Het is echter kinderlijk om uit de vorm van een object af te leiden dat het een bepaalde lichaamsfunctie versterkt of zelfs geneeskrachtig is (bovendien, hoe moet een hoorn worden ingenomen om de werking er van te garanderen: in zijn geheel of mag het een poeder zijn of eventueel in blokjes die gegaard worden in een bouillon?).
Een dergelijke kinderlijkheid -als ik zo vrij mag zijn- beheerst ook de gelovige. In vroegere tijden kregen krijgers hun wapens mee in het graf zodat ze konden doorvechten in het hiernamaals (misschien is deze lezing niet juist: wellicht kregen ze hun wapens mee als blijk van eer).
Sommige gelovigen willen persé begraven worden omdat anders hun lichaam niet meer kan worden opgewekt.
En in onze tijd hebben gelovigen een sterke voorkeur voor een 'onstoffelijke' geest (wellicht omdat een onstoffelijke geest sterk doet denken aan een ziel).
Ik vraag me af waarom het afbreuk doet aan je geloof als je inziet dat je een biologische machine bent: een stoffelijk apparaat. In welke zin kan het naturalisme een bedreiging zijn voor je overtuiging dat God bestaat?
Wat is precies de oorzaak/reden voor het misprijzen dat een gelovige voelt voor een wereld van uitsluitend atomen, elementen en moleculen; of, andersom, waarom zou het inzicht dat de wereld uitsluitend een bouwwerk is van atomen, elementen en moleculen een bewijs zijn voor het inzicht dat God niet bestaat?
In ieder geval wordt de 'grandeur' van de wereld niet minder als ze uitsluitend uit atomen, elementen en moleculen bestaat; het heelal wordt er niet minder geheimzinnig, ongrijpbaar of mysterieus van. Het maakt feitelijk geen cent verschil of de werkelijkheid onstoffelijk of stoffelijk is: het verandert niets aan je bestaan of aan de existentiële waarde van je bestaan.
Ik vind het bestaan ondoorgrondelijk, maar ook groots en wonderlijk; en daar verandert het antwoord op de vraag of de werkelijkheid stoffelijk of onstoffelijk is weinig (niets) aan. Trouwens, metafysische begrippen als 'stoffelijk' of 'onstoffelijk', indien toegepast op de gehele werkelijkheid, zijn zelf ongrijpbaar. Het betekent weinig.
Is heel de werkelijkheid stoffelijk? Is heel de werkelijkheid onstoffelijk? Ik heb eigenlijk geen idee wat je daar mee bedoelt... Het maakt immers geen iota verschil voor je bestaan en voor je ervaringen of de gehele wereld stoffelijk of onstoffelijk is?
Tenslotte: stel dat God bestaat -natuurlijk bestaat hij, maar deze voorwaarde moeten filosofen altijd noemen- zouden wij hem dan voorschrijven hoe de werkelijkheid dient te zijn? Zou God geen wereld willen die 'darwiniaans' is? Een vreemde gedachte. Als God de schepper is van deze aarde, een stoffelijke wereld van atomen, elementen en moleculen, wel, dan is God de schepper van een wereld van atomen, elementen en moleculen. Dít en geen andere wereld heeft God geschapen. Je zult het er mee moeten doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten