Het boek van Lisa Barrett Feldman -ze behoort tot de meest geciteerde neuropsychologen ter wereld- is voor een leek erg prettig om te lezen: niet omdat ze zoveel beter schrijft dan haar collega's, maar omdat ze een ferme toon aanslaat. Ze schrijft dat neuropsychologen inmiddels weten waar het brein toe dient. Ze houdt geen slagen om de arm. In dit boek wordt het 'verlossende woord gesproken'. Je weet waar je aan toe bent.
Hoe anders is dat in de andere wetenschappen. Fysici overladen je met gissingen en proefballonnetjes en filosofen hebben van het 'misschien, tenzij' hun handelsmerk gemaakt. Het is verfrissend om te vernemen dat neuropsychologen tenminste iets hebben bereikt.
Onmiddellijk in de eerste 'les' doet Barrett-Feldman uit de doeken wat het brein is. Ons brein is een boekhouder. Het registreert de affecten -niet te verwarren met emoties- in het lichaam en berekent, op grond van vroegere ervaringen, hoeveel energie bepaalde spiergroepen en organen nodig hebben. Het brein leidt uit de huidige situatie af wat er moet gebeuren en verdeelt op grond van deze voorspelling de brandstof die de verschillende weefsels, draden en delen van het lichaam nodig hebben.
Het brein is geen kennismachine, geen 'waarheids-vinder of waarheid-zoeker, maar een machine die bemiddelt tussen vraag en aanbod en de beschikbare brandstof navenant verdeelt.
De eerste les heet dan ook, tamelijk ontnuchterend, 'Your Brain is not for Thinking'. De waarheid is dat ons verstand de wereld niet objectief waarneemt, maar naar behoefte. Je wereldbeeld en je verwachtingen bepalen hoe je de wereld ziet. De theoriegeladenheid van de waarneming, een 'uitvinding' van wetenschapsfilosofen, is inmiddels ook 'gesneden koek' voor neurowetenschappers.
'The scientific name for body budgeting is allostasis. It means automatically predicting and preparing to meet the body’s needs before they arise.'
Lisa Feldman Barrett schrijft dat het brein ons gedrag niet 'afwacht', want dan is het te laat en komen we brandstof te kort bij de uitvoering van onze handelingen. Het is veel efficiënter om te voorspellen wat we zullen doen. Ons brein is ons steeds een stap voor.
In een volgende les doet ze uit de doeken dat de hersenen niet bestaan uit drie gestapelde 'breinen' (een zogenaamd reptielenbrein, een zoogdierenbrein en een neocortex). In plaats daarvan heeft het brein van alle zoogdieren één en hetzelfde bouwplan; en vermoedelijk heeft ook het brein van andere diergroepen ditzelfde bouwplan. Je kunt in beginsel het brein van een hagedis veranderen in het brein van een mens. Dat dieren dan toch de facto verschillende hersenen hebben is omdat de hersenen in verschillende soorten een andere groei hebben:
"The manufacturing process runs in stages, and the stages last for shorter or longer durations in different species. The biological building blocks are the same."
'Nogal wat mensen', schrijft ze, 'waaronder eminente neurowetenschappers, zijn niet bekend met dit inzicht."
Het idee dat we een instinctief en emotioneel brein hebben waar bovenop een rationele neo-cortex ligt is onjuist (pace Piet Vroon). Toch zijn veel mensen er van overtuigd dat wij over primitieve instincten en emoties beschikken die onze rationele denkwijze hinderen. Dit beeld is -pertinent- onjuist. Emoties zijn niet primitiever of minder belangrijk voor de doeltreffendheid van onze handelingen dan 'de ratio'. Emoties kunnen zelfs zeer rationeel zijn!
Deze eerste twee 'lessen' zijn al spectaculair genoeg. De andere lessen zijn al even behartenswaardig. Ik zal er nog een noemen.
Barrett Feldman leert ons dat het brein een netwerk is en wel een zeer efficiënt netwerk. Het brein is [dus] geen verzameling modulen die elk een gespecialiseerde taak verrichten! Het brein is zelfs zo'n soepel netwerk, dat:
"It’s also the case that different groups of neurons can produce the same result. Try this right now: Reach for something in front of you, like your phone or a chocolate bar. Draw your hand back, and reach for it again in exactly the same way. Even a simple reaching action like this, when done more than once, can be guided by different sets of neurons."
In 'Zeven en een halve les' leren we bijzonder veel over ons brein. En wie het boekje uitgelezen heeft is door Barrett Feldman zo voortvarend de les gelezen dat h/zij voorlopig meer van het brein weet dan de gemiddelde Nederlander en zelfs over één inzicht meer beschikt dan de gemiddelde neurowetenschapper. Het brein blijkt een bijzonder buigzaam en soepel orgaan te zijn met niets dan wonderlijke eigenschappen.
Het boekje is (nog) niet vertaald in het Nederlands -geen idee of dat zal gebeuren- maar Barrett Feldman schrijft in een effectief, gemakkelijk te begrijpen Engels. Zeer de moeite waard, buitengewoon leerzaam.
-Barrett Feldman, L, Seven and a half lesson about the brain.
In "Seven and a Half Lessons About the Brain," Lisa Feldman Barrett takes Carlo Rovelli’s approach in his "Seven Brief Lessons on Physics" and turns it inward. As a physicist who has also written about neuroscience, I can attest to the fact that the brain is far more complicated than the universe, but Ms. Barrett is up to the challenge. With lively prose, she takes us on a whirlwind tour, providing deep insight into what brains are for, how they create the reality that we experience and how they ultimately produce our thoughts, feelings and actions. Equally captivating is David Eagleman’s "Livewired," a deep dive into the most important aspect of our brains: their ability to reconfigure their neural connections in order to learn and adapt. Mlodinow, auteur van een boek over S. Hawking.
10 opmerkingen:
JanR
Dat lijkt me erg interessant. Ik krijg de indruk dat het lichaam gezien wordt als een onbewuste machine. Dat maak ik op uit:
"Het brein is geen kennismachine, geen 'waarheids-vinder of waarheid-zoeker, maar een machine die bemiddelt tussen vraag en aanbod en de beschikbare brandstof navenant verdeelt."
Dan "Het brein is geen kennismachine". Dat woord "kennismachine", geïnterpreteerd als een onbewuste informatieverwerkende machine, kan ik wel plaatsen. Maar dan zou ik liever niet spreken over "kennis" die vaak gebruikt wordt voor bewuste processen.
citaat: "'Your Brain is not for Thinking'. De waarheid is dat ons verstand de wereld niet objectief waarneemt,......." O.K. dus het is onbewust: er is geen waarneming: bewust (voor)waar(aan)neming.
Nu het hele citaat: 'Your Brain is not for Thinking'. De waarheid is (dus?) dat ons verstand de wereld niet objectief waarneemt, maar naar behoefte. Dat suggereert dat de behoefte wel 'bewust' wordt 'waargenomen'(?). Dat lijkt me onjuist: het ligt voor de hand dat dat ook onbewust plaatsvindt. Al die processen gaan gewoonweg hun eigen gang.
citaat: "Ons brein is ons steeds een stap voor." Er is dus een verschil tussen "Ons" en onsbrein. [cursief en vet gemaakt door JanD]
"wij" (met het eerste persoons perspectief) hobbelen achter Onsbrein (als bezitter van het brein) aan. DUS geen ["ik" = "brein"]. Swaab kan van het toneel af.
Over drie gestapelde 'breinen'
"The manufacturing process runs in stages, and the stages last for shorter or longer durations in different species. The biological building blocks are the same."
Technisch gesproken zou ik zeggen dat hier een categoriefout wordt gemaakt. Een huis van lego met muren fundering dak bestaat allemaal uit identieke legoblokjes. (huis = symbolisch een hagedis) en een kasteel (symbolisch een mens) bestaat ook uit dezelfde legoblokjes.
Ik schreef deze fout toe aan het super specialisme van de schrijver.
Extreem voorbeeld. Het doet me denken aan een materialist, die zo gespecialiseerd is, dat hij het onderscheid niet ziet tussen een mens en een zak met water en koolstof en wat andere moleculen.
Waar het om gaat is het onderscheid tussen technisch gesproken software en hardware. Maar het brein is firmware. (programmeerbare hardware) De "plasticiteit" van de hersenen. Het in principe mogelijk verplaatsen van functies naar andere plaatsen in het brein. Dat is bekend, niets nieuws. Er is technisch gesproken geen verschil tussen een spiegelneuroon en een andere neuroon. Er wordt alleen een functie benoemd. En die functie kan verplaatst worden.
citaat: "Toch zijn veel mensen er van overtuigd dat wij over primitieve instincten en emoties beschikken die onze rationele denkwijze hinderen. Dit beeld is -pertinent- onjuist."
Nou mijn ERVARING is dat dit beeld -pertinent- juist is.
Een piep klein beetje zelfkennis is voldoende. Ik besefte me dat al op 12 jarige leeftijd toen ik tijdens een balspel toevallig een meisje vasthield in plaats van de bal. Ik vroeg als denkend mens me af of ik wel een vrije wil had met ervaren eigenschappen die ik later als dierlijk leerde kennen.
Het lijkt wel op de bifurcatie die ontstaat tussen de ervaren tijd in het eeuwige nu en de tijd volgens de gedetermineerde wereld van o.a. de wetenschap, de chronologische tijd van de fysica en evolutietheorie.
Dan nog iets:
"het brein van alle zoogdieren één en hetzelfde bouwplan; en vermoedelijk heeft ook het brein van andere diergroepen ditzelfde bouwplan."
Wie maakt dat bouwplan? Ligt dat al besloten in de veronderstelde oerknal? En hoe kan je de ervaring in dat bouwplan (het voordeel in de evolutie van de meest aangepaste) al kennen in het begin?
JanR
Het is dus òf een bewust bouwplan òf door "trial-and-error" ontstaan.
Het lijkt op het probleem dat je aansneed enkele jaren geleden. Met het "schedel" doosje. Je gaf toen aan, dat het dekseltje van het doosje in den beginnen al figuren moest hebben. Zoals een logisch paleis. Als ik het goed onthouden heb. Ik had het toen over creatief figuurzagen: we maken onze eigen werkelijkheid.
Ik ben het in ieder geval eens met Barrett Feldman: het brein blijkt een bijzonder buigzaam en soepel orgaan te zijn met niets dan wonderlijke eigenschappen.
En zoals Kant schijnt te zeggen in zijn kritiek van het oordeelsvermogen dat de wereld te beschouwen is als een wonder. Of hij daarmee afstand heeft genomen van zijn eerste twee kritieken en de rede vaarwel gezegd heeft en uitgaat van een wonderlijke wereld, dat weet ik niet. Ik ben geen filosoof die zullen wel stoppen na de kritieken van de rede: omdat ze zelf "redelijk" zijn. hihi
Bert
De heer Dawkins staat niet echt bekend als een degelijke filosoof. Zie ook Opry, die hier rechts ergens vermeld wordt. De heer Philipse echter staat als filosoof hoger aangeschreven.
We zijn niet alleen maar waarnemende wezens maar ook theoretiserende wezens en onze theorieën beïnvloeden onze waarnemingen.
We zijn behept met theorieën. Dat is onze grandeur maar ook onze misère.
Er zijn allerlei soorten theorieën. Filosofische, wetenschappelijke, alledaagse pragmatische, oppervlakkige, diepgaande et cetera. Een oerwoud van theorieën, die dikwijls door elkaar lopen en elkaar besmetten. De filosofie probeert dat chaotische oerwoud een beetje in kaart te brengen en her en der het boeltje te verhelderen.
Een theorie waarmee we besmet zijn, is de zogeheten logische denkwijze. Een theorie die we zelf ooit verzonnen hebben. En die dus best wel eens incorrect zou kunnen zijn. Maar op grond van theoretische meta-logische reflecties meen ik toch te mogen postuleren dat de werkelijkheid consistent is en dat daarom een consistente argumentatiewijze beter is dan haar alternatieven.
Ik ga nog even door, Bert.
Stel jij jezelf ooit vragen? Heb jij jezelf ooit wel vragen gesteld?
Hoe komt een mens als jij en ik aan zijn vragen? Niet via de waarneming, niet door middel van de sense data. Je kunt nog zoveel zwarte vogels waarnemen als je wilt maar nooit kom je dankzij zulke waarnemingen op de eenvoudige vraag: waarom zijn (alle of sommige?) vogels zwart?
Vragen zijn altijd theoretische vragen. Een vraag is een soort theorietje in vragende vorm.
Als ik de mens zou mogen definiëren, dan zou ik toch zeggen: de mens is een wezen van vlees, bloed en geest en die geest wordt min of meer gekenmerkt doordat hij allerlei vragen kan stellen en ook daadwerkelijk stelt.
De door jou opgehemelde empirische wetenschappers doen niet aan onbevangen empirie maar laten zich leiden door vragen, onderzoeksvragen zoals dat zo mooi heet. En bij het proberen te beantwoorden van die theoretische vragen doen ze ook aan empirie maar wel altijd aan theoriegeleide empirie. Waarneming en theorie zijn verstrengeld als twee kwantumdeeltjes, bij wijze van spreken, niet letterlijk dus.
Vragen, vragen, vragen. De natuurwetenschapper ondervraagt de natuur, de cultuurwetenschapper ondervraagt de menselijke cultuur en de filosoof ondervraagt de algemene vragen, de diverse antwoorden op die vragen, zichzelf en allerlei denkkaders, ook vragende denkkaders.
Wat JanD betreft, vermoed ik dat hij zichzelf toch te weinig vragen stelt en veel te vroeg schermt met allerlei antwoorden die hij zelf onvoldoende heeft ondervraagd.
Het vraagteken, ?, wat een in semantisch opzicht rijk teken. Overigens, de vorm van ons vraagteken is afgeleid van de Latijnse Q, de beginletter van veel Latijnse vraagwoorden. In het Nederlands beginnen veel vraagwoorden met een W. Wie, wat, waar, wanneer, welk? Hoe dat in het Sanskriet gaat, moet je aan JanD vragen. Vraagwoorden zijn geen recente taalverschijnselen maar ouder dan de oudste wegen naar Rome en naar Calcutta.
Bert, Bert, Bert,
ik ontken nergens dat wij waarnemen. Maar onze waarnemingen zijn altijd ingebed in onze theorietjes. Nog steeds probeer je je er onder uit te wurmen dat wij ook theoretiserende wezens zijn. Je lijkt wel een ultra-orthodoxe christen die tegen beter weten volhoudt dat de Bijbel geen mensenboek is maar heel erg echt het Woord van God zelve. Weet je dat ik ook oeverloze discussies heb gehad met dat soort christenen? Om moe van te worden. Wel, ik mag jou best wel. Dat weet je. Maar op zich mocht ik zulke christenen ook wel. Maar ik was het niet met ze eens. En met jou ben ik het op een aantal punten ook niet eens. Ik wil jou geen slechte nachtrust bezorgen. Integendeel. Maar ja, we zitten hier niet op een knuffelchatbox maar op een ernstig filosofieforum. :) Toch?
Aan Bert
Dat verhaal over Pauli is heel, heel veel theorie. Men miste wat energie, dat wil zeggen de theorie van behoud van energie/massa werd, zo theoretiseerde men, geschonden. En om die behoudstheorie te beschermen, zo theoretiseerde men verder, moest men een soort hulptheorietje verzinnen. Al die grote fysici waren theoretici en verdomd goede theoretici en ook goede debatters. En tegen wil en dank ben jij ook een theoreticus.
Natuurwetten zijn theorieën en in de regel goede theorieën. Zeer zinnige hypotheses.
Jouw hoofd zit ook vol theorieën. Neem jouw ideeën over de fysica. Maar neem ook jouw dagelijkse kennis zoals jouw theorie dat Amsterdam de hoofdstad is van Nederland. Een ware theorie overigens, denk ik. Maar mijn idee dat jij gelijk hebt met jouw theorie dat Amsterdam de hoofdstad is van Nederland, is ook een theorie maar hopelijk wel een ware.
Kortom, probeer te aanvaarden dat wij én waarnemende én volop theoretiserende wezens zijn. En dat waarneming en theorie nauw met elkaar verweven zijn, zelfs in het dagelijks leven. Dan heb je volgens mij een aardige basis om filosofie en wetenschapsfilosofie te bedrijven. En tussen ons, jij bedrijft met jouw stukjes over de fysica hoe dan ook een soort wetenschapsfilosofie, zij het een pragmatische maar dat mag op zich best in zulke relatief korte stukjes op dit forum.
Elk van ons is een hoofd boordevol allerlei soorten theorieën. Maar we doen er zeer verstandig aan om voortdurend onze theorieën, onze ideeën, te wegen. En dat wegen, dat mis ik bijvoorbeeld bij JanD. Hij gelooft teveel in zijn esoterische theorieën. Hij zou meer met vraagtekens moeten strooien.
