zaterdag 13 april 2024

God (1.5)

((Versie 1.5): enige verbeteringen aan de tekst; noot [2] toegevoegd)

Als onze denkwijze niet het geëigende instrument is om de werkelijkheid sluitend te beschrijven, dan volgt daaruit dat wij niet kunnen bepalen wat -op universele schaal- uitgesloten is (als je de werkelijkheid niet kunt 'sluiten', is de werkelijkheid voor ons een 'open' domein: in dit 'open' domein maken absurde denkbeelden hun opwachting, want dat zijn de denkbeelden die ongezien langs de logische verdedigingslinie van onze denkwijze sluipen).

In een 'open' domein heeft elk (absurd) denkbeeld een 'waarheids-maker', ook al is haar bestaanswijze dan één die ver afstaat van onze leefwereld.

Je kunt, aangezien absurde denkbeelden weinig praktische waarde hebben voor ons, hier je schouders over ophalen. Voor onze religieuze noden en behoeften echter is dit inzicht een uitkomst [1]

God is uit de aard der zaak een 'iets' met absurde eigenschappen. Atheïstische filosofen hebben aangetoond dat het eigenlijk niet mogelijk is om een beschrijving van God te geven die niet verzandt in tegenstellingen.

Zo is God algoed (voor de mens) en almachtig, maar is het leven (van de mens) een verschrikking. Hoe je ook tobt en peinst, deze oppositie van goed en kwaad is niet te rijmen.

Als God bestaat, dan moet hij onbegrijpelijk (absurd) zijn. Je kunt dan slechts over hem spreken zoals de 'negatieve theologen' over God spreken. 

God is goed, maar eigenlijk is hij niet goed, doch Goed; God is almachtig, maar eigenlijk is hij niet almachtig, want hij is Almachtig (waarbij 'goed' betrekking heeft op de menselijke constructie van het begrip 'goed' en 'Goed' op de voor de mens ondoorgrondelijke Goedheid van God zelf) (idem voor 'almacht' en alle andere eigenschappen die je graag toeschrijft aan God).

Bovendien kun je, volgens de negatieve theologen, God's 'echte' eigenschappen niet van elkaar onderscheiden: God is 'één' met zichzelf, hij bestaat niet uit 'delen' en 'onderdelen' (God is éénvoudig). Wij mensen zijn beperkt en moeten op gefragmenteerde/verbrokkelde wijze spreken over God. God zelf is méér dan een optelsom van eigenschappen. Een opsomming van zijn attributen kan nooit weergeven wie God als 'éénheid' is (merk op: dit is absurd). [2]

Wel, toegegeven, dit is allemaal theologisch geleuter, waar je in een naturalistisch domein weinig aan hebt. In een werkelijkheid waar echter alles mogelijk is, kan het niet anders of deze hoogst merkwaardige schets van God is 'waar'.

Het zijn -zo wil ik vrolijk betogen- tenslotte niet de theologen die zich vergissen, maar het zijn de rationalisten (personen die de menselijke denkwijze/logica zien als maatgevend voor de structuur van de gehele werkelijkheid) die de werkelijkheid -prematuur- in het logische slot gooien.

Hun 'gesloten' wereldbeeld is een tamelijk sombere, die geen licht toelaat (plato's grot). Uit deze gesloten wereld kunnen we gemakkelijk ontkomen als we inzien dat onze denkwijze een beperking is.


[1] Coda: mensen die obstinaat worden van geloof, kerk en God, kunnen eenvoudigweg hun schouders ophalen over bovenstaand betoog. Bezie het als volgt: je staat in een warenhuis met oneindig veel vreemde, oude voorwerpen. Iemand loopt langs deze spullen en kiest dan een aftands beeldje om mee te nemen naar huis (voor op de schoorsteenmantel). Je kunt dan zeker je hoofd schudden over deze keus. Zo is het ook met mij: je kunt zeker je hoofd schudden over mijn keus. Waarom kies ik, als alles mogelijk is, voor het geloof in een absurde God? Dát is een 'zet' die niet te verantwoorden is. (Maar dát God bestaat valt niet te ontkennen en dus is het geenszins'dwaas' om een religieuze levenshouding aan te nemen [bedenk overigens dat in de praktijk de ene religieuze levenshouding niet de andere is])

[2] De negatieve theologen hebben een systematische manier ontwikkeld om 'absurd' over God te kunnen spreken. Fascinerend...! Je kunt God, als je zo werkt als zij, karakteriseren met een enkele term. Je kunt naar God verwijzen bijvoorbeeld door te zeggen: 'God is liefde, maar God is geen liefde, maar Liefde'. Iemand die die overtuiging is toegedaan, hoeft geen andere eigenschappen aan God toe te kennen (je houdt de zaken daarmee eenvoudig en dat komt de geloofwaardigheid -en de mogelijkheid om je overtuiging na te leven- ten goede). Ik persoonlijk heb voldoende aan de volgende 'determinator': God is 'hoop', maar God is geen 'hoop', doch Hoop!

