In zijn nieuwste boek, The Experience Machine, doet hij uit de doeken hoe het menselijk verstand werkt. De visie die hij weergeeft is -naar eigen zeggen- het resultaat van jarenlang onderzoek door psychologen, neurobiologen, cognitiewetenschappers en congnitiefilosofen.
Het verstand (brein) is geen 'kennismachine', geen rekenmachine, geen dataverwerker, maar een orgaan dat op grond van een bepaald wereldbeeld en in dienst van het handelende lichaam voorspelt wat je ziet en hoort. Het brein genereert, anders gezegd, verwachtingen. Je ziet de wereld niet zoals deze is, maar je belicht, al naar gelang de bezigheden die je verricht, de kenmerken van de omgeving die je nodig hebt om je handeling succesrijk te kunnen voltooien.
"Contrary to the standard belief that our senses are a kind of passive window onto the world, what is emerging is a picture of an ever-active brain that is always striving to predict what the world might currently have to offer. Those predictions then structure and shape the whole of human experience, form the way we interpret a persons facials expression, to our feelings of pain, to our plans for an outing to the cinema."
Het brein heeft in onze jeugdjaren behoorlijk wat kennis over de wereld opgeslagen. Hierbij moet je niet alleen denken aan kennis van de wereld, maar ook aan kennis van het eigen bewegende lichaam. Feitelijk probeert het brein de informatie van het lichaam (proprioceptie) steeds te rijmen met de informatie uit de buitenwereld (zintuigen) en met onze kennis over de wereld. Als je aan het wandelen bent in de stad, langs de straten en pleinen die je goed kent, dan kan het brein gemakkelijk voorspellen wat je volgende 'handeling' zal zijn (namelijk dat je het andere been voor het ene zet en dat de zintuigen de huizen en mensen in wandeltempo aan zich voorbij zien trekken). Het verloop van een wandeling door de stad is zelfs zo voorspelbaar, dat het brein hier geen extra cognitieve hulp bij nodig heeft.
Hoor je echter een claxon dan houd je opeens je pas in, want je verwacht dat er een auto voorbijrijdt. Op dat ogenblik roept ons brein extra cognitieve hulp in, want het lichaam wil veilig oversteken en heeft daarbij extra middelen nodig.
Het brein heeft het echter bij dit gissen -het scheppen van verwachtingen- regelmatig bij het verkeerde eind. Zo kunnen mensen die frequent hun telefoon gebruiken menen dat ze hun telefoon horen overgaan- ook als ze het apparaat thuis hebben laten liggen. Het brein schept hier verwachtingen en doet dit zo overtuigend dat je de telefoon ook daadwerkelijk hoort overgaan.
Clark verklaart op grond van dit mechanisme waarom wij pijn kunnen voelen terwijl het lichaam niet beschadigd is -als het brein pijn verwacht dan voel je pijn. Hij geeft het voorbeeld van een man die er van overtuigd is dat hij zijn been gebroken heeft. Hij heeft extreme pijn nadat hij in nood van een hoog gebouw sprong. Bij nader onderzoek blijken zijn benen echter geheel in orde. En dan verdwijnt ook ogenblikkelijk de pijn: het brein heeft op grond van nieuwe informatie zijn verwachtingen bijgesteld.
Ons brein ligt opgeborgen in een donker kistje en moet aan de hand van de summiere informatie die het van alle zintuigen ontvangt en op grond van de ervaringen uit het verleden proberen om -als het ware op de tast- het lichaam langs alle obstakels te leiden. Helaas gaat dit niet altijd naar behoren:
"Everything that I see, hear, touch and feel -so this new science suggests- reflects hidden wells of prediction. If the expectations are sufficiently strong, or the sensory evidence sufficiently subtle, I may get things wrong, in effect overwriting parts of the real sensory information with my brains best guess at how things ought to be."
Wat deze nieuwe inzichten vooral bevestigen is dat de mens een dier is dat in de eerste plaats doeltreffend moet handelen. Lichamen die zich sloom en aarzelend door de wereld bewegen zijn gezien en hen is geen lang leven beschoren. Om doeltreffend te handelen is het niet efficiënt om de wereld objectief te bezien; je moet alleen de aspecten in ogenschouw nemen die belangrijk zijn voor wat je aan het doen bent. Wie de trap oploopt ziet de treden, wie timmert ziet de spijker.
Het boek van Clark is de moeite waard. Hij schrijft onderhoudend en zijn boodschap wordt in alle toonaarden herhaalt: deze variaties op een thema maken de stof erg toegankelijk (herhaling is de moeder van de wetenschap). Wel voert hij het model ver door en bezondigt hij zich hier en daar aan speculatie. Wat mij betreft is dat een smetje op dit werk. De inzichten die je opdoet als je dit boek leest zijn echter waardevol.
Clark, A, The Experience Machine.
4 opmerkingen:
Sorry, beste Bert,
maar lever je nu kritiek of bijval of zomaar een anekdotisch commentaar?
In elk geval, in het model van Clark is de geest verre van passief. En dat wil zeggen dat we met vallen en opstaan toch heel veel leren in het gewone, pragmatische leven.
Me dunkt dat het model van Clark min of meer het standaardmodel is in de huidige filosofie. Je kunt altijd twisten over accenten, metaforen en overdrijvingen. En dat moet men dan ook doen. Maar globaal genomen, Clark geeft een soort weergave van het idealtypische standaardmodel van de verhouding tussen menselijke binnenwereld en sociale en natuurlijke buitenwereld. Misschien kun je zeggen: waar zijn de emoties? Maar me dunkt dat die ook wel aan bod komen.
:)
Bert, je schrijft ' ik heb het boek niet gelezen'.
Maar je weet wel dat mijn recensie vertekend is?
Je zuivere wetenschappelijk houding waar je je zo op voorstaat is niets dan een greep in de lucht: je baseert je opinie op boeken die je niet leest. Je zegt het tenminste openlijk.
Bert, ook in je nieuwe reactie -die ik niet publiceer: waarom bijdragen publiceren van mensen die te beroerd zijn om zich op de hoogte te stellen- laat je weer duidelijk blijken dat je geen idee hebt waar je over spreekt. Als je alleen al de moeite had genomen om de inhoudsopgave te lezen had je al beter kunnen weten. Je twijfelt aan mijn integriteit en gelooft dat ik prof Clark woorden in de mond leg. Wel, oordeel zelf:
"WE HAVE seen that expectations and predictions deeply influence what we see, hear, and feel. But we have so far said little about how they influence what we do. Yet the fundamental task of the brain is to help us to stay alive, and that means acting in a complex and uncertain world. Action is where the rubber really hits the road—where the high metabolic cost of having a brain must really earn its evolutionary keep.
Perhaps surprisingly, prediction is the engine of action. This is because ordinary daily actions (according to predictive processing) are caused by predictions of bodily sensation. They are caused, more precisely, by predictions of the flow of bodily sensations that would occur if that very action
performed. The predictive control of action thus has a kind of subjunctive quality. The brain predicts how things would look and feel if the action were being successfully performed, and by reducing errors relative to that prediction, the action or movement is brought about. Predicting just how it would look and feel to hit that perfect drive, or make a killer serve, brings that longed-for result about. But this is not a facile nod toward “positive thinking.” Rather, it is a detailed proposal about how our brains control our bodies. The upshot is that successful action involves a kind of self-fulfilling prophecy. Predicting the detailed sensory effects of a movement is what causes that very movement to unfold.
By making prediction the common root of both perception and action, predictive processing (active inference) reveals a hidden unity in the workings of the mind. Action and perception form a single whole, jointly orchestrated by the drive to eliminate errors in prediction." (Uit: Clark, the Prediction Machine, H3.)
Wat ik hieronder zeg weten jullie eigenlijk allemaal al maar het is niet overbodig om er in dit stadium van de discussie nog eens op te wijzen naar aanleiding van wat Bert zegt tegen RV (16 juni 2023 09:04) en waar ik het eigenlijk wel mee eens ben.
In onze struggle for live is ons verstand een onmisbaar instrument gebleken om ons de werkelijkheid te leren kennen voor zover kennis van de werkelijkheid essentieel is om ons staande te kunnen houden in de wereld waarin wij leven. Dit mag wat mij betreft de voornaamste functie van ons verstand genoemd worden want voor wie niet overleeft valt er niets te beleven en te weten.Dit neemt niet weg dat ons verstand ons na vele miljoenen jaren evolutie in staat stelt om veel meer kennis van de werkelijkheid te vergaren dan voor het overleven in de werkelijkheid nodig is.Wij zijn in staat geweest om de wereld waarin wij leven te ordenen via logische wetten en regels en nog nooit zijn wij op feiten gestuit die ons nopen om aan te nemen dat deze wetten en regels niet altijd en overal gelden.
Het valt echter te betwijfelen of de mensheid ooit in staat zal zijn om volledig te begrijpen hoe de werkelijkheid in elkaar zit.
Kunnen wij ooit te weten komen of er, behalve de materiële werkelijkheid waarin wij leven, nog een niet-materiële werkelijkheid bestaat waarin wij niet leven? Wie zal het zeggen?
Het is mij in ieder geval niet bekend of de wetenschap inmiddels een immateriële werkelijkheid op het spoor is gekomen, welke ons noopt om aan te nemen dat de logische wetten en regels daar niet gelden. Stel dat er een niet-materiële werkelijkheid is, gelden daar dan wel of niet logische wetten en regels? Wie zal het zeggen? Uit het feit dat er in de materiële wereld logische wetten en regels gelden valt in ieder geval niet af te leiden dat er een immateriële wereld is waar ze niet gelden. Geef ik nu hiermee te kennen dat er in een immateriële wereld wel logische wetten en regels gelden? Nee. Wij weten noch het een noch het ander.
En tot dusver valt daar best mee te leven.
vr. gr.,
Jac
Een reactie posten