A. Het is ironisch dat het ons ontbreekt aan een wetenschappelijk theorie over wetenschap. Anders gezegd: we weten niet met zekerheid wat wetenschap is.
B. In de jaren twintig van de vorige eeuw waren de logisch positivisten (ook: logisch empirisme) vol goede moed begonnen aan het opstellen van de wetenschappelijke methode. Immers, als de wereld een logische grondslag heeft, dan moet het onderzoek naar de structuur van de wereld stelselmatig (logisch) verlopen? Ze zijn er echter nooit in geslaagd deze 'logische' methode te vinden. Ze hadden beter moeten weten: Russell en Whitehead hadden al schipbreuk geleden bij hun poging om de wiskunde te herleiden tot logische beginselen (Russell kon niet verdragen dat de wiskundige rekeningen zomaar uit de lucht vielen: hij moest en zou de wiskunde stoelen op logische wetten).
Een goede logische rekenmethode -een algorithme, zoals we tegenwoordig zeggen- voor nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen is er niet. Het was de positivisten al snel duidelijk dat je onderscheid moet maken tussen 'ontdekken' en 'bewijzen'. Wetenschappers komen 'zomaar' aan nieuwe inzichten. Kwestie van creativiteit- hier is geen methode voor. Dit was een behoorlijke tegenslag. Het is feitelijk onbegrijpelijk dat geleerden een logische wereld niet stapsgewijs (logisch) kunnen onderzoeken. We 'ontdekken' (ontginnen) de wereld niet stelselmatig.
Noodgedwongen richten de positivisten zich op de bewijsvoering van een theorie. We weten misschien niet hoe we stelselmatig aan nieuwe, theoretische inzichten komen, maar we kunnen wel proberen om onze theorieën stelselmatig te bewijzen (of weerleggen). Ze gingen op zoek naar een 'bewijs-methode'. Het eerste voorstel was 'verificatie' (of: weerlegging). Verificatie wil zeggen dat je net zo lang doorgaat met turven totdat je zekerheid hebt. Maar iedereen ziet in dat dit onbegonnen werk is. Wie wil weten dat alle muskieten steken zal niet alle muskieten kunnen onderzoeken. Verificatie stuit ook op een aantal interessante logische problemen (Hempels paradox).
Popper kwam vervolgens op de proppen met zijn beroemde voorstel om 'falsificatie' in te voeren als 'bewijs-methode' (falsificatie is misschien een van de slechtst begrepen filosofische ideeën die in omloop zijn; falsificatie is iets anders dan 'weerleggen'). Maar ook 'falsificatie' is niet houdbaar. Onder andere het 'holisme' van Quine en de 'Quine-Duhem stelling' hebben Poppers 'methode' ondergraven.
Vervolgens deden Lakatos (spreek uit: lakatoosj) en Kuhn pogingen om te beschrijven wat wetenschap is en hoe wetenschappers te werk gaan. Het idee van een 'strakke logische methode voor onderzoek en bewijs' is dan al lang verloren. Het ideaal van een strenge wetenschappelijke methode is verwaterd tot een luchtig, algemeen schema. Paul Feyerabend gooide tenslotte -inmiddels zijn we in de jaren zeventig- de kont tegen de krib en stelde brutaalweg dat er volstrekt geen methode is: sterker, een methode werkt zelfs averechts. Wetenschap, zo meende Feyerabend, is een onderneming die het moet hebben van vindingrijkheid, toeval, doorzettingsvermogen, enz. Kortom, wetenschap is een menging van kunst en sport. Aardig is overigens nog Feyerabends visie op 'onzin': het idee zuivere wetenschap te scheiden van niet wetenschappelijke inzichten is niet alleen onhaalbaar, maar het is ook kortzichtig; het is wel zo verstandig om alle ideeën te koesteren (wie weet heb je ze vroeg of laat nodig, al is het maar om je eigen inzichten te scherpen).
C. Onlangs verscheen er een boeiend en begrijpelijk boek van M. Strevens over de vraag of er een wetenschappelijke methode is. Vanzelfsprekend wekt dit onmiddellijk de nieuwsgierigheid van elke rechtgeaarde filosoof. 'Grote ideeën' over 'de wetenschappelijke methode' zijn eigenlijk niet langer aan de orde in de filosofie. Tegenwoordig onderzoeken sociologen, antropologen en filosofen, minutieus, uiteenlopende aspecten van het wetenschappelijke bedrijf. De hoop om een (logische) wetenschappelijke methode te vinden is vervlogen. Wetenschap is geen spelletje mastermind. Het enige wat wetenschappers gemeen hebben is de logische denkwijze, maar die denkwijze delen ze met theologen, filosofen, schoenlapper, hoveniers, oplichters en straatrovers (en dat geeft te denken, is het niet?)
Volgens Strevens echter hebben wetenschappers wél een methode: wetenschap, zo schrijft hij, is een bezigheid voor gelijkhebberige mensen die bereid zijn om hun standpunten grondig te onderbouwen. De bereidheid van kibbelende typetjes om te laten zien dat ze gelijk hebben is kenmerkend voor wetenschap. Een originele invalshoek. Bedenk dat het onderzoek dat nodig is om je gelijk te bewijzen tijdrovend en duur is.
Het aardige is dat Strevens, bewust of onbewust, zichzelf schaart in de rijen van deze gelijkhebberige types, want zijn boek is bedoeld als een oefening in het aantonen van zijn gelijk. Hij doet dit op voortvarende wijze. Hij probeert de lezer er van te overtuigen dat grote beschavingen uit het verleden niet beschikten over 'de wetenschap' omdat de wetenschappelijke methode eigenlijk 'irrationeel' is! Het ontgaat de meeste mensen dat het grondig bewijzen van je grote gelijk wezenlijk iets anders is dan gewone nieuwsgierigheid en het smeden van goede zwaarden.
Het is een boeiende these. Het verklaart misschien waarom mensen die geïnteresseerd zijn in wetenschap zo graag kibbelen. In hoeverre we de inzichten van Strevens echter ernstig moeten nemen is mij niet duidelijk. Sommige inzichten zijn zo bijzonder, dat je ze beter wat kan laten rondzingen in je bewustzijn, om dan, als de tijd rijp is, een beter oordeel te kunnen vellen over deze markante ideeën.
Aardig, interessant en 'prikkelend' is het boek van Strevens zeker. Ik las het met veel plezier en kon de neiging om -in gedachten- met de auteur te kibbelen maar slecht onderdrukken.
Strevens, M, The Knowledge Machine
1 opmerking:
Gecompliceerd
De buitenwereld is gecompliceerd, de binnenwereld van een ieder van ons is gecompliceerd en de relaties tussen binnen- en buitenwereld zijn dat ook. Niets is simpel. Het simpele is slechts een concept, "het simpele".
Dé Simpele Wetenschappelijke Methode bestaat derhalve niet. Maar we kunnen wel zeggen dat de wetenschappelijke methode een veelvoud is aan diverse submethodes en reflecties en dat zij, gegeven de complexiteit van onze binnenwereld, veel meer gecompliceerd conceptualistisch is dan simplistisch perceptualistisch.
Overigens, ook cultuurwetenschappen zijn wetenschappen. Wetenschap is niet alleen maar Science.
Maar hoe gecompliceerd wetenschap bedrijven ook is, wetenschap levert wel degelijk inzichten op die min of meer waar zijn. Heus, zwarte gaten bestaan. Hoe komt het dat wetenschappelijke inzichten min of meer waar zijn? Dat komt grotendeels doordat wetenschap in hypotheses denkt en rivaliserende hypotheses wikt en weegt, mede aan de hand van reeds goed onderbouwde hypotheses. En natuurlijk, enige verificatie doet er ook veel toe.
Wil men zicht krijgen op de gecompliceerde, pluralistische wetenschappelijke methode, dan dient men nauwgezet wetenschapsgeschiedenis te bedrijven. En dan ziet men hoe wetenschappers puzzelen met allerlei concepten en die tegen hun licht houden. Wetenschapsgeschiedenis en wetenschapsfilosofie gaan hand in hand.
Hoe wetenschap werkt, kunnen we thans ook goed zien met betrekking tot de zogeheten coronacrisis. Pseudowetenschappers, beunen en goede wetenschappers die toch van het paadje af zijn, lanceren hun alternatie hypotheses en worden puntsgewijs weerlegd.
Maar waarom bedrijft men wetenschap? Deels vanuit gezonde nieuwsgierigheid, deels uit streven naar status. En wat levert wetenschap de mensheid op? Soms nuttige kennis, bijvoorbeeld werkzame vaccins. En soms een kwalijke cultuur van getwitter, getwetter en nog meer geleuter.
Natuurlijk, het is gecompliceerder dan ik hier nu even aanstip.
Een reactie posten