Hun (virtuele) wereld bevat alle kleuren en tinten en mengingen die maar mogelijk zijn. Het is een normale, kleurrijke wereld.
Zoals de naam al doet vermoeden kunnen Rtjes -op zich zijn het lieftallige diertjes- alleen de kleur rood onderscheiden. Voor de Rtjes is dat ook noodzakelijk, want ze leven van rode objecten. Hun wereld is zo gebouwd dat Rtjes alleen energie kunnen halen uit rode objecten.
Voor de Rtjes is de virtuele wereld een paradijs: ze zien alleen maar rode 'verteerbaardere' objecten. Het menselijke equivalent van deze wereld is luilekkerland-plus: een wereld waarin we alleen maar heerlijke gerechten kunnen onderscheiden!
Op een goede dag doet een van de Rtjes een ontdekking. Hij beweert dat er mogelijk een andere kleur is dan rood. Aangezien hij zelf geen andere kleuren dan rood kan onderscheiden -dat is het lot van ieder Rtje- doopt hij de mogelijke kleur 'Nietrood'.
Logisch gezien, beweert hij, kan niet-rood zelfs een verzameling van heel veel verschillende onvoorstelbare kleuren zijn!
De filosofisch aangelegde Rtjes beleggen een vergadering over deze kwestie. Vanzelfsprekend niet omdat er een groot belang op het spel staat, maar louter en alleen omdat de kwestie interessant is.
Ze worden het eens over de volgende beweringen:
-het is wel erg fantastisch om Nietrood op te vatten als een veelkleurig verschijnsel
-het is lastig om het bestaan van Nietrood ernstig te nemen (we hebben in de praktijk voordeel noch nadeel van Nietrood: deze kleur is voor ons, praktisch gezien, een niet bestaande kleur)
-we kunnen het bestaan van Nietrood niet onderzoeken
-als er een tweede kleur bestaat, dan moet het inderdaad wel Nietrood zijn: dat is de enige logische optie
De Rtjes besluiten de werking van hun oog grondig te onderzoeken. Ze ontdekken dat hun oog bij uitstek geschikt is om 'rood' te zien: alsof het ontworpen is door een schepper!
Over deze bevinding beleggen ze opnieuw een vergadering. Ze worden het eens over de volgende beweringen:
-het oog is of een filter of een spons: of het zuivert de waarneming zo dat het alleen rood doorlaat, of het zuigt uitsluitend de kleur rood op uit de wereld omdat de wereld zelf rood is
-als Nietrood bestaat dan werkt ons oog als een filter (als ons oog als een filter werkt dan kan Nietrood bestaan)
-als Nietrood niet bestaat dan werkt ons oog als een spons (als ons oog een spons is dan kan Nietrood niet bestaan)
-wij zien alleen een rode wereld (maar dat bewijst niet dat ons oog een filter of spons is)
Ze wenden zich nu tot het Rtje dat zegt over een bewijs te beschikken voor het bestaan van Nietrood. Zijn naam is dR-win. Hij doet hen het vermeende bewijs uit de doeken:
"Ik kan aantonen dat het oog een filter is en geen spons. Als het oog een filter is, dan kan Nietrood bestaan. Een andere aanwijzing is dat rood kan variëren: we zien niet uitsluitend één kleur rood, maar verschillende tinten rood. Rood is geen kleur, maar een verzameling kleuren. Waarom zou nu de verzameling kleuren precies liggen binnen het bereik van ons rood-filter?"
"Omdat er geen andere kleuren zijn! De wereld is rood!"
"Nee", zegt dR-win, "dat is natuurlijk overbodig: ons oog is een filter en geen spons. Wat moeten wij met een roodfilter als de wereld zelf rood is? Een roodfilter in een rode wereld is al even overbodig als het dragen van zonnebril als de zon niet schijnt."
"Ik snap wat je bedoelt", zegt aR-istles, een Rtje dat erg goed is in filosofie. "Je bedoelt dat het niet erg waarschijnlijk is dat wat überhaupt mogelijk is precies is afgestemd op onze behoeften."
"Ja", zegt dR-win, "zo kun je het zeggen: dat klinkt minder biologisch weliswaar en -als ik zo vrij mag zijn- wel heel erg metafysisch, maar feitelijk is dat wat ik geloof."
"Maar dan moeten we wel geloven", zegt aR-istles, "dat Nietrood bestaat: want Nietrood verwijst logisch naar de verzameling kleuren die wij niet kunnen waarnemen: welke 'iets' deze geheimzinnige andere kleur ook mag zijn, Nietrood verwijst altijd naar deze 'onkenbare' kleur."
Hij kijkt de kring rond. "Tja", zegt hij, "dat is nu eenmaal het voordeel van logica: je hoeft niet te bewijzen dat Nietrood bestaat. Je hebt voldoende aan de suggestie dat Nietrood bestaat: vervolgens kunnen we logisch correct naar Nietrood verwijzen- zelfs al weten wij zelf dan niet waar wij feitelijk naar verwijzen."
"Het is niet anders", zegt aR-istles. "Redelijkerwijs, gezien onze natuurlijke beperking, moeten wij het bestaan van Nietrood eenvoudigweg aanvaarden."
En daarmee werd de vergadering van de filosofische Rtjes besloten. Vervolgens dronken ze rode wijn met aardbeien en rode kool. Het was een waar feestmaal!
"Maar dan", zei diktR-om, een tamelijk dik Rtje, "ben ik toch heel benieuwd naar de vraag of je Nietrood kunt eten- en oh wat zou ik graag willen weten hoe Nietrood smaakt!"
Alle Rtjes moesten smakelijk om deze ondeugende opmerking lachen. En het bleef, vanzelfsprekend, nog lang gezellig...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten