Het is 2156 en je vindt werk in het Schrödinger Instituut. In dit Schrödinger Instituut houden ze zich onder andere bezig met het onderzoek naar Absurditeiten. Het is jouw taak om de proefdieren te verzorgen.
In één kist -het is een bijzondere kist, beslagen met een metaal dat het licht sterk weerkaatst en dat behangen is met duizenden draden- zit een kat die in een absurde toestand verkeert. Het dier is, naar verluidt, zowel dood als levend.
Jammer genoeg vertelt je oudere, ervaren collega je niet hoe je dit absurde proefdier moet voederen. Je beschikt slechts over een in ambtelijke taal gesteld instructieformulier.
Je haalt een speciale voederpil uit het doordrukstripje en doet de pil -volgens de spaarzame aanwijzingen op het formulier- in het ovalen, decoherentie-bestendige voederbakje. Je kunt de pil vervolgens met een technisch wonderapparaat, de transstructor, aan de kat geven. Het is echter van belang om de transstructor niet nodeloos te gebruiken: het is een duur en kwetsbaar apparaat dat enorm veel energie verbruikt.
Op het formulier staat slechts dat de kat zowel dood én levend is en dus wel én geen pil nodig heeft. 'Gelieve daarom de transstructor met beleid te gebruiken- is de kat dood, gelieve het dier niet te voederen.'
Wat moet je doen? Moet je de kat wel of niet voederen? Als je de kat niet voert, dan gaat de kat natuurlijk dood (het dier heeft de pil nodig); als je de kat wel voert, dan gebruik je de transstructor nodeloos (het dier is immers dood). Kortom: de kat is helemaal dood (dus moet je het dier niet voederen) en de kat is helemaal levend (dus moet je het dier wel voederen).
Hoe je het ook wendt of keert: je doet je werk nooit naar genoegen. Voeder je de kat niet, dan mislukt het (belangrijke) experiment; voeder je de kat wel, dan jaag je het instituut nodeloos op kosten.
Je peinst en zucht en ijsbeert en wrijft jezelf in de handen. Het heeft er alles van weg dat je morgen de laan uitgestuurd wordt. Linksom of rechtsom, je handelt in elk geval verkeerd.
Desondanks kun je jezelf wel verdedigen. Want wat je ook doet, je handelt altijd goed. Immers, de kat leeft, dus voer je het dier; de kat is dood, dus voer je het dier niet.
Bizar: welke handeling je ook verricht, je doet je werk niet fout en je doet je werk niet goed.
Even overweeg je om niets te doen. Want wie niets doet kan niets worden verweten. Zo zijn er ook mensen die 'agnost' zijn als het gaat over de vraag of God bestaat of sceptici die zich onthouden van een antwoord als ze met een vraag geen raad weten.
Maar in dit geval biedt de 'epoche' (het opschorten van je keus) geen soelaas: niets doen staat gelijk aan het maken van een keus. Wie niets doet besluit om de kat niet te voeren en dat is slecht, want de kat leeft.
Uiteindelijk besluit je om de kat wel te voeren. De volgende dag word je ontslagen. De reden is ook duidelijk: je hebt het Instituut nodeloos op kosten gejaagd. Dat valt niet te ontkennen en je aanvaardt het ontslag -oh, je was zo blij met het werk!- dan ook gelaten. Anderzijds trek je je het ontslag niet aan, want je weet dat je het juiste deed: de kat leefde en moest de pil dringend hebben.
Was het misschien beter geweest om de kat niet te voeden?
(De moraal van het verhaal: Stel God is een bovennatuurlijk (absurd) wezen. In dat geval is de formele logische beschrijving van God's 'toestand' als volgt: God bestaat 'volledig' wel en 'volledig' niet.
Moet je God, als hij wel én niet bestaat, wel of niet op de lijst van bestaande 'dingen' plaatsen? Als je naar waarheid zegt dat God bestaat moet je hem op de lijst plaatsen; als je naar waarheid zegt dat hij niet bestaat moet je hem niet op de lijst plaatsen.
Wat moet je nu doen? Wel, je moet een beslissing nemen. We zullen dus verschillende juiste 'ontologische' lijsten opstellen. Anders gezegd: we zullen, als we formeel juist handelen, twee verschillende 'ware' lijsten hebben. Ik heb mijn lijst en jij hebt jouw lijst. Ik weet zeker dat mijn lijst, waar God(absurd) op staat, een juiste lijst is. Mij valt formeel niets aan te wrijven.
Ons idee dat 'waarheid' en 'onwaarheid' naar één en dezelfde lijst moeten verwijzen is niet langer houdbaar. Ons idee van waarheid zullen we moeten aanpassen als we absurde 'dingen' aanvaarden.
Ach, en dat is eigenlijk niet verrassend. Het is precies wat je verwacht als je eenmaal 'ziet' dat je verstand een evolutionair, beperkt 'kennis-apparaat' is.
Het zou pas écht ongerijmd zijn -gegeven onze huidige kennis van het menselijke verstand- als je enerzijds inziet dat ons verstand beperkt is, terwijl je anderzijds meent dat ons verstand de gehele werkelijkheid gewoon logisch kan ordenen. Een beperkt verstand levert vanzelfsprekend, als we de werkelijkheid voor een deel in kaart gebracht hebben -er is een kantelpunt- een 'vreemde', ongewone' 'absurde' wereld op: dat ligt geheel in de lijn der verwachting.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten