In Orvelte, een klein dorpje in Drenthe dat fungeert als openluchtmuseum, heeft de plaatselijke VVV een aardige expositie ingericht.
Op één van de panelen wordt beschreven hoe de 'buurtgemeenschap' werkte. De mensen waren afhankelijk van elkaar, zwangere vrouwen werden bijgestaan door oudere vrouwen (moeders), boeren kregen in tijden van nood hulp van alle andere boeren. Men verbouwde zijn eigen eten (bijvoorbeeld 'aard-appels'). Je wist je in de gemeenschap geborgen. Vanzelfsprekend was dit niet iddylisch, maar wel veilig.
De mensen kwamen tijdens hun leven nauwelijks verder dan de kerk en de dorpspomp. Ze hadden ook geen weet van ziekte in Afrika en hongersnood in Azië.
De moderne mens heeft weet van de hele wereld. Hij weet precies, van dag tot dag, waar er nood is en waar er slag geleverd wordt. Honderdduizenden afbeeldingen per etmaal kun je bekijken van mensen die ziek zijn of gebrekkig.
Het probleem is dat je je het leed van alle mensen wel aantrekt: je bent geen onmens en je hebt een geweten, je zou daarom graag de helpende hand willen toesteken. Maar je kunt het niet; je kunt zelfs niet eens schenken aan alle goede doelen (zo rijk ben je niet).
In een kleine buurtgemeenschap zou je andere mensen gemakkelijk hebben kunnen helpen. Je neemt wat groenten en aardappels mee voor een weduwe, samen met de andere mannen help je 'hun van de overkant' om het hooi droog naar binnen te halen en je repareert -om niets- de handkar van de buurman. In een kleine gemeenschap weet je raad met je ethische neigingen. (Iemands goede handelingen zijn in een kleine gemeenschap ethisch voldoende.)
Hoe doe je dat in een gemeenschap die heel de wereld omvat? Je schiet altijd te kort. Je wordt -elke dag opnieuw- ethisch overvraagd. Uiteindelijk leer je je zelf zien als een mens die nauwelijks goed doet. (Iemands goede handelingen zijn in onze dagen ethisch onvoldoende.)
Aangezien mensen het lastig vinden om een tussenpositie in te nemen, moet je maar vrede hebben met de wetenschap dat je het nooit goed zult doen. De neiging om je iets aan te trekken van het leed verdampt tenslotte. Je krijgt eelt op je ziel. Je bent geboren in een rijk land en hebt -je kunt er niets aan doen- de rol van slechterik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten