In de 'De andere afslag' wordt een categorie vragen besproken die zeer filosofisch zijn, namelijk 'wat als...? vragen. Misschien is er geen onderwerp waar filosofen en niet filosofen vaker over 'filosoferen'. Dat maakt dit boek tot een echt 'filosofeer-boek'. Iedereen vraagt zich regelmatig af wat er zou zijn gebeurd als je die ene nacht wél... of als je haar níet was tegengekomen...of als je de andere afslag zou hebben genomen.
Hopster vermeldt in de inleiding dat filosofen zelf nogal neerkijken op 'wat als...' vragen. Hij meent evenwel dat hun dedain misplaatst is. Hij schrijft: 'Menigeen schijnt te denken: over hoe het leven anders had kunnen verlopen valt niets te zeggen. Onder academische filosofen en historici is dat de standaardopvatting- en die opvatting is verkeerd.'
Volgens Hopster valt er wél iets zinnigs te zeggen over de 'wat als...' vragen. Hij heeft een tweetal vuistregels -spelregels- uitgewerkt om systematisch te kunnen nadenken over alternatieve scenarios.
De eerste spelregel is: elk alternatief scenario moet dezelfde begincondities hebben als het echte leven. Als je je dus afvraagt hoe je leven zou zijn verlopen als je zou zijn geboren met het uiterlijk van een filmster en het brein van Einstein, dan overtreed je deze regel; je verandert je begincondities zeer ingrijpend. Wie zo onzorgvuldig is maakt de 'wat als...' vraag inderdaad te speculatief.
De tweede spelregel is: het alternatieve scenario moet een aangrenzende mogelijkheid zijn. Een aangrenzende mogelijkheid is elke mogelijkheid die een persoon zou hebben kunnen realiseren. Een aangrenzende mogelijkheid nu voor mij is dat ik niet doorwerk maar opsta en een koekje uit de keukenkast pak; een niet aangrenzende mogelijkheid is dat ik opsta, met mijn armen wapper en even hoog een rondje boven mijn woning vlieg.
Als iemand bij een tweesprong staat, tijdens een wandeling, dan kan hij naar links of naar rechts. Stel dat hij naar rechts gaat. Als hij dan halverwege het rechterpad is kan hij zich afvragen of hij eigenlijk niet het linkerpad zou hebben moeten kiezen. In dit simpele scenario is aan beide spelregels voldaan: de beginconditie is onveranderd en het andere pad was een aangrenzende mogelijkheid.
Als iemand bij een tweesprong staat, tijdens een wandeling, dan kan hij naar links of naar rechts. Stel dat hij naar rechts gaat. Als hij dan halverwege het rechterpad is kan hij zich afvragen of hij eigenlijk niet het linkerpad zou hebben moeten kiezen. In dit simpele scenario is aan beide spelregels voldaan: de beginconditie is onveranderd en het andere pad was een aangrenzende mogelijkheid.
Vervolgens laat de schrijver een groot aantal uiteenlopende 'wat als...' vragen de revue passeren; hij analysteert elk voorbeeld nauwkeurig (misschien niet tot ieders genoegen: hij gaat meestal niet met zijn gedachten op de loop).
Het boek is verdeeld in drie delen. In het eerste deel worden 'wat als...' vragen over de menselijke levensloop behandeld (je kunt dit het levensbeschouwelijke deel noemen); in het tweede deel worden 'wat als...' vragen en geschiedenis besproken en in het derde deel 'wat als...' vragen en evolutie.
De 'wat-als...' vragen over het menselijke leven zijn aardig en Hopster doet zijn uiterste best om ze met de nodige ernst te ontleden, maar het lukt hem niet helemaal om de indruk weg te nemen dat we hier samen heerlijk aan het 'filosoferen' zijn over het leven. Anderzijds: wat is daar op tegen? Hij slaagt er op die manier wel in om de lezer te laten meedenken. Is dat niet wat je wilt van een 'filosofeer-boek'?
Zwaarwichtiger wordt het boek echter in de volgende twee delen. 'Wat als...' vragen én de geschiedenis is bijzonder geslaagd. In een van deze hoofdstukken over de geschiedenis staat ook de moeilijkste passage uit het hele boek (hoofdstuk 14)- en dat leert ons dat het, al met al, met de moeilijkheidsgraad van de stof zeer meevalt. In dit tweede deel komen de spelregels van Hopster goed uit de verf: ze zijn nuttig. Hier blijft het 'gefilosofeer' achterwege en is de vraagstelling relevant.
Zwaarwichtiger wordt het boek echter in de volgende twee delen. 'Wat als...' vragen én de geschiedenis is bijzonder geslaagd. In een van deze hoofdstukken over de geschiedenis staat ook de moeilijkste passage uit het hele boek (hoofdstuk 14)- en dat leert ons dat het, al met al, met de moeilijkheidsgraad van de stof zeer meevalt. In dit tweede deel komen de spelregels van Hopster goed uit de verf: ze zijn nuttig. Hier blijft het 'gefilosofeer' achterwege en is de vraagstelling relevant.
Het derde deel over de evolutie is het meest interessant en maakt -wat mij betreft- de aanschaf van het boek de moeite waard. In dit boek vergelijkt Hopster twee stromingen (scholen) in de biologie met elkaar, die van de convergentie- en contingentie biologen. De convergentiebiologen (Conway Morris) geloven niet dat de evolutie een geheel ander pad zou zijn ingeslagen als ze in het prille begin een iets ander verloop zou hebben gehad; de contingentie-biologen (Stephen Gould) denken dat de 'film' van het leven steeds een andere uitkomst zou krijgen als je deze zou kunnen terugspoelen en opnieuw zou laten beginnen. Het onderwerp, bezien in het licht van een filosofische 'wat als...' analyse is boeiend- en ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat dit onderwerp, indien niet besproken door een filosoof, niet half zo geslaagd zou zijn geweest.
Het boek van Hopster is een aanrader. In de twee laatste, technische delen is het werk -meen ik- wat 'substantiëler' dan in het eerste levensbeschouwelijke deel, maar die kritiek is betrekkelijk- misschien dat andere lezers juist het eerste deel wel zo interessant vinden. Overigens is Hopster een uitmuntend schrijver. Ik heb de neiging om hem een stilist te noemen- en een hogere categorie is er niet. Hij probeert een mooi, afgewogen zuiver Nederlands te schrijven en dat gaat hem goed af [1].
Wie een filosofeer-boek wil lezen -en dan bedoel ik een echt filosofeer boek, dat wil zeggen: een boek waarin je wordt uitgenodigd om mee te denken- en liever niet lastig wil worden gevallen met een overdaad aan technische begrippen, moet zich wagen aan dit boek. Het is bovendien een zeer verantwoorde kennismaking met analytische filosofie, want Hopster blijft een keurige, goed opgeleide alytische filosoof die zijn 'analytische plichten' nergens uit het oog verliest. Een voortreffelijk werk, ik kan niet anders zeggen. De moeite waard.
Hopster, J, De Andere Afslag, AUP (ebook tijdelijk 3.99, papierboek 20,-) (De aanbieding op de website is geldig tot 1 juni: je moet om het ebook te kunnen lezen wel eerst de software van Abobe binnenhalen: aanwijzingen staan op de website van AUP).
Zie ook de website van Hopster, Jeroen: https://jeroenhopster.com/
[1] Eén voorbeeld van Hopsters voortreffelijke en zeer verzorgde volzinnen: "(...) de evolutie heeft de neiging om betrekkelijk snel de volle reikwijdte van anatomische mogelijkheden af te tasten, en vervolgens, met de experimenten die goed uitpakken, eindeloos te blijven variëren."
Zie ook de website van Hopster, Jeroen: https://jeroenhopster.com/
[1] Eén voorbeeld van Hopsters voortreffelijke en zeer verzorgde volzinnen: "(...) de evolutie heeft de neiging om betrekkelijk snel de volle reikwijdte van anatomische mogelijkheden af te tasten, en vervolgens, met de experimenten die goed uitpakken, eindeloos te blijven variëren."
29 opmerkingen:
@JanR: Hoe komt een mens tot een bepaalde beslissing als hij op een tweesprong staat, dat is een hele interessante vraag, ik meen toch volgens de moderne psychologische inzichten welke stellen dat onbewuste factoren waarop men geen zicht heeft in het maken ven een bepaalde keus hierin een belangrijke rol spelen, ergo men weet uiteindelijk niet waardoor men ten diepste bewogen wordt.
@Bert: Wetenschappelijk onderzoek naar hoe iets in het verleden is gebeurd biedt geen garantie voor het maken van nieuwe cruciale fouten, bijvoorbeeld op militaire terrein kan ik je hieromtrent wel wat links over nieuw gemaakte blunders verschaffen.
[Er wordt geen rekening gehouden met logische onmogelijkheden en dat zal Hopster zeer waarschijnlijk ook niet doen.]
Dit lijkt me een volstrekt overbodige opmerking, JR schreef ter illustratie ook al in zijn column: "een niet aangrenzende mogelijkheid is dat ik opsta, met mijn armen wapper en even hoog een rondje boven mijn woning vlieg":)
Wat een voorbeeld om iets duidelijk te maken zeg. Alsof hij heeft te dealen met een klasje met zwakbegaafden.
Egbert,
Een niet aangrenzende mogelijkheid, is niet hetzelfde als een logische onmogelijkheid.
@Jos: Waar haal je uit mijn tekst dat ik geen zicht op dit verschil heb.
Egbert,
Je duid het aan als overbodig en zwakbegaafd dat iemand schrijft, dat er geen rekening gehouden dient te worden met logische onmogelijkheden in een spel met "wat als..." vragen.
De reden die je hiervoor geeft is omdat Jan A. schrijft: "een niet aangrenzende mogelijkheid is dat ik opsta, met mijn armen wapper en even hoog een rondje boven mijn woning vlieg":)
M.a.w je denkt dat het punt van de onmogelijkheden al in de column van Jan A. al uitgelegd wordt, maar zoals je gelezen hebt word er in de column niet over onmogelijkhden geschreven.
Dus Bert doet een suggestie die tekst onbesproken laat en dus niet overbodig is.
Een ander belangrijk punt is dat het kunnen vliegen of leviteren in een religieus of paranormaal wereldbeeld, acceptabel is en dus als mogelijk wordt gezien.
https://en.wikipedia.org/wiki/Levitation_(paranormal)
Nog een prettige avond
@Jos: [Een aangrenzende mogelijkheid is elke mogelijkheid die een persoon zou hebben kunnen realiseren]
Dat lijkt me in deze kwestie (De andere afslag) toch evident om slechts met aangrenzende mogelijkheden rekening te houden welke realiseerbaar zijn, dus m.i. is het onnodig om zaken te gaan benoemen (rond je woning vliegen) welke buiten het kader van onze fysieke mogelijkheden vallen.
[Een ander belangrijk punt is dat het kunnen vliegen of leviteren in een religieus of paranormaal wereldbeeld, acceptabel is en dus als mogelijk wordt gezien.]
Dat vind ik eigenlijk volstrekt niet interessant.
@Jos: Over levitatie zie onderstaande link, het in staat zijn om te kunnen vliegen lijkt me helemaal niet in het geding, misschien wordt er een uittreding mee bedoeld, een paranormaal fenomeen wat als astrale projectie wordt benoemd waarbij het astrale lichaam (Rudolf Steiner, de grondlegger van de theosofie benoemde dit als het zielenlichaam) het fysieke lichaam verlaat wat volgens de theosofen al spontaan tijdens de slaap gebeurt, daarbij schijn je het zelf ook bewust te kunnen opwekken door het verrichten van bepaalde meditatie oefeningen maar of het nu wel echt wel zo verstandig is om er daadwerkelijk mee aan de slag te gaan heb ik toch sterk mijn twijfels over.
Ik meende overigens dat JanD op dat specifieke terrein in zijn leertraject bij de theosofen wel wat ervaring had opgedaan.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Levitatie_(bovennatuurlijk)
JanR leuke laatste zin:
[1] Eén voorbeeld van Hopsters voortreffelijke en zeer verzorgde volzinnen: "(...) de evolutie heeft de neiging om betrekkelijk snel de volle reikwijdte van anatomische mogelijkheden af te tasten, en vervolgens, met de experimenten die goed uitpakken, eindeloos te blijven variëren."
Waar komt die "neiging" vandaan? Wat is "neiging"? De evolutie heeft neigingen. De eerste persoon "de evolutie" is subjectief. Het is nogal menselijke geformuleerd.
Verder lijkt me eindeloos blijven variëren met experimenten die goed uitpakken, op spelen. De natuur speelt zoals de mens speelt.
Groet van Jand
JanR
Een vraag over het boek. Je schrijft:
"In dit boek vergelijkt Hopster twee stromingen (scholen) in de biologie met elkaar, die van de convergentie- en contingentie biologen."
Die vergelijking, gaat die ook in op de bewuste creatieve werking in de biologie? Dus wat ik bedoel met het samengaan van evolutie (emanatie) en involutie?
Of gaat men uit van het "blinde" (neo) Darwinisme? Zoals bij convergentie de (dus niet) bewust zoekende en sturende aanpassing. En bij contingentie in de cognitieve evolutie, bij het ontstaan van (menselijk) bewustzijn. (Dat er dan dus nog niet is, als het moet ontstaan)
Als dat zo is: is dat boek leerzaam? Of zit het vol met materialistische en/of anti-idealistische propaganda?
Dus materialistisch.?..MAAR.. ook aandacht voor (?):
De tegenhanger begint met het boven-menselijk bewustzijn (immanent goddelijk) dat bewust creatief gebruik maakt van de inherente (deficiënte t.o.v. het bewustzijn) rationele intelligentie en geheugen in de stoffelijke natuur.
Om het metaforische te zeggen: "god" (het bewustzijn) meer specifiek de "goddelijke mens" (het bewustzijn van AdamKadmon of Christus of Krishna, goddelijke zoon van god) maakt zich een spiegel in de stof. Dualiteit, zelfwording: reflectie van bewustzijn.
Of mythisch: Narcissus die in het water kijkt en "zichzelf" ziet en Echo die niet uit zichzelf kan spreken, maar wel weerkaatst. (water is symbool voor de stof) De god-mens Jezus-Christus Arjuna.
JanD
p.s. Als teenager hoorde ik een alternatieve evolutie-theorie. Je kan steeds kiezen welk pad je gaat: links of rechts. De paden lopen als een doolhof, maar als je het plan van de doolhof kent dan blijkt het toch een labyrint eigenschap te hebben met één uitgang: de goede. Je komt bij iedere keuze steeds via omwegen weer terug bij dezelfde splitsing.
@JanD: {De natuur speelt zoals de mens speelt.}
Nee Jan....,
Met deze bewering ken je de natuur eveneens antropomorfische eigenschappen toe, het betreft (volgens Dennett althans) een kwestie van "competence without comprehension", dat spreekt eigenlijk al voor zich.
filosofische visies waarbij evolutie en involutie hand in hand gaan zijn afkomstig uit de theosofie en antropologie, de gangbare wetenschappelijke evolutietheorie mag dan een theorie zijn maar wel zeer stevig gefundeerd of men zou ooit nog eens een missing link op het spoor moeten komen.
Foutje: "Antropologie moet natuurlijk zijn Antroposofie".
Egbert zegt:
"Je kent de natuur antropomorfische eigenschappen toe."
Sorry, het is mijns inziens omgekeerd. De natuur heeft de mens antropomorfische eigenschappen gegeven! (emanatie) De natuur HAD die dus al! Waar zouden die eigenschappen anders dan vandaan moeten zijn gekomen? (Is bekend onder: god schiep de mens naar zijn evenbeeld)
DUS
Mens ken uzelve en u zult de goden en de kosmos kennen. (lees voor "goden": psychologische eigenschappen)
Als Dennett vindt dat "competence without comprehension", vraag ik me af hij zelf wel "comprehension" heeft. Zo niet, dan komt hij overeen met de onbewuste onbegripsmatige "dennettnatuur" waarvan hij deel uitmaakt. Iemand zonder begrip is een zombie, dus let maar niet op de uitspraken van de zombie Dennett. Hij komt uit een andere niet-bestaande wereld. (Behalve in de modale super denk abstracties)
Of... Dennett heeft wel begripsvermogen!! Maar dan hoort hij niet in zijn eigen dennettnatuur. Of hij is toch deel van de goddelijke natuur en heeft dat zelf niet door. Of hij lijdt aan de "ketterij" van de "afgescheidenheid" (hij is gewoon infantiel tegen).
Groet van JanD
p.s. ik moet aanvinken: ik ben geen robot. Zou Bert dat ook doen? (sorry Bert grapje)
@JanD: Wanneer je zelf schrijft: [de natuur speelt zoals de mens speelt] begrijp je mijn opmerking hieromtrent toch ook wel. Want ook een vorm van spelen vereist comprehension.
[Waar zouden die eigenschappen anders dan vandaan moeten zijn gekomen]
Daarover zijn verschillende opvattingen, van blind toeval en willekeur naar I.D., Theïstisch evolutionisme, het jonge en oude aarde creationisme,, etc.
Iets als goddelijk benoemen is eigenlijk meer een uiting van ontzag en eerbied, misschien ben ik daar zelf wel te nuchter voor, hoewel ik heel graag in de ongerepte natuur verblijf en het allerliefst op zee.
