In zijn boek over evolutie schreef Daniel Dennett dat mensen nauwelijks in staat zijn om de betekenis van evolutie te begrijpen. We moeten onze manier van denken ‘binnenstebuiten’ keren om echt te doorgronden wat het wil zeggen dat wij een product zijn van de aarde, een wandelende plant van vlees en bloed, met bovendien een krachtig representatief vermogen.
Dennett heeft een aansprekende metafoor bedacht om duidelijk te maken dat evolutie van invloed is op alles wat de mens doet en denkt. Hij vergelijkt de evolutie met een zuur dat in geen enkel kannetje, schaal, beker, doos of kop kan worden bewaard omdat het elk materiaal aanvreet.
Dennett heeft een aansprekende metafoor bedacht om duidelijk te maken dat evolutie van invloed is op alles wat de mens doet en denkt. Hij vergelijkt de evolutie met een zuur dat in geen enkel kannetje, schaal, beker, doos of kop kan worden bewaard omdat het elk materiaal aanvreet.
Hoe lastig het is om de evolutie te doorgronden blijkt wel uit het werk van Dennett zelf. Hij geeft in zijn boek nog een tamelijk traditioneel exposé van het ontwerp van de wereld. Volgens Dennett is de werkelijkheid een fraaie compositie van wiskunde, natuurkunde, scheikunde en biologie dat op een stevig fundament van logische wetten staat. Het is de vraag of de wereld inderdaad beantwoordt aan deze keurige, welgeordende voorstelling van zaken.
In de loop der tijd zijn filosofen en psychologen de kracht van de evolutie steeds beter gaan begrijpen. Het duurt altijd lang voordat de betekenis van nieuwe inzichten postvat in de gemeenschap van wetenschappers (de wetenschap schrijdt voort met de snelheid van één teraardebestelling per keer: pas als de ‘traditionele wetenschappers’ sterven, die met hun gezag het aanzien van een vakgebied bepalen, is er ruimte voor nieuwe ideeën).
Onlangs zijn er twee boeken verschenen waarin de 'stille' kracht van evolutie goed blijkt.
Het eerste boek is van een cognitiewetenschapper (dat is, oneerbiedig gezegd, een menging van filosofie, kunstmatige intelligentie en psychologie). Donald Hoffman verdedigt in zijn boek 'The Case Against Reality' de stelling dat de wereld niet echt bestaat. Althans, niet zoals wij deze waarnemen. Onze voorstelling is een illusie. De mok is geen mok, de schotel geen schotel, de lamp geen lamp, het weiland geen weiland en de koe is geen koe.
Alles wat wij zien is door onze verbeelding aangekleed met aardige vormen en kleuren zodat de dingen gemakkelijk te hanteren zijn. De wereld is een soort dashboard waarin de vorm en het aanzien van de dingen slechts bedoeld zijn als metertjes en knoppen die ons zeggen wat we moeten doen. Want dat is het punt: wij zijn op de wereld om doeltreffend te handelen. En illusoire kleuren en vormen maken het gemakkelijker voor ons om de dingen te hanteren (manipuleren).
Hoffman vergelijkt het met een computer. Het prullenbakje op het computerscherm is natuurlijk geen echt prullenbakje, maar een 'ding' van van stroompjes en programmeertaal. Ik kan echter niets aanvangen met stroompjes en 'code'. Het is voor de gebruiker veel gemakkelijker om 'documenten' naar een 'prullenbakje' te slepen. Zo is ook de echte wereld een maalstroom van signalen. Maar door er valse voorstellingen van te maken kunnen wij deze maalstroom hanteren.
Alles wat wij zien is door onze verbeelding aangekleed met aardige vormen en kleuren zodat de dingen gemakkelijk te hanteren zijn. De wereld is een soort dashboard waarin de vorm en het aanzien van de dingen slechts bedoeld zijn als metertjes en knoppen die ons zeggen wat we moeten doen. Want dat is het punt: wij zijn op de wereld om doeltreffend te handelen. En illusoire kleuren en vormen maken het gemakkelijker voor ons om de dingen te hanteren (manipuleren).
Hoffman vergelijkt het met een computer. Het prullenbakje op het computerscherm is natuurlijk geen echt prullenbakje, maar een 'ding' van van stroompjes en programmeertaal. Ik kan echter niets aanvangen met stroompjes en 'code'. Het is voor de gebruiker veel gemakkelijker om 'documenten' naar een 'prullenbakje' te slepen. Zo is ook de echte wereld een maalstroom van signalen. Maar door er valse voorstellingen van te maken kunnen wij deze maalstroom hanteren.
Hoe radicaal de ideeën van Hoffman in eerste instantie ook lijken, naarmate je verder komt in het boek blijkt alles wel los te lopen. Schokkender dan het idealisme van Berkeley is de wereld van Hoffman bij nadere beschouwing niet. Zijn ideeën zijn hooguit tegenintuïtief. En zijn visie blijkt tenslotte zelfs tamelijk traditioneel te zijn als hij ons toevertrouwt dat onder het oppervlak van de valse zichtbare wereld een ‘echte’ wereld schuilt die door de mens kan worden bestudeerd (H4 & 5).
Wat het boek echter interessant maakt is dat Hoffman de evolutietheorie gebruikt om zijn visie te onderbouwen. Volgens Hoffman bepaalt de evolutie hoe wij de wereld zien. Aangezien wij op de wereld zijn om doelmatig te handelen, zien wij de wereld zo dat doelmatig handelen in alle omstandigheden mogelijk is. De wereld wordt door ons brein zo vervormd en vertekend dat ons cognitieve apparaat onmiddellijk 'ziet' wat er gebeuren moet. Wat Hoffmans boek interessant maakt is dat hij met een aantal interessante experimenten laat zien dat een organisme er verstandig aan doet om de waarheid links te laten liggen: waarheid is geen factor die onze kans op overleven vergroot [1], doeltreffend handelen daarentegen bepaalt het verschil tussen sneven en staan.
Een boek waarin ditzelfde inzicht treffend wordt verdedigd is dat van Barbara Tversky. Zij beschrijft in haar boek dat onze hersenen -en onze denkwijze!- gevormd worden door de noodzaak om doeltreffend te handelen. Ze beschrijft hoe kinderen al na enkele maanden als ze een taak moeten volbrengen vooral letten op het doel van de taak en niet op de middelen. Helemaal opwindend -zeker voor een leraar- is het inzicht dat kinderen vraagstukken vooral begrijpen als ze een taak mogen uitvoeren. Het motorisch systeem, ons vermogen om ons te bewegen, bepaalt namelijk de structuur van onze denkbeelden en concepten (of misschien moet je zeggen: begrenst onze denkbeelden en concepten).
Als ik een bepaald concept niet kan uitvoeren, kan ik dit concept ook niet (goed) begrijpen (maar let op de vele mitsen en maren, zo waarschuwt Tversky herhaaldelijk). De bouw van ons brein en de werking van ons verstand staan in dienst van doeltreffend handelen. Wij zijn geen ‘denkers’, geen ‘rationele dieren’, maar ‘multi-purpose actionmachines’. Dankzij ons krachtige representatieve vermogen kunnen wij een grote verzameling voorstellingen ten uitvoer brengen en daarbij leggen we een enorme doeltreffendheid aan de dag. Dit vermogen maakt van ons een levensgevaarlijk dier. De leeuw kan slechts op één manier jagen, de mens op tientallen manieren.
Als ik een bepaald concept niet kan uitvoeren, kan ik dit concept ook niet (goed) begrijpen (maar let op de vele mitsen en maren, zo waarschuwt Tversky herhaaldelijk). De bouw van ons brein en de werking van ons verstand staan in dienst van doeltreffend handelen. Wij zijn geen ‘denkers’, geen ‘rationele dieren’, maar ‘multi-purpose actionmachines’. Dankzij ons krachtige representatieve vermogen kunnen wij een grote verzameling voorstellingen ten uitvoer brengen en daarbij leggen we een enorme doeltreffendheid aan de dag. Dit vermogen maakt van ons een levensgevaarlijk dier. De leeuw kan slechts op één manier jagen, de mens op tientallen manieren.
Een verband tussen ‘de’ structuur van de werkelijkheid en onze denkwijze -of, anders gezegd, een aanwijzing voor de waarachtigheid van onze denkwijze- is nog nooit gevonden. Ons verstand dwingt ons, bij elke stap die we doen en bij elk denkbeeld dat ons voor de geest staat, om streng vast te houden aan onze denkwijze, anders weten we niet hoe te handelen. Als we niet weten hoe we onze voorstellingen moeten uitvoeren, heeft het geen zin om een stel energieverslindende hersenen te onderhouden.
Om de metafoor van Dennett verder door te voeren: het laatste bakje waarover de mens beschikt om het allesdoordringende zuur van de evolutie in op te vangen, onze logische 'absolute' waarheid, wordt ook aangevreten door het zuur.
[1] Als Hoffman gelijk heeft is dit een ernstig bezwaar voor Boudrys these zoals beschreven in: Boudry, M, Illusies voor gevorderden, of: waarom waarheid altijd beter is.
————-
Tversky, B - Mind in Motion, zie: link
Hoffman, D - The case against reality, zie: link
(geen idee of deze boeken al vertaald worden/zijn).
(geen idee of deze boeken al vertaald worden/zijn).
5 opmerkingen:
Buitenstebinnen
Wij als bewuste persoonlijke subjectieve binnenwerelden leven in onze eigen bewuste persoonlijke subjectieve binnenwerelden. Hetgeen een tautologie is.
Het is de vraag in hoeverre onze subjectieve voorstellingen van de veronderstelde objectieve buitenwereld kloppen. Ik denk dat ik op een echte stoel zit. Ik denk niet dat de gedachte dat ik op een echte stoel zit, onwaar is. Maar heb ik wel gelijk? Of hallucineer ik?
Toch is het zeer handig en verstandig om ervan uit te gaan dat we enige grip op en begrip van de buitenwereld hebben. De hypothese dat we voortdurend hallucineren, werkt niet echt. Want als we uitsluitend gehallucineerd "voedsel" eten, dan zijn we dood voordat we ons hebben voortgeplant. Goed, kun je zeggen, als we dood zijn, hallucineren we vrolijk verder dat we leven. Maar dat lijkt me iets te contradictoir.
Onze binnenwereldse voorstellingen van de ons omringende buitenwereld zijn deels min of meer maar niet strikt realistisch en deels "idealistisch" (bij elkaar verzonnen). Maar hierover valt na te denken en het valt te onderzoeken.
Natuurlijk, we verzinnen en projecteren wat af. Zo kunnen we verzinnen dat de realiteit volledig consistent is. We kunnen verzinnen dat zij inconsistent is. We kunnen verzinnen dat zij deels consistent is en deels inconsistent. En we kunnen zelfs verzinnen dat er helemaal geen realiteit is en dat er dus louter niets, noppes en nada bestaat.
Maar we kunnen ook al onze "hogere" metafysische verzinsels als voorzichtige gissingen zien en die proberen tegen elkaar af te wegen. Zoveel geestkracht hebben we ook weer van de evolutie gekregen, niet als een overlevingsmechanisme maar als een soort bijproduct. Evolutie is complex. Zij heeft geen rechttoe rechtaan doelen maar meandert er doelloos op los.
citaat: "Aangezien wij op de wereld zijn om doelmatig te handelen" ??????
Volgens mij faciliteert doelmatig handelen het bestaan op de wereld.
De vraag naar het doel, het waarom, van het leven ontneemt het leven zijn bestaan op de wereld. (vind ik)
Daarom ben ik het van harte eens met de stelling: "waarheid is geen belangrijke factor"
Het leven is er om "beleefd" te worden: het is dus zelfverwijzend en heeft verder geen doel.
Daarom snap ik het belang niet van "waarachtigheid" "logische orde" enz
citaat:
"Schokkender dan het idealisme van Berkeley is de wereld van Hoffman bij nadere beschouwing niet." Het lijkt me wel verder te gaan door opmerkingen van de illusie van de computer wereld. (zie mijn vorige bijdrage over VR en de holobril) dat gaat de kant van een zelfgedragen "matrix" film. De "werkelijkheid" bestaat niet, dus de werkelijkheid bestaat. (zo iets als de koning is dood leve de (nieuwe) koning)(ad inf) Vooral dat "ad inf" intrigeert me. Normaal wordt gezegd dat een cirkelredenering een drogreden is, ik vermoed echter dat het misschien wel de enige echte bestaansgond is: steeds opnieuw zichzelf bevestigen: verder is er niks.
citaat:
"Wat het boek echter interessant maakt, is dat Hoffman de evolutietheorie gebruikt om zijn visie te onderbouwen." Het boek heet: 'The Case Against Reality' De stelling dat de wereld niet echt bestaat. Althans, niet zoals WIJ deze waarnemen. Maar gelovende in de evolutietheorie, hoe zit het dan met archeologische vondsten van vóór het menselijk denken, toen de breinmens er nog niet was? Was die wereld er dan wel toen wij die niet konden waarnemen? Of is de wereld zelfdragend vanwege het inherente idealisme dat ook eerder al bestond voor de mens op het evolutie toneel kwam. En hoe zit het met het bewustzijn van het brein als het brein zelf niet bestaat zoals we die zelf waarnemen?
anders gezegd: we denken met het brein waarvan we zeggen dat het niet echt bestaat: 'The Case Against Reality'
mijn conclusie: we bestaan niet. We zijn een zelfgedragen projectie.
Dat vind ik ook zo leuk in een SF film: een dokter in een ruimtevaartuig is een holograam dat gegenereerd wordt door een klein apparatje dat hij zelf bij zich draagt. (heerlijk)
Ik houd het ff maar bij boek 1
JanD
p.s. Met excuses voor de onzin als je mijn fantasie niet kan volgen
@JanD: [De vraag naar het doel, het waarom, van het leven ontneemt het leven zijn bestaan op de wereld.]
Ontneemt het leven zijn bestaan op de wereld?
Jouw hersenspinsels zijn een van de vele manifestaties van leven:) en "Life goes beyond any meaning."
[Het leven is er om "beleefd" te worden: het is dus zelfverwijzend en heeft verder geen doel]
Je kunt niet stellen het leven is er om beleefd te worden:), je leeft gewoon en dat is het.
@Egbert
"De vraag naar het doel, het waarom, van het leven ontneemt het leven zijn bestaan op de wereld." Daarmee bedoel ik dat men bij het zich afvragen naar het doel en het waarom, zich terugtrekt vanuit het "beleven" van het leven. Men gaat in zijn eigen denkwereld op en stapt uit de "beleef" wereld.
Voorbeeld:
Mijn zwager is een extreem voorbeeld: ik zeg maar zo overdrijven maakt duidelijk. Mijn zwager als voorbeeld: Ir wiskunde en kan heel erg goed nadenken. (Echt waar wat nu komt) Soms is hij er niet meer. hij zit dan in zijn stoel en is een zombie. Ik heb hem ook tijdens een openbare toespraak staande in die toestand zien komen, omdat ik een kleine verwijzing maakte naar niet voor de hand liggende interpretatie van de stelling van pythagoras. Je kan dan hem roepen of naar hem schreeuen, hij reageert niet. Pas als je zijn lichaam wat schut, begint hij weer te leven: hij kijkt eerst even verdwaast rond en vraagt zich dan af, waar hij is. Maar als hij uitgedacht is dan komt hij uit zichzelf weer bij.
Dat bedoel ik met leven: dat je present bent in het dasein. Niet dat je in het afgesloten denkraam vastzit. En al denkende tegen een lantaarnpaal loopt.
"De vraag naar het doel, het waarom, van het leven ontneemt het leven zijn bestaan op de wereld." Egbert, je kan ook zeggen "Met de vraag naar het doel, het waarom, van het leven, trekt het leven zich terug vanuit de wereld terug en ontstaat in de denkwereld."
O.K.
taal is lastig.
voorts:
Het leven is er om beleefd te worden betekent: je leeft gewoon en dat is het. Want als je het niet beleeft: dan leef je niet.
Met talige groet van JanD
@JanD: [je leeft gewoon en dat is het. Want als je het niet beleeft: dan leef je niet.]
Precies:). Je bent zelf immers een stukje organisch leven, niets meer en niets minder. Maar dat stelde ik immers al en dat leven kan zich ook manifesteren in het terugtrekken/verzinken in eigen gedachten of in het vervallen in een diepe lethargie. Zelfs als je denkende tegen een lantaarnpaal aanloopt:) Verder is er helemaal niets, behalve dan de dood.
"Het mysterie leven" zou je misschien al goddelijk kunnen aanduiden, niemand die weet wat het is of hoe het is ontstaan.
Een reactie posten