woensdag 5 februari 2025

Een wandelende knie

De Galgenliederen -overigens prachtig getoonzet door Gubaidulina- van Morgenstern zijn 'absurdistisch'. In de gedichten komen onder andere een wandelende knie voor en een kwart varken dat danst.

De vraag die deze teksten oproepen is of er graden van 'vreemdheid' zijn. Anders gezegd: hoe gek is een wandelende knie?

Het is handig als we eerst onderscheid maken tussen zinnige teksten en onzinnige teksten. 

Onzinnige teksten zijn teksten zonder betekenis. Het kan een willekeurige reeks letters zijn (afhdouyabdhbrucy), maar ook een zin waarin woorden voorkomen die geen betekenis hebben (het hfee van uydb yebc, heeft gezegd!) of een zin die uit begrijpelijke woorden bestaat maar niet grammaticaal is (Meisje het kijkende straat zegt pianospel op blauw). Tenslotte reken ik ook de opzettelijk onduidelijke verwoorde gedachten tot de groep onzinnige teksten: je leest wat er staat, de zinnen zijn grammaticaal, maar het is je niet duidelijk wat de schrijver wil zeggen (uw handen bijten aan het lijden van de nacht (...) snoepen uw lippen giftige bessen uit groene dagboekbladen [lucebert]).

Onzinnige teksten kunnen niet 'vreemd' zijn in de eigenlijke zin van het woord.

Zinnige teksten, zoals de galgenliederen, kunnen wél vreemd zijn. Ze zijn vreemd omdat ze 'de gewone gang van zaken', waar wij aan gewend zijn, vervormen/veranderen.

Sprekende dieren, lichaamsdelen die acteren als personen, bomen die wandelen, kleine mensen (kabouters) die wonderen verrichten, gebeurtenissen die strijdig zijn met onze natuurwetten (mensen die kunnen vliegen, mensen die over water wandelen), enz. Onze fantasie is eindeloos, maar de bandbreedte is beperkt: het zijn variaties op dat wat 'dood-gewoon' is. Het is het werk van de fantasie. Volgens Hume kan ons verstand elk willekeurig denkbeeld naar believen verrijken met eigenschappen. Een mens met de vleugels van een duif: een engel; een mens met de poten van een hoefdier: de duivel.

Overigens behoren tot deze categorie 'vreemde dingen/voorstellingen' ook soms de reacties van mensen: iemand die vrolijk begint te lachen als zij hoort dat haar man, van wie ze echt hield, gestorven is; iemand die juist de personen die zij heel graag mag en met wie ze zó graag samen is mijdt; ook het gedrag van de barmhartige Samaritaan verrast ons -achter hem had je zoveel goedheid niet gezocht. 

Het zijn gedragingen die je niet verwacht. Een goede schrijver kweekt verwachtingen -door het karakter van een persoon uit te diepen- en schendt vervolgens deze verwachtingen. 'De moordenaar is altijd de tuinman', zingt Reinhard Mey op tamelijk sardonische wijze: de tuinman die altijd ze vriendelijk is en kalmpjes de bladeren aanharkt en het tuinpad schoonveegt: van hem had je het niet verwacht.

Variaties op het 'gewone' zijn vreemd en verrassend (en volgens psychologen is het goed als we situaties opzoeken die verrassend zijn: je moet de sleur doorbreken. Persoonlijk ben ik daar geen liefhebber van: ik houd wel van sleur en grijze, sombere dagen.)

Atonale muziek is ook een voorbeeld van een variatie op een thema: het vioolconcert van Schoenberg klinkt hooguit vreemd, maar na een paar keer luisteren wordt ze 'gewoon'; ook de etudes van John Cage zijn niet absurd (denk aan de 'etudes Australes'), ook al moet je je even inspannen om hun schoonheid te vatten. 

Echt vreemd en absurd zijn uitsluitend de paradoxen. Paradoxen zijn nooit 'beelden' of 'verhalen' die op zich staan. Paradoxen zijn constructies. Je maakt ze met kleine, onopvallende woordjes zoals 'en', 'niet', 'jawel'. Een wandelende knie is niet absurd, maar een knie die wel én niet wandelt is absurd. Je kunt de woorden van een paradox 'concipiëren' -de zin is 'zinnig'- maar je kunt de betekenis van de zin niet werkelijk vatten: het 'werkt' eenvoudigweg niet. Je hersenen lijken zich niet te lenen voor zulke constructies. 

Is het niet opvallend dat bepaalde constructies echt onbegrijpelijk zijn, terwijl de tien-duizend variaties op de werkelijkheid best begrijpelijk zijn (ze zijn hooguit wat ongewoon, maar niet onbevattelijk). Het is des te pregnanter als je inziet dat deze absurde constructies slechts uit twee 'leden' bestaan! Zo eenvoudig, zo simpel en toch zó ongrijpbaar! [1]

"de heer van het universum is klein en groot
zijn wollebaarden baard is wol van wol van staal
en hij schichten van bliksem naar de aarde
want de wollebaarden man is groot hij is klein
en in zijn grootheid zal hij mensen kweken 
en in zijn kleinheid zal hij mensen breken
om een appel en een ei de wollebaarden heer
die mensen verleidt en ze straft om hun kleinheid
en ze grootaardig terugroept de wollenbaarden man
die zo groot is dat hij kleinbestaand de mens niet helpen kan" [2]
--------
[1] Waarom is een 'constructie' onbevattelijk en een beeld dat niet overeenkomt met onze verwachtingen niet onbevattelijk? Vermoedelijk omdat het begrip van constructies in ons 'lijf' zit. We beschikken over 'kennis hoe' en 'kennis dat'. Een wandelende knie is 'kennis dat'; een constructie is 'kennis hoe'. En je weet niet 'hoe' een knie wel en niet kan wandelen. Je weet wel dat een knie zo kan worden 'veranderd' dat deze als een wandelende persoon kan worden beschreven. Het is verleidelijk om 'kennis dat' toe te schrijven aan het 'waarnemende deel' van onze sensomotorische denk-machine en 'kennis dat' aan het 'motorische deel'/'uitvoerende deel'. Maar ik ben geen neuroloog en heb geen idee wat deze gissing waard is.

[2] Ik dacht dat dit gedicht van een zekere P.Akkerman is, maar dat weet ik niet zeker.

3 opmerkingen:

RV zei

Personalisme

Ik ken de term uit de filosofie. Er waren Amerikaanse die het filosofisch personalisme verkondigden. Een nogal onbekende groep en met een hang naar supranaturalisme. Voorts hamerde Scruton erop dat wij personen waren. Enfin, personalisme is wat mij betreft gewoon een mooie term om aan te geven dat wij persoonlijke existenties zijn. De term existentialisme klinkt me te beladen.

Jij als persoon bent de verzameling van je eigen gedachtes, gevoelens, herinneringen. Niets mysterieus aan. En zelfs heel voor de hand liggend. Gewoon een gezonde vorm van volkspsychologie en van gezond verstand.

Andere mensen zijn ook personen, elk met een eigen gedachten- en gevoelswereld.

En we hopen maar dat de overheid ons ook als personen, rechtspersonen, behandelt. Met respect voor ons als personen.

Dat "persona" oorspronkelijk "masker/rol" betekent, weet ik.

RV zei

https://www.reddit.com/r/philosophy/comments/nlbjid/philosopher_of_mind_philip_goff_argues_for/?tl=nl

Panpsychisme is ouder dan de eerste weg naar Rome en lijkt mij een heilloos pad.

Is bewustzijn dan een soort illusie? Ligt eraan wat je onder illusie verstaat. In elk geval is de term "bewustzijn" in het dagelijks leven zeer handig. En mijns inziens is bewustzijn niets meer maar ook niets minder dan het samenspel van persoonlijke actieve semantische netwerken. Bewustzijn als afzonderlijk component bestaat niet.

Verwijder alle inhouden uit je bewustzijn en je houdt niet het lege bewustzijn over maar je houdt nul komma niets komma nada over.

Afijn, dit alles heb ik vaker gezegd. En hebben anderen ook gezegd. Niets nieuws onder de zon.

Interessanter dan de vraag wat bewustzijn is, is de vraag naar de mechanismes achter onze actieve semantische netwerken. Hoe vertalen onze hersenen zintuigelijke gegevens tot een semantisch netwerk? Om maar wat te noemen. Hoe wordt er voortdurend geput uit het geheugen? Hoe komt het dat we zonder bewust na te denken goede zinnen produceren?

Jan-Auke Riemersma zei

RV, het is geen handige gewoonte om je eigen termen te munten. Er zijn al behoorlijk wat -ismen in de wereld en als je deze dan ook nog zo ter versiering aan allerlei vragen hangt wordt de spraakverwarring alleen maar groter. Het neigt allemaal een beetje naar 'schöngeisterei'- en waarom zou je dat willen? Je beschrijving overigens van een persoon -[Jij als persoon bent de verzameling van je eigen gedachtes, gevoelens, herinneringen.]- is Locke's opvatting van een persoon. Het is wel ironisch dat jij, die zo hoog opgeeft van 'structuur, samenhang', je deze definitie laat ontvallen: want wat er aan mankeert is de structuur: Parfit is de filosoof die deze definitie van Locke heeft bekritiseerd en aangepast. Meijsing schreef over de vraag wat een persoon is echt een voortreffelijk boek: waar was ik toen ik er niet was.