I. Je kunt de wereld niet kennen zonder je brein. Onder filosofen is dit oud nieuws. Mooi en bondig wordt dit fenomeen beschreven voor Irwin Shapiro:
"Our brains, with the aid of our senses, are, in effect, the observers of nature's behavior and are also the creators of [our] models. We cannot extract ourselves from the loop." (Shapiro, Irwin, Unity of Science, Introduction, 2024)
De consequentie is dat er geen 'objectieve, niet-menselijke' wetenschap bestaat:
"A further subtlety: most contemporary observations and experiments are far from strictly determinations of nature's behavior. Rather, they are intricate mixture's of observations and deductions from our usually very well established models of nature's behavior. This mixture is a necessary aspect of all observations and experiments. After all models are needed even to read the markings on a ruler." (Idem).
Je kunt dit vergelijken met het koken van een gerecht. Stel je zelf daarbij de vraag of er een gerecht bestaat dat door alle organismen zou kunnen worden verteerd. Planten lusten alleen licht&water -wie in een plantenrestaurant pizza's serveert hoeft op klandizie niet te rekenen- en slangen eten alleen levende muizen. Wij mensen eten geen licht&water of levende muizen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat we nergens ter wereld een restaurant vinden waar koks schotels van licht&water bereiden.
De vraag welk voedsel 'lekker' is kun je niet isoleren van de werking van je ingewanden. We eten geen hooi om de eenvoudige reden dat onze ingewanden dit product niet kunnen verteren.
Het onderscheid tussen 'begrijpelijk' (vanzelfsprekend) en 'onbegrijpelijk' (absurd) is op eenzelfde manier afhankelijk van de werking van ons brein.
Tegenwoordig weten we goed dat het brein een wel-bepaalde functie heeft. We weten dat zenuwweefsel (zeer waarschijnlijk) is ontstaan om de verschillende functies van het lichaam te coördineren:
"Het vermogen om compromissen te sluiten (...) is bij verschillende soorten eenvoudige wormachtigen met verschillende zintuigen getest. De resultaten laten zien dat zelfs de eenvoudigste hersenen, die met minder dan duizend neuronen, 'besluiten' kunnen nemen. De noodzaak om verschillende [functies] met elkaar te combineren [en om te zetten in sturing] is waarschijnlijk de reden waarom we zenuwweefsel nodig hebben. Een verspreid web van reflexen, zoals in de koraalpoliep, zou deze sturing niet kunnen produceren." (Bennett, Max, Een Kleine Geschiedenis van Intelligentie, H2: De geboorte van goed en kwaad, Harper Collins 2023)
Zenuwweefsel is in eerste instantie ontstaan, om de prikkels van verschillende zintuigen -die een drempelwaarde hebben: ze staan uit of aan (=bipolair)- met elkaar te verenigen in één motorische reactie. In deze primitieve, eerste functie van het brein, herken je gemakkelijk de twee hoofdwetten. Het ligt ook voor de hand dat deze wetten een evolutionaire oorsprong hebben. Hoe anders? Zouden de wormachtigen een brein hebben gekregen met een logische werking om de dieptestructuur van het heelal mee te doorgronden? Zou de evolutie 'weten' dat dit de fundamentele wetten van de werkelijkheid zijn en heeft deze goede 'blinde' natuurlijke schepper de wormen daarom verrijkt met een logisch brein? Uiteraard niet. De logische wetten zijn instrumenteel van aard en hebben geen epistemologische of ontologische waarde.
Het zijn de verkeersregels van het brein, nodig om een compromis te sluiten tussen alle mogelijke prikkels en alle mogelijke reacties op deze prikkels. Eén lichaam, al is het maar van een ééncellig diertje, kan nu eenmaal niet naar links en rechts tegelijk zwemmen (de 'motor' waarmee diertjes zich voortbewegen wil graag één duidelijk bevel hebben: "kapitein, wat wilt u, draai ik linksom, draai ik rechtsom"; scheep mij niet af met halve of vage bevelen, want daar kan ik niet mee overweg).
Alle kennis die we verder in het brein verzamelen is onderworpen aan de apriori logische orde. Kennis die niet logisch geordend wordt, is voor de constitutie van een dier een gevaar (want halve of vage waarheden kunnen niet worden uitgevoerd).
We kunnen dan ook op onze vingers natellen dat de werkelijkheid zelf niet logisch geordend is.
II. Merk nu op dat hieruit volgt dat we, krachtens de werking van ons eigen logische verstand, de werkelijkheid in vier verschillende 'niveau's' of 'domeinen' kunnen indelen.
(A) Een niveau waarop we de logische wetten losjes combineren met onze dagelijkse ervaringen en onze wensen en verlangens (het dagelijkse domein). We proberen dit dagelijkse wereldbeeld niet te 'sluiten'. Het is voor ons doel -een gewoon, aangenaam aards leven leiden- niet nodig om alle losse eindjes logisch weg te werken.
(B) Een niveau waarop we de logische wetten gebruiken om onze ervaringen te 'sluiten'. We beschikken over de middelen om inconsistenties en anomalieën op te sporen. Vervolgens spannen we ons in om deze inconsistenties en anomalieën weg te werken (het wetenschappelijke domein). We zoeken naar een ideaal evenwicht tussen ervaring en orde.
(C) Een niveau waarop we de logische wetten sterk laten domineren: deze zijn absoluut geldig. We beschouwen de omstandigheden in onze wereld echter als zaken die ingewisseld kunnen worden (tegen alle denkbare andere omstandigheden.) Onze ervaringen zijn ondergeschikt aan de logische orde. Ons verstand blijkt in staat te zijn om veel andere werelden te beschrijven die afgescheiden zijn van onze wereld. We noemen alle andere werelden 'mogelijke werelden': niet omdat het slechts mogelijkheden zijn, maar om ze te onderscheiden van de wereld waarin wij leven. Onze wereld is noemen we, voor alle duidelijkheid, de 'actuele wereld'. Het geheel van werelden is 'gesloten': alle mogelijke werelden die wij maar kunnen construeren maken deel uit van de werkelijkheid en géén enkele wereld is inconsistent. Er is dan ook een wereld waarin ik wel schoolmeester ben en een wereld waarin ik niet schoolmeester ben, maar geen wereld waarin ik wel en niet schoolmeester ben. Het is lastig om in deze wereld te zeggen welke denkbeelden en inzichten we ernstig moeten nemen. Zo lang je niet in staat bent om te laten zien dat een bepaald denkbeeld inconsistent is heb je geen reden om dit denkbeeld te elimineren.
Stel nu dat ik geloof dat er een God bestaat, een persoon die alwetend, almachtig en algoed is: dan kan het niet anders of er is een mogelijke wereld waarin God bestaat.
(D) Een niveau waarop we de logische wetten elimineren. Aangezien de logische wetten slechts instrumentele waarde hebben (zie hierboven) is dit, voor de mens, een zeer waarschijnlijk scenario. Wat we dan overhouden is de wanordelijke, reusachtige verzameling inzichten, denkbeelden en voorstellingen die ons verstand heeft kunnen construeren. Al deze denkbeelden en inzichten worden nu op één hoop geveegd: ze komen vóór in één en dezelfde absurde werkelijkheid. De wanden van de mogelijke werelden uit het vorige niveau vallen weg: alle deuren staan bij wijze van spreken open. Je mag op dit niveau alles met alles combineren. In deze absurde wereld ben ik wel en niet schoolmeester.
Stel nu dat ik geloof dat er een God bestaat, een persoon die alwetend, almachtig en algoed is: dan kan het niet anders of God maakt -na het wegvallen van de logische wanden- deel uit van dezelfde absurde werkelijkheid als ik. Vanzelfsprekend kan ik God niet begrijpen, want mijn verstand opereert op niveau A. Het is ook helemaal niet nodig dat ik God begrijp. Het is voldoende als ik naar Hem kan verwijzen. Het maakt het geloof ook een stuk lichter en aangenamer: ik hoef het bestaan van God niet te verdedigen, ik hoef zijn eigenschappen niet te verdedigen (die kan ik gewoon poneren) en ik hoef hem niet te verdedigen tegen de vele anomalieën en inconsistenties die men doorgaans aanvoert tegen zijn bestaan. Ik heb zelfs de wonderen en alle andere parafernalia die men met het geloof in verband brengt niet nodig.
(E) Overigens is er ook nog een vijfde niveau: op dit niveau elimineren we de logische wetten én al onze denkbeelden en inzichten. Maar dit niveau kan door ons intellect niet worden gebruikt. Als stelselmatig al onze denkbeelden 'leeg' zijn en niet verwijzen naar de wereld, dan moet ik altijd zwijgen en weet ik bovendien niet hoe ik moet handelen.
III. Je zou elke logische constructie van de werkelijkheid, die ons verstand zo nodig heeft om denkbeelden en inzichten op bruikbare wijze te verwerken ('verteren'), natuurlijk kunnen noemen. De niveau's A, B en C zijn dan ook 'natuurlijk'.
Je bent nu een naturalist als je alleen het bestaan van deze drie niveau's erkent.
Je bent een buiten-naturalist als je ook nog het geloof in niveau D aanvaardt.
Het is voor de naturalist echter lastig om niveau D niet te aanvaarden, want iedere naturalist heeft in zijn conceptuele gereedschapskist de evolutie-theorie liggen. Hij kan dan ook niet anders dan erkennen dat de logische hoofdwetten, die vooral niveau B en C bepalen, instrumenteel zijn (i.e. contingent). Ze kunnen dan ook niet, op sluitende wijze, bezien worden als de sluitstukken van de werkelijkheid.
Spreken en denken over niveau D is voor ons buitengewoon vermoeiend en verwarrend. De praktische waarde van dit niveau is klein. Het niveau staat zo ver af van onze dagelijkse praktijk. Ik begrijp goed dat mensen liever in een stadion kijken naar de verrichtingen van voetballende mensen dan dat ze in Cern staren naar een van de vele beeldschermen waarop slechts getallen verschijnen. Laat staan dat ze zich met plezier het hoofd breken over de vraag wat we moeten denken van een absurde wereld. Over het algemeen storen mensen zich ook niet aan inconsistentie, zolang deze maar niet evident is. Het zal ze dus aan hun reet roesten dat de wereld eigenlijk inconsistent is.
Over het bestaan van bovennatuurlijke personen of krachten doen gelovigen dan ook nooit zo moeilijk. In de volksmond gaat de verdediging vaak niet verder dan 'we weten niet alles, toch' of 'de mens is te klein om alles te begrijpen'.
En vermoedelijk is die volkse verdediging juist. Problemen ontstaan pas als je de niveau's door elkaar haalt.
28 opmerkingen:
- De logische wetten zijn instrumenteel van aard en hebben geen epistemologische of ontologische waarde. -
Er is maar één logische wet, één logisch verbod: gij zult niet contradictoir denken als u enige waarheid nastreeft. Alle andere "logische wetten" zijn af te leiden uit de genoemde ene wet.
Is die ne wet louter instrumentaal? Ligt eraan hoe je "instrumentaal" definieert. In elk geval dringt de natuur ons op om de genoemde logische wet te eerbiedigen. Het alternatief leidt immers tot veel ongemak en holle praatjes.
Natuurlijk speelt de evolutie een rol. Maar we moeten het wel ruimer zien. Ook de niet-bionatuur houdt zich aan de genoemde logische wet. Bijvoorbeeld: de aarde draait of linksom of niet linksom om haar as maar niet beide.
De genoemde logische wet lijkt mij zeer zeker wel een ingrediënt te zijn in een volwassen epistemologie. En ook in een ontologie. Maar hierbij is het de vraag in hoeverre de godganse werkelijkheid altijd en overal consistent is met zichzelf.
En stel dat de logische hoofdwet, het logisch postulaat, niet algemeen geldend is. Wat dan? Wat vloeit hieruit voort? Als er al iets uit voortvloeit.
En stel verder: God is de geest geworden contradictie. Zou God dan nog wel almachtig, algoed en alwetend zijn? Of zou hij teven onmachtig, alslecht en onwetend zijn?
Zoiets maar weer. Afijn, alweer een bekend verhaal.
Jan Auke
Je kunt de wereld niet kennen zonder je brein. (hum hum!)(gedurfde uitspraak :-)
A
Indien we aannemen dat we de wereld wel kunnen kennen met een brein, het volgende:
(naturalistisch gezien)
Aangezien het brein een soort rekenmachine is, dat blijkt wel uit de (nagemaakte kunstmatige) neuronale netwerken, kan dus een robot met zo'n 'mechanistisch systeem'ook de wereld kennen.
(dat lijkt me een beetje de wereld van Bert)
(naturalistisch++ gezien)
Het is niet uitgesloten en volgens mij zeer waarschijnlijk, dat de principiële werking van het brein bestaat uit zeer zeer grote aantallen vurende neuronen. Dat vuren zijn elektrische ontladingen: kan zomaar de essentie zijn. In de corona van de zon vinden grote aantallen elektrische ontladingen plaats: de zon kan dus ook denken --(--mening van Sheldrake)[--en zijn "wereld' kennen (?)]. Ik krijg zo de indruk dat ook onweersontladingen kunnen denken, als ik opnamen zie van immense aaneengesloten bliksemende onweerswolken vanuit grote hoogte.
-------------------------
einde A
Je kunt de wereld niet kennen zonder je brein. (hum hum!)(gedurfde uitspraak :-)
B
Uitgaande van het -bewustzijn- [Dat oorspronkelijk is en geen brein nodig heeft] [primordiaal aan de chronologische tijd] dat [wel en niet] [al of niet gehechtheid/identificatie] gebonden is aan de tijdruimte, het volgende:
Je kan de wereld [zowel wel als niet] [verduisterd of verlicht] kennen zonder je brein. Dat is 'redelijk' aan te voelen vanwege de eigenschap van het brein, dat onmiskenbaar zelf behoort tot de tijdruimte en er dus binnen zijn eigen wereld een onderdeel van is en dus daarom een zelfreferentie ontstaat. Een zelfreferentie is een singulier punt en lijkt op enerzijds een drogreden van circulariteit in de tijdruimte zelf en anderzijds een tijdsreflectie van het tijdloze op het tijdelijke of beiden (contradictoire dus). [zoals de leugenaarsparadox zich in stand houdt in de tijd door oscillatie van de twee beiden ja/nee/ja/nee/enz tot de contradictie behorende in het contradictoire tijdloze]
Dit sluit volgens mij aan bij Kitaro Nishida en het taoïsme: een denkloze alerte "open"bewustzijnstoestand. In het eeuwige stromende heden zonder de vervuiling van verleden en toekomst.
Met vriendelijke groet van JanD
p.s. de rest na de woorden "Je kunt de wereld niet kennen zonder je brein." vind ik erg knap. Maar het is mijns inziens verder dalen in de grot van Plato en het creëren van nieuwe werelden.
Jan Auke,
“Je kunt de wereld niet kennen zonder je brein” lijkt me niet zozeer een filosofische observatie als wel een open deur. We zijn het er allemaal over eens dat onze kennis (en inzichten) niet in onze voeten zitten en ook niet in ons achterste. Sterker, we kunnen het positiever zeggen: onze kennis zit in onze bovenkamer. Dus daar staat eigenlijk: je kunt de wereld niet kennen zonder de kennis (en inzichten) die we hebben.
En je haalt ook God er weer bij. Dat betekent, wat ik al heel lang zeg: God is nog lang niet dood. Dus die zou ook wel even een tijdje in de wachtkamer gezet kunnen worden. En dat brengt mij op een wens van mij.
Zoals je weet is er sprake van climate change. Twee soorten climate change: onze kennis en inzichten daarvan – vergeleken met onze kennis en inzichten op andere terreinen rudimentair – en onze angst daarvoor: vergeleken met onze angsten voor andere fenomenen welhaast een oerangst. Daar spelen filosofen een belangrijke rol in, bijvoorbeeld in het filosofenelftal van Trouw. Maar ook bij de influencers. En er is eigenlijk geen filosoof die ik ken die niet “gelooft” in climate change.
Sterker, de orde van sceptici heeft bepaald dat afwijking van de “leer” van climate change geen scepsis mag heten. In een officieel document, bij de opstelling waarvan Daniel Dennet betrokken was, scepticus bij uitstek toch, en zijn handtekening geplaatst heeft, is dat als wetenschapsontkenning gekwalificeerd.
Het lijkt wel het algemeen aanvaard geloof, waarbij Gods straffende hand ingrijpt omdat de mens de laatste 200 jaar allemaal verkeerde dingen heeft gedaan. En veel filosofen voeden, propageren die gedachte. De tijd van Galilei is er niks bij.
Ik ben geen gelovige in dit opzicht, maar daar gaat het niet om. Wat mij zo bevreemd is dat er in de filosofie niet één persoon opstaat die naar de kennisverwerving kijkt en niet zegt: dat kunnen jullie nou allemaal wel voorspellen met modellen en scenario’s, die 50 jaar en verder gaan, maar kunnen we die basis nog eens goed bekijken?
Is het mogelijk dat jij daar, met je kennis van dat wereldje, een post over publiceert?
Geachte JanD
Bewustzijn zonder brein. Lijkt mij een mooie titel voor een boek over bewustzijn en brein. Mag een vraagteken achter. Bewustzijn zonder brein?
Bewustzijn zonder brein. Een zeer gewaagde hypothese vandaag de dag. Vroeger nam men het niet zo nauw en de breinloze bewustzijnen vlogen je om je oren met alle bizarriteiten van dien. Een halsstarrige nawee hiervan zie je thans bij Discovery.
Maar hoe denk jij thans de hypothese van breinloze bewustzijnen te kunnen verdedigen met argumentaties en feiten?
Persoonlijk denk ik dat het idee van breinloze bewustzijnen een luchtkasteel is, net zoiets als het idee van het Zuivere Niets dat toch iets is om maar wat te noemen.
We leven in een werkelijkheid van samenhangen. Dus een bewustzijn is geen ding op zichzelf maar een samenhang. Een samenhang van actieve bewustzijnsinhouden. En die bewustzijnsinhouden hangen op hun beurt weer nauw, zeer nauw, samen met fysische hersengebeurtenissen.
Van mij mag je geloven in breinloze bewustzijnen en bewustzijnsloze breinen. Maar ik ben wel benieuwd naar je argumentaties en naar harde feiten die jouw hypothese misschien ondersteunen.
Het verzinnen van hypotheses vind ik prachtig. Ga zo door. Maar probeer ook hypotheses te vergelijken met hun rivalen en streef na rationele wikking en weging naar een deugdelijke evaluatie. Zo behoort filosofie te werken, aldus mijn basale filosofische hypothese, die uiteraard open staat voor vergelijkend onderzoek. .
Leonardo,
[We zijn het er allemaal over eens dat onze kennis (en inzichten) niet in onze voeten zitten en ook niet in ons achterste. Sterker, we kunnen het positiever zeggen: onze kennis zit in onze bovenkamer.]
Je vergeet onze (onderbuik)gevoelens waar het brein zijn kennis vandaan haalt.
Volgens Wittgenstein kan alles wat gezegd kan worden, duidelijk gezegd worden maar je kunt iemand die zonder benen is geboren niet aanpraten hoe het is om iemand te zijn met voeten.
Wittgenstein heeft het in zijn quote over zichzelf. Zijn persoonlijke 'hard- en software' verschilt van die van andere personen omdat iedere persoon uniek is. De duidelijkheid van zijn uitspraken is daarom voor zijn gehoor minder.
Alleen digitale systemen kunnen informatie praktisch zonder verlies overbrengen maar daar hebben we niets aan als het om betekenis van informatie gaat.
Ik kan Jan-Auke niet tegenspreken als hij beweert dat we niet kunnen uitsluiten dat alles mogelijk is.
Zijn eigen bewering dat dan God bestaat is dan precies zo geloofwaardig als de bewering dat God niet bestaat.
Ik moet aannemen dat hij er zelf van overtuigd is dat hij voldoende duidelijk heeft gezegd dat God moet bestaan.
Wat mij stoort is dat hij onvoldoende duidelijk gezegd heeft is dat daarmee het niet bestaan van God uitgesloten is. Dat kan hij ook niet als hij vol wil houden dat alles mogelijk is.
Jack Vaes heeft hier al vaak genoeg op gewezen dus zou je verwachten dat die boodschap duidelijk overgekomen is.
Hoe duidelijk volgens onszelf onze uitspraken ook zijn, je moet er altijd rekening mee houden dat de ander er niets van begrijpt.
Ik zie geen echte oplossing. Het is wel eenvoudiger als we de logica respecteren.
Voor een zinvolle dialoog is overigens minstens nodig dat onze reacties hier ook gelezen kunnen worden en daar mankeert wel eens wat aan.
Leonardo
Een relevante vraag van jou. Klimaatverandering.
Mijns inziens is ontkenning van de klimaatverandering even zinnig als ontkenning van de evolutie. Dus even onzinnig. Mijn onderbouwing is het delegeren van de klimatologische analyse naar de klimatologen. Net zoals ik de evolutiekwestie delegeer naar de biowetenschappers. Kortom, vertrouw de wetenschappers. En dat valt wetenschapsfilosofisch te onderbouwen.
Maar wat te doen met de klimaatverandering? Dat is mijns inziens de hamvraag?
Bert, RV,
Ik wacht even af wat Jan Auke gaat doen.
Mijn vraag is volledig filosofisch bedoeld: waarom ken ik geen (prominente) filosoof die vraagtekens zet, scepsis toont, bij de rampen die ons aangezegd worden. (Beetje paradoxaal, RV: dat zou een goeie reden zijn om de wetenschap/per niet op vertrouwen/betrouwbaarheid maar op onderbuikgevoelens, Bert, te beproeven.)
R.V.
Met een heel piep klein beetje kennis van filosofie weet men dat het idealisme uitgaat van het bewustzijn joh.
Dan hoeft er ook geen brein te zijn als je daarmee begint.
De wereld bestaat niet alleen uit jouw wereldbeeld en democratisch kan je waarheid wel bepalen maar ja...
Veel godsdiensten beginnen ook met een god en dan is er verder nog niks. En die god kan je niet zien leren de kinderen op de R.K. kleuterschool: omdat die niet lichamelijk is. Dus die heeft ook al geen brein en toch bewustzijn. Dat bewustzijn heeft hij wel nodig om te gaan scheppen. De logica les voor vijf jarigen: de herdertjes lagen bij nachten..(..)...en het liep tegen het nieuwe jaar. Logisch dacht ik, omdat ze wachtten op de geboorte van Christus en bij de geboorte van Christus begonnen ze de jaren te tellen. Ik vond dat toen overdreven redundantie, alleen kende ik dat woord nog niet.
Een goede raad, ga eens naar de kleuterschool en let goed op: je kan er nog veel leren. Daarna mag je naar de filosofieles en let dan weer goed op. Voor je me belachelijk maakt met je rare brein met bewustzijns-samenhang. Verschuilend achter de grote domme massa.
Als je mijn bijdrage eerder al eens gelezen hebt dan had je het kunnen weten: lees ook het boek "Oorspronkelijk bewustzijn" van de zichzelf FYSICALIST noemende filosoof/fysicus Arnold Ziegelaar.
https://tasmedes.nl/arnold-ziegelaar-oorspronkelijk-bewustzijn-boekbespreking/
https://www.bol.com/nl/nl/p/oorspronkelijk-bewustzijn/9200000052529175/
Luid applaus bij de afdeling filosofie in Leiden bij zijn presentatie en er werd gezegd dat het "Een werk is dat het in zich heeft een standaardwerk te worden." Net zoals gezegd door Taede A. Smedes in zijn boek bespreking nog wat sterker:
citaat:
"Hoe dan ook: dit boek is voor filosofisch geïnteresseerden een must. Zelden heb ik een boek gelezen dat zo naadloos en probleemloos Continentaal-fenemenologische benaderingen weet te combineren met de Angelsaksisch-analytische philosophy of mind. En terwijl het boek grondig en diepgravend is – niet alleen wordt de geschiedenis van het denken over bewustzijn van de Oudheid tot nu beschreven, maar bovendien geeft Ziegelaar een overzicht van vrijwel alle stromingen binnen de philosophy of mind – weet Ziegelaar tegelijkertijd het boek overzichtelijk te houden door zich tot de kern van de problematiek te beperken. Een on-Nederlands diepgravend werk dat het in zich heeft een standaardwerk te worden."
In het verleden heb ik Jan Auke een aantal malen uitgedaagd om de logische argumentatie van Ziegelaar onderuit te halen, dat het brein niet bewustzijn kan produceren. Maar Jan durft het blijkbaar niet aan, of heeft het veel te druk met andere dingen.
groet van JanD
p.s. kijk daar loopt R.V. al zijn organen hangen samen gewoon omdat alles in de wereld samenhangt, met draadjes of laserstraaltjes het zwabbert heen en weer zonder een individuele eenheid zonder een hoogste hiërarchische sturende top. Want eenheid, holisme, is bah! Een sterke argumentatie hoor: het is bah!
pp.ss. warm aanbevolen een email die ik vandaag kreeg.
Beste mensen,
Hierbij herinner ik u aan ons symposium Aziatische filosofie op vrijdag 5 juli.
Het symposium is fysiek in Leiden en online te volgen.
Zoom-link: https://universiteitleiden.zoom.us/j/61765780693?pwd=RGEzRktSRVl3S2MxM2RuZzBKQU9WQT09
Meer informatie zie: https://levensfilosofie.nu
Namens het Colloquium Levensfilosofie,
vriendelijke groeten,
Hans Gerding
Leonardo, je schrijft:
[Ik ben geen gelovige in dit opzicht, maar daar gaat het niet om. Wat mij zo bevreemd is dat er in de filosofie niet één persoon opstaat die naar de kennisverwerving kijkt en niet zegt: dat kunnen jullie nou allemaal wel voorspellen met modellen en scenario’s, die 50 jaar en verder gaan, maar kunnen we die basis nog eens goed bekijken?
Is het mogelijk dat jij daar, met je kennis van dat wereldje, een post over publiceert?]
Het is mijn vakgebied niet,- ik heb er dan ook werkelijk niets (interessants) over te zeggen. Ik zal daar geen post aan wijden. Ik wil wel, desgewenst, eens informeren bij collega's of zij werk kennen van een filosoof die ontkent dat wij in het 'antropoceen' leven. Maar meer kan ik niet voor je betekenen.
Geachte JanD
Zeg, joh, laat ik nou net iets weten van de geschiedenis van de filosofie. Het filosofisch idealisme in zijn variant van het zogeheten objectief idealisme is mij welbekend, hoor.
Ik vroeg jou om argumenten pro het filosofisch idealisme. Maar jij komt niet verder dan het filosofisch idealisme te onderbouwen met ... het filosofisch idealisme. Mijn punt echter is: hoe komt Hegel op zijn idealisme, hoe komt Plato tot zijn platonisme et cetera?
Uitgaande van het gegeven van de volle werkelijkheid afgeladen met veelzijdige complexen, hoe komen filosofische idealisten tot hun Geestelijke Oerbeginselen? Hoe komt Hegel tot zijn bovennatuurlijke Wereldgeest? Waarom dicht Spinoza een Substantie toe achter de dingen? En zo voort.
Een vraag die me bijna al een halve eeuw bezig houdt.
Als ik die vraag probeer te beantwoorden, dan kom ik slechts tot het volgende antwoord: de onderbuik. Men is nogal bang voor de volle werkelijkheid vol veelzijdige complexen. Om die angst te bezweren verzon en verzint men allerlei hoogdravende Eerste Geestelijke Beginselen. Een soort erfzonde van de mensheid.
Ik vrees dat meneer Ziegelaar weinig meer doet dan het opwarmen van wat oude, reeds enigszins beschimmelde kliekjes. Hij hanteert een soort zelf in elkaar gefröbelde filosofische magnetron, die niet echt naar filosofisch behoren werkt.
Tegenwoordig is het enigszins mode om als gelovige denker aansluiting te zoeken bij de ongelovige analytische filosofie. Toch wel een zwaktebod. Alsof toch de troeven zich in de handen van de analytici bevinden.
Maar als je wil, zal ik eens meneer Ziegelaar tegen het licht houden. En Smedes, ach ja, een beetje een etertje van twee walletjes. Wel ufo's, geen ufo's, dat soort werk.
JanD, RV, ik denk dat het verstandig is als jullie deze discussie staken: ik betwijfel of voortzetting zinvol en vruchtbaar is. RV, mocht je je woorden waar willen maken, dan ben ik nieuwsgierig naar je analyse van Ziegler. (Ik zie overigens niet goed in waarom je voorafgaand aan deze analyse een geringschattende toon moet aanslaan jegens Ziegler en Smedes: dat lijkt me de verkeerde volgorde).
JanD, ik raad je aan om je te richten op één project. De teksten die je leest voor de lessen die je wilt volgen in Leiden lijken me erg interessant. Ik zou die dan ook met aandacht lezen. Een mens kan nu eenmaal niet zo goed verschillende 'projecten' tegelijkertijd verwerken en voltooien. De kunst van vruchtbaar studeren is -net als met meditatie- leren om je te richten op één project per keer. Onderwerpen moeten de tijd krijgen om hun plaats te vinden in iemands hoofd. John Hick komt dan wel later (en dan zou ik me eerst buigen over teksten van John Hick en niet over teksten over John Hick). Ik zie overigens niet zo goed in waarom ik 'uitgedaagd' moet worden om Ziegler te bestuderen: ik ben heel goed in staat om mijn eigen agenda vast te stellen. Liever zou ik zien dat je dergelijke 'uitnodigingen' achterwege laat.
Jan-Auke
Je hebt volkomen gelijk, de plagerijen tussen R.V. en mij moeten ophouden.
Mijn excuses voor het woord "uitdagen", en natuurlijk heb je het volste recht je eigen agenda te bepalen.
Ik acht je kunde van logische argumentatie hoog. Ik vind het daarom wel jammer dat je niet ingaat op de logische argumentatie van Ziegelaar (typo: Ziegler). Als hij gelijk mocht hebben dan is er een breuk tussen het fysicalisme en het naturalisme volgens mij. Dat lijkt me een belangrijke anomalie in het huidig paradigma.
Maar ik zal er over ophouden, nogmaals excuses.
Ik zal je advies volgen: eerst de Aziatische filosofie, dan Hans Jonas en dan zie ik wel weer. Die Zhuangzi is heerlijk om te lezen, Woei-Lien Chong gaat diep in op de Chinese karakters en verandert soms de interpunctie en weet prachtige overtuigende relaties te leggen. Dat is het voordeel wanneer men beide talen zo goed kent.
Met hartelijke groet van JanD
p.s. vraagje: heb jij Nishida gelezen, of over hem?
JanD, dat ik Ziegelaars naam niet goed schrijf is geen typo, maar gewoon een slordige fout. Verdient geen schoonheidsprijs. Ik ga niet in op zijn argumenten om de eenvoudige reden dat het veel tijd kost om het werk van een filosoof goed te bestuderen. Ik heb er de tijd niet voor. De studietafel hier ligt al vol. Van Nishida heb ik een jaar of twee geleden gelezen hoe hij het idee van de leegte onderbouwt met logica (zijn ideeën lijken aan te sluiten bij de dialetheisten). Dat was interessant. Ik zou er graag meer over willen lezen, maar moet even pas op de plaats maken. Overigens lijken de ideeën over de leegte -nonessentialisme-, dialetheisme en mijn eigen ideeën over een bovennatuurlijk domein allemaal een beetje dezelfde richting in te gaan: de menselijke logica beschrijft slechts een facet van de werkelijkheid (en niet de gehele werkelijkheid). Het idee dat de werkelijkheid geen essentie heeft maakt de werkelijkheid ongrijpbaar. Het is een bijzonder 'diep' idee.
Aafje, maar het is lastig om 'waarheid' uit onze gesprekken over de werkelijkheid te weren. Je hebt een richting -fictionalisme- die zegt dat al onze beweringen over religie niet meer zijn dan nuttige verhalen (ficties). Ik denk niet dat jij -ik niet in ieder geval- met die opvatting kan leven. Het zou betekenen dat je religieuze ervaringen/inzichten geen 'waarheid' bevatten.
Als iemand vindt dat in ieder geval een paar van zijn overtuigingen waar zijn, moet hij (sommige) overtuigingen van anderen wel afwijzen: hij kan -bijvoorbeeld- niet geloven dat God liefde is en dat God ongelovigen naar de hel stuurt waar zij de rest van hun leven elke dag opnieuw verbrand worden. Ik red me uit zulke situaties door te zeggen dat de 'hel' een idee is dat we tegenwoordig niet meer serieus nemen. Maar de praktijk is dat een gelovige, geconfronteerd met andere gelovigen, af en toe wel de ideeën van andere gelovigen moet afwijzen: er zijn voldoende religieuze ideeën die zo sterk haaks staan op mijn inzichten, dat ik niet anders kan dan zeggen dat zij het niet 'juist' zien. (Neem de opvattingen van amerikaanse fundamentalisten versus die van de remonstranten). Hoe verdraagzaam een mens ook wil zijn, we zullen sommige opvattingen -met een beroep op 'waarheid'- toch willen afwijzen. Zo lang 'waarheid' een rol speelt in onze gesprekken over religie, is 'pluralisme' niet vanzelfsprekend. Je moet dan een soort hierarchisch model bouwen waarin alle mogelijke discrepanties tussen de vele religies kunnen worden vereffend (bijvoorbeeld door een soort goddelijk of religieus beginsel aan te wijzen als de 'oergrond' van alle religie: maar waarom zou een fundamentalist dit model aanvaarden: in zijn ogen is God niet te vervangen door de 'oergrond'/'oer-bron').
Jan-Auke,
[de praktijk is dat een gelovige, geconfronteerd met andere gelovigen, af en toe wel de ideeën van andere gelovigen moet afwijzen: er zijn voldoende religieuze ideeën die zo sterk haaks staan op mijn inzichten, dat ik niet anders kan dan zeggen dat zij het niet 'juist' zien. ]
Dit is hier een steeds terugkerend thema.
Twee weldenkende filosofen hebben diametrale opvattingen over de waarheid van P terwijl er geen bekende empirische methode is om dat objectief vast te stellen.
Mijn vraag is dan waarom P belangrijk genoeg is om deze discrepantie te laten voortduren.
Als daar uitsluitend een persoonlijke reden voor opgegeven kan worden dan is er volgens mij geen reden om de confrontatie met een andersdenkende te zoeken omdat iedereen recht heeft op zijn eigen mening en die dient gerespecteerd te worden.
Een discussie die mensen uit elkaar drijft is niet goed.
De simpelste oplossing is om het verder niet meer over P te hebben als keer op keer blijkt dat P alleen maar een splijtzwam is, tenminste, volgens mij zouden weldenkende mensen moeten zien dat het dwaas is te verwachten dat de stuatie door die onophoudelijke discussies verbetert.
Een ezel stoot zich niet tweemaal aan dezelfde steen. Of zoals Einstein opmerkte:
"Waanzin: steeds opnieuw hetzelfde doen en andere resultaten verwachten."
Vraag je liever af wat mensen bij elkaar kan brengen.
Nederfilosofie
Wat mij tegenstaat in Ziegelaar en Smedes inzake dat boek van Ziegelaar is hun grootspraak. Ik hou niet van Grote Woorden maar wel van bescheidenheid, nederigheid. Vandaar nederfilosofie. Nederlandse filosofie die nederig is.
Eén van mijn bezwaren jegens Heidegger is zijn grootspraak. Hij weet o zo zeker dat er ergens het Zuivere Zijn Zelve is. Maar argumentatie, ho maar. Ook weet hij heel erg zeker dat hij de ware metafysica beoefent en dat alle andere metafysici niet deugen.
Overigens is Heidegger niet zozeer een filosoof als wel een mysticus, een zijnsmysticus. Hij verzint de fictie van het Zuivere Zelf en probeert dat Zuivere Zelf samen te laten vallen met het buitenwereldse Zuivere Zijn Zelve. Grootspraak. Ik pleit toch meer voor kleinspraak.
Eigenlijk zijn er twee soorten filosofie: nederfilosofie en grootsprakerige filosofie.
En Ziegler? Was dat niet de schrijver van een klassieker over de Zwarte Dood in de veertiende eeuw? Philip Ziegler?
Oorspronkelijk bewustzijn
Dat is de titel van het boek van Ziegelaar. Lijkt mij een duidelijke titel. Immers, Ziegelaar beweert dat ons universum, en wellicht de hele godganse wereld, uit drie oorspronkelijke, lees basale, hoofddimensies bestaat: ruimte, tijd en, jawel, bewustzijn. Een soort panpsychisme dus.
De grote makke van dat boek is echter dat panpsychisme. Tijd en ruimte vallen als basale hoofddimensies aan te tonen. Wie ze ontkent, raakt verstrikt in allerlei onzin. Zo eenvoudig is dat. Maar je kunt gerust het idee dat alles bewust is, ontkennen zonder in allerlei nonsense te vervallen. Sterker nog, het idee dat alles bewust is, leidt tot nogal wat onzin. Zodat het alternatief dat lang niet alles baadt in bewustzijn, het betere idee is.
Filosoferen is het kritisch vergelijken van algemene hypotheses.
Waarom toch dat panpsychisme? Wat is de innerlijke drijfveer van Ziegelaar om een panpsychisme te proclameren? Zou het een hang zijn naar wereldomvattende mystiek? Heeft hij zich niet eerder uitgelaten over mystiek? En heeft Smedes ook niet ergens een hang naar mystiek?
Wat doet Ziegelaar overigens met iemand zoals Dennett met zijn hypothese van de multiple drafts?
Maar triosofisch gezien is een wereld opgetrokken in ruimte, tijd en bewustzijn uiteraard legitiem. Zie:
https://www.geocities.ws/katinkawebbel/algeloof.html
RV, als dit je afhandeling is van Ziegelaar, dan is die toch niet helemaal bevredigend. Ziegelaar verdedigt het panpsychisme en inderdaad is dat niet het 'mainstream' inzicht. Maar panpsychisten hebben REDENEN voor hun overtuigingen. Ik ben dan ook vooral nieuwsgierig (a) naar de redenen die Ziegelaar geeft (jij noemt ze niet) en naar jouw weerlegging van die redenen.
Wat je nu doet valt in de categorie 'OPINIE' -panpsychisme past niet in jouw wereldbeeld schijnbaar-, maar ik zou graag willen dat je werkt met GOEDE REDENEN. Of zou Ziegelaar gewoon roepen dat panpsychisme juist is en ons daar mee afschepen?
Wat je nu schrijft zou ik schouderophalend lezen en vervolgens aan de kant schuiven: het is de moeite niet, het is slechts RV's mening. Ik ben RV niet, dus waarom zou ik me RV's mening aantrekken?
Bert, je schrijft: [Twee weldenkende filosofen hebben diametrale opvattingen over de waarheid van P terwijl er geen bekende empirische methode is om dat objectief vast te stellen.
Mijn vraag is dan waarom P belangrijk genoeg is om deze discrepantie te laten voortduren.
Als daar uitsluitend een persoonlijke reden voor opgegeven kan worden dan is er volgens mij geen reden om de confrontatie met een andersdenkende te zoeken omdat iedereen recht heeft op zijn eigen mening en die dient gerespecteerd te worden.
Een discussie die mensen uit elkaar drijft is niet goed.]
Er zijn toch wel criteria om te bepalen welk inzicht redelijk is en welk inzicht niet? Een empirische test is inderdaad een mogelijk middel om te bepalen of een inzicht aanvaardbaar is (het is echter geen noodzakelijk middel, alhoewel een test wel voldoende kan zijn). Ik heb hier -in de trein- even geen literatuur bij de hand, maar ik denk dat je op internet voldoende literatuur kan vinden over de vraag hoe je de rationaliteit van een inzicht kunt bepalen (denk aan Bayes-theorema).
vervolg
HOOFDSTUK 10. Logische posities van verklaring
1. Bewustzijn en natuurwetenschap
2. Een model van verklaring
3. Bewustzijn in de analytische filosofie
4. De anatomie van onwetendheid
5. Een logische geografie
HOOFDSTUK 11. De kracht van het fysicalisme
1. Wat is fysicalisme?
2. Eliminatietheorie
3. Identiteit en emergentie: cartesiaans fysicalisme
4. Agnostisch fysicalisme
5. De kracht van het fysicalisme
HOOFDSTUK 12. De onvolledigheid van het fysicalisme
1. De moeilijke vraag
2. Het zombie-argument
3. Het kennisargument
4. Problemen met de identiteitstheorie
5. Personalistische argumenten
6. De fenomenologische tijd is rijker dan de fysische tijd
7. De aporie van de waarneming
8. Conclusie
HOOFDSTUK 13. Drie vormen van non-fysicalisme
1. Conceptuele mogelijkheden van non-fysicalisme
2. Minimaal non-fysicalisme: epifenomenalisme
3. Neutraal monisme
4. Zwakke, sterke en brute emergentie: panpsychisme
5. Overgang naar naturalistisch dualisme
HOOFDSTUK 14. Naturalistisch dualisme
1. Causaal-nomologische structuur van de posities
2. Kenmerken van naturalistisch dualisme
3. Zombies en spoken
4. Partiële determinatie
5. Non-causale verklaring
6. Rehabilitatie van het zielsbegrip?
7. Naturalistisch dualisme en kwantumtheorie
8. Nogmaals: het zijnsmysterie
HOOFDSTUK 15. Wat is wetenschap van het bewustzijn?
1. Inleiding
2. De projecten van de wetenschap van het bewustzijn
3. Neurofenomenologie
4. Een kleine fenomenologie van woede
5. Analyse van de ervaringswereld
6. De bijna-doodervaring als voorbeeld
7. Inleidende overwegingen
8. BDE en het neurale correlaat van bewustzijn
9. Gelijktijdigheid van BDE en afwezigheid hersenactiviteit
10. Incommensurabiliteit
Epiloog
Geraadpleegde literatuur
Noten
vriendelijke groet van JanD
Jan Auke en R.V.
Voor de volledigheid: ik heb een ander wereldbeeld dan Ziegelaar en ga dus niet uit van de oorspronkelijkheidsdimensies van tijd, ruimte en bewustzijn.
Ruimte en tijd komen voort uit informatie. Dat idee komt steeds meer in na het ervaren van virtual-reality. Of al is het een eenvoudige video met dus 'ruimte en tijd' vanuit een usb-stick waar je "in" zit: geïdentificeerd met de held of de schurk of de lover.
Even ter voorkoming van misverstanden.
Groet van JanD
Oh ik zie dat de eerste 9 hoofdstukken niet zijn doorgekomen. pech.
even opnieuw proberen.
Het gaat over de inhoud van het boek Oorspronkelijk bewustzijn van Ziegelaar.
Om een indruk te geven van de volledigheid hier de Inhoud van het boek
Het is boek 2 van een triologie.
Inhoud
Woord vooraf
Inleiding
Opbouw van het boek
HOOFDSTUK 1. Bewustzijn als oorsprong en afgrond
1. De eerste en de tweede grondvraag
2. Wat is bewustzijn?
3. Het fysische en het psychische
4. Problemen met het fysicalisme
5. Naturalisme en zijnsmysterie
HOOFDSTUK 2. Het Griekse denken
1 De homerische psyche
2. Heraclitus: de ziel als samenhang verlicht door het waken
3. Het materialisme
4. Dualisme van lichaam en ziel
5. Het Goede, de zon en het licht
HOOFDSTUK 3. Ziel en bewustzijn bij vroegmodernen
1. Inleiding
2. De scheidende kracht van het onderscheid
3. Hobbes contra Descartes
4. Problemen met interactionistisch dualisme
5. De molen van Leibniz
6. Het begrip 'bewustzijn'
7. De erosie van de ziel
8. Bewustzijn als intensieve grootte
9. Agnosticisme over de ziel
10. De ziel als grammaticale illusie
11. De overschatting van het bewustzijn
12. Kritische gezichtspunten
HOOFDSTUK 4. Bewustzijn als eerste en enige theater
1. Verwarring tussen definitie en verklaring
2. Wat betekent 'bewustzijn' definiëren?
3. De revolutionaire kracht van een analogie
4. De zwakte van de analogie
5. Het geheel en het algemene
6. Grondbetekenis van 'bewustzijn'
7. Eerste persoon en derde persoon
8. Het eerste en enige theater
HOOFDSTUK 5. Het zelflichtende zelf
1. Inleiding
2. Het zijnsmysterie
3. Er zijn
4. Atman Brahman
5. Het zelflichtende zelf
6. Waken, dromen en droomloze slaap
7. De aporie van de absolute oorsprong
HOOFDSTUK 6. Het oerlicht van het zijn
1. Het metaforisch denken
2. Lichting
3. Bewustzijn en Lichting
4. Brahman en Lichting
HOOFDSTUK 7. De triniteit van ruimte, tijd en bewustzijn
1. Oorspronkelijke dimensies
2. De triniteit
3. Innigheid van bewustzijn en ruimte
4. De dingen in de triniteit
5. Conclusies
HOOFDSTUK 8. Innigheid van bewustzijn en tijd
1. De afgrond van de tijd
2. De getemde tijd
3. De ontketende tijd
4. De tijd is niet in de tijd
5. Het Gebeuren
6. Tijd en worden
7. Zen en tijd
8. Aanwezige en afwezige afwezigheid
HOOFDSTUK 9. Wezenskenmerken van menselijk bewustzijn
1. Het monadische zelf
2. Lacunes en translacunaire continuïteit
3. Aandacht, voorgrond en achtergrond
4. Qualia
5. De synchrone eenheid van de ervaringswereld
6. Een vertrouwde wereld van betekenis
7. Samenvattende kenschets van het bewustzijn
zie vervolg
Jan-Auke,
Met de stelling van Bayes kun je de voorspelde waarschijnlijkheden van een gebeurtenis bijwerken door nieuwe informatie op te nemen.
Er kan geen geloofwaardige waarschijnlijkheid toegekend worden aan niet-aangetoonde feiten. Als dat toch gedaan wordt, dan introduceert dat subjectieve meningen en vooroordelen in de analyse, wat de betrouwbaarheid van de resultaten ondermijnt.
Er zijn veel mensen die zich laten overhalen een bepaalde mening over te nemen louter door het feit dat die maar vaak genoeg wordt herhaald.
Je weet dat ik niet zo iemand ben.
Zolang je geen boter bij de vis doet hoef ik hem niet.
Jan-Auke,
Ik ben het met je eens dat het lastig is om 'waarheid' uit onze gesprekken over de werkelijkheid te weren.
Naast heel wat collectieve afspraken die we als mens gemaakt hebben over wat en hoe we iets als waarheid aannemen, kan het vooral in onderlinge menselijke verhoudingen goed zichtbaar worden dat men de werkelijkheid bekijkt en ervaart door een persoonlijk filter. Zelfs filosofen ontkomen er niet aan dat die filters leiden tot verschillende persoonlijke overtuigingen van de waarheid. Daarnaast gaan mensen op verschillende manieren om met datgene wat men als waarheid ziet. Het spreken van waarheid kan ook niet door iedereen even goed ontvangen of verdragen worden. Als men al kan luisteren naar wat er gezegd wordt. Het begrip waarheid behelst zo in mijn ogen nogal wat......
Wat waarheid in religie betreft, ik heb meer de behoefte mijn eigen weten (wéten) vanuit mystieke ervaringen en de daaruit voortvloeiende overtuigingen te behouden dan die van een ander (actief) af te wijzen of te bestrijden. Ik vind het prima dat men een andere overtuiging heeft zolang die niet te schadelijk is. (waarbij je natuurlijk weer kunt twisten over wat wel of niet te schadelijk is)
Nog even een opmerking over 'schade': als iemand nooit op een of andere manier 'schade' ervaart, hoe komt hij er dan achter wat hem geen goed doet. Aangenomen en eventueel ingeprente waarheden die zorgen voor sterke wrijving of ongemak, lopen de grootste kans om herzien te worden.
Omdat mensen individueel en wat hun achtergrond betreft nogal verschillen, lijkt het me schier onmogelijk om een soort hiërarchisch model te bouwen waarin alle mogelijke discrepanties tussen de vele religies kunnen worden vereffend. (bijvoorbeeld door een soort goddelijk of religieus beginsel aan te wijzen als de 'oergrond' van alle religie) Gezien de effecten die dergelijke hiërarchische bouwwerken in de geschiedenis gehad hebben op het welzijn van mensen, zou een nieuw model een door iedereen ervaarbare heilzame - heelmakende- werking moeten hebben.
Maar als er één religieus beginsel is dat de waarheid bevat, zal elk religieus pad daar vroeg of laat naar toe leiden.
Tenslotte, je zegt: 'Je hebt een richting -fictionalisme- die zegt dat al onze beweringen over religie niet meer zijn dan nuttige verhalen (ficties).' Ik kende dat begrip niet, heb er al even in rondgeneusd (bv scriptie van J. Buyck), en vind het erg interessant maar moet me er beslist nog verder in verdiepen. Dan begrijp ik hopelijk beter of ik terecht een andere betekenis geef aan de uitspraak 'beweringen over religie'. Beweringen over iets hebben voor mij een andere betekenis dan ervaringen van iets. Men kan bv over mijn leven beweren wat men wil, maar als ik zelf ervaren heb dat ik bij vol bewustzijn twee kinderen gebaard heb, dan moet men wel heel bijzonder 'gereedschap' hebben om een bewering dat het anders is, voor mij geloofwaardig te maken.
Aafje, dank je wel voor je reactie (het is zo fijn om ook berichten te krijgen van iemand die wel aandachtig kan lezen en terzake kan reageren!).
Het lijkt me zeer terecht dat je onderscheid maakt tussen ervaringen en beweringen (doen filosofen ook).
Beweringen worden gezien als 'talige dingen in je hoofd die een waarheidswaarde hebben' (proposities). Als je bijvoorbeeld een duidelijke ervaring van God hebt -of van het goddelijke- dan kun je beweren: 'het is het geval dat ik een mystieke ervaring had'. Het is dan een feit en de bewering is 'waar' (de propositie krijgt de waarde 'waar').
De vraag die zich dan aandient is of de mystieke ervaring betrekking had op iets groters dat buiten je bestaat of dat deze ervaring verwijst naar een innerlijke, psychische toestand. In het eerste geval is je ervaring niet fictief (want ze is 'waar', je hebt 'echt' God ervaren), in het tweede geval is je ervaring fictief (want ze is niet 'waar', je hebt een ervaring ontleend aan een fictie in je geest).
Ervaringen worden 'beleefd' én ze hebben een 'inhoud'. De beleving van de ervaring vormt vermoedelijk de ervaring ('de geleefde ervaring'), maar de inhoud van de ervaring bepaalt haar waarheidswaarde. Het is dus niet zo dat een ervaring 'waar' is omdat je deze 'geleefd' hebt. Psychologen weten dat mensen een geleefde ervaring kunnen hebben van 'ficties' of dat je ze achteraf ervaringen kunt aanpraten zodat mensen vals geloven dat ze deze ervaring 'geleefd' hebben. Het punt is dat de volgende afleiding niet algemeen geldig is:
(1) Ik heb X ervaren (zo intens dat ik aan X niet kan twijfelen), dus: X is 'waar' (cq X bestaat).
Let op: het tegendeel is ook niet geldig:
(2) Ik heb X ervaren (zo intens dat ik aan X niet kan twijfelen), dus: X is 'onwaar' (cq X bestaat NIET).
(1) en (2) zijn beide ongeldig. Maar voor jou, die de geleefde ervaring had, is (2) eenvoudigweg ongeloofwaardig. Het punt is echter dat je uit geleefde ervaringen niet onmiddellijk een (on)ware bewering kunt afleiden. (Het aantal atheïsten dat zichzelf 'rationeel' en 'realistisch' vindt, maar die in weerwil van hun 'realisme' een variant van (2) verdedigen, moet je niet de kost geven: rationeel denken is voor de atheïst doorgaans net zo lastig als voor de theïst).
Wat mag je dan wel zeggen? Wel, je kunt niet anders dan je proberen 'te verhouden' tot je ervaringen. Je hebt geen keus. Je moet immers verder met je leven? En omdat 'waarheid' en 'handelen' beide 'bi-valent' (tweewaardig) zijn, is de keus beperkt: je vindt de geleefde ervaring van X overtuigend en aanvaardt deze en past je manier van leven aan of je wantrouwt je eigen geleefde ervaring van X en verwerpt deze en past je manier van leven niet aan. Het punt is dat geen van beide keuzes irrationeel is. (Want nogmaals, je *moet* iets).
Kortom, als iemand een geleefde ervaring heeft (een mystieke ervaring bijvoorbeeld) dan is het begrijpelijk als je je levenswijze -je handelingen- hierbij aanpast. Het komt er op neer dat je wereldbeeld hierbij een bepalende rol speelt: wie reeds in God gelooft zal een mystieke ervaring betekenisvol vinden, wie niet in God gelooft zal een mystieke ervaring beschouwing als 'verbeelding'.
Ik geef toe dat dit weer erg 'boekhoudkundig' en 'analytisch' is, maar het leert je wel kijken naar hoe een en ander functioneert. Hoe dan ook, gegeven een bepaald wereldbeeld, is er geen enkele 'rationele' aanleiding om je eigen mystieke ervaringen weg te redeneren (en ze lijken mij zelfs een verrijking voor je bestaan).
Jan-Auke,
Je zegt: 'De vraag die zich dan aandient is of de mystieke ervaring betrekking had op iets groters dat buiten je bestaat of dat deze ervaring verwijst naar een innerlijke, psychische toestand. In het eerste geval is je ervaring niet fictief (want ze is 'waar', je hebt 'echt' God ervaren), in het tweede geval is je ervaring fictief (want ze is niet 'waar', je hebt een ervaring ontleend aan een fictie in je geest).'
Dat begrijp ik, van dat fictief. Het geval wil echter dat je tijdens zo'n ervaring niet kunt spreken over iets groters buiten je of een innerlijke toestand binnen je. Het is niet òf - òf. Tijdens zo'n ervaring vervallen tijd en plaats.... Er is geen grens tussen binnen en buiten je, tussen een psychische toestand binnen in je of iets 'groters' buiten je. Alles IS. Alles is Eén. En daar ben je deel van. Het woordje 'één' is geen aanduiding van een situatie, een toestand van éénheid zoals je die in je alledaagse aardse leven tegen kunt komen, het is een grootser, allesomvattend Eén-zijn.
Dan zeg je: 'Het punt is echter dat je uit geleefde ervaringen niet onmiddellijk een (on)ware bewering kunt afleiden.' Dat begrijp ik goed.
Verder: 'En omdat 'waarheid' en 'handelen' beide 'bi-valent' (tweewaardig) zijn, is de keus beperkt: je vindt de geleefde ervaring van X overtuigend en aanvaardt deze en past je manier van leven aan of je wantrouwt je eigen geleefde ervaring van X en verwerpt deze en past je manier van leven niet aan.'
Ik kan mij met geen mogelijkheid voorstellen dat er iets te vinden valt van een mystieke ervaring in de zin van: 'hmm... 'mooi en interessant, maar niet overtuigend genoeg'.
Op het moment dat ik een mystieke ervaring had, was mijn perceptie van het leven, van de werkelijkheid op slag veranderd. Dat gaat buiten de wil om. De ervaring en alles wat daarin plaatsvond was meer werkelijk dan alles wat ik daarvoor ervaren had in mijn alledaagse leven, het is van een andere orde. Je bent in een andere 'bewustzijnsruimte' en die is transcendent. Je wéét meer dan werkelijk dat het waar is. (en nog steeds dus) Veranderingen in perceptie, hoe je je verhoudt tot je medemens en je veranderde gedrag die uit die ervaring voortvloeien, zijn beslist geen keuze, je bent 'in het diepst van je hart' veranderd, je inzichten zijn veranderd en dat heeft natuurlijk gevolgen. Hetzelfde gebeurt trouwens na een NDE. (Nabij de dood ervaring)
Het is voor mij echt onmogelijk om de waarheid van mijn mystieke ervaring te wantrouwen, hoe onvoorstelbaar het misschien ook voor een ander is. Je weet met een onbetwijfelbare zekerheid dat elk aardse weten overstijgt, dat hetgeen je ervaart en dat de inzichten die je ontvangt waarheid zijn. Het is niet uit te leggen aan iemand die het niet zelf ervaren heeft omdat die zekerheid alleen maar ervaren kan worden. In de veertien jaar erna, ben ik nog nooit iets in mijn leven tegengekomen dat ermee in strijd zou kunnen zijn. Nadien heb ik zo nu en dan nog meer bijzondere ervaringen die in de transcendente sfeer liggen. Die zoek ik niet, ze overkomen mij.
Tenslotte: 'Het komt er op neer dat je wereldbeeld hierbij een bepalende rol speelt: wie reeds in God gelooft zal een mystieke ervaring betekenisvol vinden, wie niet in God gelooft zal een mystieke ervaring beschouwing als 'verbeelding'.
Dat zou je kunnen denken en misschien is dat soms zo maar het is zeker niet altijd zo. Er zijn mensen die zonder enige vorm van religie zijn grootgebracht, mensen met een uitstekende intelligentie die bekend stonden als rationeel denkende mensen die zich absoluut geen knollen voor citroenen laten verkopen, die ook een mystieke ervaring kregen. Ongetwijfeld zullen ze een ander soort verwoording hebben dan een gelovige. Dat kan de indruk wekken dat de inhoud of betekenis verschilt maar dat lijkt maar zo. De kern komt overeen.
Aafje,
[Ik kan mij met geen mogelijkheid voorstellen dat er iets te vinden valt van een mystieke ervaring in de zin van: 'hmm... 'mooi en interessant, maar niet overtuigend genoeg'.]
Een ervaring kun je niet wegdenken, in zoverre heb je gelijk.
Onze hersenen worden bestookt met signalen die onze zintuigen produceren.
De patronen die daarin voorkomen zijn net zo reëel als de patronen die in wokenformaties te zien zijn. Dat geldt ook voor signalen die inwendige zintuigen produceren en ons direct gevoelens kunnen geven.
Ons brein interpreteert die patronen. Wolkenpatronen lijken soms op dieren maar die interpreteren we niet als dieren.
Sommige sterke gevoelens interpreteren we als verliefdheid. Die kunnen dermate sterk zijn dat we niet ontvankelijk zijn voor andere interpretaties zoals dierlijk verlangen naar lichamelijke bevrediging van die gevoelens.
Mijn punt is dat het brein interpreteert.
Vaak is een interpretatie dermate redelijk dat mensen die vanzelfsprekend vinden.
Ik denk dat het brein sommige ervaringen als mystiek interpreteert. Als zo een interpretatie onbewust gebeurt lijkt het alsof er sprake is van een directe mystieke ervaring die niet weg te denken is.
Het speelt dan in eerste instantie geen rol als die ervaring de logica tart.
Dat gevoel ken ik maar al te goed.
Wie dit niet als een overwegend bezwaar ziet is niet
ontvankelijkheid voor andere interpretaties omdat voor hen er geen sprake is van interpretatie.
Als er echter verschillende interpretaties mogelijk zijn wie heeft er dan gelijk?
Daarover gaat het hier.
Ik respecteer ieders interpretatie als ik geen betere kan bedenken.
Een interpretatie die de logica tart wijs ik af omdat er dan geen criterium meer is waarop je je kunt baseren.
Hoe Jan-Auke desondanks één bepaalde mening voor juist houdt is mij een raadsel.
Bert, je schrijft: [Hoe Jan-Auke desondanks één bepaalde mening voor juist houdt is mij een raadsel.]
Dat snap ik: wellicht kom je verstand en opleiding te kort -en dat wreekt zich natuurlijk op den duur. Je begrijpt wel meer niet. Maar je eigen intellectuele tekortkomingen geven je nog niet het recht om de standpunten van een ander te verhaspelen en verdraaien.
Het is weer een van die domme opmerkingen over mijn stelling dat onze logische wetten niet universeel gelden. Wat heb je hier te zoeken als je niet eens in staat bent om iemands inzichten naar waarheid weer te geven?
Blijf liever weg als je er niets nuttigs over weet te zeggen.
Een reactie posten