6 opmerkingen:

Jac Vaes zei

Jan-A.,

Je zegt interessante dingen. Maar je zegt ook: "In een werkelijkheid waar echter alles mogelijk is, kan het niet anders of deze hoogst merkwaardige schets van God is 'waar'.
Ik ben niet tuk genoeg op het absurde om dit te kunnen aannemen.
Maak eens duidelijk dat er geen tegenstrijdigheid zit in wat je hier zegt. Kun je aannemelijk maken dat iets werkelijk onmogelijk is in een werkelijkheid waar alles mogelijk is (i.e. in een werkelijkheid waar niets onmogelijk is)? Dat is namelijk wat je suggereert.
Ik denk dat wij mogen zeggen: "In een werkelijkheid waarin niets onmogelijk is is het mogelijk waar wat je zegt maar in zo'n werkelijkheid is het ook mogelijk onwaar wat je zegt. En in dit geval denk ik dat het mogelijk onwaar is. Als je niet gelooft wat ik zeg denk je dan dat het veel te logisch is om waar te kunnen zijn? In dat geval zou ik, om jou te kunnen overtuigen, met beweringen moeten komen die absurd zijn. Dat zou ik best kunnen maar wie schiet daar iets mee op?
vr. gr.,
Jac

Jac Vaes zei

Jan-A.,

Ik denk dat ik hier iets heb voor jouw prullenmand, tenminste als daar nog wat in kan.
Wat ik wil zeggen lijkt in ieder geval niet absurd, dus het komt mogelijk wel in aanmerking voor een plaatsje in jouw prullenmand.
Als alles mogelijk waar is dan is X mogelijk waar. Daar valt niet aan te tornen. Ligt het er al in? Zo nee dan vervolg ik met: Maar dan kan X nog best "mogelijk onwaar" zijn.
Heb je het nog niet weggegooid? Dan kun je nu lezen dat ik meen dat het fout is om te denken dat X dan - als alles mogelijk waar is- noodzakelijk waar en onmogelijk onwaar is.
vr, gr.,
Jac

Bert Morriën zei

Jan-Auke,

[ Als onze denkwijze niet het geëigende instrument is om de werkelijkheid sluitend te beschrijven, dan volgt daaruit dat wij ] daarmee zullen moeten leven.

Jac Vaes zei

Bert,
Je zegt:"[ Als onze denkwijze niet het geëigende instrument is om de werkelijkheid sluitend te beschrijven, dan volgt daaruit dat wij ] daarmee zullen moeten leven".
Daar ben ik het mee eens omdat je- als ik het juist zie- daarmee wilt zeggen dat wij er onvoldoende redenen aan kunnen ontlenen om te dan op voorhand- dus terwijl de beschrijving van de werkelijkheid nog in volle gang is- reeds te gaan beweren dat de werkelijkheid absurd is?
vr. gr.,
Jac

Jac Vaes zei

Of met onze denkwijze de werkelijkheid wel of niet sluitend te beschrijven is is mijns inziens nog geen uitgemaakte zaak, want de beschrijving van de werkelijkheid is nog niet ten einde.
Maar stel eens dat het niet mogelijk is en dat wij dan alles waarvan wij niet weten dat het logisch onmogelijk is voor mogelijk mogen houden.
Dan mogen wij het bestaan van God voor mogelijk houden, want wij weten niet dat het onmogelijk is dat hij bestaat. Meer valt daar niet over te zeggen. Waarom zou het niet bestaan van God onmogelijk zijn als het mogelijk is dat hij bestaat?
Dat het niet bestaan van God onmogelijk is kunnen wij niet weten alvorens te weten dat hij noodzakelijk bestaat. Kennelijk meent Jan-A dat te weten want hij meent dat de werkelijkheid absurd is en dat dan alles mogelijk is. En als alles mogelijk is dan is er volgens hem iets wat onmogelijk is(tja, de werkelijkheid is immers absurd) en dat is dat God niet bestaat.
Het zou interessant zijn als hij dat eens nader zou uitleggen.

Maar neem nu het bestaan van J-A zelf. Dat is mogelijk want hij bestaat. Maar als alles mogelijk is dan zou het volgens zijn eigen opvatting onmogelijk zijn dat hij niet bestaat; hij bestaat dan volgens zijn eigen opvatting noodzakelijk.
Geloof dit maar niet, ik zal het recht zetten. Als Jan-A bestaat, hetgeen hopelijk nog jaren het geval is, dan is de bewering dat hij bestaat noodzakelijk waar zolang hij blijft bestaan. Maar daaruit mag niet worden afgeleid dat hij noodzakelijk bestaat, ook niet omdat hij meent dat de werkelijkheid absurd is.
vr. gr.,
Jac

Bert Morriën zei

Jac Vaes,

In het gewone leven kunnen we voor de muziek uitlopen maar de realiteit kunnen we alleen maar volgen.

Overigens moet je bij het woord "bestaan" oppassen.
Als je alleen maar beweert dat X noodzakelijk moet bestaan dan kan ik die bewering alleen maar als kennisgeving aannemen, ook al heb je nog zoveel argumenten voor die bewering.
Ik kan niet zeggen dat X niet bestaat. Wat ik kan doen is die argumenten aanvechten.

Volgens mij bestaat iets als het zich manifesteert. Je kan wel zeggen dat X bestaat maar als je X er nooit toe kan brengen zich te laten zien kan ik alleen maar zeggen dat ikzelf nog nooit van getuige ben geweest van een manifestatie van X en dat ik zelf geen reden heb om te geloven aan het bestaan van X.
Volgens mij kan iemand onder deze omstandigheden geen recht ontlenen aan het geloof dat X bestaat.

Vorige week ben ik gevallen met de fiets en ik heb nog last van gekneusde ribben. Ik kan wel zeggen dat mijn ribben en de harde straatstenen bestaan maar jij hoeft dat niet te geloven.