vrijdag 28 februari 2025

De inventaris van de werkelijkheid

De vraag wat de uitdrukking 'x bestaat' betekent is notoir moeilijk te beantwoorden. Net als de vraag wat 'waarheid' is of wat 'betekenis' is.

Een eenvoudige 'analytische' oplossing is de volgende: x bestaat als x volgens een algemeen aanvaard criterium op de inventarislijst (of: ontologische lijst) van de werkelijkheid kan worden geplaatst [3].

Het criterium bepaalt of x al dan niet tot de inboedel van de werkelijkheid behoort.

We beschikken over de volgende criteria:

i. Het positivistische criterium: x behoort tot de inboedel van de werkelijkheid als x kan worden gemeten; 

ii. Het fysisch criterium: x behoort tot de inboedel van de werkelijkheid als x bestaat uit atomen (alles wat bestaat bestaat uit atomen is de fysische veronderstelling);

iii. Het logisch criterium: x behoort tot de inboedel van de werkelijkheid als x consistent is (lees: als x logisch/consistent kan worden beschreven: je kunt logische structuren niet waarnemen!).

Het meest gebruikte criterium is het logische criterium. Immers, we weten dat het verleden tot de inboedel van de werkelijkheid behoort, maar het verleden kan niet worden gemeten en het bestaat ook niet uit atomen. Het positivistische en fysische criterium zijn niet geschikt om een lijst op te stellen. 

Uitsluitend het heden kan worden gemeten en uitsluitend het heden bestaat uit atomen. Op de kleinste tijdschaal is het heden echter zo 'dun' dat menselijkerwijs gesproken onze handelingen nauwelijks tot de inboedel van de werkelijkheid behoren. Wij, met onze trage geest, hebben een 'heden' nodig van ongeveer drie tellen. Dit is slechts een van de vele bezwaren die tegen deze criteria kunnen worden aangevoerd.

Het logische criterium is volgens filosofen het aangewezen criterium.

Stel nu echter dat het logische criterium niet houdbaar is omdat de klassieke logische wetten niet universeel gelden [1]. In dat geval moet je op zoek naar een nieuw criterium omdat het logische criterium onvolledig is: het is evident dat op de lijst ook gluts (met de vorm: a en niet-a) en gaps (met de vorm a noch niet-a) voorkomen.

Het probleem met gluts en gaps is echter dat we deze niet systematisch kunnen bestuderen. We weten ons eigenlijk geen raad met gluts en gaps. 

Hoe moet je de waarheid onderzoeken van de volgende bewering: er is een 'ding' en dat 'ding' is noch in het heelal noch buiten het heelal te vinden. 

Als de menselijke logische denkwijze de enige en juiste maat zou zijn voor de dingen die wel en niet op de lijst mogen staan, dan zou je zulke beweringen schouderophalend in de bak met 'absurditeiten' mogen werpen: weg ermee, deze onzin helpt ons niet verder! 

Beschik je echter over deugdelijk bewijs dat de logische denkwijze/wetten niet 'compleet' zijn, dan zul je -wellicht tandenknarsend- moeten toegeven dat we niet kunnen beschikken over een passend criterium. Denk er eens goed over na: welk alternatief criterium kun je verzinnen om de enige juiste lijst op te stellen met 'dingen' die we in de werkelijkheid zoal kunnen aantreffen?

Het vermoedelijke antwoord is: we weten geen beter criterium. 

Het fundamentele probleem is dat een nóg algemener criterium dan het logische ons boven het verstand gaat.

Als we niet kunnen beschikken over een algemeen criterium, dan betekent dit dat alle absurde dingen wél op de lijst moeten staan. Ik kan absurde dingen niet uitsluiten. 

Hoe dit mogelijk is? Wel, omdat de werkelijkheid schijnbaar 'echt' (!) vreemder en complexer is dan wij kunnen bevroeden. Beperkte denkwijze = vreemde werkelijkheid.  

Heb ik dan eenmaal vastgesteld dat de werkelijkheid vreemd en hypercomplex is, dan moet ik daarvan de logische gevolgen aanvaarden (doe ik dat niet, dan ben ik irrationeel: dan doe ik maar wat).

Wel, aangezien God een 'absurd' ding/denkbeeld is [2], ben ik rationeel als ik vaststel dat God op de lijst staat: het bestaan van God is een feit.

-----

[1] Het bewijs is 'gegrond' in de evolutie van de mens. Het ligt voor de hand dat de denkwijze van de mens -zoveel weten we inmiddels van de evolutie van bewegende dieren- bedoeld is om ons doelgericht te laten handelen. Dat vergt een logische bediening van het lichaam. De evolutie is geen alwetende bouwmeester die universele beginselen heeft gebruikt om lokale problemen op te lossen. Bovendien: de logische structuur is een product van het brein (!). Je moet dus eerst een logisch werkend brein hebben voordat je logische structuren in de werkelijkheid kunt opmerken. Nooit kan de werkelijkheid je brein dus logisch hebben laten werken. 

[2] God is Zelfstandig, dat wil zeggen: van niets en niemand afhankelijk. Hij is dus niet 'logisch' en niet 'fysisch'. Vandaar dat de drie genoemde criteria voor een inventarislijst niet van toepassing kunnen zijn op God.

[3]. Dit criterium is -met een aanpassing-, zoals filosofen met een goede opleiding onmiddellijk hebben begrepen, afgekeken van Quine (cf. On What There Is)

 

4 opmerkingen:

Jan-Auke Riemersma zei

Sorry, de mogelijkheid om te reageren staat nog uit. Ik vind het niet onprettig om in de vakantie verstoken te zijn van 10 maal daags een bijdrage met de volgende simpele inzichten: je kunt God niet meten, dus bestaat hij niet; of: ik kan niet anders dan logisch denken, dus is je verhaal ondeugdelijk. Ik hoop dat jullie mij dat niet kwalijk nemen :)

Jac Vaes zei

Jan-Auke,
Als wij zouden weten dat er op de inventarislijst van de werkelijkheid gluts en gaps voorkomen dan zouden wij weten dat de logische hoofdwetten niet universeel gelden. Maar dat er feitelijk gluts en gaps op de lijst staan en dat de hoofdwetten geschonden worden kan niet geweten worden waar die hoofdwetten gelden. Wij, in onze niche van de materiële werkelijkheid, kunnen dat niet weten En stel eens dat wij niet weten dat de logica universeel geldt dan is het een non sequitur om te denken dat dat de logica niet universeel geldt. Jouw vermeende godsbewijs heeft weinig waarde als je niet beter dan je tot nu toe gedaan hebt kunt beargumenteren dat alle absurditeiten waar zijn. Zonder een degelijk bewijs hiervoor mogen wij aannemen dat het mogelijk is dat de verzameling van absurditeiten een lege verzameling is.
vr. gr.,
Jac

Jan-Auke Riemersma zei

Jac, je schrijft: [Maar dat er feitelijk gluts en gaps op de lijst staan en dat de hoofdwetten geschonden worden kan niet geweten worden waar die hoofdwetten gelden. Wij, in onze niche van de materiële werkelijkheid, kunnen dat niet weten.]

Kijk Jac, dit is slechts een bewering. Of, nog bedroevender, het is Jac's dictaat. Wat we missen is de onderbouwing (of een verwijzing naar een onderbouwing). Zolang de onderbouwing ontbreekt zal ik je bijdragen in het vervolg in de prullenbak deponeren, ook al schrijf je er honderd op een dag. Meningen zijn namelijk niet interessant, filosofie en wetenschap daarentegen wel. (Maar of onze Jac dat ooit zal snappen, lieve kijkbuiskinderen, dat is de vraag :)

Jan-Auke Riemersma zei

Jac, gelukkig ben je, al even vastbesloten als altijd, vrolijk begonnen met het schrijven van honderd bijdragen per dag. En al je bijdragen zijn gericht tegen een stroman. Niet omdat je kwaadwillend bent, maar omdat je de materie niet begrijpt- en omdat je de materie niet wilt begrijpen.

Voorbeeld van een van je stromannen. Je schrijft: [Als wij niet weten dat de logische wetten universeel gelden, wat volgens jou het geval is, dan mag je daaruit niet concluderen dat wij weten dat ze niet universeel gelden.]

En daar heb je groot gelijk in. Gelukkig ben ik dan ook veel slimmer en geleerder dan jij denkt dat ik ben: ik beweer dit niet. Geen idee waar je dit vandaan hebt. Uit je eigen grote duim vermoedelijk of uit je eigen kleine hersenen. Tien jaar lang vechten tegen windmolens van eigen makelij: ben je jezelf niet moe? En nu heb je me wel weer genoeg tijd gekost. Adieu, lief handenbindertje van me