woensdag 29 december 2021

Meester, Waarom we de wereld niet rond kunnen krijgen (recensie)

Ik zou het boek 'Waarom we de wereld niet echt rond kunnen krijgen' van Frank Meester vermoedelijk niet opgemerkt en gelezen hebben als het mij niet aangeraden was door een collega.  

De aanbeveling was dat het 'echt een boek voor jou' is. En inderdaad, Meester probeert in 'Waarom we de wereld niet rond kunnen krijgen' vragen te beantwoorden die mij -en anderen- (intensief) bezig houden.


In 't boek 'waarom we de wereld niet rond kunnen krijgen' brengt Meester een nieuwe 'leer' aan de man, het door hem zelf gemunte 'inconsequentialisme'. Het 'inconsequentialisme' is een zienswijze die uit een aantal ad-hoc (ad hoc: zo uit de lucht geplukt) stellingen bestaat. 


De eerste stelling is de steunpilaar van dit 'inconsequentialisme':


'Het is onmogelijk om een consequent of consistent verhaal te vertellen over het leven'.


En met deze hoofdstelling zitten we onmiddellijk tot over onze oren in de problemen: dit is immers geen luchtige, onbetekenende opmerking, maar een verreikende metafysische bewering. De vraag is dan ook hoe Meester deze stelling wil verdedigen. De filosofisch geschoolde lezer bekruipt het gevoel dat het inconsequentialisme hier met een net iets te groot gebaar de wereld ingeslingerd wordt. Meester zelf erkent dit. Hij schrijft: 'Toegegeven, de hoofdstelling van het inconsequentialisme berust op een vermoeden dat ik kreeg bij het opruimen van mijn bureau. Ik heb geen keiharde bewijzen.' 


Na lezing van het eerste deel -dat uit vier hoofdstukken bestaat- wordt duidelijk dat de verdediging van het inconsequentialisme inderdaad niet veel om hakken heeft. Originele argumenten heeft de schrijver niet kunnen verzinnen- en dat is toch wel jammer. Ik vraag me af waarom iemand een boek uitgeeft als hij geen originele inzichten heeft. Meester put uit een aantal -overbekende- filosofische inzichten zoals Gödels onvolledigheidsstelling en de crisis in de moderne natuurwetenschap (het ontbreken van een 'theorie van alles'). Het is het soort voorbeelden dat steevast aan bod komt als het gaat over de vraag wat de grondslagen zijn van de werkelijkheid. 


Meester leidt uit het werk van Gödel af dat we over de wiskunde geen consequent verhaal kunnen vertellen; en uit het ontbreken van een 'theorie van alles' leidt hij af dat we over de wereld geen consequent verhaal kunnen vertellen. Zo noemt hij nog een aantal zaken die volgens hem wijzen op een gebrekkige consistentie van de wereld. Géén van deze zaken is echter voldoende om de hoofdstelling 'hard' te maken. Hij krijgt zijn verhaal, kortom, niet rond. En dat is een goede reden om dit boek niet ernstig te nemen. 


Om zijn verhaal in ieder geval ovaal of eivormig te maken -het enige alternatief voor denkers die hun verhalen niet rond krijgen-, zou Meester in ieder geval iets meer over de grondslagen van de werkelijkheid hebben moeten zeggen dan hij in dit boek doet. Hij zou tenminste melding hebben moeten maken van de huidige ontwikkelingen in de logica -toch wel de meest fundamentele wetenschap die we hebben- waarin naast de klassieke logica ook andere rekeningen zijn ontwikkeld (en deze verschillende rekeningen sluiten elkaar uit: ze kunnen niet tot elkaar worden herleid). Het opmerkelijke is dat de nieuwe rekeningen variaties zijn op de twee hoofdstellingen van de klassieke logica. Als we beschikken over meerdere logica's dan is dat een sterk argument tegen de éénheid van de werkelijkheid. Hier geen melding van maken is in een filosofieboek over de grondslagen van de werkelijkheid een misser (en staat gelijk aan het 'schieten van een bok').


Meester werkt voorts nogal slordig. Zo past hij het begrip  'consequentie' toe op allerlei terreinen van de filosofie: epistemologie, ontologie en ethiek. Vanzelfsprekend is dat mogelijk, maar je moet dan wel -door middel van definities- laten zien dat het begrip 'consequentie' in al deze 'contexten' anders functioneert. Meester evenwel past het begrip te pas en te onpas toe, maar neemt niet de moeite om te zeggen wat het verschil tussen 'ethisch consequent', 'ontologisch consequent' en 'epistemologisch consequent' mag zijn. Zo komt hij tot de volgende redenering: omdat de werkelijkheid niet consistent is (ontologie), hoef ik niet consequent te handelen (psychologie, ethiek). Maar dit is -deze afleiding kom je in verschillende varianten tegen in de tekst- een (overduidelijke) ongeldige redenering. 


Hij had de centrale stelling van zijn boek beter kunnen baseren op het verschil dat we kunnen maken tussen consistentie en coherentie. Consistentie is immers een strenge, formele vorm van samenhang, terwijl coherentie een zwakkere vorm van samenhang is. Feitelijk wordt dit verschil uitgebeend door moderne logici als Priest. Zij zeggen: onze beschrijving van de werkelijkheid kan niet consistent zijn, maar ze kan wel coherent zijn (zelfs als we ontkennen dat de werkelijk consistent is, dan nog is de samenhang in onze wereld sterk genoeg om zinvol over de werkelijkheid te kunnen spreken en redeneren). Het programma van Meester heeft veel weg van het programma dat Priest c.s. hebben uitgewerkt: de wereld is niet zeer streng (rigide) geordend, maar ze is ook niet absurd. 


Meester had iets beter beslagen ten ijs moeten komen. Je kunt dan wel een pleidooi houden voor 'inconsequentialisme', maar dat pleidooi zal alleen kunnen slagen als je dit uiterst consequent verdedigt. De vraagstukken die Meester bespreekt zijn werkelijk interessant, maar als je ze zo luchthartig en slordig behandelt als hij doet, verliest het onderwerp zijn waarde en dreigt het geheel te verworden tot een demonstratie van 'schöngeisterei'- filosofos-gebabbel.


Desondanks is dit geen slecht boek. Meester beschikt over een vlotte pen; hij schrijft met een zekere journalistieke vaardigheid en hij weet de vragen zeer toegankelijk te maken. Hij schrijft zelfs zo vlot dat ik het boek wél met plezier gelezen heb. En zijn 'inconsequentialisme', een soort epicuresiaanse leer voor overspannen twintigers en dertigers -de generatie die alles perfect en volmaakt wil doen en zichzelf daarmee geestelijk uitwoont-, vind ik sympathiek. Meesters boodschap is: de wereld is niet perfect, dus hoef jij dat ook niet te zijn (een ongeldige redenering). Het is jammer dat dit 'inconsequentialisme' zo slecht wordt verantwoord. Het 'pleidooi voor het 'inconsequentialisme'' staat zodoende op een wankel krukje. 


Meester, F, Waarom we de wereld niet rond kunnen krijgen, euro 21,- (ebook 10,-)

Geen opmerkingen: