Stel: we hebben goede redenen om te denken dat de wereld 'absurd' is (anders gezegd: de wereld is 'logisch niet gesloten').
Een absurde wereld is, strikt genomen, de ontkenning van een logische wereld. Het betekent dat de wereld niet als één groot begrijpelijk samenhangend systeem kan worden beschreven. De werkelijkheid is géén eenheid: ze zal volstrekt onbegrijpelijke aspecten hebben en 'gewone' begrijpelijke aspecten. Het is geen kwestie van alles-of-niets (want dat is zelf een logische structuur), maar eer een kwestie van 'alles-een-beetje'. Lekker rommelig.
Voor de meeste filosofen is dit idee niet nieuw. De gedachte dat onze denkwijze samenvalt met de grondregels van de werkelijkheid (basisstructuur) is nooit gemeengoed geweest (Rorty, Phil. & Mirror of Nature).
Je kunt de vreemdheid van de werkelijkheid niet begrijpen. Wij zijn essentieel logische denkers, dat wil zeggen: we vinden het in de praktijk lastig om de twee hoofdwetten van de klassieke logica op te geven. Twee aardige voorbeeldjes volstaan om dat aannemelijk te maken:
(Zum Beispiel 1) Een moeder vraagt aan haar zoon of hij gerookt heeft. De zoon antwoordt: Moeder, ik heb wel en niet gerookt. Ik weet zeker dat moeder dit antwoord niet begrijpt, ongeacht of ze ooit een leergang logica heeft gevolgd.
(Zum Beispiel 2) Een gewone meneer knoopt een gesprek aan met een absurde meneer: Dag meneer, bent u op vakantie in Drenthe? "Nee, ik ben niet op vakantie hier. Want ik ben op vakantie. Ja, wel hier, ik bedoel ik ben wel in Drenthe op vakantie, maar eigenlijk ben ik niet op vakantie in Drenthe. En u?" Nou, wij wel hoor. Wij zijn gelogeerd in Dwingeloo. "Ah, Dwingeloo: ja daar waren wij gisteren ook, omstreeks het middaguur. En we waren toen ook in IJsland. Ziet u, wij zijn eigenlijk noch op vakantie, noch niet op vakantie. Het is bij ons géén van beide, want we zijn overal tegelijk. Snapt u?"
Je hoort regelmatig mensen zeggen dat ze on-logisch kunnen denken. Dat lijkt mij echter sterk. Ik ben zo brutaal om te geloven dat wij niet niet-logisch kunnen denken. Of, beter gezegd, eigenlijk weet ik vrij zeker dat mensen nauwelijks niet-logisch kunnen denken.
(Alle mensen zullen bijvoorbeeld onderscheid maken tussen hun eigen 'goede' wereldbeeld en andere 'vijandige' wereldbeelden: want twee wereldbeelden door elkaar, incluis contradicties, zijn voor een mens logisch niet te verstouwen. Als puntje bij paaltje komt en als ze werkelijk hun emoties tonen -bijvoorbeeld als ze diep geraakt zijn-, dan zal ieder mens bekennen dat zhij zhaar wereldbeeld superieur acht aan het wereldbeeld van een ander.)
We kunnen de absurde aspecten van de werkelijkheid niet doorgronden. Voor ons zal de wereld-als-geheel (werkelijkheid) een gesloten boek blijven, alhoewel we toch nog behoorlijk wat zaken wel in kaart kunnen brengen.
Het is echter niet zo dat we absoluut niets kunnen zeggen over de absurde aspecten van de werkelijkheid. We weten immers dat onze denk-wetten niet overal gelden: en als dat zo is, dan weten we zeker dat onze denk-wetten niet gelden als we over de absurde aspecten van de wereld spreken. Je kunt de onbegrijpelijke aspecten van de werkelijkheid dan ook formeel weergeven als dubbele waarheden of als derde waarheden (een 'waarheid' tussen waar en onwaar in).
In een absurde wereld -dat is toch een mooie bijkomstigheid- kun je het bestaan van God daarom niet uitsluiten. Sta me toe om dit te demonstreren.
Het is in een absurde wereld namelijk altijd geoorloofd om een onnavolgbare logisch sprong in je logische sommen op te nemen:
1. ....
2. .....
.....
n. God is actueel en God is niet actueel (premisse)
|- (conclusie:=) God is actueel (uit n).
Je kunt zo formeel laten zien dat je in een absurde wereld het bestaan van God niet kunt uitsluiten.
(Vanzelfsprekend moet je dan ook een betoog verstrekken waaruit blijkt dat God absurd is. Echter, dat is niet lastig: een wezen dat bijvoorbeeld almachtig en alwijs en algoed is móet wel absurd zijn (zonder conflicten kun je deze eigenschappen niet met elkaar verenigen). Ook kun je het absurde wezen van God afleiden uit het feit dat hij 'eenvoudig' (simpel) is. Noem het inzicht dat God, als hij letterlijk alles kan, wel absurd moet zijn Descartes' these (omdat Descates dit inzicht in een aantal brieven aan Mersenne krachtig heeft verdedigd.).
Het is een kinderlijk eenvoudig 'bewijs'. Meer hoeft een zogenaamd godsbewijs echter ook niet te doen: aannemelijk maken dat je God niet kunt uitsluiten is voldoende.
Waarmee ik voorlopig wel weer voldoende gezegd heb over dit onderwerp.
1 opmerking:
Jan-A.,
Heb jij enig idee waar een conclusie die uit ware premissen getrokken mag worden niet waar is of waar terwijl ze niet waar is?
Zou je een voorbeeld kunnen geven van een verantwoorde conclusie uit ware premissen welke niet waar is of waar terwijl ze onwaar is?
Als je deze twee vragen niet bevredigend kunt beantwoorden lijkt het jou dan wel of niet overbodig om je af te vragen of de veronderstelling dat de logica niet universeel geldt wel juist is?
Als je geen tijd hebt om deze vragen te beantwoorden doe het dan maar gewoon niet, daar heb ik alle begrip voor.
vr. gr.,
Jac
Een reactie posten