).

De gedachte dat religie 'onjuist' is omdat het een uitvinding/bedenksel/behoefte is van de mens, gaat voorbij aan het feit dat ons verstand een 'senso-motorisch' instrument is: een machine die ons in staat stelt om onze natuurlijke verlangens te vervullen. De (menselijke) senso-motorische darwinmachine heeft geen flauw idee hoe de 'gehele' werkelijkheid is ingericht (sterker: hij heeft goede redenen om te twijfelen aan het idee dat er 'überhaupt' sprake is van een 'algemene inrichting'). 

Het enige wat hij kan doen is zijn aardse denkbeelden gebruiken om enige greep te krijgen op alle verten, draaiingen en omkeringen waarmee de werkelijkheid hem overlaadt. 

We weten dat de mens een zeer klein brein 'is' in een eindeloze zee van mogelijkheden (of moet het zijn: hij is een zeer klein brein in een zee van eindeloze mogelijkheden)? Ons verstand kan zonder algemene wetten niet bepalen wat on-bestaanbaar (absurd) is. We beschikken over geen enkel middel om God 'de toegang tot de werkelijkheid te ontzeggen': de enige redelijke optie daarom is om hem toegang te verlenen tot de werkelijkheid [1].  

Het enige waar ons brein voor deugt is speuren naar pap, vuur en geborgenheid. De vos wil rustig slapen in haar hol, wij willen gezellige, ongestoorde feestdagen doorbrengen in onze met kunst- en kaarslicht versierde huizen

Ons verstand is bestemd voor praktische problemen en praktische oplossingen. Kennis is geschikt voor gebruik, niet voor metafysica.  

Zoals het verstand van de mens voorts zijn voedsel zo verschillend en fantasierijk bereidt/bewerkt dat mensen wederzijds afkerig zijn van elkaars schotels doet niets af aan het feit dat 'eten' zeer natuurlijk is; mutatis mutandis, dat mensen hun religies zeer verschillend inrichten en beleven, doet niets af aan het feit dat geloven zeer natuurlijk is.

Ik kan geen goede reden bedenken waarom je religie zou willen afzweren- behalve misschien om redenen van persoonlijke aard: je hebt misschien een afkeer van religie eenvoudigweg omdat het verschijnsel niet te verenigen is met jouw 'levens-smaak'. Je kunt je echter afvragen of een dergelijk standpunt niet al te benauwd is en of je niet al te zeer een kind van je tijd -jaren vijftig, zestig- bent. 

Een aardige paradox heb ik altijd de volgende gevonden: Sartre riep zijn tijdgenoten op om authentiek te zijn en daarom -net als Simone en hij zelf- religie af te zweren: en dat deden vervolgens braaf al zijn 'authentieke' tijdgenoten.

----

[1] Ons verstand kan zonder algemene wetten niet bepalen wat on-bestaanbaar is: daarom geldt, binnen de beperking van onze logische denkwijze, dat God bestaat (immers, wat niet on-bestaanbaar is bestaat). 

25 opmerkingen:

RV zei

Ik was jong. En een vriendje van me vroeg me: wat vind jij van Sartre? Ik kende Sartre niet. Maar Chartres wel. En ik zei zoiets als: best wel mooi. En de kathedraal van Chartres is ook best wel mooi. Die van Beauvais ook.

Ach ja, authenciteit. Bij veel mensen verhoudt nadenken zich tot denken als praten tot napraten.

RV zei

Het systeem

De mens is niet alleen maar een sensomotorisch systeem maar tussen senso en motorisch zit het algemeen globaal menselijk onderscheidingsvermogen. Dat onderscheidingsvermogen is een abstractie. Elk mens heeft zo zijn eigen persoonlijke versie van dat abstracte onderscheidingsvermogen.

Met dat vermogen onderscheiden we tussen binnen- en buitenwereld, tussen honger en dorst, tussen zitten en lopen, tussen stenen en stoelen, tussen jou en mij, tussen vijf en zes, tussen links en rechts en noem maar op.

Wetenschap probeert ons onderscheidingsvermogen fijnzinniger te maken om zo allerlei concrete verbanden nader te belichten. Filosofie belicht op tastende wijze het onderscheidingsvermogen.

Sommige onderscheidingen zijn nogal problematisch. Bijvoorbeeld tussen "stoffelijk" en "onstoffelijk". Of tussen "natuur" en "bovennatuur".

In elk geval, onze concepten zijn onderdelen van netwerken van diverse soorten opposities. Het concept "licht" heeft alleen betekenis als je geest-brein het afzet tegen "donker" of "zwaar".

Bert Morriën zei

RV,

[Het concept "licht" heeft alleen betekenis als je geest-brein het afzet tegen "donker" of "zwaar".]

Zo kun je het zeggen.Voor iemand die zich vertrouwd heeft gemaakt met natuurkunde is dit te eenvoudig. Die beschouwt zichtbaar licht als een manifestatie van energie die verschillende intensiteiten kan hebben.
Zwaar als een kracht beschouwt zo iemand als een manifestatie van massatraagheid in een zwaartekrachtsveld die ook in grootte kan verschillen.
In beide gevallen
gaat het niet zozeer over opposities maar over gotere of kleinere waarden. Daarover kan nog veel meer gezegd worden.
Voor mij doet jouw opmerking over 'zwaar' de werkelijkheid te kort maar misschien heb je het alleen maar als een grapje bedoeld en moet ik daar vrede mee hebben.
Het éne brein is het andere niet.

RV zei

Beste Bert

Geen grapje maar ernst.

Onze individuele geest is een concrete dynamische versie van het abstracte algemene onderscheidingsvermogen.

Het abstracte algemene onderscheidingsvermogen is dus een metapsychologisch model. En als model is het grofmazig.

Een bepaalde concrete versie van dat model is dynamisch en kan aldus her en der de grofmazigheid bijstellen tot fijnmazigheid. Dat gebeurt onder meer in de wetenschap. De algemene onderscheidingen worden fijner. Zie je eigen versie van het algemene onderscheidingsvermogen.

Dat algemene onderscheidingsvermogen is ook een verklaring van ons leervermogen en uiteraard ook van ons taalvermogen. Taal werkt nu eenmaal met onderscheidingen. Anders is taal onbegrijpelijk. Als iemand "grmplf" zegt, kan ik dat "grmplf" geen plaats geven in mijn taalweefsel van onderscheidingen. De ene betekenis onderscheidt zich van de ander.

Je besef van natuurkundige theorieën is prima. Maar je lijkt een blinde vlek te hebben voor metapsychologische theorieën. Je kijkt wel naar zintuigelijke input en motorische uitput maar de Centrale VerwerkingsEenheid, de CVE, ontgaat jou. Bovendien is er meer input dan slechts de zintuigelijke. Ook het geheugen doet op diverse manieren driftig mee.

Nu denk ik niet dat onze geest een computer is. Maar misschien is de computermetafoor soms nog niet zo slecht. Er is meer dan in- en output. Er is ook nog de Centrale VerwerkingsEenheid en die is zeer complex wat betreft de mens. Complexer dan bij andere dieren. Maar niet onherleidbaar complex zodat een beroep op het wonderbaarlijke godsidee niet nodig is. En ook een beroep op het even wonderbaarlijke panpsychisme is niet nodig.

De jaren des onderscheids. Een mooie ouderwetse zegswijze. :)

Nog iets over metapsychologie:

https://en.wikipedia.org/wiki/Global_workspace_theory#:~:text=Global%20workspace%20theory%20(GWT)%20is,of%20conscious%20and%20unconscious%20processes.

Jac Vaes zei

Jan-Auke,
"Ik kan geen goede reden bedenken waarom je religie zou willen afzweren- behalve misschien om redenen van persoonlijke aard: je hebt misschien een afkeer van religie eenvoudigweg omdat het verschijnsel niet te verenigen is met jouw 'levens-smaak'. Je kunt je echter afvragen of een dergelijk standpunt niet al te benauwd is en of je niet al te zeer een kind van je tijd -jaren vijftig, zestig- bent".
Een van de meest ingrijpende en fundamentele bezwaren tegen het geloof in een goede en almachtige God is het lijden van onschuldige kinderen en dieren. Of er überhaupt een God is en welke eigenschappen hij heeft dat weet ik niet. Maar één ding meen ik met stelligheid te mogen beweren en dat is dit: Als er een God bestaat die door zijn schepping verantwoordelijk gehouden moet worden voor het lijden van onschuldige kinderen en dieren dan heeft hij juist daardoor in de hand gewerkt dat veel mensen, waaronder ook ik, niet in hem kunnen geloven. Waarom niet? Omdat het onethisch en verwerpelijk is om het lijden van onschuldige kinderen en dieren mogelijk te maken met het oog op welk te bereiken doel dan ook. Wat ik hier zeg is niet zo maar iets maar het resultaat van een diepe worsteling met het probleem van het kwaad in de wereld. Het tegenargument dat Gods wegen onbegrijpelijk zijn werkt hier niet, want uit het feit dat iets onbegrijpelijk is mag niet geconcludeerd worden dat het van God afkomstig is, zelfs niet in een dialetheïstische wereldbeschouwing.
vr. gr.,
Jac
vr. gr.,
Jac

Jac Vaes zei

Jan-Auke,
Vergeet de laatste alinea van mijn vorige inzending maar. Na er nog eens goed naar gekeken te hebben wil ik die vervangen door:
Het tegen argument dat Gods wegen onbegrijpelijk zijn werkt niet voor mij, want van iets wat onethisch en verwerpelijk is mag ik niet aannemen dat het afkomstig kan zijn van God, tenzij God geen persoonlijke wezen is.
vr. gr.,
Jac

Bert Morriën zei

RV,

Je mist mijn punt. Jouw metafysica is deels gewoon fysica.
Ondescheidingsvermogen is een een kenmerk van digitale technologie. Een bit kan twee onderscheidbare waarden hebben en voor N bits zijn dit 2^N waarden waarmee de grootte van getallen kunnen worden aangegeven. Op die getallen kunnen de meest complexe bewerkingen worden uitgevoerd op immens grote hoeveelheden data in een onvoorstelbaar hoog tempo dat exponentieel aan het toenemen is.
( https://koneksa-mondo.nl/2023/11/15/de-ontwikkeling-van-ai-in-4-grafieken/ )

Machines als ChatGPT
kunnen door statistische analyse hogere-orde informatie uit primitieve data afleiden en daaruit nog weer hogere. Het resultaat is dat je met ChatGPT heel goed kunt converseren over wat jij metafysica noemt wat volgens mij aantoont dat metafysica gewoon fysica is.
Ik ben zeker niet blind voor metafysica maar het is mij vaak veel te speculatief om het serieus te kunnen nemen. ChatGPT lijkt adequaat om te gaan met die limitaties.

Als je die nieuwe mogelijkheden niet zelf probeert blijf je achter bij mensen die daarmee hun voordeel doen.
De geschiedenis herhaalt zich. Iedere revolutionaire nieuwigheid moet zich bewijzen door oude te verdringen. Doe wat kinderen doen en speel er al lerende mee. Die leven daardoor in een wereld die voor ons onvoorstelbaar lijkt te worden.
Over een tijdje hebben ze trouwens niets meer van de huidige mensen te vrezen. Ons zijn duurt niet eeuwig.

Jac Vaes zei

Jan-Auke,
Je suggereert in de voetnoot van je artikel dat wat mogelijk bestaat ook feitelijk bestaat. Ik acht het niet onmogelijk dat Tante Truus geregeld vreemd gaat; moet ik nu ook aannemen dat zij dat ook werkelijk doet? Als wij van iets niet kunnen bepalen dat het onbestaanbaar is ligt het dan niet meer voor de hand om te denken om te denken dat het mogelijk bestaat dan om te denken dat het feitelijk bestaat? Betekent "God toelaten tot de werkelijkheid " dat wij niet uitsluiten dat hij bestaat of staat het, zoals jij suggereert, gelijk aan de claim dat hij bestaat"?
Verder vraag ik mij af of de aanname dat God bestaat wel echt consistent is met jouw naturalistische kijk op de werkelijkheid? Jij ook? Of zie jij hier geen enkel probleem?
vr. gr.,
Jac

Jan-Auke Riemersma zei

Jac, omdat dit weer een herhaling van zetten is -we hebben deze onderwerpen al tientallen malen besproken- geef ik slechts fragmentarisch antwoord.

Het kwaad in de wereld en het bestaan van God: een goede wereld is niet persé een wereld zonder lijden: een ethische wereld, waarin een persoon rechtvaardig kan handelen, is ook een goede wereld. Onze wereld is dan ook een menging van goed en kwaad, dat is: een 'echte' ethische wereld. In die zin kan het een 'goede' wereld genoemd worden.

Het bestaan van de Eenhoorn of van tante Truus kan ik onderzoeken; het bestaan van 'onbestaanbare' of 'absurde' zaken niet. In een wereld die 'bestaanbare' en 'onbestaanbare' dingen herbergt moet ik dus de onbestaanbare dingen zondermeer toelaten (omdat ik ze niet kan onderzoeken). God is een 'onbestaanbaar/absurd' ding en dus is hij sowieso een element van de werkelijkheid.

Bert Morriën zei

Jan-Auke,

De reden van ons bestaan is dat er anders niets is. Wij kunnen onze wereld maken of breken. Dus we moeten die maken.
Wie zijn hoop vestigt op zijn niet-bestaan is niet goed bezig. Alleen het bestaan maakt het mogelijk hoop te geven aan die ons overleven.

Jan-Auke Riemersma zei

Bert, je begint je een beetje te ontpoppen tot een goeroe. Het lijkt wel alsof je de spreuken uit een oude succes-agenda oplepelt. Wat moet een ander met zulke algemene praatjes voor de vaak? (Nog afgezien van het feit dat je je in de derde zin een onjuiste afleiding veroorlooft).

RV zei

Beste Bert

Metafysica is zeer algemeen. Fysica is zeer specifiek. Metafysica gaat over zeer algemene samenhangen, fysica over zeer specifieke.

Het menselijk onderscheidingsvermogen is toch heel iets anders dan het "onderscheidingsvermogen" van bits, eiwitten, sneeuwvlokken. Niet alles is één pot nat. We dienen dus goed te onderscheiden tussen het langzame, tastende, creatieve onderscheidingsvermogen van de mens en het pseudo-onderscheidingsvermogen van bits, aminozuren en vallende waterdruppels. En bits zijn geen vallende waterdruppels en ook geen aminozuren.

AI heeft zeker zo zijn waarde. Maar ook zijn donkere kant. Alles wordt opgeslagen en kan tegen ons worden gebruikt. Een goedbedoeld onderzoekje jouwerzijds naar terrorisme kan jou het label "terrorist" bezorgen met alle ellende van dien.

Maar wellicht moet de heer Riemersma zijn hoofd buigen of we niet teveel afwijken van het thema. We zijn we lekker aan het meanderen. :)

Jan-Auke Riemersma zei

RV, ach de heer Riemersma is het onderhand wel gewend: ieder berijdt enthousiast zijn stokpaardje... (vooral het verplichtende taalgebruik is kenmerkend: van de één moeten we allemaal zonder beding de filosofie afzweren en het denken achter ons laten, van de ander moeten we geloven dat er niets is dan atomen en 'velden' en van weer een ander 'dienen' we goed te onderscheiden tussen het langzame, tastende creatieve onderscheidingsvermogen van de mens en het pseudo-onderscheidingsvermogen... Men is afkerig van dominee's, maar aarzelt niet om de ene na de andere preek te schrijven ;).

Jan-Auke Riemersma zei

...de heer Riemersma gaat nu aardappelen kopen, want die zijn laag in calorieën maar verzadigen beter dan volkoren boterhammen en andere graanproducten (heb ik zelf vanmorgen gelezen van een wetenschappelijke voedseldeskundige en dus is het waar). En dus dienen jullie vanaf nu uitsluitend aardappelen te eten... ;)

Jan-Auke Riemersma zei

Jac, je laatste reactie plaats ik als je me zegt wat je argument is: ik zie 'm niet ('t is weer het welbekende gemopper, meer niet- of vergis ik me en ik zie een diep en razend intelligente redenering over het hoofd? Maak 't waar Jac!)

Jac Vaes zei

Jan- Auke,
Graag, als je mij even aangeeft welke stap ik waar moet maken. Zelf dacht ik dat ik duidelijk genoeg was. En daarom denk ik dat je je vergist.
vr. gr.,
Jac

Jan-Auke Riemersma zei

Jac, elke keer beeindig je een discussie -als je er uiteindelijk niet meer uitkomt- met de opmerking dat jij gelijk hebt en dat anderen ernstig in de war zijn. Is het je werkelijk niet gegeven om -daar hebben anderen hier overigens ook een handje van- fatsoenlijk te redeneren? Je persoonlijke standpunt is me duidelijk: maar zeggen dat 'het van tweeen één is' is niet hetzelfde als aantonen dat dat zo is. Tsssk, dat kan toch beter Jac?

Jac Vaes zei

Jan-Auke,

"zeggen dat 'het van tweeën één is' is niet hetzelfde als aantonen dat dat zo is". Wat bedoel je nu met je opmerking dat dit toch beter kan? Bedoel je soms dat het niet waar is dat van twee tegengestelde beweringen er slechts één waar kan zijn? Als ik dat zou beweren dan zou ik, om dat waar te kunnen maken eerst moeten bewijzen dat er ware contradicties bestaan. Maar dat is niet te bewijzen, tenminste niet als de logica universeel geldt en al evenmin als de logica niet universeel geldt, want dan valt er niet zinnig met elkaar te communiceren, laat staan dat men iets zou kunnen bewijzen. Als bewezen zou kunnen worden dat het mogelijk EN onmogelijk is dat God bestaat dan heb je recht om te zeggen dat het beter kan wat ik gezegd heb . Maar dat bewijs is nu eenmaal niet te leveren, tenminste niet als men fatsoenlijk redeneert.
Je vraagt of het mij werkelijk niet gegeven is om fatsoenlijk te redeneren. Het antwoord is dat ik dat nog redelijk kan en dat zal ik aantonen. Neem jouw opmerking in de voetnoot: "Wat niet onbestaanbaar is bestaat" Hier zeg je eigenlijk: "Wat bestaanbaar is bestaat"'.
Welnu, dat is een voorbeeld van slecht redeneren; je ziet hier inderdaad de volgende redenering over het hoofd: Iets wat niet onbestaanbaar is is bestaanbaar en dus mogelijk. Maar uit het feit dat iets mogelijk is mag niet zonder meer worden afgeleid dat het feitelijk bestaat. Het omgekeerde mag wel: uit het feit dat iets bestaat mag worden afgeleid dat het mogelijk is. En uit het feit dat iets niet bestaat mag worden afgeleid dat het mogelijk of onmogelijk bestaat, maar niet dat het mogelijk EN onmogelijk bestaat.
Wil je nog een voorbeeld? Hier dan: Je zegt: "In een wereld die 'bestaanbare' en 'onbestaanbare' dingen herbergt moet ik dus de onbestaanbare dingen zonder meer toelaten "(3 dec 2024 6:54) Dit is niets meer dan een dooddoener. Het lijkt mij beter om te zeggen dat in zo'n wereld onbestaanbare dingen bestaan, ongeacht wie zulks toelaat of verbiedt.
Maar dát er werkelijk een wereld is die onbestaanbare dingen herbergt mag op z'n minst betwijfeld worden totdat bewezen is dat zo'n wereld werkelijk bestaat.
vr. gr.,
Jac

Jan-Auke Riemersma zei

Jac, je zegt: [Wat niet onbestaanbaar is bestaat" Hier zeg je eigenlijk: "Wat bestaanbaar is bestaat"'.
Welnu, dat is een voorbeeld van slecht redeneren; je ziet hier inderdaad de volgende redenering over het hoofd: Iets wat niet onbestaanbaar is is bestaanbaar en dus mogelijk.]

Hier geef je het standpunt van je opponent -opzettelijk?- vals weer. Inderdaad, in zulke nare gewoonten excelleer je, dat heb je onderhand wel bewezen. Het is je niet gegeven om het standpunt van een ander recht weer te geven. Tsssk Jac, zo ben je toch niet opgevoed?

Je eindigt met: [Maar dát er werkelijk een wereld is die onbestaanbare dingen herbergt mag op z'n minst betwijfeld worden totdat bewezen is dat zo'n wereld werkelijk bestaat.]

Maar goede Jac, dat geldt dan ook voor de hypothese dat de werkelijkheid logisch geordend is: nooit bewezen. (Met als keerzijde: dan zou het verstand van de mens een alwetende machine zijn: is dat in lijn met de willekeur van de evolutie en met wat we weten over de functie van het brein? Werkelijk?)

Kortom, er zit geen schot in de zaak. Jouw brein is te zwak om ons verder op weg te helpen. Je overziet het debat inmiddels niet meer en hebt de standpunten niet helder. Wellicht is het verstandig om je nu een poosje stil te houden en wat dieper na te denken over de materie.

Jan-Auke Riemersma zei

Jac, het spijt me zeer beste man: ik zou het op prijs stellen als je even niet meer reageert. Het is herhaling op herhaling -en daarvan weer herhaling, enz. Mijn geduld is op, we zijn voorlopig uitgepraat. Van mij hoef je niet in God te geloven, ik ben geen proseliet.

Jac Vaes zei

Jan_Auke,
Ik heb intussen wat dieper nagedacht zoals je mij aanraadde.
Ik mag niet zonder meer zeggen dat iets wat niet onbestaanbaar is bestaat of dat iets wat niet onmogelijk is bestaat. Maar van God mag men dat wel zeggen, afhankelijk van hoe men God definieert. Stel dat men God definieert als de zijnsgrond. Dan mag men zeggen : "Als God bestaat dan bestaat hij in alle werelden en als er een wereld is waarin hij niet bestaat dan bestaat hij onmogelijk (want dan is hij immers niet de zijnsgrond")
Wij mogen zeggen dat God mogelijk of onmogelijk bestaat en dat hij noodzakelijk bestaat indien hij mogelijk bestaat en dat hij onmogelijk bestaat als er een wereld is waarin hij niet bestaat.
Zitten wij hiermee op hetzelfde spoor?
Vr. gr.,
Jac

Jan-Auke Riemersma zei

Jac, ik begrijp niets van je bijdrage van 5 december. Later we er alsjeblieft over ophouden, dit onderwerp -logica- is schijnbaar niet zo gelukkig gekozen.

Jac Vaes zei

Jan-Auke,
Wat je nu zegt, namelijk dat je niets begrijpt van mijn bijdrage van 5 december, vind ik op mijn beurt onbegrijpelijk. De redenering is immers volkomen correct en ik wil iedereen op dit blog uitdagen om er een fout in aan te wijzen als je mij toestaat. Als anderen er ook niets van begrijpen en als de logica nog steeds geldt dan sla ik mijn computer kapot.
Vr, gr.,
Jac






Jan-Auke Riemersma zei

Jac, een computer vernielen lijkt me zonde... dat is nu ook weer niet nodig. Eerlijk, ik snap beslist niet wat je bijdrage te maken heeft met de vraag of onze denkwijze universeel is of niet.

Jac Vaes zei

Jan-Auke,
Je zegt: " Eerlijk, ik snap beslist niet wat je bijdrage te maken heeft met de vraag of onze denkwijze universeel is of niet".
Ik begrijp niet wat je hiermee bedoelt. Bedoel je soms dat ik dat gesuggereerd heb? Of bedoel je iets anders.? Ik heb serieus en diepgaand nagedacht over wat ik schreef en daarom ben ik zeer benieuwd waar het onbegrip op gebaseerd is.
vr. gr.,
Jac