Sabine Hossenfelder laat in haar nieuwe boek -haar eerste boek is 'Lost in Math'- zien dat deze en andere filosofische vragen niet (volledig) kunnen worden beantwoord door fysici.
Hossenfelder waagt zich aan een interessante onderneming, want bij behoorlijk wat mensen leeft de overtuiging dat fysici vrijwel elke vraag van filosofisch belang kunnen beantwoorden. En in het kielzog daarvan overheerst het geloof dat fysici de 'enige' echte wereld beschrijven en dat alle andere zaken waarover mensen spreken 'verzinsels' zijn, nuttige fantasieën wellicht, maar desalniettemin 'fabelen' en daarom niet ernstig te nemen. Alleen fysici hebben het ontologisch recht om ons te zeggen welke zaken 'echt' bestaan. Waarover we ook twisten, altijd heeft de natuurkundige het laatste woord.
Deze voorstelling van zaken is wellicht in het leven geroepen door het enorme succes van de natuurkunde. Je kunt daar ook wel historische en sociologische redenen voor geven. De uitwerking die de fabricatie van de atoombom had is enorm. Bovendien heeft het werk van de grootmeester van de fysica, Albert Einstein, sterk bijgedragen aan het blinde vertrouwen in de natuurkunde: Einstein was ontstellend beroemd en was in de ogen van het publiek een soort tovenaar, een brein zo krachtig dat het heel de wereld en alle problemen kon doorgronden. Einstein heeft zulke indrukwekkende inzichten voortgebracht, dat deze tot op de dag van vandaag hun weerga niet kennen in het intellectuele landschap van de mens.
De opvolgers van Einstein waren natuurkundigen die dankzij het succes van de fysica volop geloofden in de universele kracht van het 'vlaggenschip der wetenschap'. Wie de populaire boekjes gelezen heeft van Richard Feynman herinnert zich vast wel het dedain waarmee hij schrijft over andere academische disciplines, zoals hersenkunde, biologie en filosofie. En beroemd is de uitspraak van Hawking, dat we binnen enkele decennia, dankzij de natuurkunde, zullen beschikken over een 'theorie van alles'.
Inmiddels staan 'we' (alle mensen die geïnteresseerd zijn in wetenschap en filosofie) echter weer met beide benen op de grond. De natuurkunde heeft de hoge verwachtingen niet kunnen waarmaken. Ze heeft onze metafysische vragen niet beantwoord, maar juist vermeerderd. Onze voorstelling van de werkelijkheid is door haar toedoen alleen maar ingewikkelder geworden, niet eenvoudiger. Fysici weten zelfs niet langer hoe ze haarfijn onderscheidn moeten maken tussen 'de echte wereld' en 'fictionele werelden'.
Wat moeten we hier nu van denken? Sabine Hossenfelder meent dat fysici de misverstanden hadden kunnen voorkomen als ze zich van meet af aan wat bescheidener hadden opgesteld. Zij beveelt ter genezing een 'positivistische' houding aan: fysici moeten leren om alleen te spreken over zaken waar ze verstand van hebben.
Dit is, kortom, een volstrekt ander geluid dan de voorgaande generatie liet horen: roepen dat je binnen een paar decennia heel de werkelijkheid zult herleiden tot een aantal formules is vrijwel het tegendeel van toegeven dat je niet in staat bent om de meest fundamentele vragen te beantwoorden.[1]
Aan de hand van een aantal heikele kwesties probeert Hossenfelder haar standpunt duidelijk te maken. Ze laat zien wat fysici wel en wat fysici niet (kunnen) weten - en waar ze dus over moeten zwijgen.
Verrassend vond ik haar hoofdstukje over het begin en het einde van de kosmos: fysici beschikken niet over de instrumenten om daar met zekerheid iets over te kunnen zeggen. De populair wetenschappelijke boeken over het einde van de wereld zijn, wat haar betreft, niet verantwoord. Hier kleuren de dames en heren fysici buiten de lijntjes.
In de epiloog van dit boek krijgen we een duidelijk beeld van Hossenfelders zienswijze. Ze schrijft:
"If you read my previous book, Lost in Math, you might have noticed it has a thread in common with this book. It's that I think researchers in the foundations of physics don't reflect enough on what they are doing."
En
'(...) I want scientists to be mindful of the limits of their discipline. Sometimes the only scientific answer we can give is 'We don't know'".
Wetenschap, religie en filosofie zullen daarom gezamenlijk blijven bestaan en elk zal zijn eigen bijdrage aan onze kennis leveren. Waar we geen wetenschappelijk antwoord kunnen geven, zijn we wijs als we gebruik maken van andere 'modes of explanation'.
En ik kan het niet laten om de volgende 'kwoots in foel' te plaatsen:
'Eventually, I think, we will have to accept some facts about our universe without scientific explanation, if only because the scientific method can’t justify itself. We may observe that the scientific method works, conclude that it’s to our advantage to continue using it, but still never know why it works.'
En
'(...) scientists who claim, as Stephen Hawking did, that “there is no possibility of a creator,” or as Victor Stenger has, that God is a “falsified hypothesis,” demonstrate that they don’t understand the limits of their own knowledge. When prominent scientists make such overconfident proclamations, they make me cringe.'
En wat te denken van dit citaat:
"It isn’t only that I think Stephen Jay Gould got it right when he argued that religion and science are two “nonoverlapping magisteria.” I will go a step further and claim that scientists can learn something from organized religion. For better or worse, religions have played an important role for big parts of the world population over thousands of years. Religion matters to many people in a way that science doesn’t."
Hoor, hoor! Oh, wat heeft het al met al nog lang geduurd voordat we eindelijk iets verstandigs over dit onderwerp mogen vernemen uit de mond van een fysicus met publieke bekendheid.
Wat dat betreft is dit boek dan ook een aanwinst: als je zulke inzichten dan niet wilt aannemen van een filosoof, dan moet een natuurkundige het je maar zeggen.
Het boek zelf is verder -het is vreemd dat ik dit schrijf, dat geef ik toe- niet zo interessant: alle punten die Hossenfelder maakt zijn me (allang) bekend uit de filosofische literatuur. Bovendien is Hossenfelder hier en daar nogal slordig in haar betoog. Zo meent ze dat het probleem van de vrije wil vooral betrekking heeft op de vraag of wij 'vrij' kunnen kiezen. Ze gaat er aan voorbij dat het probleem van de vrije wil te maken heeft met de vraag of onze 'wil' vrij is: als ik een ijsje wil hebben of de nieuwe macbook wil kopen, overvalt deze begeerte mij dan en word ik beheerst door deze 'wil' of kan ik 'willen wat ik wil'?
Wat dit boek dus vooral bijzonder maakt is dat een fysicus -iemand uit eigen kring- een ander geluid laat horen. Bovendien is Hossenfelder een innemend schrijfster: ze zegt alles recht voor haar raap. Ze heeft een heerlijk gevoel voor ironie en humor. Het boek leest als een trein, ik had het binnen anderhalve dag uit.[2]
Overigens, als je aan dit boek begint, dan kun je overwegen om eerst de epiloog te lezen. Die is spraakmakend. Het lijkt me dat in de toekomst daar wel een paar debatten aan zullen worden gewijd.
Zo belanden we schoorvoetend in de nieuwe tijd: de mannen in de fysica hadden schijnbaar een vrouw nodig om hen een spiegel voor te houden.
[1] Overigens is dit geluid niet nieuw: ik heb in mijn boekenkast een werkje staan van Ad Lagendijk, De Arrogantie van de Fysicus, waarin hij er ook al op wijst dat fysici een te grote broek aantrekken. Ze zijn volgens Langendijk niet in staat om hun 'universele' pretenties waar te maken. Maar dit boekje is van '89: toen was iedereen nog te sterk verblind door de vermeende kracht van de fysica. Lagendijk sprak zijn wijze woorden tot een generatie van dove gelovigen.
[2] Het boek is nog niet vertaald in het Nederlands, maar dat lijkt mij een kwestie van tijd. Het Engels van Hossenfelder (zij is Duitse van geboorte en dus geen 'native speaker') is simpel en gemakkelijk te volgen.
Hossenfelder, Sabine, Existential Physics, €12,- (ebook), €38,- (hardcover)
29 opmerkingen:
Beste Bert
Bedankt voor de link naar dat artikel van Sabine. Ik vind het erg leuk.
Ik schreef onlangs bij "Stoffelijk is een ruim begrip"
citaat:
"Volgens de esoterische wijsbegeerte wordt de zogenaamde "werkelijkheid" gemaakt door het denken (voorstellingsvermogen). Maar dat wordt vast misverstaan, omdat het kader waarin dat speelt nogal erg exotisch is. De energie die in het voorstellen van iets gestoken wordt, bepaald het "werkelijkheids-gehalte". Voorbeeld: tijden van miljarden jaren, of hoeveelheid, miljoenen denkers die hetzelfde denken."
Na dit artikel van Sabine durf ik nu ook verder te gaan: hoe kan het denken miljoenen jaren duren als een mens zo kort leeft. Maar dan ga je uit van het feit dat het denken uitsluitend uit het menselijke brein ontstaat en niet in het heelal.
Het "denken" [Manas(Sanscriet)] in o.a. in het Hindoeïsme en boeddhisme en de esoterische wijsbegeerte wordt begrepen als een enorme hoeveelheid informatie. Manas is in dat wereldbeeld primordiaal aan begeertekracht [kama(Sanscriet)] en die weer primordiaal aan energie [prana(Sanscriet)] en die weer primordiaal aan ruimte en tijd.
De veronderstelling dat het denken ontstaat en beperkt is tot het brein is dus volgens deze theorie reductionistisch. Als je goed in bovenstaande tekst doordringt, dan is beide waar: de gedachte maakt het brein (en de rest van de wereld) en tevens maakt het brein de gedachte. (tenminste in onze menselijke ruimtetijd ervaringswereld).
Manas, Kama en Prana (denken/voorstellingsvermogen, begeerte/wil en energie/kracht) "zijn" er dus buiten onze tijdruimte. Vandaar dat ik schrijf "primordiaal" en niet "eerst was er" omdat het laatste zich in de tijd afspeelt. Dat primordiale is iets als emanatie (uitstralen en in opgaan).
In dat stuk van Sabine gaat het ook over de uitdijing van het heelal en de lichtsnelheid als maximale snelheid en tevens over verstrengeling en nonlokaliteit. Dat is een zienswijze die onderhevig is aan de beperkingen van ons "tijd en ruimtelijke" menselijke denken.
Het 4D-blokuniversum van Einstein is gewoon een tijdloos "blok". Daarin is de dimensie tijd een lengte-eenheid met verdeling in seconden vergelijkbaar met een ruimte dimensie met een verdeling in meters. Dat blok is een eenheid: het is gedetermineerd en tijdloos, alles erin is "verstrengeld en nonlokaal". Ook het kwamtumzwaartekracht model van Erik Verlinde is zo'n blokuniversum. Ik heb die uitleg van dat 4dblokunversum niet zelf bedacht maar van een op dat gebied deskundige wetenschapper gehoord en acht het zeer aannemelijk. Let wel op: er is dus geen echte "ervaringstijd" en het mist qualia en gevoel de consequentie is dat er geen vrije wil is.
Als je het heelal nu ziet als een brein, kan je dan -qua informatica- tot de conclusie komen dat er een soort kopie is gemaakt van de code: een soort droste effect. Dus de hermetische tekst: zo boven zo beneden is niet vreemd. Ruimte en tijd zijn toch een illusie en die ontstaan uit bewustzijn informatie.
Na enig nadenken over mijn vorige bijdrage zou ik nog graag een toelichting geven.
Wiskundig gezien is het 4dblokunversum van Einstein (4DBU) dus tijdloos.
Alles wat gebeurt is en wat nog gaat gebeuren staat vast maar als informatie die het 4DBU "maakt". Dat is dus het huidige wetenschappelijke paradigma. En de wetenschappelijke hard-liners hebben dus niet door dat het een reductionistisch wereldbeeld is. Die zeggen dus echt dat er geen vrije wil is en dat op het moment van de oerknal alles al reeds als oorzaak van alles in aanwezig is. Het is echter een singulariteit, dat komt goed tot uiting in dat stuk van Sabine.
Maar de uitdijing van het heelal en bewegingen van objecten in de ruimte horen -IN- het 4DBU thuis: omdat dat bewegingen zijn, en bewegingen daar heb je (chronos)tijd voor nodig.
Dat onderscheid in en buiten de tijd is belangrijk!
Bijvoorbeeld de uitdijing van het heelal is beredeneerd op grond van de roodverschuiving terwijl de snelheid gelijk gehouden wordt. Er is ook een theorie dat de roodverschuiving veroorzaakt wordt doordat de chronostijd steeds snelle loopt en de grootte gelijk blijft.
En theoretisch is het mogelijk dat het "denken" in een andere tijd plaatsvindt, vanwege de verstrengeling en dus de daardoor bestaande nonlokaliteit. Die suggestie van Sabine vind ik aannemelijk, dat verklaart namelijk dat gedachten en liefde seller kunnen zijn dat de snelheid van het licht. En dus in het algemeen: paranormale verschijnselen.
Zoals Krishna in de mahabharata tegen de Pandava's zei: luister altijd naar verhalen, het is leuk en je hebt zelfs de kans om er wat van te leren.
Veel liefde toegewenst in deze ondermaanse 4d-film-ervaringen.
Aan JanD
Zie jezelf als een lezer van een roman. Je bent halverwege het boek en weet niet hoe het verhaal dat je leest, zich verder ontwikkelt. Maar ondanks dat je niet weet hoe het verhaal verder gaat, staat het reeds vast hoe het verhaal afloopt want het boek dat je leest is geen half boek maar een compleet boek, ook al ben je slechts halverwege.
De dingen bevinden zich niet in de ruimte en ook niet in de tijd maar zijn stukjes tijdruimte, vierdimensionale stukjes. De ruimte is geen doos waarin zich de dingen bevinden. De tijd is ook geen doos waarin zich de dingen bevinden. En de tijdruimte is ook geen doos. Haal alle dingen weg uit de tijdruimte en je houdt geen lege tijdruimte, geen lege doos, over maar je houdt niets over. Immers, de dingen zijn stukjes tijdruimte en geen stukjes in de tijdruimte.
Wat je allemaal beweert, komt me zeer slordig en zelfs her en der paradoxaal over.
Als je voor het blokuniversum gaat, ga er dan echt voor en niet halfslachtig.
Ons universum bestaat uit tijdruimtelijke samenhangen. En ook jij bestaat uit tijdruimtelijke samenhangen en sommige ervan hebben semantiek. Sommige breinmatige gebeurtenis hebben een betekenis. Jouw gedachte "RV" betekent iets, namelijk niet Bert, niet Riemersma maar een persoon die schrijft dat we zorgvuldig dienen te redeneren als we niet willen kletsen om het kletsen maar als we een beetje waarheid willen.
De toekomst staat vast. Maar vanuit ons menselijk perspectief echter hebben we geen scherp zicht op de toekomst. Maar we mogen de subjectieve tijd, de subjectivitijd, niet projecteren op de objectieve tijd, de objectivitijd.
Ook het verleden staat vast. Waarom zou het verleden wel vast staan en de toekomst niet?
En wellicht zijn er buiten ons universum universa met negen dimensies. Maar of in zulke universa bewust "leven" mogelijk is, betwijfel ik ten zeerste. Bewustzijn vereist enige complexiteit maar wellicht ook weer niet teveel complexiteit.
In een mogelijk uiterst complex universum is wellicht bewustzijn onmogelijk en als dat zo is, dan pleit dit tegen het idee dat God bestaat. Immers, als God bestaat, dan moet hij in elke mogelijke wereld bestaan.
Beste Bert
Een denkend universum is wellicht mogelijk. Maar zo'n universum maakt dan weliswaar deel uit van de oneindige werkelijkheid maar staat nauwelijks in contact met ons universum. Ons universum als geheel denkt niet. Wel is het zo dat ons universum her en der denkt, namelijk bij monde van Bert, JanD en hadsikidee mij. Om te denken heb je een soort brein nodig. Jupiter vormt geen brein. En dat geldt voor vele andere dingen in ons universumpje.
Beste Bert.
Daar heb je gelijk in Bert, maar ik kies dus niet voor flauwe kul maar voor een denkend universum. Daarbij sluit ik aan bij de esoterische wijsbegeerte te weten de "Dhyani-chohan" de meesters van overpeinzing. In het westen bekend als engelen. En in zijn diepere (niet antropomorfische) betekenis: een aspect van het zelf. En jij mag dat op jouw beurt ook weer flauwe kul noemen.
Wat ik leuk vind is dat je deze (voor jou rare) opvattingen overal terug vindt. Zo vraagt Sheldrake zich af niet óf de zon denkt, maar wat hij nu wel zou denken. En werkelijk een leuke fantasie is uitgewerkt in de film "Stardust" sterrenstof. Hij begint zo: "Een filosoof vroeg zich af: zijn we mensen omdat we naar de sterren staren, of staren we naar ze omdat we mensen zijn?" Een film met veel symbolische diepgang vind ik.
groet
Hallo die R.V.
Die eerste alinea van je is heel mooi een super duidelijk geschreven. Bedenk wel dat het 4dimensionale-blok-universun-van-Einstein een theorie is vergelijkbaar met een boek: een hoeveelheid tekens dus informatie. Ik krijg de indruk dat je in dat verhaal (die theorie) van Einstein gelooft.
En wat je bedoelt met subjectieve tijd en objectieve tijd dat snap ik niet. Misschien de a en b tijd van Mc Taggert ?
Bert die verwijzing naar dat stuk van Hossenfelder van 30 augustus 2022 om 22:41 staat er nog bij "stoffelijkheid is een ruim begrip", maar dezelfde verwijzing had je bij deze draad als eerste geplaatst om 30 augustus 2022 om 22:45 maar die is nu weg. Jammer want de rest van deze draad "hossenfelder s existential physics: " gaat daar op in. Beetje verwarrend.
Geachte JanD
Dat blokuniversum is een idee. Een theorie. Maar alles is voor ons een theorie. Maar sommige theorieën zijn best wel zinnig en zelfs ook nog waar.
Een theorie is waar als haar tegendeel onwaar is. Als jij kunt beargumenteren dat de theorie dat er geen buitenwereld is, nogal absurd is, dan is de theorie dat er wel een buitenwereld is, waar.
Het tegendeel van de theorie van het blokuniversum lijkt mij nogal absurd.
Anderzijds is het onmiskenbaar dat wij, subjectieve mensen, ervaren dat het verleden voorbij is en dat de toekomst onzeker is.
Filosofie moet proberen om de objectivitijd, het blokuniversum, te "verzoenen" met de subjectivitijd, de tijd zoals wij hem ervaren. Anders gezegd, een filosoof moet proberen om Parmenides met Heraclitus in "overeenstemming" te brengen. Aristoteles zag ook dit probleem. Maar ik vind zijn oplossing verre van fraai.
De beste oplossing lijkt mij om te proberen om de subjectivitijd "af te leiden" van de objectivitijd.
Vandaar mijn metafoor van het boek. We lezen een boek. We zijn halverwege en weten niet hoe het afloopt. Maar desalniettemin is het boek reeds voltooid. Als we vooruit zouden kunnen bladeren, dan kennen we de toekomst. Maar de natuur bezit geen spoilers.
Geachte R.V.
Ik vermoedde dat je in de theorie van Einstein gelooft, maar uit je laatste reactie zie ik dat je het echt gelooft en dat die theorie jouw "waarheid" is! Dat is mijns inziens onmogelijk.
Jouw argumentatie is citaat: "Een theorie is waar als haar tegendeel onwaar is." Mag je mij uitleggen wat een tegengestelde theorie is! Een theorie is geen binair bit, waar je het teken eenvoudig van kan omkeren. Dat is ongenuanceerd zwart-wit denken.
Die theorie is een zeer sterk reductionistisch deel van de zogenaamde "werkelijkheid". De werkelijkheid is niet te vangen in tekens en getallen. Het gaat niet over liefde, schoonheid, intuïtie, gevoelens, psychologie, sensualiteit, driften, wijsheid en qualia. En hoewel zeer sterk gereduceerd tot o.a. massa's, krachten, botsingswetten, elektromagnetisme en snelheden is het een gigantisch probleem om het in de natuur bestaande gedrag in de theorie te vangen door modelvorming. Dat komt omdat er geen eenvoudige oorzaak en gevolg is, maar een zeer groot veld van oorzaken.
Dus jouw opmerking de theorie is waar als haar tegendeel onwaar is, is zinloos en praatjes voor de vaak.
Maar er is nog iets een anomalie voor de basisgedachte achter die fysische theorieën. En dat is de onmogelijkheid om langs causale weg via de "chronologische" tijd de emergentie te verklaren. De basisgedachte is het atomisme: de natuur is opgebouwd uit deeltjes die grotere eenheden bouwen, vergelijkbaar met het bouwen met lego-blokjes. Maar in dat denk-stelsel kan eenvoudigweg geen emergentie bestaan. Je kan bijvoorbeeld wel licht causaal nalyseren, maar niet hoe kleur ontstaat. Dan maak je een categorie fout. Dus het verhaal van Einstein heeft niet met de waarheid te maken. Het is niet meer dan een spook in het denken van fysici, dat waar is in dit tijdsgewricht. Zoals het magisch denken in een vroegere tijdsgewricht.
Je schrijft ook citaat: "een filosoof moet proberen om Parmenides met Heraclitus in "overeenstemming" te brengen."
Nou dat lijkt me onzin, het zijn verschillende zaken. Parmenides die heeft het mijns inziens over de tijdloze wereld en zijn denken is noëtisch betrekking hebbende op wat men in India het nirwana noemt. Zijn "zijnde" is eigenlijk niet van deze wereld, hij erkent uiteindelijk na zijn redenaties niet de beweging van objecten. Terwijl Heraclitus in zijn denken gericht is op de tijdsverschijnselen, in het oosten samsara genoemd.
En de subjectieve tijd is een ervaringstijd, terwijl de wat jij noemt "objectieve" tijd eigenlijk niet bestaat maar slechts een denkbeeld is, een verhaaltje in het boek van de grote illusie van het absolute gedetermineerd zijn van de wereld. Niet meer dan een sprookje joh: en je gelooft er nog in ook.
Groet van JanD
Gerrit Mannoury 17 mei 1867 Amsterdam, 30 januari 1956 was een Nederlandse wiskundige en filosoof die tevens sociaal bewogen en politiek actief was. Mannoury heeft belangrijke bijdragen geleverd op het gebied rond de formele wetenschap, de grondslagen der wiskunde, de symbolische logica en de leer der significa.
OVER DE SOCIALE BETEKENIS VAN DE WISKUNDIGE DENKVORM.
Inaugurale rede van Mannoury aan de Universiteit van Amsterdam, gehouden op 8 oktober 1917
Zeer gewenste Toehoorders!
Wanneer ik een ogenblik uw aandacht vraag voor de sociale betekenis van de wiskundige denkvorm, dan stel ik daarbij voorop, dat de wiskundige wetenschap m. i. een bij uitstek praktiese is, in die mate zelfs, dat ik er niet geheel zeker van ben of in deze wel van wetenschap sprake kan zijn: de praktijk des levens toch vraagt niet naar weten, maar naar kunnen, niet naar inzicht, maar naar macht. De natuurmens, die zich bij zaaien of oogsten, bij aanval of verweer, door de voorspellingen van de tovenaar laat leiden, en de kultuurmens, die bij zijn produktie en destruktie de logarithmen en de integralen te hulp roept, zijn volkomen analoge verschijnselen: bij beiden is het verband tussen hun waarneming en hun handeling van psychiese aard, beiden gissen zij naar hetgeen hun wensen of behoeften het best en het meest zal bevredigen, en de vraag, wier methode het doeltreffendst is, zou enkel te beslissen zijn door de gemiddelde bevrediging te vergelijken, die zij in hun leven vinden. Toch spreekt de kultuurmens van wetenschap en noemt het richtsnoer van zijn bruine of zwarte broeder bijgeloof, vergetend dat zijn formules en figuren, evengoed als die van de toverman, slechts hulpmiddelen zijn om aan vroeger ervaren opeenvolgingen van waarneming en wens, van weten en willen, een zekere duurzaamheid te geven, en om de oude gedaehtepaden gemakkeljker dan de eerste maal te kunnen bewandelen.
Zeker, er is verschil. Verschil in de aard der gegevens enerzijds en in de volmaking van het geestelik hulpmiddel anderzijds, maar die verschillen zijn gradueel. Wij verbeelden ons, de wetten der natuur te hebben ontdekt, als wij onze ervaringen-ten-aanzien-der-natuur in cijfers en tekens hebben samengevat, maar worden door diezelfde cijfers en tekens telkens weer tot de erkenning genoopt, dat ,,niets geheel waar'' is, en dat onze natuurwetten alleen dan geldig zijn, als wij de nooit ontbrekende afwijking eenvoudig buiten rekening laten. Zo verliest ook de fetish-aanbidder zijn vertrouwen niet, als hij in zijn verwachting wordt teleurgesteld, maar schrijft de slechte uitslag van zijn pogen aan de tegenwerking van vreemde demonen toe. En die vreemde demonen ontbreken bij ons evenmin. De ballistikus beweert niet, dat zijn projektiel werkelik een parabool beschrijven zal, maar enkel dat het dit zòu doen, als het geen uitgebreidheid had, als de aarde geen bol was en niet draaide, als de lucht geen tegenstand bood, in éen woord, als er geen invloeden waren, die de parabool-illusie verstoorden. En zo is de bewering van de ballistikus tot een niet-bewering geworden en zo wordt alle wiskundige bewering tot een niets-beweren-omtrent-wat-werkelik-is, doch een beweren-omtrent-wat-zijn-zou .... àls het was! Abstraheren noemen wij dat, en gaan met onze abstrakties zover; tot wij de eeuwigwisselende onmeetbare en ontelbare werkelikheid tot een eindig aantal waarnemings-elementen hebben gereduceerd, die in onze rekenmolen passen, m.a.w tot wij van de werkelikheid zelve hebben geabstraheerd.
Beste Bert
Niets tegen Sagan. Sommige stukjes van ons universum denken, bijvoorbeeld jij. Maar je kunt niet zeggen dat heel ons universum denkt of dat jouw en mijn denkwereldjes direct met elkaar zijn verbonden.
We zijn stukjes tijdruimtelijke natuur. Maar bijzondere stukjes. Stukjes die denken, voelen, waarnemen. Een straatsteen mist deze eigenschappen. De zon, waarover JanD het had, ook.
R.V.
Je schrijft:
"We zijn stukjes tijdruimtelijke natuur. Maar bijzondere stukjes. Stukjes die denken, voelen, waarnemen. Een straatsteen mist deze eigenschappen. De zon, waarover JanD het had, ook."
Je poneert iets wat je gelooft. Dat overtuigt mij niet. Heb je daar argumenten voor?
In het stuk van Sabine Hossenfelder: "Maybe the Universe Thinks. Hear Me Out". Wordt de ruimtelijke structuur in het heelal vergeleken met de structuur in het brein. Uit de overeenkomst daartussen wordt de suggestie gewekt dat het heelal denkt. In het brein is zeer veel elektrische activiteit. Dat wordt in verband gebracht met het denken. Zo kan je ook aannemelijk maken dat de vele elektrische ontladingen op het oppervlak van de zon met zijn denken samenhangen. Ik heb wel eens een filmpje gezien, gemaakt vanuit een satelliet. Daar was de onweersactiviteit te zien met vele elektrische ontladingen. Mijn gevoel maakte meteen een associatie met de activiteit in het brein, meer nog: ik kreeg het gevoel dat de aarde echt denkt.
Dat is geen causaal verband maar het constateren van overeenkomsten. Dat is meer dan het poneren van jouw geloof, R.V.
Groet van JanD
p.s. vergeten te vermelden.
OVER DE SOCIALE BETEKENIS VAN DE WISKUNDIGE DENKVORM.
Inaugurale rede van Mannoury aan de Universiteit van Amsterdam zie:
https://www.math.ru.nl/werkgroepen/gmfw/bronnen/mannoury2.html
Beste Bert
Sorry je begrijpt me niet goed. Je zegt:
"Wat ik niet begrijp is dat jij vasthoudt aan esoterisch gedachtegoed en daarmee wetenschap negeert."
Ik meen voldoende te weten over kleur en de feiten daarvan, zowel in reductionistisch fysisch theoretisch opzicht als fenomenologisch opzicht en in gevoelsmatig opzicht. De feiten die je me meedeelt over de fysische en fysiologische kant ken ik best wel hoor. Ik heb veel geleerd in mijn loopbaan bij kleuren deskundigen op dat vlak in het fysisch lab van de TU-Delft.
Dus ik negeer de wetenschap niet, maar ik integreer dat tezamen met esoterische kennis.
Ik leerde ook over de denkfout van Newton op dat vlak en ik ken de controverse tussen zijn ideeën en de fenomenologische kleurenleer van Goethe. Dat heb ik met veel moeite vastgelegd in de Wikipedia. Als je op de overlegpagina leest, kan je zien de moeite die ik had met Newtonerianen, die het niet begrepen. Het ging weer over harde paradox van eenheid en veelheid.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kleurenleer_van_Goethe
Wat je van mij helaas niet begrepen hebt is wat ik bedoelde met de categoriefout. De qualia zijn echt wat anders dan een gesloten rationele verhandeling. Al komt de golflengte informatie van het licht gecodeerd via de retina in het brein, dan is er nog steeds geen causale verklaring voor de ervaring van kleur en het gevoel dat daarmee wordt opgewekt in het bewustzijn.
Subjectieve ervaringen kunnen niet meegedeeld worden met een rationele verklaring hoor!
Je schrijft: "Voor mensen bij wie dit niet zo is bestaan kleuren niet maar het is in principe toch mogelijk te begrijpen wat daaronder verstaan wordt dankzij de expertise van onderzoekers."
Ik dacht dat Aafje deze zienswijze in het verleden heel begrijpelijk al onderuit gehaald had. Dat is echt niet mogelijk joh !
Met dank voor je reactie en bezorgdheid voor mijn prooi-karakter-aspect voor charlatans.
vriendelijke groet van JanD
Bert, kan het zijn dat hij heeft 'betoogd' hoe leven mogelijkerwijs kan ontstaan? Of heeft hij het werkelijk aangetoond: dat wil zeggen, staat het nu voor eens en voor altijd vast hoe het leven is ontstaan.
In het NRC verscheen enige weken geleden een (positieve) bespreking van dit boek.
Beste Bert.
We zijn het dus blijkbaar niet eens over de emergentie van golflengte van licht naar kleur.
En dat is nog maar de vraag. Tussen ons is er het taalprobleem, de significa. En de opvatting dat het bewustzijn primordiaal is of de "stof".
Ik betoog dat er vanuit het atomisme niet iets "extra's" kan ontstaan van "meerwaarde" van uit de samenstellende delen. Dus [fysisch, biochemisch, biologisch, fysiologisch] als "stoffelijke" bouwwerkjes.. en dan opeens psychisch gewaarwording, waarneming, emoties, qualia, gevoelens, liefde enz.
Eigenlijk als je die "psychische" zaken, stoffelijk noemt zijn we het tamelijk eens.
Maar er is een probleem je schrijft citaat:
"Na de geboorte is het voor een kind pas mogelijk te leren wat de betekenis van de zintuiglijke impressies zijn, tenminste als het enige intelligentie heeft. Pas na een geslaagd leerproces kunnen kleuren geassocieerd worden met de gevoelens -wat zelf ook zintuiglijke impressies zijn- die met die kleuren samenhangen."
Het gaat mijns inziens niet om "betekenis" zoals jij zegt. De betekenis is niet meer dan een "teken", "label" en is als een wegwijzer. De weg is veel meer dat de wegwijzer.
Wat betreft het leren, al heeft een kind nooit geleerd dat de kleur rood aangeduid wordt met het woord "rood", dan nog is er de quale gewaarwording.
In ons vak kennen we de waarde van informatie. Neem een modem. Dat is de combinatie van een modulator en een demodulator. De ontwerper heeft die twee op elkaar afgesteld. Pas dan kan het vergelijkingsproces (of associatie in jouw tekst) plaats vinden. Dan komen we op een moeilijk filosofisch punt namelijk: "waar bevindt het noumenon als de gewaarwording nog niet is "benoemd". Van Kant snap ik niet veel, maar wetenschappelijk is vastgesteld dat dit soort zaken niet beperkt zijn tot binnen je schedel. Wanneer apen op een eiland leren om fruit te wassen, dan hebben korte tijd later andere apen dat begrip over genomen, wetenschappelijk vastgesteld. Het sluit ook aan bij paranormale ervaringen.
Ik neem aan dat er een ontwikkeling is in de natuur op het gebied van informatie, dat niet "stoffelijk" is. Dat kan volgens mij als een soort natuur-internet-wifi bestaan.
Mocht zoiets niet bestaan, dan kan de mens zijn golflengte informatie niet decoderen en dus associëren. Mocht je het daar niet mee eens zijn, dat vraag ik me af hoe je het volgende kan verklaren: waar is de template in de biologie als referentie voor de informatieverwerking van de sensorische input? En zeg nu niet dat het al reeds aanwezig is vanuit het chronologische verleden: het leeft en verandert in de subject-tijd.
Met vriendelijke groet van JanD
Geachte JanD
De beelden van onze omgeving die via onze ogen tot ons komen, komen in de regel terecht in onze actieve semantische netwerken die elkaar voortdurend interpreteren. Aan die beelden worden allerlei betekenissen gehecht. Zoals bijvoorbeeld heel ordinair "Dat is een gewone zal-wel-stoel" of kwalitatief "Hey, wat een bijzondere esthetische stoel". De zogeheten qualia zijn in wezen weinig bijzonder en vallen uitstekend te verklaren met het model van de actieve, elkaar interpreterende semantische netwerken. En die semantische netwerken vallen zeer goed te verklaren als hersengebeurtenissen.
Waar jij opteert voor hokuspokus, opteer ik voor een gecompliceerd, materieel, met semantische netwerken werkend brein.
Waar komt jouw obsessieve liefde voor hokuspokus vandaan? Vanwaar jouw antiwetenschappelijke instelling? Vanwaar jouw betweterij? Raak je nooit uitgekeken op de stoffige esoteriek?
Geachte JanD
Je schrijft:
- Ik betoog dat er vanuit het atomisme niet iets "extra's" kan ontstaan van "meerwaarde" van uit de samenstellende delen. Dus [fysisch, biochemisch, biologisch, fysiologisch] als "stoffelijke" bouwwerkjes.. en dan opeens psychisch gewaarwording, waarneming, emoties, qualia, gevoelens, liefde enz.-
Met klem verzet ik me tegen je betoog.
Al met al betoog je dat uit atomen geen moleculen kunnen ontstaan, uit woorden geen zinnen en uit kleine stapjes geen marathon. Zulk een betoog slaat de diverse planken nogal mis.
Je opteert voor een extreem holisme. Volgens jou zijn er ondeelbare Gehelen die hoog boven hun nederige onderdelen zweven. Maar zulke Gehelen zijn nooit waargenomen. En het is overbodig en zelfs averechts werkend om zulke Gehelen te poneren. Trouwens, wat moet je ermee? Je lekker afzetten tegen de analytische wetenschappen en de analytische filosofie? Maar waarom je afzetten?
Water is toch echt het samenspel van nauw verbonden waterstof en zuurstof en geen aparte holistische entiteit die ongrijpbaar en onbegrijpbaar boven zuurstof en waterstof zweeft.
Ook betoog je eigenlijk dat Rembrandt nooit de Nachtwacht heeft kunnen schilderen. Want uit stukjes verf, zo schijn je te denken, ontstaat nooit een geschilderde voorstelling met artistieke meerwaarde.
Op jouw manier "weerleg" je de meerwaardetheorie van Marx. Dus accumulatie van goederen en kapitaal is volgens jou onmogelijk. Jammer dat je dit Marx zelf nooit hebt kunnen vertellen. Dat had de mensheid een hoop ellende bespaart. :)
De zogeheten qualia zijn goed te begrijpen als elementen in gedifferentieerde semantische netwerken die elkaar voortdurend interpreteren. De zogeheten qualia pleiten niet tegen het idee dat bewustzijn stoffelijk is, maar ondersteunen juist het idee dat bewustzijn, het samenspel tussen onze hersenmatige semantische netwerken, door en door stoffelijk is.
Alles is opgebouwd uit één of ander spul. Wie dat ontkent, is eigenlijk een beetje vreemd bezig.
Maar bedankt voor je betoog. Ik vind het altijd interessant om een bepaalde ideologie, in dit geval het extreme holisme, te analyseren en te wegen. Mijn conclusie luidt dat het extreme holisme geen filosofie is maar een geloof.
Beste Bert
In reactie op jouw stukje 14 september 2022 om 10:00
Je schrijft citaat over Nick Lane:
"Volgens Occam .... eenvoudiger verklaring is dan de aanname ...(van)..de creatie.. van een super-intelligentie."
even later schrijft je citaat:
"Ik baseer dit op wat Lane (zeer globaal) uiteenzet .... Ondanks die oppervlakkigheid is de hoeveelheid zaken die hij hiermee in verband kan brengen indrukwekkend groot." en
"het gaat om complexe (bio)techniek"
Volgens mij zou het scheermes van Occam al die complexe biotechniek wegsnijden. Een verklaring van een "creatieve kracht" of in jouw worden "een super-intelligentie" of kort gezegd "god" is een eenvoudiger verklaring joh!
Beste Bert
Nu specifiek over jouw bijdrage van 14 september 2022 om 17:24
In mijn vorige bijdrage kiest Ockham dus voor god, serieus!
(grapje: god kan je toch niet met een scheermes wegsnijden)
1. Het onwaarschijnlijke blijkt vaak toch later breed geaccepteerd te worden als de "waarheid". Wat eerst S.F. is wordt "werkelijkheid".
2. Sabine door jouw aangehaald: ["en god heeft het gemaakt" en het toch wetenschap noemen.] Ja dat kan echt! Het probleem is dat ze geen kennis heeft van god [theos]: ze is geen theosoof noch theoloog. Dat zijn mensen die respectievelijk gespecialiseerd zijn op de wijsheid van god en de logica over god. Die kennis heeft ze niet.
Je kan eigenlijk zeggen dat de wetenschap ook een geloof is!
Heb je mijn bijdrage OVER DE SOCIALE BETEKENIS VAN DE WISKUNDIGE DENKVORM, de Inaugurale rede van Mannoury gelezen. Een top wetenschapper die duidelijk maakt dat er eigenlijk geen groot verschil is tussen magie en wetenschap? Ach ijdelheid der ijdelheden zegt David in zijn wijsheidsboek Prediker.
Dus conclusie Sabine weet niet waarover ze niet spreekt (god), en mist daarmee de pointe.
(Het valt me steeds op dat ze scheel kijkt, maar toch geeft dat wel iets extra aantrekkelijks is mijn bescheide mening)(oei een opmerking die leuk was in mijn jeugd maar nu echt niet meer kan)
groet van JanD
Geachte R.V.
in reactie op 14 september 2022 om 16:02 : je begrijpt volgens mij niet wat qualia zijn.
in reactie op 15 september 2022 om 16:29 :
Je kan lezen in mijn reacties op Bert dat mijn verklaring voor het ontstaan van het leven kort gezegd god is. Dat wil niet zeggen dat het "geloof" is bij mij. Het is enerzijds ervaring en anderzijds op grond van rationele overwegingen.
Het probleem bij die rationele overwegingen is dat de logica niet voldoet: die schiet te kort. Vandaar dat ik het over een [logisch] absurde werkelijkheid. ( dus niet bizar) Ik meen dat het te vergelijken is met de scheiding die Jan Auke maakt tussen nabije wereld en transcendente wereld. Het probleem bij god is dat het niet in je hersenen past.
Nu enige argumentatie. God is liefde: het is agape en dat wordt vaak niet begrepen. God is de natuur, dat wordt ook wel "bewezen" bijvoorbeeld door Spinoza. Is natuurkunde dan godkunde?
Maar ik gebruik nu de definitie dat god de "eenheid", "holon" ofwel de "monade" is.
Die monade organiseert zijn objectief aanzien in de natuur. Dat is dus emergentie: het met creatieve bewuste kracht tot aanzijn brengen van een hogere "zelf-organisatie" een organisme dus.
Ik gebruik het woord "organisme" in de letterlijke betekenis van het woord: iets dat is georganiseerd. Dus even afstand nemen dat het een biologisch systeem dient te zijn.
Ik ga dus nu wat verder in panpsychistische of pantheïstische zin.
Het ontstaan van het leven is NU en altijd.
Een molecule uit atomen. Een prachtige amethist uit amorfe steen. Cellen uit biochemie. Een zon uit een wolk waterstof. Een plant uit chemische grondstoffen.
God is de organisator, en wij zijn god en organiseren mee: de creatieve kracht vloeit door ons zoals door de atomen en de werelden.
Amen.
Vriendelijke groet van JanD
Geachte JanD
Je verzet je tegen wat ik het extreme atomisme zou willen noemen. Oftewel tegen het extreme reductionisme.
Maar ik verzet me ook tegen het extreme reductionisme. Het extreme reductionisme stelt zoiets als: de eigenschappen van een geheel zijn de loszanderige optelsom van de eigenschappen van de losse onderdelen van een geheel. Maar deze stelling van het extreme reductionisme is quatsch. De eigenschappen van een watermolecuul vallen niet te reduceren tot de optelsom van de eigenschappen van een los waterstofatoom en een los zuurstofatoom.
Echter, het extreme reductionisme vind je tegenwoordig echt niet meer in de natuur- en cultuurwetenschappen. Mocht je toch denken dat de wetenschappen zich schuldig maken aan extreem reductionisme, dan maak je een zeer verwrongen karikatuur van de wetenschappen. De wetenschappen denken in verbanden, niet in losse, verbandloze onderdeeltjes.
Slechts bij sommige filosofen vind je nog het te ouderwetse extreme reductionisme terug. Bijvoorbeeld bij Bert als hij filosofeert over de empirie. Hij denkt dat de empirie valt te reduceren tot losse sense data. Hij ziet niet in dat de menselijke geest denkt in theoretische verbanden, in denkkaders.
Dus voer ik aldus een strijdje op twee fronten: tegen jouw extreem holisme en tegen het extreem reductionisme. Volgens mij is de wereld opgebouwd uit structuren. De eigenschappen van een structuur zijn niet de eigenschappen van hun onderdelen wanneer we die onderdelen als losse onderdelen beschouwen. Maar anderzijds zweeft boven een structuur niet een platonisch ondeelbaar Geheel.
Een bakstenen huis is geen verzameling los van elkaar liggende bakstenen maar een verzameling bakstenen in die en die configuratie. Echter, hoe je ook speurt, je zult boven dat bakstenen huis geen platonisch Huis-Als-Geheel zien zweven.
Geachte JanD
Je schrijft dat ik niet weet wat qualia zijn. En je beroept je op een Hoger Weten zonder echter dat weten nader te expliceren.
Natuurlijk weet ik wat qualia zijn. Qualia zijn een algemeen menselijk attribuut. En aangezien ik ook mens ben, ervaar ik ook qualia.
Qualia zijn, eenvoudig gezegd, bijzondere, aan mystiek grenzende sensaties. Bijvoorbeeld eventjes opgaan in de geur in je tuin als het eindelijk heeft geregend.
Naast het gegeven dat ik mens ben, ben ik ook een mens die van kunst houdt. Misschien een rare afwijking. Zou kunnen. Maar ongevaarlijk want ik mag nog los over straat. Veel kunst probeert qualia uit te drukken. Wellicht daarom hou ik van kunst. Een stukje meerwaarde dat uitstijgt boven het gewone, al te gewone.
Wij verschillen niet wat betreft het erkennen dat er qualia zijn, bijzondere sensaties. Wij verschillen wel qua theorie over qualia. Jij kunt met qualia blijkbaar niet goed uit de voeten en hult ze in een zweverige nevel. Ik daarentegen probeer de boel te ontnevelen. Weg met de mistigheid.
Onze semantische netwerken bestaan uit allerlei opposities. Zo is er de oppositie tussen het algemene en het bijzondere en tussen het vlakke en het intense. Welnu een quale bevindt zich bij de polen "bijzonder" en "intens". Vanuit objectief perspectief is dat niet zweverig. Maar vanuit subjectief perspectief kan een quale soms wel zweverig aanvoelen. Echter, we mogen het subjectieve perspectief nooit uitroepen tot het objectieve perspectief. Jij evenwel doet dat wel.
Geachte R.V.
We zijn het dus eens over het extreem atomisme. Er zijn ook "bouwwerkjes" zoals een huis uit stenen. Maar ook een lichaam uit organen en organen uit cellen enz.
Dat impliceert dat je dus "eenheden" erkent op hoger hiërarchisch niveau.
Nu noem ik die eenheden met andere woorden o.a. monade(=eenheid) of holon(=eenheid). Ik zie niet in waarom je je daartegen verzet anders dan dat je de connotatie niet aanstaat.
Jouw voorbeeld van een huis uit stenen: hier spreken we niet van emergentie maar van bouwen. Een buitenaards wezen zou bijvoorbeeld niet weten dat daar een ontwerp van een architect achter zit. Met creativiteit, waarnemingsvermogen, verlangen, hoop, verwachting, wil en activiteiten zoals overdragen van tekeningen aan een uitvoerder. Als hij niet weet dat deze aspecten ten grondslag aan het huis ligt, dan zal hij het ontstaan van een huis verklaren met het woord emergentie. (als hij dat woord kent :-) )
Emergentie: het ontstaat uit zichzelf. De vraag is wat bedoelt men met het "zelf" in het woord "zichzelf". Dat "zelf" zal dan ook de eigenschappen dienen te hebben om dat bouwwerkje te kunnen maken: het is god. De meest korte verklaring, die dus juist is volgens Bert's Occam inzicht.
God werkt ook in ons, ook zoals in de architect. Want de architect zelf, is ook een bouwwerkje in de natuur waar de creativiteit doorstroomt. Veni creator spiritus: komt tot ons creatieve geest, mooi lied.
Realiseer je dat je de "zwevende platoonse eidos" als een mening van mij bij herhaling voorstelt. DAT IS ONJUIST. Je strijd tegen mijn extreem holisme is belachelijk. Die mening heb ik niet. Ik heb zelfs het tegengestelde beweerd. Wat men die platoonse zwevende "absolute" zaken betreft zeg ik: je kan er niks van zeggen. Het behoort tot de logisch absurde logica omdat het een singulariteit is. Ik refereer hierbij niet aan "absolute" zaken. Voor mij zijn de eidos niet meer dan informatie uit ervaringsgeheugen in de natuur.
Met vriendelijke groet van JanD
Beste Bert
Ik denk ook wel dat het standaardmodel kan worden uitgebreid tot de Planck-schaal zonder nieuwe fysica en zonder nieuwe deeltjes. Ik ben een voorstander van het 4Dblokuniversum van Einstein in de wiskundige verschijningsvorm zoals in het holografisch principe, volgens de theorie van Erik Verlinde. Dat is eigenlijk een universum dat bestaat uit één blok verstrengelde informatie, waarbij de bits bestaan op de planckschaal. Daarin ligt alles gedetermineerd in onze wereld-ruimte-tijd vast. Volgens Verlinde met een aantal bit in de grootte van met tweehonderd nullen.
Ik ben het niet eens dat je dit wetenschappelijke wereldbeeld kan uitbreiden naar het leven. Leven is levendig en niet gedetermineerd. Dat wetenschappelijke wereld model is reductionistisch en niet meer dan een blok informatie dat vast staat, maar wel met daarin de 'denkbeeldige' chronologische tijd als lengte eenheid. Die dus geen ervaringstijd is! Dat is m.i. te beschouwen als de b-tijd van Mc Taggert en volgens het denken van Parmenides. Gen echte beweging.
Ik meen dat het leven zich afpeelt in het "eeuwige nu", volgens de a-tijd van Mc Taggert en volgens het denken van Heraclitus. (De vraag is zelf, of onze ervaringstijd wel "echt" is.) Maar in ieder geval zijn het twee verschillende tijden. En m.i. ieder met een oorzaak-gevolg lijn.
Om een voorbeeld te geven.
Het leven is een toneelspel. Het script is het gedetermineerde wetenschappelijke wereldbeeld. Het leven is het echte toneelspel in de subjectieve ervaring. In dat "levende" toneelspel kan men af wijken van het script en een notulist de gang van zaken noteert, een interactief spel plaatsvindt met de spelers en het publiek en er ook nog een souffleur is die steeds probeert het script te volgen. Het verleden is het resultaat van de notulist: geheugen. Het script kan bijgewerkt worden met de ervaring. Verder heeft m.i. het leven geen zin dan het leven zelf te beleven.
Met vriendelijke groet van JanD
Geachte JanD
Dat "ervaringsgeheugen van de natuur" van jou is wel degelijk een vorm van extreem holisme. Ik meen dat jij van twee walletjes probeert te smullen. Je hanteert twee tegengestelde visies. Namelijk extreem holisme en als je erop aangesproken wordt, een gangbaar analytisch structuralisme. Mijns inziens is dat contradictoir.
Van mij mag je. Mij gaat het niet om jou te bekeren. Mij gaat het om de analyse van jouw filosofische ideologie. Mijn vragen en zo aan jouw adres zijn bedoeld om mezelf meer duidelijkheid te verschaffen over jouw ideologie.
Inderdaad, ik gruw van de woorden "holon" en "monade". Ik zou toch gewoon de begrippen "samenhang", "structuur" of "mechanisme" gebruiken. Zakelijke begrippen zonder poeha.
Geachte R.V.
Je schrijft: "Ik meen dat jij van twee walletjes probeert te smullen. Mijns inziens is dat contradictoir."
Je hebt gelijk. Ik smul van de beide walletjes en leef daardoor in een soort hemel. En het klopt: die is contradictoir, dat heb ik je al zoooooo vaak gezegd. Jammer dat je niet begrijpt hoe dat mogelijk is.
Met vriendelijke groet van JanD
Geachte R.V.
Ik ben nog vergeten te zeggen dat ervaringsgegeven in de natuur algemeen erkent wordt en zelfs wetenschappelijk in kaart is gebracht. Men noemde het altijd erfelijkheid. Maar tegenwoordig heeft men de voorkeur om te zeggen: het zit in zijn DNA.
Dat DNA is in kaart gebracht, lees er eens iets van joh! Zo gaat het ervaringsgeheugen terug van je eigen ouders en voor ouders tot andere menssoorten zoals neanderthalers en allerlei diersoorten en planten tot het begin bij de eerste eencelligen die zelfs nog geen neurale cellen hebben. Voeg daarbij de laatste inzichten van de epi-genetica en je kan zien hoe de psychosomatische eenheid van de mens in de zogenaamde "stoffelijkheid" ook zeer snel tot aanzijn wordt gebracht.
Dus R.V. voor je mij van alles aanwrijft wat mij volkomen vreemd is, denk eerst na. Zonder je emotionele gruwen vanwege de overheersende pejoratieve betekenis van bepaalde woorden, kan je zuiverder denken en niet zo ongenuanceerd zijn. Het is ook handiger eerst je wat wetenschappelijker in te lezen en qua wijsheid meer spiritueel en wijs te zijn.
Met vriendelijke en respectvolle groet van JanD
Geachte JanD
DNA en genetica zijn mij zeer bekend. Maar het lijkt mij een stap en zelfs een grote sprong voorwaarts te ver om DNA een geheugen te noemen. DNA is DNA. En DNA doet wat DNA doet, namelijk als een soort malletje te fungeren. Een malletje bij het zichzelf kopiëren en bij het maken van eiwitten.
Ik begrijp nog niet goed waarom jij je verzet tegen allerlei wetenschappelijke inzichten en daarentegen zwelgt in mistige platonistische ideetjes. Heeft de wetenschap jou ooit iets aangedaan? Heb je je ooit onbegrepen gevoeld? Maar als je je ooit onbegrepen voelde, lag dat dan niet aan jezelf?
Beste R.V.
Ik ben het met je eens dat je bekend bent met DNA en jouw opmerking [DNA = DNA] is juist.
Je kent ook vele andere woorden is me opgevallen.
Maar volgens mij begrijp je die betekenis van veel woorden pover of niet zo goed of helemaal niet. In ieder geval mis je mijn inziens de cognitieve -semantische- samenhang. Of anders en meer precies gezegd dat vele woorden op een bepaalde betekenis manier synoniemen zijn. Misschien dat je het daarom zo vaak hebt over "samenhang". Zoiets als Socrates vaststelde dat men Eros mist als men Eros vereert. De behoefte tot iets omdat men dat zelf mist, dus voor jou "samenhang" omdat je de samenhang mist in jouw weten en denken.
De vele woorden die je kent (mijn petje af) daarvan stel ik vast dat ze bij jou vaak als los zand aan elkaar hangen.
Nu over DNA dat wel DNA is (dat klopt dus) maar OOK een mal is en ook een reeks informatie bits is en ook geheugen is en nog veel meer dan dat! Want hoewel de wetenschap veel van het genoom in kaart heeft gebracht is er nog veel meer te ontdekken over de menselijke erfelijkheid. Erfelijkheid is ook te begrijpen als geheugen.
Ik neem als voorbeeld zaken die nog niet wetenschappelijk ontdekt zijn maar waar men van kan vaststellen dat het voortkomt uit (erfelijk) geheugen. Neem bepaalde families die gedurende een aantal generaties zeer muzikaal zijn. Dat is nu nog steeds een nature of nuture debat, maar er worden steeds meer ontdekkingen gedaan met bijvoorbeeld identieke tweelingen die apart van elkaar opgroeien. Die resultaten wijzen op erfelijk geheugen. En dan de feiten die Carl Jung heeft vastgesteld over het collectieve onbewuste: ook psychische erfelijkheid. Je zal daar ook wel van gruwen, de feiten spreken voor zich al is het geheugen nog niet in zijn fysieke verschijningsvorm wetenschappelijk ontdekt. Een feit, de symbolen van het kruis, vampiers en weerwolven worden nog steeds gretig gebruikt in verhalen en films.
Een sleutel is een geheugen een mal is geheugen een archeologisch artefact is een geheugen. Als je dat niet in kan zien begrijp ik dat je zoveel moeite hebt om te begrijpen wat een eidos eigenlijk is. De Nederlandse woorden die daarvoor worden gebruikt zijn "ideeën" of "vormen", beiden zijn juist in de betekenis van geheugen. En dat je vindt dat ze zouden "zweven" is een belachelijke aanname. Ik meen ook dat het noumenon of het "ding op zichzelf" vastgelegd is in geheugen. Waar mag god weten. (als hij bestaat grapje)
Doe je best R.V. zet het gruwen van woorden opzij en wordt wat meer associatief en verhoog je semantisch samenhangend netwerk. (En dan heb ik het nog geen eens gehad over overeenkomsten uit oosterse religies die het illusoire van het bestaat opgebouwd denken uit zeer vele soorten geheugen)
Met zeer vriendelijke groet van JanD
p.s. Wetenschappelijke hypothese: misschien zit al dat geheugen wel in de planck bits.
Een reactie posten