Omdat de wereld 'rotsvast' staat op dit fundamentele beginsel -althans, dat menen wij- is onze logische denkwijze universeel.
Je vindt dus in Japan, Australië, Amerika en Europa géén enkel ding dat strijdig is met deze universele wetten. Het stroompje in het Delftse lab, dat zowel met de klok mee als tegen de klok in draait, is niet 'echt'. Je moet zulke 'super-positionele' vormen opvatten als een metafoor (zie bijvoorbeeld Hardy, enz).
De twee klassieke logische wetten -wet van uitgesloten derde, wet van non-contradictie- zijn niet de enige universele inzichten waar wij over beschikken. Alhoewel de logische wetten voor ons heel bijzonder zijn, is het aantal universele inzichten buitengewoon groot. In dat opzicht zijn de logische wetten niet uniek. In de wiskunde bijvoorbeeld -denk aan de elegante axioma's van Euclides- wemelt het van de universele inzichten.
"De kortste afstand tussen twee punten is een rechte lijn", "het geheel is groter dan de delen", "op een lijnstuk passen oneindig veel punten", enz.
Wel, als de wetten van de logica slechts twee willekeurige universele wetten zijn, waarom beschouwen we deze dan toch als bijzondere wetten. Waarom vinden we een schending van de logische wetten absurd, maar laat een schending van een van de vele andere universele wetten ons koud?
Deze vragen zijn zeker in onze dagen extra prangend: want niet alleen heeft Brouwer, de intuïtionist, de wet van het uitgesloten derde niet in zijn stelsel opgenomen -hij meent dat deze wet onjuist is-, maar zelfs de wet van non-contradictie wordt betwist door logici.
Formeel zijn we niet in staat om te bewijzen dat de logische wetten inderdaad universeel gelden; en formeel zijn we al helemaal niet in staat om te begrijpen waarom deze wetten onze denkwijze sterk bepalen.
2. Quine meende dat de logische wetten niet 'heilig' zijn. We kunnen immers geen beroep doen op de veronderstelde 'exclusieve' vorm van de wereld: want we hebben werkelijk geen idee of de wereld inderdaad 'gluts' en 'gaps' verbiedt. Als Brouwer goede redenen heeft om de wet van het uitgesloten derde te vervangen door een 'constructie' en als Russell er niet in slaag om de wiskunde te herleiden tot de logische wetten, als Von Neumann meent dat we eigenlijk een unieke kwantum-logica nodig hebben, moeten we dan voetstoots blijven geloven dat de klassieke denkwetten het fundament van de werkelijkheid beschrijven?
Quine schreef dat we beter op natuurlijke wijze kunnen onderzoeken hoe de wereld in elkaar steekt; ook meende hij dat hersen-onderzoek maar moet uitwijzen waarom de logische wetten onze denkwijze bepalen. Wel, ik zal hieronder een natuurlijke verklaring schetsen voor onze logische denkwijze.
We zijn een product van de evolutie. Ons lichaam is door de natuur afgeleverd als een 'AdamSmith-machine'. Adam Smith was de econoom annex filosoof die schreef dat 'arbeidsdeling', een werkwijze waarbij iedere werknemer slechts een onderdeel van het eindproduct maakt, de optimale werkwijze is (arbeidsdeling garandeert een grotere productiviteit dan de klassieke 'ambachtelijke werkwijze').
De natuur lijkt Smith gelijk te geven. Dieren bestaan uit talloze 'delen' (functies) die elk slechts een kleine, bescheiden taak verrichten. Dankzij een hechte samenwerking dragen al deze functies hun steentje bij aan het eindproduct, namelijk het vermogen om optimaal te handelen. De beloning voor optimaal handelen is dat het hele lichaam -in feite elke afzonderlijke cel- kan rekenen op een goede beloning. Immers, een organisme dat optimaal kan handelen zal 'goede zaken' (oa. voeding) gemakkelijk verwerven en 'schadelijke zaken' (oa. roofdieren) gemakkelijk vermijden.
Samenwerking kent echter ook beperkingen en tekortkomingen. Zo kan een AdamSmith-machine slechts één handeling per beurt uitvoeren, want je hebt per taak alle functies nodig; en complexe handelingen moeten steeds worden onderverdeeld in deel-handelingen. Handelingen moeten altijd achter elkaar (lineair) worden uitgevoerd. De AdamSmith machine is in de praktijk een 'exclusieve' machine. Gluts, de poging om gelijktijdig twee taken uit te voeren (a en niet-a), verstoren de samenwerking. En aangezien onze denkwijze -het verstand- niets anders is dan een onderdeel van het geheel, mag het verstand géén gluts produceren.
Het verstand is de horige van het lichaam (beter gezegd: het verstand is net zo goed een productief onderdeel van de AdamSmith-machine als de alvleesklier of het rechterbeen). Het verstand componeert daarom een 'exclusief' beeld van de werkelijkheid. Alle inclusieve inzichten worden door het verstand bewerkt tot exclusieve (uitvoerbare) inzichten.
Dat werkt in de praktijk als volgt. Ik lees dat pizza slecht is voor mij; maar ik vind pizza lekker. Ik heb dus redenen om wel en geen pizza te eten. Dit is een 'inclusief' inzicht: ik zou twee handelingen moeten verrichten om aan deze dubbele waarheid recht te doen. Maar een AS-machine kan niet optimaal inclusief handelen. Daarom maken wij van zulke 'inclusieve' inzichten 'exclusieve' inzichten. En dat doen we in de praktijk vrij oppervlakkig en opportunistisch. De methode die we hanteren is simpel: we blijven sterk denken in termen van 'nadelig' en 'voordelig'.
De pizza-eter lost het probleem als volgt op: "Nou, als pizza zo nadelig is als wetenschappers zeggen, dan is het vreemd dat ik en heel veel andere mensen pizza's lekker vinden. Het zal dus wel los lopen. Ik vind pizza eten voordelig." En met dit inzicht kan de AS-machine wel uit de voeten. De inclusieve, dubbele waarheid 'ik mag wel en geen pizza eten' is nu door het verstand bewerkt tot de exclusieve waarheid 'ik mag wel pizza eten'.
Vandaar dat de logische wetten zo'n sterke greep op ons verstand hebben. De logische wetten bewaken de uitvoerbaarheid van onze denkbeelden en inzichten. Logisch denken is echter alleen van belang voor AS-machines die optimaal moeten handelen. De wereld zelf is niet exclusief: wij dwingen haar in een logisch keurslijf. Probeer echter maar eens anders te denken! Dat gaat praktisch niet, dan raken we verward.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten