vrijdag 11 augustus 2023

Friedrich en het absolute weten (2.0)

Iedereen heeft zijn eigen Nietzsche: met Friedrich kun je alle kanten op. Je kunt hem gebruiken om het humanisme te verdedigen, maar ook om het nazisme te verdedigen.


Ik lees Nietzsche voornamelijk om zijn stijl. Je vindt in de literatuur geen betere schrijvers -stilisten- dan Schopenhauer en Nietzsche. Vooral Nietzsche kan betoverend schrijven. Hij pakt je helemaal in. 


Filosofisch gezien stelt het allemaal echter niet veel voor. Nietzsche betoogt niet, hij 'proclameert'. Hij zegt ons 'hoe het zit'. Je accepteert zijn visie na enige bladzijden gewillig, want je geestelijke weerstand breekt op de niet aflatende reeks prachtige volzinnen. Nietzsche dompelt je onder in zijn wereldbeeld. 


Wat Nietzsche mij heeft voorgehouden is dat er geen absolute inzichten bestaan. Alle filosofische -ismen, alle waarden, alle absoluten, alle uiterste grenzen, alle universele inzichten, alle bovennatuurlijke wezens en krachten, het is niets anders dan een 'puff' en een 'smoock'. 


We hebben geen enkel houvast, de werkelijkheid heeft geen handvatten. Het enige wat de mens heeft is het 'naeckte' leven en daar moet hij dan maar het beste van zien te maken. Hij krijgt van Nietzsche wel een paar vuistregels mee, waaronder de beroemde 'ubermensch-leer': volg je eigen waarden en trek je weinig aan van andere mensen (de meeste mensen zijn benepen christenen, met een slavenmoraal, die je proberen te vernederen met hun valse 'eeuwige' inzichten: ze hebben niet begrepen dat God -God is een 'absoluut wezen, een allesweter en alleskunner' en daarom samen met alle andere 'absolute' inzichten door Nietzsche bij het vuil gezet- dood is.)


Pas later, als je je studie bijna voltooid hebt, dringt het tot je door dat je het werk van Nietzsche niet kunt vertrouwen. Hij proclameert de waarheid en roept zichzelf in zijn laatse boek uit tot een profeet, een soort bovenmenselijke ziener van 'de' waarheid. Je behoort zijn werken daarom krachtens zijn eigen leer bij het vuil te zetten (maar dat doe je niet, want je houdt van je oude, beduimelde Nietzsche banden: je blijft zijn teksten lezen, zoals je ook graag naar de mooie klimop in je eigen achtertuin(tje) blijft kijken). Het woord van Nietzsche is een 'absolute autoriteit' geworden. Helaas.


Je komt, na beraad, tot de slotsom dat Nietzsche eigenlijk een literator is, een essayist, en geen filosoof. Bij alles wat hij zegt kun je je goed afvragen, 'maar Friedrich, hoe weet je dat'? Waarop baseer je dat? Hoe kon je hier bij?" Op zulke vragen geeft Nietzsche nagenoeg geen antwoord. Zo goed als de man kan schrijven, zo slecht kan de man betogen. Hij stuurt je met een kluitje in het riet.


Je zult zelf de argumenten moeten leveren bij het wereldbeeld van Nietzsche. Althans, als je meent 'dat er toch wel waarheid in zijn schrijfselen te vinden is'.


Ik ben er van overtuigd dat Nietzsche volkomen uit het lood geslagen is op jonge leeftijd door de nieuwe theorieën van Darwin en andere naturalisten. De ontdekking dat de mens een dier is, en geen schepsel gods, heeft in hem een stemming van paniek gewekt. Van de weeromstuit heeft hij gezocht naar een absoluut inzicht, een archimedes' punt, om zijn geschokte ziel weer tot rust te brengen. Tot zijn grote ontreddering echter heeft hij geen enkel 'absoluut' denkbeeld kunnen ontdekken. Zelfs de moraal blijkt kneedbaar te zijn en druipt, indien je haar als krachtig slagwapen wilt gebruiken tegen wijfelmoed, als warme honing langs ja vingers.


Friedrich is gestorven op 25 augustus 1900. Alhoewel hij vermoedelijk de meest invloedrijke essayist is die op twee benen de aarde heeft bewandeld, zijn de mensen in weerwil van zijn proclamaties gewoon doorgegaan met het scheppen van 'absolute' inzichten. Vrijwel alle filosofen en wetenschappers geloven -om te beginnen- dat ons verstand, gebouwd door de grove handen van de natuur, beschikt over tenminste twee universele formules; wetenschappers geloven dat we in staat zijn om de gehele werkelijkheid te beschrijven; filosofen geloven dat we kunnen zeggen wat de 'absolute oerstof' -we zijn wat dat betreft niet wijzer van de pre-socratici- van de werkelijkheid is, namelijk 'geest' of 'stof' of 'stof & geest' of 'natuur' of 'in ieder geval geen bovennatuur'; enz en ad infinitum.


De filosoof die onder de indruk is van Nietzsches inzichten heeft het overigens niet lastig als hij z'n leer van de 'anti-absolute' inzichten wil onderbouwen met een argument. Je kunt tegenwoordig putten uit een groot aantal natuurlijke epistemologische theorieën. In grote trekken komen die allemaal op het volgende neer. De evolutietheorie heeft geen bedoelingen (ze is wel doelgericht, let op!) en geen intenties en ze heeft de huidige levende bouwwerkjes dan ook slechts in elkaar 'geprutst' (en niet 'ontworpen'). Ons verstand is slechts een 'survival kit'. Voor absolute, 'alwetende' inzichten is het verstand van de mens te zwak. Heel de inrichting van het verstand is gereed gemaakt om lang genoeg op de been te blijven, zodat zhij de gelegenheid heeft om nakomelingen te kweken. Alle kennis in onze schedel wordt daarom zo geordend dat brein en lichaam goed kunnen samenwerken. De waarheid  op zich is niet belangrijk, maar dat je inzichten (razendsnel) kunnen worden uitgevoerd is wel belangrijk, in sommige gevallen zelfs van levensbelang. 


Ons verstand wil niet dat de wereld ingewikkeld is, maar dat ze duidelijk is. De wereld waarin we ons bevinden is voor ons dan ook een mysterie. We hebben geen idee wat we hier doen. Of je nu op de proppen komt met 'geest' als bouw-spul van de werkelijkheid of 'stof', het verandert werkelijk niets aan de omstandigheden waarin wij verkeren. Zijn we gemaakt van stof? Dan is het bestaan een mysterie. Zijn we gemaakt van geest? Dan is het bestaan evengoed een mysterie. We kunnen overigens niet eens goed overzien wat het wil zeggen dat de gehele werkelijkheid 'geest' is; zoals we ook niet kunnen overzien wat het wil zeggen dat de gehele werkelijkheid 'stof' is. Je kunt noch stof noch geest helder en duidelijk definieren.


'Ben ik een brein? Ben ik een denkende machine? Welaan dan, laat ik een brein zijn, laat ik een denkende machine zijn! Welk licht werpt dat op mijn bestaan? Ben ik een geest? Ben ik een denkende geest? Welaan dan, ik ben geest! Welk licht werpt dat op mijn bestaan?' (Mislukte nabootsing van Nietzsches stilistische kunst).


Steeds opnieuw zoeken we naar een absoluut inzicht, naar de uiterste grens van de kosmos, naar het onwrikbare fundament, ongeacht of dit fundament kwantitatief of kwalitatief is. We kunnen slecht geloven dat ons verstand beperkt is en dat de werkelijkheid zich niet laat indelen of inperken door onze logica. We willen duidelijkheid, helderheid, klaarheid.


Wij hebben altijd behoefte aan één duidelijk wereldbeeld: en dus zullen mensen (en filosofen) altijd op zoek gaan naar één volkomen wereldbeeld, met één duidelijk, absoluut fundament -geest!; nee domoor: stof!- dat voorts verschoond is van anomalieën (alles klopt, dus is het waar!). Maar het raadsel (mysterie) van het bestaan -ik zeg het nogmaals- wordt er niet wezenlijk door opgelost. Ons verstand is slechts geschikt om na te denken over ons eigen aardse bestaan, niet om te turen naar metafysische verten. Als we al een absolute plicht hebben, dan is het de plicht om te oordelen over ons eigen gedrag. In dat opzicht zijn we geboren ethische (zedelijke) wezens.

2 opmerkingen:

Jac Vaes zei

Jan-A.,

Een beschouwing waar ik mij grotendeels in kan vinden, mooi en goed geschreven. Je kunt goed schrijven en je ideeën in pakkende bewoordingen en metaforen weergeven (is mij trouwens al veel eerder opgevallen). Bovendien ben je nogal belezen!; een paar complimentjes mogen best wel eens op z'n tijd.
Toch een vraag. Je zegt:"Ons verstand is slechts geschikt om na te denken over ons eigen aardse bestaan, niet om te kunnen turen naar metafysische verten".
Zie ik het goed dat je hierbij een uitzondering maakt voor jouw eigen verstand- wat overigens best mag als je daar een goede reden voor hebt- omdat je van mening bent dat je kunt beredeneren dat God bestaat en meerdere keren gezegd hebt dat je zeker weet dat hij bestaat. Je duikt er zelfs zo diep mee in het metafysische dat je meent te mogen zeggen dat God bestaat terwijl hij niet bestaat. Dit acht ik van ongekende metafysische hoogte). Het is onvoorstelbaar waartoe jij je eigen verstand in staat acht terwijl je dat van anderen afdoet als puur gericht op het aansturen van het lichaam met als doel te overleven.
Zelf denk ik niet dat anderen met hun verstand kunnen achterhalen wat jijzelf wel denkt te kunnen. Mijn verstand zegt mij slechts dat ik niet mag uitsluiten dat God bestaat, waarbij ik niet de mogelijkheid mag ontkennen dat God niet bestaat. Verder reikt mijn verstand m.b.t. de vraag naar het bestaan van God echt niet. En eerlijk gezegd denk ik dat het jouwe ook niet verder reikt, hoewel ik niet ontken dat ik mij daar gruwelijk in kan vergissen.
Graag zou ik van jou willen horen of ik mij vergis of niet.
Maar als je geen tijd hebt hoef je echt niet te antwoorden.
vr. gr.,
Jac

Jac Vaes zei

Jan-A.,

Kortom, het is de vraag of jouw weten dat God bestaat terwijl hij niet bestaat een product is van verstandelijk en logisch bezig zijn of zuig je dat gewoon maar uit je duim? Ik mag aannemen dat je inziet dat het in beiden gevallen niet universeel geldt wat je bedacht hebt:-).

vr. gr.,
Jac