PS: Je mag Bert niet zo plagen:)
@Bert: [Moeten jullie dat echt aanvinken?]
Jullie?, ik heb toch niets gezegd Bert:), bovendien ben ik er in tegenstelling tot JanD er wel van overtuigd dat ons gedrag grotendeels door ons brein wordt bepaald met de kanttekening dat we er zicht op hebben maar we ons er tevens in kunnen verliezen bij bijvoorbeeld psychoses of depersonalisatie of kijk eens wat er bij dementie gebeurt.
Maar dat wil bij JanD maar niet beklijven, hij veronderstelt blijkbaar dat er een vorm van onbenoembaar stukje geestelijk residu meespeelt wat eeuwigheidswaarde heeft en door blijft reïncarneren tot de uiteindelijke verlossing als ik hem tenminste goed begrijp.
Ik ben wel wat bekend met het gedachtengoed van de theosofen.
Okay, technology gets smarter maar houd er wel rekening mee dat het mensenwerk is, mocht het ooit eens uit de hand lopen dan heeft de mens gefaald.
Egbert, hoe we beslissingen nemen -of hoe we beslissingen behoren te nemen- is een lastig onderwerp: beslist nog niet tot de bodem uitgezocht. Maar er is een link met 'levensbeschouwing': je wereldbeeld -wat je waardevol en niet waardevol vindt- speelt een doorslaggevende rol.
JanD, de twee stromingen behoren tot de 'gewone' evolutie; er is ook geen andere evolutie, met alle respect.
JanR
Ook met alle respect en ik begrijp en respecteer je mening over de "evolutie".
Het is usance dat met evolutie de Darwinistische evolutietheorie wordt bedoeld.
Ik was geïnteresseerd of dat boek ook leerzaam voor mij was, gezien mijn afwijkende opvatting. Ik leer graag bij, maar wil me niet irriteren aan teksten met een connotatie van dogmatische materialisme. Vandaar mijn vraag.
De naam evolutietheorie was overgenomen van Lamarck door Darwin. Bij Lamarck kent met een inherente "vitaliteit" en werd het woord "evolutie" in de letterlijke betekenis gebruikt: "ontrollen" of "afwikkelen". Dus naar buiten brengen wat reeds intern aanwezig was. Zoals meetkundig een evolvente de afwikkelkromme is.
Echter Darwin had het over "The Origin of Species". Over het ontstaan van soorten door natuurlijke selectie of het behoud van bevoordeelde rassen in de strijd om leven. Evolutie in de letterlijke betekenis is dat niet meer, te meer omdat nooit aangetoond is dat verschillende soorten vanuit elkaar geleidelijk "ontrollen". Later bleek dat een sprongsgewijze veranderingen waren, mutaties van het DNA. Vandaar dat ik spreek over het (neo)Darwinisme.
De evolutie-involutie uit de esoterische wijsbegeerte vind ik een mooie alternatieve evolutietheorie. Dat past meer bij een religieus wereldbeeld vind ik.
Je stelde "Een voortreffelijk werk, ik kan niet anders zeggen. De moeite waard." Dus om wat meer van de convergentie en contingentie evolutie te leren, overwoog ik het boek aan te schaffen. Maar ik aarzelde omdat ik me echt niet kan voorstellen dat Darwinisme kan werken.
Met vriendelijke groet van JanD
JanD, ik lees filosofieboeken met een leraarsoog: ik kijk vaak of leerlingen het zouden kunnen begrijpen. Ik ben altijd blij als een boek eenvoudig genoeg is voor mijn leerlingen, zonder dat het al te simpel is. Dit is in die zin een voortreffelijk boek. Mijn leerlingen kunnen het denk ik goed begrijpen, terwijl het inhoudelijk de moeite waard is. (Dit is ook de reden waarom ik Emanuels laatste boek -waar ik erg nieuwsgierig naar was- niet besproken heb: veel te ingewikkeld voor mijn leerlingen: de schrijfwijze had van mij wel iets eenvoudiger gemogen).
Ik weet dan ook niet of het iets voor jou is: eerlijk gezegd denk ik dat Hopster naar jouw mening veel te analytisch is.
Je hebt daar in het mooie Limburg vast wel een bibliotheek: dan leen je het boek drie weken en probeert het eens... In ieder geval moet je geen geld aan een boek spenderen als je niet zeker weet of het je zal bevallen.