Wij zijn dus theoretiserende wezens maar wel met de potentie om alles im Frage te stellen. En kritische filosofen doen dat dan ook. Bijvoorbeeld ten aanzien van de theorie dat God heel echt bestaat. Maar wat betekent het idee "God"? En is het godsidee wel intern en extern consistent? Is God, even verondersteld dat die bestaat, wel zo goed als godsgelovigen zeggen of is die eigenlijk een soort Satan? En dat idee "onstoffelijk", wat betekent dat in godsnaam? En kan iemand van vlees en bloed wel opstaan uit de dood? Wonderen, wat zijn dat voor feiten als het al feiten zouden kunnen zijn?
Bert
Ik trek niets in twijfel aangaande onze waarnemingen. Integendeel. Maar ik zeg wel dat elke waarneming geïnterpreteerd wordt door allerlei theorietjes in onze geest.
Stel, jij ziet een boom. Jouw denkvermogen denkt dan zoiets: hey, dat is boom. Maar stel dat jij iets onbekends ziet. Dan denk je zoiets als: hey, wat is dat voor iets raars? En stel, je ziet een nepeend drijven tussen een groepje echte eenden. En stel dat je die nepeend, heel begrijpelijk, voor een echte eend verslijt. Je denkvermogen, in dit geval je eendjestheorie, heeft je dan wijsgemaakt dat het om een echte eend ging.
Bij een waarneming vul je heel veel aan. Waarneming is niet zo zeer een inductionistische activiteit als wel een "holistische". Je waarneming van een eend begint niet met veertje voor veertje maar met dat veronderstelde beest als geheel.
Maar wat kwaakt, waggelt en smaakt als een eend en eruit ziet als een eend, is wellicht een eend.
Iemand het bos insturen
Stel, Bert, ik stuur jou het bos in met twee instructies:
- vergeet alles wat je weet, dus vergeet al je theorietjes
- en neem onbevangen waar.
Je komt terug en meldt mij:
- ik heb vijftien vliegende dingen gezien.
Ik reageer een beetje verbolgen:
- allerbeste Bert, ik droeg je op om alles te vergeten wat je wist, en toch weet je blijkbaar dankzij je vliegtheorietje dat die dingen vlogen en dat het dankzij jouw rekentheorie vijftien dingen waren, foei.
En wat heb ik trouwens aan die half onbevangen waarneming van je? Waren die vliegende dingen vogels, vleermuizen, libelles, vliegende schotels, overvliegende badmintonshuttels, zwevend ondergoed? Of een ratjetoe van dat genoemde spul?
De moraal van dit zoveelste verhaal? Onbevangen waarneming bestaat niet en aan half onbevangen waarneming heb je niets. Ook niet in het dagelijks leven.
Neem een autoritje met jou achter het stuur. Je neemt waar en waar. Heel goed van je. Maar gelukkig niet onbevangen. Je waarnemingen worden geleid door je rijtheorie. Je let op dingen die relevant zijn voor je rijden en je verwaarloost min of meer dingen die niet relevant zijn voor je rijden. Je let op je dashboard en op je medeweggebruikers maar niet op precies hoeveel bomen in het landschap staan. Voortdurend doe je tijdens het rijden aan tentatieve interpretatie. Gaat die vrachtwagen nu een andere vrachtwagen inhalen of niet? Hoe die zwieber van die vrachtwagen te interpreteren?
Het strikte filosofisch empiricisme, niet te verwarren met het deugdelijke wetenschappelijk empirisme, is als je erover theoretiseert, quatsch. Slechts aardig voor een borreltafel maar daarmee stopt het. En denk eraan, glaasje op, laat je rijden. :)
Bert,
het is pas genoeg wanneer jij afstand neemt van het dogmatische ultraorthodoxe, al te strikte "filosofisch" empiricisme dat door niemand meer wordt uitgedragen. :) We bestaan niet enkel en alleen uit sense data die op wonderlijke hokuspokuswijze samengevoegd worden tot een theorie, die eigenlijk niet bestaat want er bestaan alleen maar sense data. Discussiëren met christenen is moeilijk maar discussiëren met sommige ongelovigen is haast nog moeilijker. Desalniettemin, ik waardeer je aanwezigheid hier en je moeites om mij te begrijpen. En speciaal voor jou wat smileys: :) :) :) De glimlachende drie-eenheid. :) :) :)
Een reactie posten