JanR
Ik heb een beetje op internet gekeken. De volgende vraag lijkt onbenullig. (misschien is dat ook wel zo :-) haha ) Je schrijft:
"De convergentiebiologen (Conway Morris) geloven..."
"De contingentie-biologen (Stephen Gould) denken..."
Mag ik dan concluderen dat convergentiebiologen gelovigen zijn en de contingentie-biologen rationalisten?
Wel toevallig dat verschil in woordkeus. Is dat jouw pennenvrucht of komt het verschil uit het boek? Na enig lezen hier en daar op internet krijg ik de indruk dat de convergentie biologen niet erg zuiver in de (blinde) "evolutie"-leer zijn. Convergentie lijkt op ontwerp van eigenschappen zoals verkregen in de empirische cyclus met bewustzijn en creativiteit.
Empirische cyclus:
1. bewuste waarneming,
2. bewuste divergentie: inductie,
3. creatief moment: aha-erlebnis,
4. bewuste convergentie: ontwerp, bouw, toetsen, evaluatie.
5. ga naar 1.
In mijn loopbaan als ontwerper gebruikte we de divergentie, en convergentie. Voor het creatief moment was: ontspanning, denkpauze. Dat zijn algemene aandachtspunten bij "brainstorm". Het is van het grootste belang dat deze fases bij de deelnemers gesynchroniseerd zijn. Niet dat de één in de convergerende fase ideeën afschiet als de ander nog in de divergerende fase zit.
Ik vermeld bewust de "empirische cyclus" en niet "intelligent design". En daar heb ik mijn redenen voor, dat gaat nu te ver.
Met vriendelijke groet van JanD
JanD, wie zegt dat iemand 'gelooft' dat X het geval is, bedoelt: 'voor waar aannemen'. Misschien is het slecht taalgebruik (overgenomen uit het Engels?)
Volgens het woordenboek mag je het woord 'geloven' wel in die zin gebruiken. Het komt niet uit het boek, om een of andere reden hebben filosofen het over 'hij gelooft...' (zoals ze het ook hebben over 'hij vertrekt vanuit de gedachte dat....). Ik heb het hier kritiekloos gebruikt.
Voor zover ik op de hoogte ben van de huidige ontwikkelingen in de evolutietheorie zijn beide stromingen verantwoord: het zijn nu eenmaal twee verschillende 'mogelijkheden' binnen de theorie.
Convergentie verwijst niet naar ontwerp, persé.
(Is je weergave van de empirische cyclus wel geheel conrrect?)
JanR
O.K. Begrepen: twee mogelijkheden binnen de (materialistische) 'evolutie' theorie.
Wat betreft de empirische cyclus. Ik wijk bewust af van de geabstraheerde meer filosofische getinte bekende theoretische "empirische cyclus". Met reden, vanuit mijn eigen ervaring in het researchlab en de ervaren techniek van het ontwerpen.
De "menselijke bewuste logische deductie" vervang ik door "spelen". De "tryal and error" methode. Zowel in gedachten experimenten, via emulaties als ook concreet fysiek. Het goddelijke speelt in de natuur en dus ook in de mens.
Het belangrijkste: "het creatief moment" wordt niet, of in onvoldoende mate, herkend en geaccepteerd. Als het herkend wordt, dat spreekt men er niet over. Dat komt door dogma's in de wetenschap: intuïtie en het "verbeeldend" vermogen wordt zwaar ondergewaardeerd. Er ligt een taboe op. Met begint officieel met een zogenaamde "hypothese". Maar hoe men aan die hypothese komt zwijgt men in alle talen. Meestal is die hypothese verzonnen en zag men al de eindoplossing in een droom of fantasie. Dan moet er een onderzoeksvoorstel verzonnen worden om dat resultaat, dat van tevoren al is vast komen te staan, te verkrijgen. Soms werd de droom door wetenschappers vermeld, en die werden dan "geëxcommuniceerd" uit de materialistisch wetenschappelijke kerk.
Dat bestaan van het creatief moment dat durf ik met reden te zeggen. Ik had in het instituut de hoogste waardering voor inventiviteit en creativiteit. Ik nam mezelf waar in het ontwerpproces. Het creatief moment van pure intuïtie was niet oproepbaar maar je kon wel de voorwaarden scheppen. Dat vereist een houding van "leegte" en afwachting zonder verwachting. Dat na een periode van zeer sterke concentratie en experimenten. Ik stelde vast dat veel collega's dat niet konden. Dan ontstond bij hen een onzekerheid waar ze niet tegen konden. Ik voelde me er lekker bij: het kan altijd nog beter...
En dan is volgens mij de empirische cyclus geen cirkel maar een spiraal met daarin veel kleine spiraaltjes.
In dat instituut was er ook een afdeling ruimtevaart. Ik was er vanuit de afdeling instrumentatie bij betrokken. Ze ontwierpen en bouwden specialistische delen van satellieten (voor ESTEC): bijvoorbeeld remote sensing sensoren. Daarbij had men verschillende modellen om te testen: mechanische, optische, thermische, elektromagnetische compatibiliteit (EMC). Zo ervoer ik hoe de empirische cyclus in de praktijk werkte.
Dus nog eenvoudiger gesteld spiraliserend en spelend:
1. bewuste waarneming in divergentie,
2. creatief moment: aha-erlebnis,
3. bewuste convergentie met evaluatie,
4. ga naar 1.
Bij brainstorm sessies waren deze stappen erg duidelijk aanwezig.
1 en 2: zoveel mogelijk 'waanzinnige' ideeën genereren, plakkertjes met steekwoorden plakken. En dan (niet uitgesproken het creatief moment) onderbroken door kleine pauze's even buiten rondje lopen rond kijken stil zijn. Liefst in de tuin.
3. De plakkertjes bespreken en een cijfer geven.
De empirische cyclus in de natuur is dus volgens mij niet theologische schepping of met intelligent design. Ik acht intelligentie een deficiënt hulpmiddel: het gaat om het gevoel.
Vandaar dat ik blij ben met Philip Goff en het panpsychisme.
Groet van JanD
JanR
Ik schreef: "Ik acht intelligentie een deficiënt hulpmiddel: het gaat om het gevoel."
Dit is wat ongenuanceerd. Ik bedoel daarmee, als je letterlijk "De Andere Afslag neemt", je beter op je gevoel af kan gaan dan het met de rede gaat "beredeneren".
Indien men alert aanwezig is en niet denkt, dan bieden de juiste keuzes zich vanzelf aan. Ik heb ervaren dat er dan meer zintuigen in werking zijn. Zoals men zegt: het zesde zintuig. Gevoel van gevaar of hulp, of van "dat in de bedoeling ligt" kan dan aan de orde komen. Het "voelt" dan goed.
groet van JanD
@JanD: Wat zou nu gevoel slechts zijn zonder intelligentie dat kun je zeker niet als slechts een deficiënt hulpmiddel benoemen.
Want welke wijze ben je nu in staat hetgeen je gevoel je ingeeft te kunnen evalueren en wat zijn uiteindelijk nu de juiste keuzes, hetgeen bij jou slechts een prettig gevoel veroorzaakt:)
Waar heb je deze wijsheid vandaan gehaald.
JanD, dat kan waar zijn; lastig te zeggen: je zou dat moeten turven. Soms is het wel verstandig, natuurlijk, om toch een plan uit te stippelen en je aan je eigen goed overdachte voorschriften te houden. Bijvoorbeeld als het gaat om rekeningen en andere geldzaken. Ook lange termijn doelen kunnen beter even met de kalender er bij uitgewerkt worden. Hoe we beslissingen moeten nemen -intuïtief, snel beslissen, alle informatie verzamelen, enz.- is een lastig vraagstuk. Er bestaat in ieder geval geen algemeen 'schema' voor.
Ik persoonlijk ben iemand die in mijn eindeloze onzekerheid heel erg lang op een idee of plan moet 'broeden'. Bij mij duurt het heel lang voordat ik denk te weten hoe het in elkaar steekt en wat ik moet doen. Ik schuw daarbij argumenten niet. Zo zal iedereen wel een eigen strategie hebben ontwikkeld die haar/hem zegt hoe te handelen.
Welke afslag je moet nemen is overigens een mooie metafoor, vind je niet? Ik vind het een mooie titel voor een boek.
Egbert, mee eens: het is duidelijk tegenwoordig dat emotie en cognitie twee onmisbare ingrediënten zijn voor rationaliteit (en geen tegengestelde faculteiten, zoals je keer op keer hoort). Iemand die volstrekt geen emoties heeft, kan geen waarde hechten aan bepaalde doelen: zulke mensen bestaan dan ook niet. Want als je niet over waarden beschikt, dan kun je ook geen oordelen vellen (beslissingen nemen). En beslissingen nemen, is juist bepalend voor rationaliteit.
Maar JanD bedoelt hierboven niet echt 'gevoel' in de zin van 'zuivere emotie', maar gevoel in de zin van een 'veelzeggend signaal' (intuïtie)" en een dergelijke 'veelzeggend signaal' kan wel een combinatie zijn van waarden en inzichten. De meeste ideeën die we hebben schieten ons gewoon te binnen, spontaan, alsof de hersenen zelfstandig, binnenkamers, aan het denken geweest zijn. Bijvoorbeeld tijdens een wandeling.
JanD, nog even over Goff: ja, ik ben ook blij met Goff! Ten eerste omdat de zwakke kanten van een materialistisch (fysicalisme) wereldbeeld beter belicht worden. Ten tweede omdat je zo toch een brug slaat tussen religie en wetenschap. Zoals Goff zelf zegt: het leven wordt er iets 'zinvoller' door. Als gewaarwording -bewustzijn- niet weg te poetsen is, maar een elementair bestanddeel van de werkelijkheid is, dan wordt ons beeld van de werkelijkheid 'verrijkt' in positieve zin.
@JanR: [Maar JanD bedoelt hierboven niet echt 'gevoel' in de zin van 'zuivere emotie', maar gevoel in de zin van een 'veelzeggend signaal' (intuïtie)"]
Dat begreep ik wel en suggereerde ik ook niet Jan, (trouwens gevoel en emotie zijn overigens twee verschillende zaken), maar de intuïtie (wat JanD specifiek als het zesde zintuig benoemt), opborrelend uit de enorme databank van het onbewuste kan eveneens emotioneel gekleurd zijn en derhalve niet altijd betrouwbaar, e.e.a. hangt ook nogal sterk samen met de aard van de problematiek waarvoor men een oplossing trachtte te vinden.
Over "de andere afslag".
Toen ik dat las, moest ik meteen aan mijn eigen ervaringen denken. Letterlijk: een afslag van een weg dus. Ik aarzelde erg om het te beschrijven. Maar toch, al wordt het niet geloofd. Ik reed jaren geleden twee wekelijks van Maastricht naar huis en dan zet ik vaak Jos af in Valkenburg.
De afslag 2 van de snelweg A79 bij Meersen richting Valkenburg reed ik onnadenkend en automatisch in om mijn passagier Jos, af te zetten bij Broekhem. Daar woonde hij. Halverwege de afslag vroeg ik me af: "Wat doe ik nu? Waarom neem ik deze afslag?" Tot nu toe reed ik steeds de A79 af tot bij afslag 3. Ik dacht: de snelweg die ik normaal neem is sneller. Ik ging (tegen mijn gevoel) de afslag weer af (snelle beslissing) en vervolgde de A79 zo als gebruikelijk. Ik neem afslag 3, beneden aangekomen bij afslag 3 was de weg afgezet vanwege een uitslaande brand bij de bouwmarkt daar. Ik moest onder de snelweg door terug richting Maastricht. Dan weer bij Maastricht omdraaien en kwam ik opnieuw weer bij de afslag 2 richting Valkenburg. Toen herinnerde ik me dat ik een tijdje daarvoor initieel zonder te denken deze afslag genomen zou hebben.... als ik niet gestoord was door logisch nadenken.
Dan heb ik nog steeds de vraag: hoe wist ik dat er over 2 km een afsluiting van de weg was?
Dit is maar één voorbeeld van het 'zesde zintuig'. Ik heb nog meer voorbeelden. En daarvan twee ook met "een andere afslag": letterlijk dus.
groet van JanD
p.s. leve de paranormaliteit..geloof het of verwerp het..het was echt zo!
@JanD: Je zou met argumenten je standpunten moeten onderbouwen niet met persoonlijke verhalen, dat is een discussie inderdaad verwerpelijk.
Leuk verhaaltje om te lezen maar wat moet je er verder mee.
Ik stelde dat intuïtieve ingevingen soms emotioneel gekleurd kunnen zijn (dit alles hangt natuurlijk een beetje van de aard van het probleem af waarvoor je een oplossing probeert te zoeken) derhalve niet altijd betrouwbaar.
Wat soms aan ingevingen op kan borrelen uit de grote databank van het onbewuste kan inderdaad van een zekere waarde zijn maar dient desalniettemin wel kritisch geëvalueerd te worden.
Houd dit vast!
Een reactie posten